Categorieën
Bedrijfskundige analyse Eindejaarschecklist Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Inkomsten- en vennootschapsbelasting Jaarrekening (zzp & BV) Omzetbelasting & btw Rapportages & dashboards

Vermogen in je BV of privé?

In 2026 verandert het speelveld. Box 3 wordt zwaarder, de tegenbewijsregeling is nieuw én de BV-structuur vraagt om betere afwegingen. Wat is voor jou als ondernemer of DGA het slimst: vermogen in privé houden of (deels) onderbrengen in de BV? In dit artikel krijg je helder zicht op de fiscale gevolgen, administratieve eisen en praktische scenario’s. Je leest wat er verandert, hoe je daarop inspeelt en wanneer het loont om tijdig te herstructureren. Geen beleggingsadvies, wél inzicht voor een betere beslissing.

Inhoudsopgave

De nieuwe regels in beeld

Het fiscale speelveld verandert snel. In 2026 krijg je te maken met hogere heffing in box 3, maar er zijn ook al nieuwe spelregels zoals de tegenbewijsregeling. Tegelijk blijft de BV-structuur een alternatief, met z’n eigen kosten, tarieven en verplichtingen. Hieronder de kern op een rij. Later in dit artikel laten we zien hoe dit in de praktijk uitwerkt.

Box 3 wordt zwaarder: het heffingsvrije vermogen daalt naar €51.396 per persoon. Beleggingen vallen onder een forfaitair rendement van zo’n 7,78%, belast tegen 36%.

Sinds juli 2025 geldt de tegenbewijsregeling: kun je aantonen dat je werkelijke rendement lager is dan het forfait, dan betaal je minder. Voor beleggers met een laag rendement biedt dat extra ruimte om hun belastingdruk te verlagen.

BV-structuur: winst in de BV wordt belast via de vennootschapsbelasting (Vpb):

  • 19% tot €200.000
  • 25,8% daarboven

Bij uitkering aan privé betaal je vervolgens box 2:

  • 24,5% tot €67.804
  • 31% daarboven (tarieven 2025)

Tel daar de Wet excessief lenen bij op: wie meer dan €500.000 leent van zijn BV, wordt op het meerdere belast in box 2.

Vergelijking in cijfers (2026)

Structuur

Belasting laag 1

Belasting laag 2

Totaalbelasting bij uitkering

Box 3 (privé)

Forfait 7,78% × 36%

n.v.t.

~2,8% over vermogen

BV (tot €200.000)

Vpb 19%

Box 2: 24,5% – 31%

~39% – 44% over winst

BV (>€200.000)

Vpb 25,8%

Box 2: 24,5% – 31%

~44% – 49% over winst

Let op: bij lage rendementen (<3%) kan tegenbewijs in box 3 zorgen voor fors lagere belasting. In de BV kun je kosten aftrekken en dividend spreiden.

De fiscale puzzel: BV of privé?

Er is geen one size fits all. De optimale route hangt af van je rendement, je uitdeelbeleid en je vermogensopbouw. Toch kun je op basis van een paar uitgangspunten al goed richting kiezen.

  • Laag rendement (< 3% netto) → privé kan voordeliger zijn, vooral als je gebruikmaakt van de tegenbewijsregeling. Je betaalt dan belasting over het werkelijke (lage) rendement in plaats van het hoge forfait.
  • Hoog rendement (> 6% netto) → de BV-structuur biedt dan vaak meer ruimte. Je kunt kosten aftrekken, de winst gefaseerd uitkeren en zo slim gebruikmaken van de box 2-schijven.
  • Onvoorspelbaar rendement → dan loont het om meerdere scenario’s naast elkaar te zetten. Wat doe je als het rendement tegenvalt? Of juist meezit? Hierin speelt flexibiliteit een grote rol.

Stel: je beheert een portefeuille van €600.000, grotendeels in vastgoed en obligaties. In box 3 val je dan onder het hoge forfait van 7,78%, terwijl je netto misschien 3 tot 4% overhoudt. Zonder tegenbewijs betaal je dus over een rendement dat je feitelijk niet maakt. In een BV kun je kosten aftrekken en eventueel het dividend uitstellen tot een later (fiscaal gunstiger) moment.

Ander voorbeeld: je verwacht een sterk jaar, met rendement boven de 8%. Dan kan de BV-structuur voordeliger uitpakken, zelfs na Vpb en box 2. Zeker als je niet direct uitkeert, maar reserves opbouwt voor de lange termijn.

Kortom: laat je keuze afhangen van rendement én timing. Reken verschillende scenario’s door, zodat je niet achteraf met een dure verrassing zit.

Administratieve realiteit

Wil je gebruikmaken van de tegenbewijsregeling? Dan moet je in 2025 al beginnen met het registreren van werkelijke rendementen: rente, dividend, waarde mutaties. Die data moeten controleerbaar en goed onderbouwd zijn. Je boekhouder of CijferAdviseur kan hierbij ondersteunen: van het inrichten van een eenvoudige rendementstrack tot het checken van de fiscale onderbouwing.

Kies je voor de BV-structuur? Dan heb je méér administratie nodig, zoals:

  • Correcte Vpb-aangiften
  • Een actuele jaarrekening
  • Dividendadministratie en aangiften in box 2

Ook hier is een boekhouder onmisbaar: hij bewaakt deadlines, stelt de juiste stukken op en voorkomt dat je fiscale voordelen laat liggen of boetes riskeert.

Sta je boven de €500.000 aan leningen bij je eigen BV? Dan moet je dit goed registreren en plannen, om box 2-heffing te beperken. Samen met je adviseur kun je hier een afbouwplan voor maken, bijvoorbeeld via dividend of herstructurering.

En let op: bij obligaties met aangegroeide rente gelden aangepaste regels, met terugwerkende kracht tot 25 augustus 2025. Het is dus belangrijk om ook je historische gegevens op orde te hebben.

Vooruitblik: op weg naar werkelijk rendement (2028)

Vanaf 2028 wil het kabinet box 3 baseren op het werkelijke rendement. Geen forfait meer, maar belasting op wat je écht verdient. Tot die tijd werken we met overgangsjaren, waarin het forfait en het tegenbewijs naast elkaar bestaan. Juist daardoor wordt vooruitkijken belangrijk.

Wat je nú beslist, bijvoorbeeld om beleggingen onder te brengen in een BV, kan over drie jaar ineens nadelig uitpakken. Tegelijk kan tegenbewijs in box 3, dat vandaag aantrekkelijk lijkt, over een paar jaar verdwijnen. Daarom is het slim om met je boekhouder of adviseur vooruit te kijken. Niet alleen naar het tarief van vandaag, maar naar het fiscale speelveld van morgen. Kies niet alleen voor wat nú gunstig lijkt, maar voor wat straks ook nog werkt.

Wat CijferAdvies voor je doet

Bij CijferAdvies combineren we boekhouding 2.0 met proactief fiscaal advies. We denken met je mee over slimme keuzes rondom je BV-structuur, je belastingdruk en je administratie. Geen standaard jaarrekening of achterafcorrectie, maar actief meedenken en vooruit plannen. We blijven weg van vermogensbeheer en beleggingsadvies, maar zorgen er wél voor dat je op basis van actuele cijfers de juiste keuzes maakt.

Wat je van ons mag verwachten:

  • Analyse van je huidige positie in box 3: waar loop je risico, waar liggen de fiscale kansen?
  • Doorrekening van scenario’s: wat betekent het fiscaal als je kiest voor privé of juist voor de BV?
  • Administratie in orde brengen: van rendementsoverzichten tot dividendbesluiten en leningen van de BV.
  • Vooruitkijken naar 2028: hoe stem je je fiscale keuzes nu al goed af op het werkelijke rendement stelsel dat eraan komt?

Heb je naast fiscaal inzicht behoefte aan een breder financieel overzicht? Dan verwijzen we je graag door naar een expert. Zoals onze Associate Partner Ramon Wernsen, die ondernemers helpt met een persoonlijk financieel levensplan. Daarmee koppel je fiscaal inzicht aan toekomstgericht financieel overzicht, zonder dat wij zelf vermogensadvies geven.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Groei & strategie Nieuws Rapportages & dashboards

Stuur op cijfers, niet op gevoel: bouw je eigen financiële prognose

Kosten lopen op, marges verdampen en personeelstekorten blijven. Toch sturen veel ondernemers nog altijd op onderbuikgevoel. Een financiële prognose met scenario’s biedt een praktische manier om vooruit te kijken en keuzes te onderbouwen. Je berekent wat er gebeurt bij tegenvallers óf meevallers. Wat als je omzet met 20% daalt? Of je energiekosten stijgen? Of je eindelijk die nieuwe klant binnenhaalt? Scenario-planning maakt dat inzichtelijk. In geld, in tijd, in impact. Zo stuur je bewust in plaats van reactief. In dit artikel lees je hoe je als mkb’er eenvoudig drie scenario’s bouwt, welke fouten je moet vermijden en hoe wij je daarbij helpen.

