Waarom afschaffen FOR vergezeld moet gaan van verruiming lijfrente

De kans dat de Wet toekomst pensioenen per 1 januari 2023 al in werking treedt, is heel klein. De afschaffing van de fiscale oudedagsreserve (FOR) voor zelfstandigen is dan echter wel definitief. Zzp’ers die nu nog gebruik maken van de oudedagsreserve, hebben daardoor komend jaar geen mogelijkheid tot pensioensparen, zegt Sjaak Zonneveld van BrightPensioen. Hij legt uit hoe dat zit.

Zoals verwacht werd op Prinsjesdag definitief bekendgemaakt dat de (fiscale) oudedagsreserve (FOR) per 1 januari 2023 wordt uitgefaseerd (lees: afgeschaft). In de Memorie van toelichting lezen we dat het Kabinet tegelijkertijd in de Wet toekomst pensioenen voorstelt de fiscale ruimte voor de derde pijler te vergroten en dat ‘daarmee de mogelijkheden om als ondernemer te sparen voor de oude dag worden vergroot’.

Lees daarover ook:

Fiscale ruimte lijfrente vergroot

Allereerst klopt dat laatste (semantisch) niet. Er zijn nu twee fiscaal gefaciliteerde mogelijkheden (oudedagsreserve en lijfrente) en daarvan blijft er nog één over. Dus het aantal mogelijkheden wordt niet vergroot, maar gehalveerd. Wél wordt de fiscale ruimte binnen één van die mogelijkheden (lijfrente) vergroot. De fiscale ruimte is het bedrag dat je als ondernemer per jaar belastingvriendelijk opzij mag zetten.

Echter: de afschaffing van de oudedagsreserve is definitief, maar de Wet toekomst pensioenen nog niet. En de meeste pensioendeskundigen zijn ervan overtuigd dat deze wet niet per 1 januari van kracht zal zijn.

Dat uitstellen van die verruiming heeft een onbedoeld maar negatief effect. Want veel zzp’ers die nu nog gebruik maken van de oudedagsreserve, zullen daardoor komend jaar niet of nauwelijks iets in hun oudedagsvoorziening kunnen stoppen.

Dat zit zo:

De oudedagsreserve heeft betrekking op het jaar waarop de zzp’er zijn geld heeft verdiend. De fiscale aftrek vindt in datzelfde jaar plaats. Je inleg voor lijfrente wordt echter berekend over het inkomen van het voorgaande jaar. Dit verschil was één van de voordelen van de oudedagsreserve ten opzichte van lijfrente. Immers: in een jaar dat er veel verdiend wordt, kan er ook veel worden opzijgezet en afgetrokken.

Als gezegd: bij lijfrente wordt er gekeken naar het inkomen van het vorige jaar. Werd er in het vorige jaar echter gebruik gemaakt van de oudedagsreserve, dan kan er in het huidige jaar weinig of niets aan lijfrente ingelegd worden.

Een rekenvoorbeeld:

Een zzp’er maakt in 2022 een winst van € 40.000 en maakt dit jaar nog gebruik van de oudedagsreserve. Dan wordt er 9,44% x € 40.000 = € 3.776 gereserveerd voor de oudedag (en afgetrokken voor de inkomstenbelasting van 2022).
Vanaf 2023 kan hij geen gebruik meer maken van de oudedagsreserve en is hij aangewezen op inleggen voor lijfrente. De inleg voor lijfrente wordt berekend met een ingewikkelde formule, op basis van het inkomen van het voorgaande jaar. Voor de liefhebber: 13,3% x (€ 40.000 – € 12.837) – € 3.776. Zijn inleg voor 2023 komt dus uit op…. Nul!

Dit probleem speelt niet als de fiscale verruiming voor lijfrente uit de Wet toekomst pensioenen van kracht is. Immers: de 13,3% wordt dan verhoogd naar 30%. Bovenstaande rekensom komt dan uit op € 4.373. De zzp’er zou dan in elk geval minstens hetzelfde opzij kunnen zetten als hij voor de oudedagsreserve deed.

Verruiming per 1 januari 2023 nodig

De voorgestelde verruiming binnen de lijfrente (derde pijler) staat los van de andere, veel ingrijpender voorstellen in de Wet toekomst pensioenen die hoofdzakelijk betrekking hebben op de tweede pijler. De verruiming is, zoals aangetoond, wel nauw verwant aan het afschaffen van de oudedagsreserve en zou daarom per 1 januari 2023 van kracht moeten worden. Het valt immers niet te rechtvaardigen dat zzp’ers die tot nu toe gebruik maakten van de oudedagsreserve, een jaar lang pensioensparen ontzegd gaat worden, wanneer de Wet toekomst pensioenen uitgesteld wordt.

Bron: Zipconomy

Bron: Sjaak Zonneveld

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.