Categorieën
Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Groei & strategie Nieuws Rapportages & dashboards

Stuur op cijfers, niet op gevoel: bouw je eigen financiële prognose

Kosten lopen op, marges verdampen en personeelstekorten blijven. Toch sturen veel ondernemers nog altijd op onderbuikgevoel. Een financiële prognose met scenario’s biedt een praktische manier om vooruit te kijken en keuzes te onderbouwen. Je berekent wat er gebeurt bij tegenvallers óf meevallers. Wat als je omzet met 20% daalt? Of je energiekosten stijgen? Of je eindelijk die nieuwe klant binnenhaalt? Scenario-planning maakt dat inzichtelijk. In geld, in tijd, in impact. Zo stuur je bewust in plaats van reactief. In dit artikel lees je hoe je als mkb’er eenvoudig drie scenario’s bouwt, welke fouten je moet vermijden en hoe wij je daarbij helpen.

Inhoudsopgave

Wat is een financiële prognose (en waarom jij die nodig hebt)

Een financiële prognose op basis van scenario’s is het maken van meerdere, onderbouwde toekomstbeelden. Geen nattevingerwerk, maar concreet rekenen en mogelijke situaties schetsen. Je gebruikt je cijfers om vooruit te kijken: wat gebeurt er met je winst, cashflow of personeelslasten bij verschillende aannames? Denk aan:

  • Een tegenvallende verkoop (worst-case),
  • Een realistische inschatting (base-case),
  • Of een onverwachte meevaller (best-case).

Dat is wat anders dan budgetteren (één verwacht scenario) of forecasting (voortschrijven op basis van trends). Scenario-planning dwingt je om vooruit te denken. Je maakt inzichtelijk wat er gebeurt als het tegenzit: bijvoorbeeld door afnemende vraag, stijgende kosten of een klant die niet betaalt. Maar ook: wat er mogelijk wordt als het meezit, zoals een nieuwe opdracht of onverwachte meevaller. Door te rekenen aan meerdere uitkomsten kun je onderbouwd keuzes maken. Niet op gevoel, maar op basis van cijfers. Dat maakt je wendbaarder, zekerder en minder kwetsbaar voor verrassingen.

Standaard rapportage bij CijferAdvies

Bij CijferAdvies bespreken we in kwartaalgesprekken vaak de actuele cijfers, ondersteund door rapportage- en dashboardsystemen. Scenario-planning bieden we aanvullend aan voor ondernemers die meer grip willen op de toekomst. Denk aan het gezamenlijk opstellen van worst-, base- en best-case scenario’s op basis van jouw cijfers, zodat je bewust keuzes kunt maken in plaats van achteraf te moeten bijsturen.

Waarom het juist nu telt

De rente is in twee jaar tijd verviervoudigd. Personeel is schaars en duur. De energierekening springt opnieuw omhoog. Tegelijkertijd slinkt de winst. Volgens het rapport Branches in Zicht 2025 van SRA bedroeg de gemiddelde winstmarge in 2024 slechts 7,6 %. Tegelijkertijd stegen de bedrijfskosten met 7,9 % en de loonkosten met 8,7 %. (SRA – Historisch lage winstgroei)

Ook blijkt uit meerdere ondernemerspanels dat 23 % van de mkb’ers in 2025 een verdere daling van hun marge verwacht. Slechts een derde voorziet verbetering. (Consultancy.nl – Marges onder druk)

Dit schetst waarom scenario-planning geen luxe is, maar noodzaak. Als je kosten sneller stijgen dan je omzet, wil je weten hoe lang je dat volhoudt en waar je moet ingrijpen.

Wat een financiële prognose met scenario’s je oplevert

Scenario-planning is geen spreadsheetspelletje voor grote bedrijven. Het is een ondernemersvaardigheid. Zeker in het mkb. Je hoeft geen controller te zijn, maar als je geen idee hebt wat een maand omzetverlies betekent voor je cashflow, vlieg je blind.