Inhoudsopgave

Wat is een financiële prognose (en waarom jij die nodig hebt)

Een financiële prognose op basis van scenario’s is het maken van meerdere, onderbouwde toekomstbeelden. Geen nattevingerwerk, maar concreet rekenen en mogelijke situaties schetsen. Je gebruikt je cijfers om vooruit te kijken: wat gebeurt er met je winst, cashflow of personeelslasten bij verschillende aannames? Denk aan:

  • Een tegenvallende verkoop (worst-case),
  • Een realistische inschatting (base-case),
  • Of een onverwachte meevaller (best-case).

Dat is wat anders dan budgetteren (één verwacht scenario) of forecasting (voortschrijven op basis van trends). Scenario-planning dwingt je om vooruit te denken. Je maakt inzichtelijk wat er gebeurt als het tegenzit: bijvoorbeeld door afnemende vraag, stijgende kosten of een klant die niet betaalt. Maar ook: wat er mogelijk wordt als het meezit, zoals een nieuwe opdracht of onverwachte meevaller. Door te rekenen aan meerdere uitkomsten kun je onderbouwd keuzes maken. Niet op gevoel, maar op basis van cijfers. Dat maakt je wendbaarder, zekerder en minder kwetsbaar voor verrassingen.

Standaard rapportage bij CijferAdvies

Bij CijferAdvies bespreken we in kwartaalgesprekken vaak de actuele cijfers, ondersteund door rapportage- en dashboardsystemen. Scenario-planning bieden we aanvullend aan voor ondernemers die meer grip willen op de toekomst. Denk aan het gezamenlijk opstellen van worst-, base- en best-case scenario’s op basis van jouw cijfers, zodat je bewust keuzes kunt maken in plaats van achteraf te moeten bijsturen.

Waarom het juist nu telt

De rente is in twee jaar tijd verviervoudigd. Personeel is schaars en duur. De energierekening springt opnieuw omhoog. Tegelijkertijd slinkt de winst. Volgens het rapport Branches in Zicht 2025 van SRA bedroeg de gemiddelde winstmarge in 2024 slechts 7,6 %. Tegelijkertijd stegen de bedrijfskosten met 7,9 % en de loonkosten met 8,7 %. (SRA – Historisch lage winstgroei)

Ook blijkt uit meerdere ondernemerspanels dat 23 % van de mkb’ers in 2025 een verdere daling van hun marge verwacht. Slechts een derde voorziet verbetering. (Consultancy.nl – Marges onder druk)

Dit schetst waarom scenario-planning geen luxe is, maar noodzaak. Als je kosten sneller stijgen dan je omzet, wil je weten hoe lang je dat volhoudt en waar je moet ingrijpen.

Wat een financiële prognose met scenario’s je oplevert

Scenario-planning is geen spreadsheetspelletje voor grote bedrijven. Het is een ondernemersvaardigheid. Zeker in het mkb. Je hoeft geen controller te zijn, maar als je geen idee hebt wat een maand omzetverlies betekent voor je cashflow, vlieg je blind.

Een financiële prognose laat zien wanneer je cashpositie kritiek wordt, of je die leaseauto moet uitstellen, en wat er gebeurt als je vaste lasten stijgen of een factuur te laat binnenkomt.

Het voorkomt impulsbeslissingen. Je maakt keuzes op basis van rekenwerk, niet onderbuik. En je weet eerder waar de pijn zit, zodat je op tijd kunt bijsturen.

Ondernemers die vooruitkijken, wachten niet op cijfers achteraf. Ze plannen met scenario’s. En ze herstellen sneller van tegenslagen. Niet omdat ze alles weten, maar omdat ze voorbereid zijn.

Zo maak je zelf een financiële prognose met drie scenario’s

Je hoeft geen controller te zijn om scenario’s te bouwen. Maar het helpt wél om er af en toe even één te spelen of in huren. Scenario-planning dwingt je om vooruit te kijken, keuzes te beargumenteren en risico’s onder ogen te zien. Je ziet eerder waar je ruimte hebt én waar het krap wordt. Dat maakt je als ondernemer wendbaarder en minder afhankelijk van onderbuikgevoel.

Dit is een vereenvoudigde 3-stappenaanpak zoals we die vaak met klanten doorlopen. In werkelijkheid vraagt het iets meer denkwerk, maar dit helpt je snel op weg:

1. Breng je belangrijkste cijfers in kaart.

Denk aan omzet, directe kosten, personeelskosten, marge, cashflow of rentelasten. Kies de variabelen of kpi’s waar jij invloed op hebt én waar je actief op stuurt. Die vormen de basis van je scenario’s.

2. Werk drie scenario’s uit.

Kijk per variabele wat er gebeurt in een slecht, gemiddeld en gunstig scenario.

  • Worst-case: omzet daalt met 20 procent, kosten stijgen, investeringen worden uitgesteld.
  • Base-case: stabiele omzet, lichte groei, beheersbare kosten.
  • Best-case: nieuwe opdracht, hogere marge, ruimte voor uitbreiding.

3. Vertaal het naar een dynamisch overzicht.

Dat kan in Excel, maar slimmer is een dashboard dat live meebeweegt met je boekhouding. Wij koppelen bijvoorbeeld aan E-Boekhouden en bouwen scenario’s in die gebaseerd zijn op jouw actuele cijfers. Zo weet je niet alleen waar je nu staat, maar ook wat je moet doen als het mee- of tegenvalt.

Voorbeeld

Een installatiebedrijf met 12 fte draait €200.000 omzet per maand. In het worst-case scenario daalt de omzet 20%, rentelasten stijgen, en het saldo staat binnen 4 maanden rood. In de base-case blijft de omzet stabiel met lichte groei, worden kosten beheerst en blijft het saldo neutraal: geen ruimte voor grote stappen, maar wel rust. In best-case is er ruimte voor investering in extra gereedschap of uitbreiding van het team.

De valkuilen van scenario-planning

De grootste fout? Een model bouwen en het vervolgens in de kast leggen en er nooit meer naar kijken. Scenario’s zijn pas waardevol als je ze regelmatig bespreekt en bijstuurt.

Een tweede valkuil: te rooskleurig zijn. Ondernemers denken vaak in kansen (terecht), maar vergeten de risico’s. Een goede adviseur spiegelt je ook het ongemakkelijke scenario.

Tot slot: begin niet te complex. Liever drie simpele scenario’s dan één over-gecompliceerd model waar niemand iets mee doet.

Wat wij bieden: van dashboard tot sparringpartner

Je hoeft geen controller te zijn om grip te krijgen op je cijfers. Maar het helpt wél als iemand naast je zit die structuur brengt, meedenkt en de vertaalslag maakt. Wij helpen ondernemers met slimme dashboards, realtime rapportages én – als het nodig is – een interim controller of financieel sparringpartner. Geen rapporten voor de bureaula, maar gesprekken die richting geven.

Onze aanpak combineert structuur in je administratie (voor betere datakwaliteit), duidelijke dashboards met scenario’s, periodiek overleg met jouw CijferAdviseur én sparren over keuzes zoals inkoop, personeel of investeringen.

Financieel plannen is geen jaarlijkse verplichting, maar een manier van ondernemen. En wij zorgen ervoor dat je het ook daadwerkelijk voor jou gaat werken.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Inkomsten- en vennootschapsbelasting Nieuws

Slim je vermogen sturen met Box 3 in 2025 en voorbereid zijn op 2026

Box 3 verandert, en dat merk je elk jaar weer zodra het nieuws volloopt met nieuwe percentages en regels. Als ondernemer met spaargeld, beleggingen of een tweede woning ontkom je er niet aan. Het nieuwe systeem op basis van werkelijk rendement komt waarschijnlijk pas in 2028, maar dat betekent niet dat je tot die tijd rustig achterover kunt leunen. In 2026 daalt de vrijstelling en stijgt het forfait. Wat nu nog overzichtelijk lijkt, kan straks flink drukken op je vermogen. Wie verder kijkt dan één jaar, ziet dat dit ook gevolgen heeft voor de jaren na 2028. Hier kan een persoonlijk financieel levensplan het verschil maken: je kijkt niet alleen naar de belasting van vandaag, maar stuurt je vermogen zo dat het past bij je doelen voor de komende jaren én bij wat daarna komt.

Inhoudsopgave

Wat was Box 3 ook alweer?

Je hebt het vast vaker gehoord: Box 3 is de plek waar je belasting betaalt over je privévermogen. Maar wat valt daar nou precies onder?

Het gaat om alles wat niet in je onderneming zit. Dus niet je zakelijke bankrekening of je bedrijfsvoorraad, maar wél:

  • Het saldo op je privé spaar- en betaalrekeningen
  • Beleggingen, crypto, aandelen of obligaties
  • Een tweede woning of een pand dat je verhuurt

De Belastingdienst telt op 1 januari je bezittingen en trekt daar je schulden vanaf. Let op: je mag schulden alleen aftrekken als ze boven de drempel van 3.800 euro per persoon uitkomen. En je hypotheek op je eigen woning? Die hoort bij Box 1 en telt dus níet mee.

