De youngtimerregeling gaat waarschijnlijk veranderen. Het kabinet heeft een beleidsvoornemen aangekondigd waarbij de leeftijdsgrens verschuift van 15 jaar naar 25 jaar. Als dat doorgaat, verliest een grote groep zakelijke auto’s zijn youngtimerstatus.
Concreet betekent dit het volgende. Auto’s die nu tussen de 15 en 24 jaar oud zijn en als youngtimer op de zaak rijden, vallen straks niet langer onder de 35‑procentbijtelling over de dagwaarde. Zij vallen dan terug onder de reguliere bijtelling, gebaseerd op de oorspronkelijke cataloguswaarde. Dat verschil kan oplopen tot duizenden euro’s per jaar.
Dit raakt bestaande ondernemerskeuzes. Niet alleen nieuwe aankopen, maar juist auto’s die bewust zijn geselecteerd op basis van stabiele fiscale regels. Wie nu alleen afwacht, krijgt straks de uitkomst gepresenteerd. Wie nu rekent, houdt regie.
Inhoudsopgave
Wat er speelt
De feiten: de youngtimerregeling verandert
Tot nu toe was de youngtimerregeling helder en jarenlang stabiel. Een auto werd fiscaal aangemerkt als youngtimer zodra deze vijftien jaar of ouder was, gerekend vanaf de datum eerste toelating. Vanaf dat moment gold een bijtelling van 35 procent over de actuele dagwaarde. Die systematiek was jarenlang een vaste basis onder veel ondernemerskeuzes.
In recente beleidsvoorstellen wordt deze grens echter verhoogd. De instapleeftijd voor de youngtimerregeling verschuift naar vijfentwintig jaar. Dat betekent dat auto’s die nu tussen de vijftien en vierentwintig jaar oud zijn, hun youngtimerstatus verliezen zodra de wijziging ingaat. Zij vallen dan terug op de reguliere bijtellingsregels, waarbij de oorspronkelijke cataloguswaarde weer leidend wordt.
Dit is geen detailwijziging. Het effect op de bijtelling kan fors zijn, zeker bij auto’s die destijds nieuw een hoge cataloguswaarde hadden. Voor een groot deel van het mkb kan dit leiden tot een structureel hogere fiscale last.
De huidige werking van de regeling en de achtergrond daarvan zijn uitgebreider toegelicht bij de uitleg over de youngtimerregeling op cijferadvies.nl/youngtimer-regeling-luxe-rijden-minder-belasting.
Waarom dit voor verwarring zorgt
De verwarring ontstaat doordat twee ontwikkelingen door elkaar lopen. Enerzijds was er altijd het moment waarop een auto economisch minder aantrekkelijk werd door oplopende kosten, veranderend gebruik of onderhoud. Dat is van alle tijden en vraagt om periodiek heroverwegen.
Anderzijds verandert nu de spelregel zelf. Ondernemers die hun keuze bewust hebben gebaseerd op een vaste fiscale regeling, worden geconfronteerd met een beleidswijziging die losstaat van hun eigen gebruik of kostenstructuur. Dat verklaart waarom het gevoel ontstaat dat een auto ineens geen youngtimer meer is, terwijl de oorzaak niet in de auto zit maar in de definitie.
Waarom dit belangrijk is voor mkb’ers
Voor veel mkb’ers en dga’s is de keuze voor een youngtimer een bewuste en doordachte ondernemersbeslissing geweest. Comfortabel rijden tegen een beheersbare bijtelling, met voorspelbare fiscale gevolgen. Die keuze was rationeel en goed te onderbouwen binnen de toen geldende regels.
Als de leeftijdsgrens daadwerkelijk verschuift, komt die onderbouwing onder druk te staan. De auto blijft dezelfde, maar de fiscale behandeling wordt fundamenteel anders. Dat heeft directe gevolgen voor de maandlasten, de winstpositie en vaak ook voor het netto privé-inkomen. Zonder dat de ondernemer iets aan zijn gebruik of rijgedrag heeft aangepast.
Daarmee is dit geen abstract beleidsnieuws, maar een wijziging die bestaande keuzes opnieuw relevant maakt en vraagt om herberekening.
Wat je nu kunt doen
Ga er niet automatisch vanuit dat een youngtimer die nu fiscaal aantrekkelijk is, dat straks ook blijft. Neem die onzekerheid expliciet mee in je keuzes.
Optie 1: doorrijden en het effect accepteren
De eerste route is niets veranderen. Je blijft rijden zoals je nu doet en accepteert dat de bijtelling straks fors hoger kan worden. Dat kan een bewuste keuze zijn, bijvoorbeeld als de auto verder goed past bij je gebruik of als de hogere kosten op te vangen zijn binnen je resultaat. Voorwaarde is wel dat je het effect vooraf doorrekent en niet pas schrikt wanneer de aanslag volgt.
Optie 2: herpositioneren vóór de wijziging
Een tweede mogelijkheid is nu al anticiperen op het nieuwe speelveld. Dat kan betekenen dat je overstapt naar privé rijden met kilometervergoeding, of dat je kiest voor een andere auto waarvan de fiscale gevolgen beter aansluiten bij het verwachte beleid. Deze route wordt vaak gekozen door ondernemers die flexibiliteit willen houden en verrassingen willen voorkomen.
Optie 3: versneld afbouwen
De derde route is versneld afbouwen van de huidige situatie. Sommige ondernemers kiezen ervoor hun huidige situatie af te bouwen voordat de wijziging ingaat. Niet omdat de auto niet meer bevalt, maar om te voorkomen dat zij straks vastzitten aan een kostenstructuur die niet meer past bij hun onderneming of privépositie.
Welke route logisch is, hangt af van gebruik, inkomen, liquiditeit en plannen voor de komende jaren. Het gaat er niet om wat de beste optie is in algemene zin, maar om een keuze die past bij jouw cijfers.
Wie dit goed wil aanpakken, kijkt verder dan de auto alleen. De gevolgen raken je winst, je liquiditeit en vaak ook je positie als dga. Door scenario’s door te rekenen en de impact inzichtelijk te maken, voorkom je dat beleid jouw keuzes dicteert.
Cijfers doen niets uit zichzelf. Pas als je ze gebruikt om vooruit te kijken, geven ze richting.