Een financiële prognose laat zien wanneer je cashpositie kritiek wordt, of je die leaseauto moet uitstellen, en wat er gebeurt als je vaste lasten stijgen of een factuur te laat binnenkomt.

Het voorkomt impulsbeslissingen. Je maakt keuzes op basis van rekenwerk, niet onderbuik. En je weet eerder waar de pijn zit, zodat je op tijd kunt bijsturen.

Ondernemers die vooruitkijken, wachten niet op cijfers achteraf. Ze plannen met scenario’s. En ze herstellen sneller van tegenslagen. Niet omdat ze alles weten, maar omdat ze voorbereid zijn.

Zo maak je zelf een financiële prognose met drie scenario’s

Je hoeft geen controller te zijn om scenario’s te bouwen. Maar het helpt wél om er af en toe even één te spelen of in huren. Scenario-planning dwingt je om vooruit te kijken, keuzes te beargumenteren en risico’s onder ogen te zien. Je ziet eerder waar je ruimte hebt én waar het krap wordt. Dat maakt je als ondernemer wendbaarder en minder afhankelijk van onderbuikgevoel.

Dit is een vereenvoudigde 3-stappenaanpak zoals we die vaak met klanten doorlopen. In werkelijkheid vraagt het iets meer denkwerk, maar dit helpt je snel op weg:

1. Breng je belangrijkste cijfers in kaart.

Denk aan omzet, directe kosten, personeelskosten, marge, cashflow of rentelasten. Kies de variabelen of kpi’s waar jij invloed op hebt én waar je actief op stuurt. Die vormen de basis van je scenario’s.

2. Werk drie scenario’s uit.

Kijk per variabele wat er gebeurt in een slecht, gemiddeld en gunstig scenario.

  • Worst-case: omzet daalt met 20 procent, kosten stijgen, investeringen worden uitgesteld.
  • Base-case: stabiele omzet, lichte groei, beheersbare kosten.
  • Best-case: nieuwe opdracht, hogere marge, ruimte voor uitbreiding.

3. Vertaal het naar een dynamisch overzicht.

Dat kan in Excel, maar slimmer is een dashboard dat live meebeweegt met je boekhouding. Wij koppelen bijvoorbeeld aan E-Boekhouden en bouwen scenario’s in die gebaseerd zijn op jouw actuele cijfers. Zo weet je niet alleen waar je nu staat, maar ook wat je moet doen als het mee- of tegenvalt.

Voorbeeld

Een installatiebedrijf met 12 fte draait €200.000 omzet per maand. In het worst-case scenario daalt de omzet 20%, rentelasten stijgen, en het saldo staat binnen 4 maanden rood. In de base-case blijft de omzet stabiel met lichte groei, worden kosten beheerst en blijft het saldo neutraal: geen ruimte voor grote stappen, maar wel rust. In best-case is er ruimte voor investering in extra gereedschap of uitbreiding van het team.

De valkuilen van scenario-planning

De grootste fout? Een model bouwen en het vervolgens in de kast leggen en er nooit meer naar kijken. Scenario’s zijn pas waardevol als je ze regelmatig bespreekt en bijstuurt.

Een tweede valkuil: te rooskleurig zijn. Ondernemers denken vaak in kansen (terecht), maar vergeten de risico’s. Een goede adviseur spiegelt je ook het ongemakkelijke scenario.

Tot slot: begin niet te complex. Liever drie simpele scenario’s dan één over-gecompliceerd model waar niemand iets mee doet.

Wat wij bieden: van dashboard tot sparringpartner

Je hoeft geen controller te zijn om grip te krijgen op je cijfers. Maar het helpt wél als iemand naast je zit die structuur brengt, meedenkt en de vertaalslag maakt. Wij helpen ondernemers met slimme dashboards, realtime rapportages én – als het nodig is – een interim controller of financieel sparringpartner. Geen rapporten voor de bureaula, maar gesprekken die richting geven.