Wat je overhoudt, heet je belastbaar vermogen. Daar rekent de Belastingdienst een fictief rendement over.  Dus niet wat je echt hebt verdiend, maar wat zij vinden dat je had kúnnen verdienen. En daar betaal je 36% belasting over.

Zit je vermogensmix scheef, dan kan dat flink nadelig uitpakken. Daarom loont het om je persoonlijke vermogenspositie mee te nemen in je financiële planning. En wil je breder kijken dan alleen belasting besparen? Dan is een persoonlijk financieel levensplan misschien iets voor jou. Niet alles draait om cijfers, het gaat erom wat jij met dat vermogen wilt bereiken. Waar werk je eigenlijk naartoe met dit kapitaal? Wat wil je ermee bereiken? Daar begint grip krijgen op je geld pas écht.

Wat verandert er in Box 3?

Je gaat uiteindelijk meer belasting betalen. Belangrijk detail: het maakt niet uit of dat vermogen ‘stilstaat’ of actief rendeert. De Belastingdienst rekent toch met een fictief rendement.

In 2025 gelden deze cijfers:

  • Spaargeld: 1,44 procent
  • Overige bezittingen (zoals beleggingen of vastgoed): 5,88 procent
  • Schulden: 2,62 procent
  • Heffingsvrij vermogen: 57.684 euro per persoon
  • Drempel voor schulden: 3.800 euro per persoon

Heb je een fiscale partner?

Dan mag je de vrijstelling verdubbelen naar 115.368 euro.

Vanaf 2026 verandert dit en dit zijn de verwachtingen: het heffingsvrije vermogen daalt naar 51.396 euro per persoon en het forfait op overige bezittingen stijgt naar 7,78 procent. Je leest het goed: bijna 2 procent erbij.

Waarom doet dit pijn (als je niks doet)?

Stel: je hebt 80.000 euro spaargeld en 30.000 euro in beleggingen. Dan rekent de fiscus met 1,44 procent op je spaargeld en 5,88 procent op je beleggingen. Samen kom je uit op 2.916 euro fictief rendement. Daarover betaal je belasting, na aftrek van het heffingsvrije vermogen.

Gaat dat eerlijk? Niet altijd. Zeker niet als je beleggingen nauwelijks rendement maken en je tóch 5,88 procent moet aftikken. En dat kan in 2026 dus het fictieve rendement van 7,78 procent worden. Dit gebeurt allemaal terwijl ze ondertussen werken aan een systeem op basis van werkelijk rendement. Maar ja, dat gaat waarschijnlijk pas in op 1 januari 2028. 

Wat moet jij nú doen?

1. Bekijk je vermogensmix

Heb je veel belegd vermogen? Dan loont het om een deel om te zetten naar spaargeld. 5,88 procent forfait versus 1,44 is een flink verschil. Let wel op je werkelijke rendement. Slim schuiven, niet blind schuiven. Daarnaast kun je met een persoonlijk financieel levensplan alle mogelijkheden in kaart brengen. Er is meer dan alleen sparen en beleggen mogelijk, maar het moet wel passen bij je doelen en mogelijkheden. 

2. Schulden slimmer inzetten

Heb je een lening van 3.000 euro? Die telt niet mee. Pas vanaf 3.800 euro per persoon gaat je schuld meetellen. Daarboven rekent de fiscus met 2,62 procent. Bereken of aflossen of juist verhogen loont.

3. Verdeel slim met je partner

Door vermogen handig te verdelen kun je het dubbele heffingsvrije bedrag benutten. Een rekenfoutje kost je al snel honderden euro’s.

4. Check je WOZ-waarde en verhuurstatus

Voor een tweede woning gebruik je de WOZ-waarde van 1 januari 2024. Staat die woning verhuurd met huurbescherming? Dan geldt een lagere waarde. Dit kan je duizenden euro’s schelen.

5. Groene beleggingen? Kijk er nuchter naar

In 2025 krijg je nog een vrijstelling van 26.312 euro per persoon. Maar de heffingskorting is minimaal en vanaf 2027 is het feest voorbij.

6. Simuleer 2026 vandaag al

Reken door met de strengere regels van volgend jaar. Kom je in de knel, dan kun je dit jaar nog actie ondernemen.

Voor wie is dit belangrijk?

  • Zelfstandige ondernemers met privébeleggingen
  • DGA’s met vastgoed of beleggingen buiten de BV
  • Ondernemers met een tweede woning
  • Iedereen die op 1 januari vermogen boven het heffingsvrij bedrag had

Voor de duidelijkheid: alleen je privévermogen telt. Heb je geld op de rekening van je eenmanszaak? Dan valt dat in Box 1. Maar staat het op je privérekening? Dan wordt het fiscaal een ander verhaal.

Zo begin je vandaag nog

  1. Verzamel je saldo’s per 1 januari 2025 en je WOZ-beschikkingen
  2. Reken je situatie door met de forfaits van 2025 (1,44%, 5,88%, 2,62%)
  3. Simuleer 2026: 7,78% voor beleggingen en minder heffingsvrij vermogen
  4. Optimaliseer waar nodig: vermogen herverdelen, schulden herschikken, WOZ controleren
  5. Leg je acties vast vóór het einde van het jaar

Hoe helpt CijferAdvies jou?

We maken een persoonlijke Box 3-scan met jouw cijfers per 1 januari 2025. We berekenen het fictieve rendement, simuleren je situatie voor 2026 en laten zien waar je kunt optimaliseren. Geen nattevingerwerk, maar echte cijfers.

Wil je breder kijken dan alleen je belastingdruk?

Dan is Financial Life Planning via onze Associate Partner misschien wat voor jou. Daarmee kijk je niet alleen naar cijfers, maar naar wat jij écht belangrijk vindt. Wat wil je bereiken met je vermogen? Hoe ziet jouw ideale toekomst eruit? Vanuit die vragen helpen we jou om financiële beslissingen te nemen die kloppen – niet alleen op papier, maar ook in je leven.

Een persoonlijk financieel levensplan is er voor ondernemers die meer regie willen over hun tijd, geld en keuzes. En dat begint bij inzicht. Wij zorgen voor de cijfers, onze partner helpt bij het grotere plaatje.

 

Veelgestelde vragen over Box 3

Wanneer krijg je vrijstelling van bezittingen in Box 3?

Niet alles telt mee voor Box 3. Je hoofdverblijf, inboedel, auto, opgebouwde pensioenen, lijfrentes en je zakelijke rekeningen blijven buiten schot. Groene beleggingen zijn deels vrijgesteld, maar die regeling wordt afgebouwd en stopt in 2027. Deze bezittingen tellen soms wel mee in een andere box, zoals je woning in Box 1. Met een helder overzicht voorkom je onnodige belasting en kun je je strategie, bijvoorbeeld via een persoonlijk financieel levensplan, tijdig afstemmen op de regels van 2026 en daarna.

Ook bij verlies rekent de Belastingdienst met een vast percentage aan fictief rendement. In 2025 is dat 5,88 procent en in 2026 wordt dat 7,78 procent. Je betaalt dus belasting over rendement dat je misschien nooit hebt gehad. Juist daarom is het slim om te kijken naar de verdeling tussen spaargeld en beleggingen.

Vanaf de zomer van 2025 kun je via de tegenbewijsregeling je werkelijke rendement doorgeven. Dat klinkt aantrekkelijk, maar je verliest dan wel je heffingsvrij vermogen. Laat ons eerst berekenen of dit voor jou voordelig is.

Crypto valt onder de categorie ‘overige bezittingen’. Dat betekent dat het in 2025 belast wordt tegen 5,88 procent fictief rendement en in 2026 tegen 7,78 procent, ongeacht koersschommelingen.

Staat je tweede woning op 1 januari verhuurd met huurbescherming? Dan mag je rekenen met een lagere waarde. Dit kan een groot verschil maken in je belastingaanslag, mits je het goed vastlegt.

Het heffingsvrij vermogen daalt van 57.684 euro naar 51.396 euro per persoon. Het forfait voor overige bezittingen stijgt van 5,88 naar 7,78 procent. Dit betekent dat je sneller boven de vrijstelling uitkomt en meer belasting betaalt. Vooruit plannen is dus belangrijk, zeker met het oog op het nieuwe stelsel dat vanaf 2028 wordt verwacht.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws Startersbegeleiding

Startersaftrek 2024 & 2025: Bespaar belasting als startende ondernemer

Starten als ondernemer brengt veel uitdagingen met zich mee, maar gelukkig zijn er ook belastingvoordelen die je helpen om goed van start te gaan. Een belangrijke aftrekpost die je niet mag missen is de startersaftrek. Dit extra voordeel boven op de zelfstandigenaftrek zorgt ervoor dat je minder belasting betaalt en meer ruimte hebt om te investeren in de groei van je onderneming. Hoe werkt de startersaftrek precies in 2024 en 2025? En aan welke voorwaarden moet je voldoen? We zetten het voor je op een rij.

