In dit artikel lees je over Prinsjesdag 2023: De 6 wetsvoorstellen rondom auto ‘s die relevant kunnen zijn voor jouw als ondernemer:
- Vaste voet bpm verhogen
- Teruggaaf bpm geldtransport beëindigen
- Herziening van Motorrijtuigenbelastingtarieven voor Milieuvriendelijke Brandstoffen en Vrijstelling van MRB voor OV-autobussen
- Bijtelling elektrische auto blijft gelijk in 2024
- Drempelkorting geldig tot en met 2025
- Benzineaccijns
Wetsvoorstellen rondom auto ’s Prinsjesdag 2023
1. Vaste voet bpm verhogen
De Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) bestaat uit twee delen: een vast bedrag en een variabel bedrag. Vanaf 1 januari 2025 zal het vaste bedrag van de BPM met €200 worden verhoogd. Deze wijziging is opgenomen in het Wetsvoorstel Belastingplan 2024.
De BPM is een belasting die wordt geheven bij de registratie van een auto in Nederland, wat betekent dat deze van toepassing is bij de aankoop van een nieuwe auto. De hoogte van de BPM wordt bepaald door zowel een vast bedrag (de vaste voet) als een variabel bedrag, afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dat het de adoptie van emissievrije personenauto’s wil bevorderen en subsidies wil verstrekken voor de aankoop van tweedehands elektrische auto’s. Natuurlijk brengt dit kosten met zich mee. Om deze subsidies te financieren, heeft het kabinet besloten om het vaste bedrag van de BPM vanaf 2025 met €200 te verhogen.
2. Teruggaaf bpm geldtransport beëindigen
Het kabinet wil dat eigenaren van dergelijke voertuigen aan te moedigen om eerder kiezen voor een milieuvriendelijker alternatief. Daarom hebben ze besloten om de regeling stop te zetten, waardoor vanaf 2026 meer mensen voor deze milieuvriendelijke optie zullen kiezen en het belastingstelsel eenvoudiger wordt.
3. Herziening van Motorrijtuigenbelastingtarieven (mrb-tarief) voor Milieuvriendelijke Brandstoffen en Vrijstelling van MRB voor OV-autobussen
Het plan behelst het stopzetten van het verlaagde mrb-tarief vanaf 1 januari 2026, zodat eigenaren van voertuigen die gebruikmaken van milieuvriendelijke brandstoffen voldoende tijd hebben om zich aan te passen. Het Kabinet stelt voor om 1 januari 2030 als begindatum vast te stellen voor het beëindigen van de vrijstelling van MRB voor openbaarvervoerauto’s.
Daarnaast omvat het plan de volgende maatregelen:
- Het inkorten van de voordelige mrb-tarieven voor kampeerauto’s.
- Aanpassingen aan de regeling voor oldtimers met betrekking tot mrb.
- Beëindiging van het kwarttarief mrb voor paardentransport.
- De invoering van een naheffing voor buitenlandse ingezetenen.
Deze voorgestelde wijzigingen beogen het fiscale beleid met betrekking tot motorrijtuigenbelasting te herzien en aan te passen aan veranderende behoeften en milieudoelstellingen.
4. Bijtelling elektrische auto blijft gelijk in 2024
In 2024 blijft de korting op de bijtelling voor het privégebruik van volledig elektrische auto’s onveranderd op het 6%-punt staan. Dit betekent dat de bijtelling voor het derde opeenvolgende jaar stabiel blijft op 16%. Deze percentages zijn al geruime tijd vastgesteld.
De Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord heeft aanzienlijke invloed gehad op de bijtelling voor het privégebruik van zakelijke auto’s. Deze wet heeft bepaald dat de korting op de bijtelling geleidelijk wordt afgebouwd. Voor het jaar 2024 blijft de huidige korting van 6%-punt echter van kracht, zoals vastgelegd in de wet. Vanaf 2025 treedt er echter een verandering op. Vanaf dat jaar wordt een korting van 5%-punt toegepast, wat betekent dat de bijtelling stijgt van 16% naar 17%.
5. Drempelkorting geldig tot en met 2025
De zogenaamde ‘cap’, het deel van de catalogusprijs waarop de korting van toepassing is, blijft in 2024 opnieuw vastgesteld op €30.000. Deze drempelkorting blijft behouden tot en met 2025. Voor elk bedrag boven deze drempel geldt een bijtellingspercentage van 22%. Vanaf 2026 zal deze vorm van subsidie voor emissievrije auto’s volledig worden afgebouwd, zoals overeengekomen in het Klimaatakkoord.
6. Benzineaccijns
In de begeleidende brief bij het Belastingplan 2024 stelt Van Rij dat, gezien de aanzienlijke inkomstenderving die gepaard gaat met het verlengen van de verlaagde benzineaccijns en gezien de demissionaire status van het Kabinet, er is besloten om de verlaging niet voort te zetten. Dat betekent dat we vanaf 2024 weer meer gaan betalen voor o.a. benzine en diesel.