Onze aanpak combineert structuur in je administratie (voor betere datakwaliteit), duidelijke dashboards met scenario’s, periodiek overleg met jouw CijferAdviseur én sparren over keuzes zoals inkoop, personeel of investeringen.

Financieel plannen is geen jaarlijkse verplichting, maar een manier van ondernemen. En wij zorgen ervoor dat je het ook daadwerkelijk voor jou gaat werken.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Luxe rijden, minder belasting betalen: dit is hét moment voor een youngtimer

Rijd je als ondernemer veel zakelijke kilometers en wil je dat doen in een auto met karakter én fiscaal voordeel? Dan is de youngtimer-regeling iets om serieus te overwegen. Hiermee kun je een auto van 15 jaar of ouder op de zaak zetten en flink besparen op de bijtelling. Dat betekent: luxe rijden voor minder geld, zonder in te leveren op comfort of uitstraling.

En laten we eerlijk zijn: een goed onderhouden klassieker op de oprit oogt toch net even anders dan de zoveelste grijze leaseauto. Bovendien is het fiscaal vaak interessanter dan een jong gebruikte auto. In dit artikel leggen we je uit hoe de regeling werkt, waar je op moet letten én welke modellen in 2025 écht de moeite waard zijn. Zodat jij straks niet alleen slim rijdt, maar ook met een glimlach.

Inhoudsopgave

Wat is de youngtimer-regeling?

De youngtimer-regeling is simpel gezegd een slimme fiscale truc voor ondernemers met smaak. Je rijdt een auto van 15 jaar of ouder zakelijk, maar betaalt geen bijtelling over de nieuwwaarde. In plaats daarvan reken je af over de dagwaarde, en dat scheelt serieus geld. Denk: luxe rijden voor het budget van een tweedehandsje.

Voor ondernemers die vaak onderweg zijn en liever een comfortabele, karaktervolle auto rijden dan een doorsnee leasebak, is dit een uitgelezen kans. Auto’s als de BMW 5-serie, Volvo V70 of Audi A6 zijn daardoor ineens verrassend betaalbaar én fiscaal aantrekkelijk.

Wil je weten of dit voor jou interessant is? In dit artikel lees je hoe de regeling werkt, wat de fiscale voordelen zijn en welke modellen in 2025 het populairst zijn onder slimme ondernemers.

Wat is een youngtimer?

Een youngtimer is geen oude auto, het is een goed verhaal op wielen. Technisch gezien gaat het om auto’s tussen de 15 en 25 jaar oud. In de praktijk betekent dat: een voormalige topklasse BMW, Mercedes of Volvo – ooit nieuw voor de prijs van een middenwoning – nu voor een fractie van dat bedrag te koop.

Voor een paar duizend euro rijd je in een auto met leer, comfort, uitstraling én een fiscaal voordeel waar je boekhouder blij van wordt. Kies er wel eentje waarvan de onderhoudshistorie netjes op orde is en laat hem checken door een betrouwbaar autobedrijf. Zo voorkom je verrassingen bij de garage.

Waarom ondernemers massaal voor youngtimers kiezen? Simpel: het rijdt lekker, het oogt professioneel en de fiscale regeling maakt het financieel erg aantrekkelijk. En laten we eerlijk zijn: liever in stijl onderweg, dan onnodig veel bijtellen voor een grijze muis op wielen.

Voor wie is het interessant?

Vooral ondernemers die:

  • regelmatig zakelijk rijden;
  • waarde hechten aan comfort en uitstraling;
  • slim willen omgaan met hun fiscale ruimte.

Let op: de regeling geldt alleen voor auto’s die zakelijk worden gereden en ouder zijn dan 15 jaar. Een recente auto met wat extra kilometers valt dus buiten de boot.

De voordelen op een rij

  • Lage bijtelling: slechts 35% over de dagwaarde.
  • Luxe rijden voor minder: een BMW 5-serie of Volvo V70 uit 2009? Nu wél interessant.
  • Duurzaam: je geeft een auto een tweede leven.
  • Persoonlijk karakter: geen dertien-in-een-dozijn leasebak.