Wat is de startersaftrek?

De startersaftrek is een belastingvoordeel waardoor je minder inkomstenbelasting betaalt. Dit stimuleert ondernemers om te investeren in de groei van hun bedrijf in de eerste jaren na de start. De startersaftrek is een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Door deze aftrekpost wordt je belastbare winst lager en betaal je dus minder belasting.

Belangrijk: Je mag deze aftrekpost maximaal 3 keer toepassen in de eerste 5 jaar na de start van je onderneming.

Voor wie is de startersaftrek?

De startersaftrek is bedoeld voor startende ondernemers die voldoen aan het urencriterium en de zelfstandigenaftrek. Dit geldt voor zzp’ers, eenmanszaken en ondernemers met een vennootschap onder firma (vof) of maatschap. De regeling helpt om in de eerste jaren de belastingdruk te verlagen en zo de groei van een bedrijf te ondersteunen.

Startersaftrek in 2024 en 2025

De bedragen voor de startersaftrek blijven ongewijzigd in 2024 en 2025:

  • 2024: startersaftrek € 2.123
  • 2025: startersaftrek € 2.123

De zelfstandigenaftrek wordt echter wél verlaagd, wat invloed heeft op het totale belastingvoordeel:

  • 2024: zelfstandigenaftrek (€ 3.750) + startersaftrek (€ 2.123) = € 5.873 aftrek
  • 2025: zelfstandigenaftrek (€ 2.470) + startersaftrek (€ 2.123) = € 4.593 aftrek

Let op: Het totale belastingvoordeel neemt dus af in 2025. Dit komt doordat de zelfstandigenaftrek jaarlijks wordt afgebouwd. De overheid wil hiermee de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers verkleinen en zelfstandigen stimuleren om financieel zelfstandig te zijn zonder afhankelijk te zijn van fiscale voordelen.

Voorwaarden voor de startersaftrek

Om in aanmerking te komen voor de startersaftrek, moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. Je voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandigenaftrek
  2. Je was in 1 of meer van de afgelopen 5 jaar geen ondernemer
  3. Je hebt in die periode maximaal 2 keer zelfstandigenaftrek toegepast
  4. Je keert niet geruisloos terug uit een bv in de afgelopen 5 jaar

Startersaftrek en het urencriterium

Om in aanmerking te komen voor de startersaftrek moet je jaarlijks minstens 1.225 uur aan je onderneming besteden. Dit urencriterium geldt voor het hele kalenderjaar, ongeacht of je later in het jaar start.

Praktisch voorbeeld:

Start je bijvoorbeeld in juni? Dan moet je in de resterende 7 maanden alsnog 1.225 uur aan je bedrijf besteden om aanspraak te maken op de startersaftrek. Dit kan een flinke uitdaging zijn, dus het kan slim zijn om de start van je onderneming goed te timen. Begin je bijvoorbeeld in januari, dan heb je een heel jaar de tijd om aan het urencriterium te voldoen, waardoor je meer flexibiliteit hebt in je planning en werkzaamheden.

Zwangerschap & urencriterium

Ben je zwanger? Dan mag je een periode van 16 weken meetellen als gewerkte uren. Hierdoor behoud je de mogelijkheid om aan het urencriterium te voldoen.

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid

Ben je arbeidsongeschikt en run je een onderneming? Dan gelden er andere regels:

  • Verlaagd urencriterium: Minimaal 800 uur per jaar
  • Extra startersaftrek:
  • Eerste keer: € 12.000
  • Tweede keer: € 8.000
  • Derde keer: € 4.000

Let op: Deze startersaftrek mag nooit hoger zijn dan de behaalde winst.

Startersaftrek en fiscaal verlies

Je bent verplicht om de startersaftrek toe te passen, ook als dit betekent dat je verlies maakt. Dit is vastgelegd in de belastingwetgeving en voorkomt dat ondernemers de aftrek doorschuiven naar een later moment. De Belastingdienst stelt dat de startersaftrek alleen kan worden toegepast in de eerste drie jaar van ondernemerschap, mits je voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandigenaftrek. Dit verlies kun je compenseren met andere inkomsten, zoals loon uit een dienstverband, of verrekenen met toekomstige winsten in andere belastingjaren.

Uitstellen van de fiscale regeling is niet mogelijk. Je moet deze aftrek benutten binnen de eerste drie jaar na de start van je onderneming, zolang je voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandigenaftrek. Dit betekent dat je goed moet plannen wanneer je de startersaftrek inzet om er optimaal van te profiteren.

Hoe vraag je startersaftrek aan?

Je hoeft de startersaftrek niet apart aan te vragen. Tijdens je jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting wordt bij het onderdeel ‘Ondernemersaftrek’ automatisch gevraagd of je voldoet aan de voorwaarden. Als dat zo is, worden relevante fiscale regelingen vaak direct toegepast.

Wil je weten hoeveel belastingvoordeel jij krijgt in 2024 of 2025? Gebruik een rekentool of bezoek de pagina van de Belastingdienst. Je kunt ook altijd vrijblijvend contact opnemen met jouw CijferAdviseur. Wij helpen je graag met een nauwkeurige berekening en persoonlijk advies over jouw belastingvoordelen!

Categorieën
Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Zakelijk leasen en belastingvoordelen

Zakelijk leasen biedt ondernemers veel belastingvoordelen. Van lagere bijtelling bij elektrische auto’s tot de aantrekkelijke youngtimer-regeling, er zijn talloze mogelijkheden om fiscaal voordelig te rijden. Het is echter belangrijk om ook de fiscale aspecten goed te begrijpen, zodat je optimaal kunt profiteren van de beschikbare regelingen. Hier zetten we de belangrijkste punten voor je op een rij, zodat je weloverwogen keuzes kunt maken en optimaal gebruik kunt maken van fiscale voordelen.

Hoe werkt zakelijk leasen?

Private lease vs. zakelijk leasen: Wat is beter voor ondernemers?

Bij private lease sluit je een contract als particulier, wat betekent dat de auto niet op de balans van je onderneming komt te staan en je geen recht hebt op BTW-aftrek. Voor ondernemers kan dit minder aantrekkelijk zijn omdat de kosten volledig uit privévermogen worden betaald. Daarentegen biedt zakelijk leasen specifieke voordelen:

  1. BTW-aftrek: Bij zakelijk leasen kun je de BTW over de leasekosten aftrekken, mits je Btw-plichtig bent. Dit maakt zakelijk leasen vaak voordeliger dan private lease.
  2. Fiscale aftrekposten: Bij zakelijk gebruik kun je ook kosten zoals brandstof en onderhoud aftrekken, wat bij private lease niet mogelijk is.
  3. Balansimpact: Bij financial lease wordt de auto als bedrijfsmiddel opgenomen op de balans, wat bij private lease niet het geval is.
  4. Bijtelling: Zakelijk leasen vereist een bijtelling bij privégebruik van meer dan 500 km per jaar. Bij private lease speelt dit geen rol, maar je mist ook de zakelijke belastingvoordelen.

Overwegingen

Voor een ondernemer die slechts sporadisch een auto nodig heeft, kan private lease eenvoudiger zijn vanwege de beperkte administratieve lasten. Maak je zakelijke ritten met een privé geleasede auto, dan kun je deze kilometers declareren bij je onderneming. Vanaf 2023 geldt een belastingvrije kilometervergoeding van €0,23 per zakelijke kilometer. Dit kan een manier zijn om toch een deel van de kosten fiscaal te compenseren. Maar als je de auto intensief zakelijk gebruikt, biedt zakelijk leasen meer financiële en fiscale voordelen.

Zakelijk leasen betekent dat je een auto gebruikt voor je bedrijf, maar de eigendomsstructuur verschilt per leasevorm. Bij operationele lease blijft de auto eigendom van de leasemaatschappij, terwijl bij financial lease de auto uiteindelijk jouw eigendom wordt. Je betaalt hiervoor een maandelijkse leaseprijs, waarin vaak kosten zoals onderhoud, reparaties en verzekeringen zijn inbegrepen.

Er zijn twee hoofdvormen van lease:

  1. Operationele lease: De auto blijft eigendom van de leasemaatschappij en gaat na de leaseperiode terug naar hen.
  2. Financial lease: De auto komt op jouw balans te staan en wordt jouw eigendom na het betalen van alle termijnen. Deze vorm van lease wordt vaak gezien als een aankoop op afbetaling.

Lees meer over de verschillende leasevormen hier.

Auto van de zaak en belastingvoordelen

Als je een auto van de zaak rijdt, zijn er enkele belangrijke fiscale regels waarmee je rekening moet houden. Dit speelt vooral een actuele rol bij elektrische auto’s, vanwege de recente wijzigingen in bijtelling en subsidies.