Youngtimer regeling: bijtelling met voordeel

Het klinkt tegenstrijdig: een hoger bijtellingstarief (35%) dan bij nieuwe zakelijke auto’s, maar toch goedkoper uit zijn? Met de youngtimer-regeling werkt het zo. Die 35% geldt namelijk niet over de nieuwwaarde, maar over de dagwaarde van de auto. En dat maakt een wereld van verschil.

Neem een Audi uit 2009 met een oorspronkelijke catalogusprijs van €100.000. De dagwaarde ligt inmiddels ergens rond de €6.000 tot €8.000. Dat betekent dus dat je bijtelling berekend wordt over dat veel lagere bedrag. Tel uit je winst.

Met deze regeling rijd je in een klasse waar je vroeger alleen maar van kon dromen – en dat tegen maandlasten die aanzienlijk vriendelijker zijn dan bij een nieuwe zakelijke auto. En ja, ook volledig elektrische youngtimers vallen onder de regeling. Daarvoor geldt zelfs een bijtellingspercentage van 17%. Al moeten we erbij zeggen: het aanbod is op dit moment nog beperkt.

Meer weten over hoe dit fiscaal voor jou uitpakt? Neem gerust contact met ons op. We rekenen het graag even voor je uit.

Dagwaarde youngtimer bepalen

De fiscale bijtelling voor je youngtimer wordt niet zomaar uit de lucht gegrepen – die wordt gebaseerd op de dagwaarde van de auto. Maar wat is die dagwaarde precies? En belangrijker: hoe bepaal je die op een manier die de Belastingdienst accepteert?

Online rekentools kunnen je een grove schatting geven, maar die stoppen vaak bij auto’s van 15 jaar oud. Voor echt betrouwbare cijfers is een officiële taxatie aan te raden. Die wordt uitgevoerd door een erkende taxateur en levert een rapport op waar je mee kunt aankomen bij de fiscus.

Wil je het simpeler aanpakken? Kijk dan wat soortgelijke modellen kosten bij betrouwbare autohandelaren. De Belastingdienst hanteert als definitie: de prijs die je normaal zou krijgen als je de auto verkoopt. Dus: wat zou jij er vandaag de dag voor neertellen? Dat is de waarde waar je belastingtechnisch mee werkt.

Twijfel je? Laat je auto taxeren. Dat voorkomt vervelende discussies achteraf en geeft je duidelijkheid. Je CijferAdviseur helpt je hier graag bij.

Kosten youngtimer aftrekken van de winst

Rijd je een youngtimer zakelijk? Dan mag je vrijwel alle autokosten van je winst aftrekken: denk aan brandstof, onderhoud, parkeren, tol, de wasstraat en wegenbelasting. Dat betekent: hoe meer zakelijke kilometers, hoe lager je fiscale winst – en dus minder belasting.

Tegelijkertijd betaal je slechts een bijtelling over de (vaak lage) dagwaarde van je auto. Die bijtelling valt in het niet bij de aftrekbare kosten. Je houdt dus netto meer over. Slim geregeld, en helemaal volgens de regels.

Meer weten over welke kosten precies aftrekbaar zijn? Bekijk onze tips over de auto van de zaak.

Normale bijtelling

Even ter vergelijking: rijd je geen youngtimer, maar een nieuwe zakelijke auto? Dan geldt de standaard bijtelling. Voor auto’s met CO₂-uitstoot betaal je 22% over de cataloguswaarde.

Voor elektrische auto’s ligt dat in 2025 iets anders: je betaalt 17% bijtelling over de eerste € 30.000 van de cataloguswaarde, en 22% over het bedrag daarboven. Stel dat je een elektrische auto rijdt van € 50.000? Dan betaal je 17% over € 30.000 en 22% over de overige € 20.000. Dat voordeel geldt voor vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de auto voor het eerst op naam komt. Daarna vervalt het.