Bijtelling

Wanneer je een zakelijke auto ook privé gebruikt, moet je bijtelling betalen. De bijtelling wordt berekend als een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Dit percentage hangt af van de CO2-uitstoot van de auto en varieert:

  • Elektrische auto’s: Vaak een lager percentage (bijvoorbeeld 16%). Dit percentage kan jaarlijks veranderen en wordt door de overheid bepaald om duurzaam rijden te stimuleren.
  • Benzine- en dieselauto’s: Meestal een hoger percentage (22%).

Belangrijk om te weten is dat je alleen bijtelling betaalt als je meer dan 500 privékilometers per jaar rijdt. Rijd je minder? Dan kun je dit met een sluitende rittenadministratie aantonen en de bijtelling vermijden. Voor elektrische auto’s geldt dat de lagere bijtelling slechts voor een bepaald deel van de cataloguswaarde geldt; daarboven betaal je het reguliere percentage. Dit maakt het belangrijk om goed te berekenen wat voor jou het voordeligst is.

BTW en aftrekbare autokosten

Bij zakelijk leasen kun je de BTW over de leasekosten aftrekken, mits je Btw-plichtig bent. Maak je daarnaast gebruik van belastingvoordelen zoals de MIA of Vamil-regeling bij elektrische auto’s, dan kun je extra besparen. Gebruik je de auto ook privé? Dan moet je een correctie maken voor het privégebruik. Deze correctie bedraagt 2,7% van de cataloguswaarde van de auto.

Andere aftrekbare kosten zijn:

  • Brandstof (voor zakelijke kilometers)
  • Onderhoud en reparaties (indien niet inbegrepen in de leaseprijs)
  • Verzekeringen (bij financial lease)

Voor elektrische auto’s geldt bovendien dat lagere operationele kosten en subsidies de belastingvoordelen verder kunnen versterken, wat zakelijk leasen een aantrekkelijke optie maakt.

Belastingvoordelen van elektrisch leasen

Het leasen van een elektrische auto kan aantrekkelijk zijn vanwege de gunstige bijtellingspercentages en mogelijke subsidies. Bovendien betaal je geen motorrijtuigenbelasting (MRB) en is de aanschafbelasting (BPM) vaak lager of nihil voor elektrische voertuigen. Dit maakt elektrisch leasen niet alleen milieuvriendelijk, maar ook financieel aantrekkelijk.

Voor ondernemers zijn er extra fiscale voordelen zoals:

  • MIA (Milieu-investeringsaftrek): Hiermee kun je tot 45% van de investeringskosten voor elektrische voertuigen aftrekken van de fiscale winst. Dit voordeel kan oplopen tot duizenden euro’s, afhankelijk van de cataloguswaarde van de auto.
  • KIA (Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek): Deze regeling biedt extra aftrek voor kleine ondernemers die investeren in duurzame voertuigen. Combineerbaar met de MIA voor maximaal voordeel.
  • Vamil-regeling: Hiermee kun je 75% van de investeringskosten afschrijven op een moment dat het jou het beste uitkomt, wat een liquiditeitsvoordeel kan opleveren.

Praktijkvoorbeeld:

Een ondernemer kiest voor een elektrische auto met een cataloguswaarde van €40.000. Dankzij de MIA en KIA kan hij ruim €18.000 aan investeringsaftrek claimen, wat aanzienlijk scheelt in de te betalen belasting. Dit betekent dat de ondernemer de effectieve aanschafkosten aanzienlijk kan verlagen. Stel dat hij daarnaast €1.000 per jaar bespaart op energie- en onderhoudskosten vergeleken met een benzineauto, dan loopt de totale besparing over de leaseperiode flink op.

In de praktijk kan deze ondernemer na aftrek van alle voordelen en bijtelling uitkomen op een maandelijkse netto kostprijs die 20-30% lager ligt dan bij het leasen van een conventionele auto. Dit maakt elektrisch rijden niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee en de lange termijn fiscale strategie van de ondernemer.

Door deze regelingen in combinatie met lagere operationele kosten, zoals goedkopere energie en onderhoud, is zakelijk leasen van een elektrische auto een slimme keuze voor ondernemers die zowel duurzaam als kostenbewust willen ondernemen.

Youngtimer-regeling: Interessant voor ondernemers?

Een andere optie die vaak over het hoofd wordt gezien, maar voor sommige ondernemers erg voordelig kan zijn, is de youngtimer-regeling. Deze regeling is van toepassing op auto’s die ouder zijn dan 15 jaar en kan aanzienlijke fiscale voordelen bieden.

Hoe werkt de youngtimer-regeling?

Bij het rijden in een zakelijke youngtimer wordt de bijtelling berekend over de dagwaarde van de auto in plaats van de oorspronkelijke cataloguswaarde. Dit betekent dat de bijtelling vaak veel lager uitvalt dan bij nieuwere auto’s. Het bijtellingspercentage bedraagt 35% van de dagwaarde, maar omdat de dagwaarde van een auto van 15 jaar of ouder aanzienlijk lager is dan de cataloguswaarde, kan dit een aantrekkelijke optie zijn voor ondernemers.

Voor wie is de regeling interessant?

De youngtimer-regeling is met name interessant voor ondernemers die een betrouwbare auto willen zonder de hoge kosten van een nieuwe leaseauto. Vaak zijn luxere auto’s die 15 jaar of ouder zijn nog steeds in goede staat en bieden ze een hoog rijcomfort tegen lage kosten.

Voorbeeld:

Een ondernemer rijdt een zakelijke youngtimer met een dagwaarde van €8.000. De bijtelling bedraagt in dit geval 35% van de dagwaarde, oftewel €2.800 per jaar. Dit is aanzienlijk minder dan bij een nieuwe auto met een hogere cataloguswaarde, waardoor de youngtimer-regeling een voordelige keuze kan zijn.

Hoe CijferAdvies je kan helpen

Bij CijferAdvies begrijpen we dat het kiezen van een leasevorm en het navigeren door de fiscale regelgeving complex kan zijn. Onze belastingadviseurs staan klaar om je te helpen:

  • Het juiste leasecontract te kiezen.
  • Je BTW-aftrek en bijtelling correct te berekenen.
  • Optimaal gebruik te maken van fiscale voordelen, waaronder de youngtimer-regeling.

Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek en ontdek hoe wij jou kunnen ondersteunen bij je zakelijke keuzes.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

De belangrijkste veranderingen voor bedrijfswagens in 2025: wat ondernemers moeten weten

Als het kabinet haar plannen uitgevoerd krijgt rondom bedrijfswagens, dan staat er wat te veranderen. Veranderingen voor bedrijfswagens in 2025 komen neer op kostenverhogingen, subsidies die snel opraken en andere fiscale regels. Deze veranderingen beïnvloeden niet alleen de kosten, maar ook de belastingvoordelen en de manier waarop bedrijven hun wagenpark moeten beheren. Als ondernemer wil jij optimaal profiteren van deze nieuwe regels. Anders kom je al snel voor onverwachte kosten te staan. Dus lees snel verder en neem de nodige stappen vandaag nog!

1. Strengere CO2-normen en vergroening

De Nederlandse overheid wil tegen 2030 de CO2-uitstoot fors verminderen, en bedrijfswagens spelen hierin een belangrijke rol. Daarom worden vanaf 2025 de CO2-uitstootnormen voor bedrijfswagens verder aangescherpt. Dit betekent dat bedrijfswagens met een hoge CO2-uitstoot flink duurder worden, zowel bij aanschaf als in gebruik.

De focus op duurzaamheid heeft ook gevolgen voor de fiscale voordelen. Zo zal er meer belastingvoordeel zijn voor bedrijven die kiezen voor elektrische bedrijfswagens. Dit maakt het aantrekkelijker om over te stappen op schonere alternatieven.

Wat betekent dit voor jou?
  • Kies je voor elektrische bedrijfswagens, dan kom je in aanmerking voor aantrekkelijke subsidies, zoals de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Deze regelingen maken het mogelijk om een deel van de aanschafkosten van een elektrische bedrijfswagen af te trekken van je winst, wat je belastingvoordeel oplevert.
  • Bedrijven die blijven kiezen voor diesel- of benzinewagens zullen te maken krijgen met hogere kosten door de toenemende bpm (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen) en een hogere bijtelling.

2. Verhoging van de bijtelling voor elektrische bedrijfswagens

Een belangrijk onderdeel voor ondernemers die hun bedrijfswagen ook privé gebruiken is de bijtelling. Tot 2025 geldt er een gunstige bijtelling van 16% voor elektrische bedrijfswagens. Vanaf 2025 stijgt dit percentage naar 22%, gelijk aan de bijtelling voor auto’s met een verbrandingsmotor. Maar schaf je een elektrische auto voor 2025 aan, dan profiteer je nog van het lagere percentage.

Wat kun je doen?
  • Het kan slim zijn om vóór 2025 nog een elektrische bedrijfswagen aan te schaffen. Hierdoor profiteer je nog enkele jaren van het lage bijtellingspercentage van 16%, wat je op de lange termijn duizenden euro’s kan besparen.
  • Denk ook aan alternatieve opties zoals privélease, waardoor je helemaal geen bijtelling hoeft te betalen en toch privé gebruik kunt maken van een bedrijfswagen.

3. Veranderde bpm-tarieven

Naast de bijtelling worden ook de bpm-tarieven voor bedrijfswagens aangepast. Voertuigen met een hoge CO2-uitstoot zullen te maken krijgen met een verhoging van de bpm. Dit maakt de aanschaf van fossiele bedrijfswagens minder aantrekkelijk. Voor elektrische bedrijfswagens blijft de bpm voorlopig op nul staan, wat deze wagens extra aantrekkelijk maakt voor bedrijven die hun wagenpark willen uitbreiden of vervangen. Hier is wel discussie over, omdat het gewicht van de elektrische wagens ook echt wel hoger is.

4. Laadinfrastructuur: wel zo handig

Het kabinet lijkt de push naar elektrische auto’s door te zetten. Al lijkt het er vooral op dat autorijden voor iedereen duurder wordt. De laadinfrastructuur is hoe dan ook steeds belangrijker geworden. Daarom stimuleert de overheid bedrijven om laadpalen te plaatsen op hun bedrijfsterrein door subsidies aan te bieden voor de installatie van laadpunten. Ook thuisladers voor medewerkers kunnen in 2025 rekenen op fiscale voordelen, mits deze worden gebruikt voor bedrijfswagens.

Advies:
  • Begin op tijd met het in kaart brengen van de laadbehoeften voor je bedrijf. Hoeveel laadpalen heb je nodig? Welke subsidies zijn er beschikbaar? Door hier vroeg op in te spelen, kun je profiteren van fiscale voordelen en voorkom je toekomstige problemen.
  • Overweeg om samen met andere bedrijven in de buurt te investeren in een gedeelde laadinfrastructuur. Dit kan kosten besparen en de toegang tot laadpunten voor je medewerkers verbeteren.

5. Verlies van fiscale voordelen voor fossiele bedrijfswagens

In lijn met het klimaatbeleid van de overheid worden enkele fiscale voordelen voor bedrijfswagens die op fossiele brandstoffen rijden afgeschaft. Dit betekent dat de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor deze voertuigen zal verdwijnen, waardoor investeren in dat soort voertuigen minder aantrekkelijk wordt.

Voor bedrijven die toch kiezen voor een fossiele bedrijfswagen is het belangrijk om rekening te houden met deze veranderde regelgeving. Het verlies van fiscale voordelen kan de kosten van het wagenpark aanzienlijk verhogen.

Tip: Als je niet volledig kunt overstappen op elektrische voertuigen, overweeg dan ten minste hybride oplossingen. Hybride auto’s zijn namelijk nog steeds voordeliger dan hun fossiele tegenhangers. Daardoor kom je in sommige gevallen toch in aanmerking voor bepaalde fiscale voordelen.

6. Elektrische bestelwagens en subsidies

De Subsidieregeling Elektrische Bedrijfswagens (SEBA) wordt ook in 2025 voortgezet, wat betekent dat je als ondernemer een subsidie kunt aanvragen voor de aanschaf van elektrische bedrijfswagens. Afhankelijk van het type voertuig kan de subsidie oplopen tot duizenden euro’s per bedrijfswagen.

Wat betekent dit voor jou?
  • Door tijdig gebruik te maken van de SEBA-subsidie, kun je je kosten verlagen en tegelijkertijd bijdragen aan een beter milieu.

Bereid je voor op 2025

De veranderingen rondom bedrijfswagens in 2025 vragen om een proactieve aanpak van ondernemers. Door je nu al voor te bereiden kun je inspelen op de fiscale voordelen. Voorkom onverwachte kosten en verassingen. Bij CijferAdvies helpen we je graag met het optimaliseren van je investeringen en belastingvoordelen, zodat je bedrijfsvoering future-proof is. Neem vandaag nog contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek over hoe wij je kunnen ondersteunen bij de fiscale transitie naar een duurzamer wagenpark.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

Prinsjesdag 2024: Wat betekenen de nieuwe begrotingen voor jouw onderneming?

Op Prinsjesdag 2024 heeft het kabinet een aantal belangrijke fiscale maatregelen aangekondigd die directe impact hebben op ondernemers. Deze wijzigingen zijn bedoeld om de belastingdruk te verlagen, de economie te stimuleren en duurzaamheid te bevorderen. In dit artikel zetten we de belangrijkste veranderingen voor jouw onderneming op een rij en geven we je tips hoe je hier slim mee om kunt gaan.

1. Verlaging van het hoge tarief in de tweede schijf van box 2

Een van de opvallendste maatregelen van Prinsjesdag 2024 is de verlaging van het hoge tarief in de tweede schijf van box 2. In 2024 zijn er twee schijven in box 2 voor dividenduitkeringen toegevoegd. De eerste schijf (tot €67.000 aan dividend) wordt belast tegen 24,5%. Het tarief in de tweede schijf, dat momenteel op 33% ligt, wordt per 2025 verlaagd naar 31%. Dit is goed nieuws voor ondernemers en aandeelhouders, aangezien dit een verlichting biedt op de belastingdruk voor hogere dividenduitkeringen.

Tip van CijferAdvies: Maak optimaal gebruik van de lage schijf in box 2 als je fiscaal partner bent. Samen kunnen jullie profiteren van het lage tarief tot €134.000. Dit bied je de mogelijkheid om dividenden efficiënter uit te keren. Bespreek met jouw CijferAdviseur welke strategie voor jouw situatie het voordeligst is.

2. Afschaffing van het verlaagde btw-tarief voor kunst, cultuur en sport

Op Prinsjesdag 2024 werd ook bekend gemaakt dat op 1 januari 2026 het verlaagde btw-tarief van 9% voor kunst, cultuur, sport en hotelovernachtingen afgeschaft. Het standaard btw-tarief van 21% zal dan van toepassing zijn op deze sectoren. Dit kan een flinke stijging betekenen in de kosten voor consumenten en bedrijven in sectoren zoals sportscholen, culturele instellingen en hotelketens.

Voor ondernemers die actief zijn in deze sectoren kan deze maatregel zorgen voor hogere prijzen en mogelijk lagere marges. Er zijn echter uitzonderingen: toegang tot bioscopen, dierentuinen en attractieparken blijft onder het verlaagde tarief vallen, evenals dagrecreatie zoals kampeerterreinen.

Let op: De wijziging is afhankelijk van het moment van de dienst. Een ticket dat in 2025 wordt verkocht voor een dienst in 2026 valt al onder het nieuwe tarief van 21%. Houd hier rekening mee in je prijspolicy voor aankomende boekingen.

3. Verlaging van de overdrachtsbelasting voor niet-eigen woningen

Goed nieuws voor vastgoedinvesteerders: de overdrachtsbelasting voor woningen die niet in eigen gebruik zijn, wordt per 2026 verlaagd van 10,4% naar 8%. Dit biedt meer ruimte voor vastgoedbeleggingen. De verlaging geldt echter niet voor bedrijfspanden. 

Tip van CijferAdvies: Overweeg om investeringen in huurwoningen uit te stellen tot na 1 januari 2026 om te profiteren van de lagere overdrachtsbelasting.

Versoepeling van de bedrijfsopvolgingsregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) spelen een belangrijke rol bij de overdracht van familiebedrijven. Het doel van deze regelingen is om te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming in gevaar komt door de belastingdruk bij bedrijfsoverdrachten. Dit maakt het eenvoudiger om familiebedrijven over te dragen zonder zware fiscale lasten., maar er staan enkele belangrijke wijzigingen op de agenda.

Verkorting van de voortzettingstermijn

De verplichte voorzettingstermijn van vijf jaar wordt verkort naar drie jaar vanaf 1 januari 2025. Dit maakt het gemakkelijker om familiebedrijven over te dragen zonder dat er te veel administratieve of fiscale lasten ontstaan. Let op: voor overdrachten vóór deze datum blijft de termijn van vijf jaar gelden.

Aanvullende wijzigingen vanaf 2026

Vanaf 2026 worden er enkele aanvullende aanpassingen doorgevoerd:

  • Beperking van de BOR en DSR: Deze regelingen zullen alleen nog gelden voor gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Opties en winstbewijzen vallen hier niet langer onder.
  • Vereenvoudiging van herstructureringen: Gedurende de bezits- en voortzettingstermijn worden herstructureringen eenvoudiger.
  • Langere bezitstermijn voor schenkers en erflaters: Als een ondernemer na de AOW-leeftijd met een onderneming start, geldt een langere bezitstermijn.
  • Aanpak van dubbel gebruik van de BOR: Er komen strengere maatregelen om misbruik van de regeling te voorkomen, bijvoorbeeld bij dubbele toepassing van de BOR.

Let op: Sinds 1 januari 2024 kwalificeert vastgoed dat aan derden ter beschikking wordt gesteld (bijvoorbeeld verhuurd vastgoed) niet langer als ondernemingsvermogen. Dit betekent dat vastgoed in deze categorie niet meer in aanmerking komt voor de bedrijfsopvolgingsregeling.