De trend is duidelijk: het belastingvoordeel voor elektrische auto’s wordt langzaam afgebouwd. Vanaf 2026 verdwijnt het lagere bijtellingstarief zelfs helemaal. Ook daarom is een youngtimer – zeker voor de liefhebber – het overwegen waard.

Nieuwe auto van de zaak

Een glimmend nieuwe auto van de zaak klinkt aantrekkelijk. Maar vergis je niet: de bijtelling kan flink oplopen. Zeker bij duurdere modellen loopt dat bedrag al snel in de duizenden euro’s per jaar. En dan hebben we het nog niet eens over de afschrijving – de waarde van de auto daalt zodra je de showroom uitrijdt.

Voor je het weet betaal je fors voor het privilege om een nieuwe auto te mogen rijden, terwijl diezelfde uitstraling en comfort ook mogelijk zijn met een fiscaal vriendelijke youngtimer.

Benieuwd hoe het verschil in bijtelling precies uitpakt? Bekijk de rekentool van MKB servicedesk.

Voorbeeldberekening youngtimer

Laten we het concreet maken.

Stel, je overweegt een nieuwe Audi A6 Avant van zo’n € 70.000. Dan betaal je jaarlijks 22% bijtelling over die cataloguswaarde: € 15.400. Je mag daar ongeveer € 8.000 aan afschrijving tegenover zetten, dus houd je € 7.400 aan bijtelling over – nog zonder alle andere kosten mee te rekenen.

Zet dat eens af tegen een youngtimer als de Audi A8 uit 2007. Luxe uitvoering, goed onderhouden, 150.000 km op de teller, aanschafprijs: € 6.000. De bijtelling? 35% van de dagwaarde = € 2.100. Trek daar een afschrijving van bijvoorbeeld € 1.000 van af, dan blijft er € 1.100 aan bijtelling over.

Het verschil? Maar liefst € 6.300. En zit je in de hoogste belastingschijf, dan scheelt je dat netto ruim € 3.000 per jaar. En het mooie is: elk jaar daalt de dagwaarde – en dus ook je bijtelling. Je voordeel groeit dus mee.

Conclusie: als je je fiscale ruimte slim inzet, kan een youngtimer je duizenden euro’s per jaar besparen. En zeg nou zelf – het rijdt ook gewoon lekkerder.

Werkelijk gebruik

Gebruik je je youngtimer zowel zakelijk als privé? Dan moet je als btw-ondernemer elk jaar btw bijtellen voor het privégebruik. Bij een marge-auto geldt standaard een correctie van 1,5% over de oorspronkelijke cataloguswaarde. Dus als jouw auto destijds € 45.000 heeft gekost, dan tel je jaarlijks € 675 op bij je af te dragen btw.

Maar: het mag ook anders. Je kunt ervoor kiezen om het werkelijke privégebruik te berekenen. Dat kan gunstiger uitpakken, zeker als je auto vooral zakelijk wordt ingezet. Let wel: voor de btw telt woon-werkverkeer ook als privé.

Meer details over deze btw-correctie, inclusief hoe je dat doet als je youngtimer wél btw-belast is, vind je op de site van de Belastingdienst. Of beter nog: vraag het even aan je CijferAdviseur. Dan weet je zeker dat je goed zit.

Youngtimers voor 2025

Elk jaar wordt een nieuwe groep auto’s 15 jaar oud, en dus interessant voor de youngtimer-regeling. In 2025 zijn auto’s uit bouwjaar 2010 aan de beurt. Dat betekent: luxe modellen met moderne techniek én fiscaal voordeel. Een greep uit de leukste opties:

MERK EN MODEL BOUWJAREN YOUNGTIMER IN 2025
Alfa Romeo Giulietta 2010-2014 2010
Audi A8 D4 4-deurs, Sedan 2010-2017 2010
BMW 5-serie F10 4-deurs, Sedan 2010-2016 2010
Citroën DS3 2010-2015 2010
Jaguar XJ X351 2010-2019 2010
Mercedes-Benz E-klasse (W212) Sedan 2010-2016 2010
Mercedes-Benz CLS (C218) 2010-2014 2010
Mini Countryman 2010-2016 2010
Peugeot RCZ 2-deurs, Coupé 2010-2015 2010
Saab 9-5 NG 4-deurs, Sedan 2010-2011 2010
Toyota Land Cruiser 5-deurs, SUV 2010-2014 2010
Volkswagen Touareg II SUV 2010-2018 2010
Volvo S60 II 4-deurs, Sedan 2010-2018 2010
Volvo V60 I 5-deurs, Stationwagon 2010-2018 2010

Deze modellen combineren vaak een hoog uitrustingsniveau met een degelijke bouwkwaliteit. Kies wel voor een exemplaar met een kloppende historie en bij voorkeur van de eerste eigenaar – dat maakt het fiscaal en technisch nog aantrekkelijker.

Wat is de toekomst van de youngtimer regeling?

Dat is nog niet duidelijk. De klimaatdoelstellingen zijn wel duidelijk: in 2030 moet de CO2-uitstoot zo’n 55% minder zijn ten opzichte van 1998. Om die reden gaat het huidige systeem voor motorrijtuigenbelasting op de schop. Vanaf 2030 gaan automobilisten betalen naar gebruik om een bewuster gebruik van de auto te stimuleren. Deze veranderingen zullen ongetwijfeld ook invloed hebben op de youngtimer regeling. Maar tot die tijd kun je deze regeling benutten en voordelig in een mooie youngtimer rijden.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

De bpm is terug en dit betekent het voor ondernemers

Sinds 1 januari 2025 betaal je als ondernemer bpm bij de aanschaf van een nieuwe bestelauto. Een ingrijpende maatregel uit het Klimaatakkoord die inmiddels flinke impact heeft op het mkb – vooral in sectoren zoals bouw, logistiek en installatie. De bpm-vrijstelling voor ondernemers is verleden tijd. En dat merk je direct in je portemonnee. Deze bpm-maatregel raakt ondernemers direct – het verhoogt de aanschafkosten van nieuwe niet-elektrische bestelauto’s aanzienlijk. In dit artikel leggen we uit wat er precies verandert, wat dit betekent voor je bedrijf en welke stappen je nu kunt zetten om voorbereid te zijn.

Inhoud

Wat moet je weten?

Je runt bijvoorbeeld een bouwbedrijf met een klein team en een paar betrouwbare dieselbusjes. Alles draait goed, tot het moment dat je begin dit jaar toe bent aan een nieuwe bestelauto. Wat je dan ontdekt? Je moet ineens duizenden euro’s extra aan bpm betalen. Een kostenpost waar je niet op zat te wachten.

Vanaf 1 januari 2025:

  • Betaal je bpm bij aankoop van een nieuwe bestelauto.
  • Alleen emissievrije bestelauto’s (zoals elektrisch) zijn nog vrijgesteld.
  • De hoogte van de bpm hangt af van de CO₂-uitstoot.

Wat kun je nu doen?

  • Breng je wagenpark in kaart: heb je de komende jaren vervangingen nodig?
  • Overweeg de overstap naar elektrisch en check subsidiemogelijkheden.
  • Laat je goed adviseren over de kosten, financiering en alternatieven.

Waarom deze bpm-wijziging ondernemers hard raakt

De bpm-vrijstelling was jarenlang een vaste waarde voor ondernemers. Nu die vervalt, betekent dat: extra kosten bij iedere nieuwe, niet-elektrische bestelauto. En dat kan flink oplopen – soms tot wel €12.000 per voertuig, afhankelijk van de uitstoot.

Voor ondernemers met meerdere voertuigen wordt dit een serieuze kostenpost. Vooral in sectoren zoals bouw, installatie of logistiek, waar mobiliteit cruciaal is. De impact op je cashflow is direct voelbaar.