Tip van CijferAdvies: Overweeg nu al actie te ondernemen om je bedrijf klaar te maken voor de toekomst. De wijzigingen in de BOR en DSR kunnen een aanzienlijke impact hebben op de manier waarop je je bedrijf overdraagt. Neem contact op met je CijferAdviseur om samen een strategie te ontwikkelen die optimaal gebruik maakt van de nieuwe fiscale voordelen.

5. Terugdraaiing van de versobering van de 30%-regeling

De 30%-regeling is tot 2027 nog beschikbaar. Je kunt als expat dus nog steeds profiteren van de belastingvrije vergoeding. Hij wordt daarnaast ook minder hard versoberd als gedacht. Je kunt daarna namelijk nog steeds profiteren van 27% belastingvrije vergoeding . Deze regeling blijft vooral aantrekkelijk voor bedrijven die hoogopgeleide buitenlandse werknemers aantrekken.

Tip van CijferAdvies: Overweeg om gebruik te maken van deze regeling als je internationale talenten aantrekt. Zorg ervoor dat je voldoet aan de salarisnorm die per 2027 wordt verhoogd.

6. Tariefskorting voor emissievrije personenauto’s

Rijd je op dit moment een emissievrije personenauto dan betaal je geen motorrijtuigenbelasting. Dat gaat vanaf 2025 veranderen. Vanaf dan wordt er een tariefskorting van 75% ingevoerd. Vanaf 2026 wordt deze korting verlaagd naar 25%.

Doordat emissievrije voertuigen vaak zwaarder zijn door de accu’s, zou het belastingvoordeel zonder deze korting wegvallen. Daarom wordt er zo geprobeerd om de extra belasting van de zwaardere elektrische auto’s te compenseren. De regering wil met deze maatregel de verkoop van elektrische voertuigen stimuleren. Het kabinet heeft aangekondigd om in 2025 te evalueren of de korting van 25% voldoende is om de verkoop van emissievrije voertuigen te stimuleren.

Let op: Deze regeling is nog niet definitief en zal naar verwachting later in 2024 in een wetsvoorstel worden opgenomen. Houd deze ontwikkeling goed in de gaten.

7. Afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting

Vanaf 1 januari 2025 wordt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting afgeschaft. Dit betekent dat giften vanuit je vennootschap niet langer aftrekbaar zijn. Deze worden nu belast als dividend en moeten worden opgegeven in box 2.

Tip van CijferAdvies: Overweeg om giften voortaan vanuit privé te doen. In box 1 blijft de giftenaftrek voorlopig nog bestaan. Dit kan belastingvoordeel opleveren, zeker als je regelmatig bijdraagt aan goede doelen.

Ondersteun je goede doelen door middel van sponsoring of reclame? In dat geval worden deze kosten niet gezien als giften, maar als zakelijke kosten. Dit betekent dat ze, net als andere bedrijfskosten, gewoon aftrekbaar blijven van de winst. Dit geldt ook voor uitgaven die je doet in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).

8. Invoering van een derde schijf in de inkomstenbelasting

Er wordt een nieuwe belastingtariefschijf ingevoerd in 2025. Dit zorgt vooral voor lastenverlichting bij middeninkomens, aangezien de eerste schijf omlaag gaat naar 35,82%. Deze maatregel kan vooral invloed hebben op ondernemers die hun inkomsten via box 1 laten belasten.

9. Geen verlaging van het box 3-tarief

Ondanks eerdere verwachtingen, blijft het box 3-tarief in 2025 op 36%. Dit betekent dat er voorlopig geen verlichting komt voor spaarders en beleggers.

10. Strengere earningsstrippingmaatregel

Vanaf 2025 kun je minder rente aftrekken bij vastgoedstructuren, vooral als deze aan derden worden verhuurd. De earningsstrippingmaatregel beperkt renteaftrekken en wordt binnenkort aangescherpt. Dit kan gevolgen hebben voor ondernemers in de vastgoedsector.

Wat betekent Prinsjesdag 2024 voor jouw onderneming?

Prinsjesdag 2024 introduceert diverse veranderingen die de fiscale spelregels voor ondernemers zullen aanpassen. Het is belangrijk om deze wijzigingen goed te begrijpen en tijdig maatregelen te nemen. Of je nu te maken hebt met de bedrijfsopvolgingsregeling, investeert in vastgoed of emissievrije voertuigen overweegt, de nieuwe fiscale regels bieden kansen én uitdagingen.

Neem contact op met CijferAdvies om te bespreken hoe jij het meeste kunt halen uit de nieuwe fiscale maatregelen en om je onderneming klaar te maken voor een fiscaal gezonde toekomst. Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze CijferAdviseurs en maak kennis met boekhouding 2.0.

Meer informatie: Voor een volledig overzicht van alle fiscale wijzigingen kun je terecht op de officiële website van de overheid: rijksoverheid.nl.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws Notariële Zaken & Rechtsvormen

Kleineondernemersregeling (KOR) flexibeler vanaf 2025: Wat je moet weten

Vanaf 1 januari 2025 treden er belangrijke veranderingen in werking in de kleineondernemersregeling (KOR). Deze aanpassingen zullen de regels versoepelen voor zowel nationale als internationale ondernemers. Heb je als Nederlander een jaarlijkse om zet tot €20.000 per jaar? Dan kom je in aanmerking voor deze regeling. We bespreken de veranderingen en leggen uit waarom de KOR interessant kan zijn voor jou als (startende) ondernemer.

Wat is de Kleineondernemersregeling (KOR)?

De KOR is een belastingregeling die kleine ondernemers helpt om vrijgesteld te worden van het berekenen en afdragen van btw, mits de jaaromzet onder een bepaalde grens blijft. Deze regeling vermindert administratieve lasten en biedt financiële voordelen. Momenteel geldt de regeling voor ondernemers met een omzet tot €20.000 per jaar. Wie zich aanmeldt, hoeft geen btw in rekening te brengen bij klanten, maar mag ook geen btw aftrekken over kosten. Het starten van je onderneming kan hierdoor een stuk soepeler verlopen.

Waarom worden de regels van de KOR aangepast?

De Europese Unie (EU) werkt aan het stroomlijnen en vereenvoudigen van belastingregels binnen de lidstaten. De aanpassing van de KOR past binnen deze bredere aanpak en heeft als doel om de regeling toegankelijker te maken. Vooral voor ondernemers die ook in andere EU-landen actief zijn, komt er een nieuwe mogelijkheid: de EU-KOR.

Belangrijkste wijzigingen in de KOR per 1 januari 2025

De wijzigingen die in 2025 ingaan, bieden meer flexibiliteit voor ondernemers en vereenvoudigen de deelname aan de Kleineondernemersregeling. De belangrijkste veranderingen zijn:

  • Geen verplichte deelnameperiode van drie jaar meer: Op dit moment moeten ondernemers zich voor minimaal drie jaar vastleggen bij deelname aan de KOR. Vanaf 2025 vervalt deze verplichting. Je kunt je op elk gewenst moment af en aanmelden.
  • Snellere her aanmelding: Als je je afmeldt voor de KOR, hoef je niet meer drie jaar te wachten voordat je je opnieuw kunt aanmelden. Je kunt je op elk moment aanmelden voor het nieuwe jaar, zonder lange uitsluitingsperiode.
  • Aanmelden en afmelden via Mijn Belastingdienst Zakelijk: Het wordt eenvoudiger om je aan te melden of af te melden via het portaal van de Belastingdienst.
  • Einde KOR voor buitenlandse ondernemers: Voor ondernemers die niet in Nederland wonen maar wel een vaste btw-inrichting in Nederland hebben, vervalt de mogelijkheid om gebruik te maken van de KOR. In plaats daarvan kunnen zij mogelijk de nieuwe EU-KOR gebruiken.

Wat is de EU-KOR?

Naast de nationale Kleineondernemersregeling introduceert de Belastingdienst in 2025 de EU-KOR, een Europese variant van de regeling. Dit biedt ondernemers die zaken doen in meerdere EU-landen de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een btw-vrijstelling in verschillende landen. Dit is natuurlijk vooral handig voor ondernemers die een klein bedrijf runnen en in meerdere landen actief zijn.

Hoe werkt de EU-KOR?

  • Maximale jaaromzet: Voor deelname aan de EU-KOR mag je totale jaaromzet binnen de EU niet hoger zijn dan €100.000.
  • Btw-vrijstelling in meerdere landen: Je kunt zelf kiezen voor welke EU-landen je de btw-vrijstelling wilt toepassen. Dit betekent dat je geen btw hoeft te berekenen in die landen, maar ook geen btw kunt terugvorderen over gemaakte kosten.
  • Kwartaalrapportages: Bij deelname aan de EU-KOR moet je per kwartaal een opgave doen van je totale EU-omzet bij de Nederlandse Belastingdienst.

Hoe kan de KOR en EU-KOR je helpen?

De nieuwe EU-KOR biedt een vereenvoudiging voor ondernemers die internationaal opereren. Het administratief vereenvoudigen van de btw-registratie binnen de EU kan ondernemers veel tijd en moeite besparen. Vooral voor bedrijven met beperkte internationale activiteiten kan deze regeling aantrekkelijk zijn.

Door de versoepeling van de regels kunnen ondernemers beter inspelen op veranderende bedrijfsomstandigheden. Waar je eerder vastzat aan een strikte termijn van drie jaar, biedt de nieuwe Kleineondernemersregeling en EU-KOR meer flexibiliteit en keuzemogelijkheden. Dit betekent dat je je BTW-administratie sneller kunt aanpassen aan de behoeften van jouw bedrijf.

Voor wie is de nieuwe KOR van belang?

  • Startende ondernemers: Als startende ondernemer is het goed om te weten dat de nieuwe KOR en EU-KOR de drempel verlaagt om van de regeling gebruik te maken. Je kunt snel schakelen wanneer jouw omzet groeit of verandert.
  • Buitenlandse ondernemers: Als je buiten Nederland woont, maar wel een vaste inrichting in Nederland hebt, kun je vanaf 2025 geen gebruik meer maken van de KOR. In dat geval is het belangrijk om te onderzoeken of de EU-KOR voor jou interessant is.
  • Mkb’ers en zzp’ers met internationale activiteiten: Werk je in meerdere EU-landen, dan is de EU-KOR een goede oplossing om eenvoudiger aan je btw-verplichtingen te voldoen zonder dat je in ieder land apart een registratie moet hebben.

Wat moet je nu doen?

De Belastingdienst stuurt ondernemers die momenteel gebruikmaken van de Kleineondernemersregeling een brief met uitleg over de wijzigingen en hoe deze van toepassing kunnen zijn. Ben je aan het overwegen om gebruik te maken van de KOR? Het is begrijpelijk dat je twijfelde over het inzetten van de KOR. Je zat er immers 3 jaar aan vast. Maar dankzij de nieuwe flexibiliteit kan het een stuk interessanter zijn om de regeling uit te proberen.

Wil je weten of de KOR of EU-KOR voor jouw onderneming geschikt is? De website van de Belastingdienst biedt een vragenlijst om te bepalen of je in aanmerking komt voor de regeling. Ook kun je daar direct nagaan wat de gevolgen zijn van deelname aan de Kleineondernemersregeling of EU-KOR.

Meer weten?

De wijzigingen in de KOR en de introductie van de EU-KOR vanaf 2025 maken het voor kleine ondernemers eenvoudiger en flexibeler om gebruik te maken van btw-vrijstellingen. Of je nu nationaal of internationaal zaken doet, het is belangrijk om deze veranderingen te begrijpen en te bepalen of ze aansluiten bij jouw bedrijfsstrategie. Bij CijferAdvies kunnen we je helpen met het begrijpen van de nieuwe regels en de impact die dit heeft op jouw bedrijf. Neem gerust contact met ons op voor meer informatie!

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

Financiële planning voor zzp’ers: hoe haal je het meeste uit je inkomen?

Als zzp’er heb je de vrijheid om je eigen bedrijf te runnen en je eigen financiële koers te bepalen. Echter, met deze vrijheid komt ook de verantwoordelijkheid om je financiën goed te beheren en te plannen voor de toekomst. In dit artikel bespreken we enkele onderdelen van een financiële planning. Dankzij een goede planning kun je het meeste uit je inkomen halen. Dat begint met een solide financiële basis leggen.

Table of Contents

1. Budgettering en kostenbeheer

Een van de eerste stappen in een effectieve financiële planning is het opstellen van een gedetailleerd budget. Dit betekent dat je moet weten waar je geld vandaan komt en waar het heen gaat. Wat zijn je inkomstenbronnen en was zijn je maandelijkse uitgaven? Door een goed overzicht te hebben van je financiën kun je beter bepalen waar je geld naartoe gaat. Dit helpt bij het realiseren van mogelijke besparingen.

2. Planning van belastingaangiften

Als zzp’er ben je zelf verantwoordelijk voor het indienen van je belastingaangiften. Het is daarom belangrijk om op de hoogte te zijn van de verschillende belastingregels en deadlines. Door je belastingzaken goed te plannen en te organiseren, kun je mogelijk belastingvoordelen benutten en boetes voorkomen. Of schakel een boekhouder in. Die kan dit voor je bijhouden.

3. Opzetten van een pensioenregeling

Als zelfstandige bouw je geen pensioen op via een werkgever. Het is dus aan jou om zelf een pensioenregeling op te zetten. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een individueel pensioenplan of het afsluiten van een lijfrenteverzekering. Je kunt eigenlijk niet vroeg genoeg beginnen met sparen voor je pensioen. Er is tegenwoordig ook extra jaarruimte beschikbaar voor zzp’ers. Dit jaar is dus een goed moment om te starten met het opbouwen van je pensioen.

4. Beheren van cashflow

Een gezonde cashflow is essentieel voor het voortbestaan van je bedrijf. Zorg ervoor dat je voldoende liquide middelen hebt. Je wilt je lopende kosten dekken en onvoorziene uitgaven op kunnen vangen. Dit kan onder meer door het opzetten van een bufferrekening voor noodgevallen. Je klanten op tijd factureren helpt ook. Eventueel gebruik je een factoring bedrijf, zodat je eerder geld op de bank hebt.

5. Omgaan met onvoorziene uitgaven

Als zzp’er kunnen onverwachte uitgaven altijd voorkomen. Reparaties aan apparatuur of medische kosten bijvoorbeeld. Het is daarom verstandig om een aparte reserve aan te leggen voor incidentele kosten. Door regelmatig geld opzij te zetten voor noodgevallen, kun je voorkomen dat deze uitgaven je financiële stabiliteit in gevaar brengen.

Conclusie

Het opzetten van een effectieve financiële planning is belangrijk voor zzp’ers. Je inkomen optimaliseren en een stevige financiële fundering vormen de basis van je bedrijf. Dit doe je door budgettering, belastingplanning, pensioenopbouw, cashflowbeheer en het omgaan met onvoorziene uitgaven serieus te nemen. Zo blijf je op de gewenste financiële koers en kun je succesvol zijn in je onderneming.

Bij CijferAdvies staan we klaar om zzp’ers te helpen bij het opzetten van een doordachte financiële strategie die aansluit bij hun specifieke behoeften en doelstellingen. Neem gerust contact met ons op voor deskundig advies en ondersteuning op het gebied van financiële planning en boekhouding.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

Scholingsbudgetten optimaal benutten als ondernemer

Het nieuwe jaar is begonnen. En als het goed is heb je tijd om nieuwe doelen te stellen. Een van de doelen voor het komende jaar? Het optimaal benutten van scholingsbudgetten. Onderzoek wijst uit dat veel organisaties een aanzienlijk deel van hun toegewezen budgetten onbenut laten. Doodzonde. Laten we een andere aanpak kiezen voor het komende jaar.

Goed voor medewerkers én werkgever

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van leerplatform Studytube door marktonderzoeksbureau Motivaction/Sparkey. Het optimaliseren van scholingsbudgetten kan een oplossing zijn als je te maken hebt met personeelstekorten. Het vergroot niet alleen de flexibiliteit en duurzaamheid van je medewerkers, maar draagt ook bij aan het behouden van talent in een competitieve arbeidsmarkt. Alleen weten veel medewerkers niets af van de mogelijkheden!

Het persoonlijk leerbudget wordt verhoogd naar €1.000 per persoon. Een kans die veel medewerkers en HR-professionals echter nog niet volledig benutten. Het verschaffen van duidelijkheid over beschikbare budgetten kan hier al een wereld van verschil maken. Oftewel, praat erover met je medewerkers!

Stimuleer persoonlijke groei

Het stimuleren van je personeel om gebruik te maken van deze leermogelijkheden is essentieel. Werkgevers kunnen het verschil maken door persoonlijke ontwikkeling te integreren in beloningsstructuren, zoals bonusregelingen.

Laten we niet vergeten dat dagelijkse drukte en hoge werkdruk vaak belemmeringen vormen voor verdere ontwikkeling. Een open gesprek over het belang van persoonlijke groei en het organiseren van taken kan helpen om ruimte te scheppen voor ontwikkeling, zelfs in een drukke werkomgeving.

Daarnaast biedt de overheid diverse subsidies voor scholing aan, zoals de SLIM-subsidie en de NL Leert Door-regeling. Deze zijn bedoeld om de voortdurende ontwikkeling van werknemers te ondersteunen. Het STAP-budget verdwijnt uiteindelijk, maar kun je er nog gebruik van maken dan ga ervoor.

Het optimaal benutten van beschikbare middelen voor persoonlijke groei en ontwikkeling is niet alleen gunstig voor medewerkers zelf, maar ook voor de gehele organisatie. Laten we het nieuwe jaar beginnen met dit doel voor ogen.