Juist daarom is het slim om vooruit te denken. Moet je voertuigen versneld vervangen? Of is het beter om over te stappen naar elektrisch rijden? Welke alternatieven zijn er en welke regelingen kun je benutten?

Uitzonderingen en vrijstellingen

Elektrische bestelauto’s zijn nog steeds vrijgesteld van bpm. Daarmee zijn ze op papier aantrekkelijker, maar in de praktijk is het soms zoeken naar het juiste model. Denk aan actieradius, laadcapaciteit en beschikbaarheid.

Toch zijn er interessante voordelen:

  • Je bespaart bpm.
  • Je kunt gebruikmaken van MIA, VAMIL en SEBA.
  • Elektrisch rijden is vaak goedkoper in gebruik.

Elektrisch vs. diesel: wat is voordeliger?

Een elektrische bestelauto is in aanschaf duurder, maar valt vaak goedkoper uit in gebruik. Denk aan lagere energiekosten, minder onderhoud en het vermijden van bpm. Daartegenover staat dat de actieradius en laadcapaciteit beperkt kunnen zijn – en dat modellen soms lastig leverbaar zijn.

Een dieselbestelauto lijkt op korte termijn goedkoper, maar je betaalt nu wél bpm. Daarbij kunnen toekomstige milieu zones of heffingen in steden de kosten verder opvoeren.

Laat je goed informeren over beschikbare modellen, levertijden en subsidiemogelijkheden. Houd rekening met de voorraadtekorten en stijgende kosten die in sommige sectoren al merkbaar zijn. Maak een concreet plan dat past bij jouw bedrijfsvoering, zodat je voorbereid bent en niet voor onverwachte uitgaven komt te staan.

Wat kost de bpm ondernemers nu?

De bpm op nieuwe, niet-elektrische bestelauto’s wordt sinds 2025 berekend aan de hand van de CO₂-uitstoot. De Belastingdienst gebruikt hiervoor een vaste formule:

Bpm = €40,91 + (€66,91 × het aantal gram CO₂ per kilometer)

Stel: je koopt een dieselbestelauto met een uitstoot van 180 gram CO₂ per kilometer. Dan ziet de berekening er zo uit:

€40,91 + (180 × €66,91) = €12.063,11 bpm

Dit bedrag betaal je boven op de aanschafprijs en btw. En let op: deze bpm is per voertuig. Heb je een heel wagenpark, dan loopt de totale kostenpost snel op.

Wil je exact weten wat dit voor jouw situatie betekent? Gebruik dan de rekenmethode op de officiële site van de Belastingdienst. Zo krijg je een indicatie van de bpm die je moet betalen bij aankoop.

Denk strategisch over je wagenpark

Stel jezelf deze vragen:

  • Moet je dit of volgend jaar voertuigen vervangen? Kijk dan vooruit: welke bestelauto’s wil je vervangen, en wanneer?
  • Kun je overwegen om nu al elektrisch te gaan? Denk aan gebruik, actieradius, subsidiemogelijkheden en beschikbaarheid van modellen.
  • Zijn er leasemogelijkheden of kun je voertuigen delen? Dit kan liquiditeit vrijhouden en je flexibiliteit vergroten.
  • Hoe beïnvloedt dit je investeringsplanning? Neem bpm mee in je meerjarenbegroting en onderzoek fiscale voordelen zoals MIA of VAMIL.

Veel ondernemers kiezen nu vanwege de bpm voor een hybride aanpak. Ze combineren elektrische voertuigen voor stedelijke ritten met brandstofmodellen voor langere afstanden. Ook plannen ze investeringen zorgvuldiger, vaak in overleg met hun adviseur. Zo benutten ze fiscale voordelen en voorkomen ze onverwachte pieken in hun uitgaven.

Ook tweedehands voertuigen kunnen een tijdelijke uitweg bieden. Let er wel op dat ook daar bpm betaald moet worden bij import of bij aankoop van jong gebruikte modellen uit het buitenland. De voordelen zijn dus beperkt, maar kunnen passen binnen je bredere strategie.

Welke subsidies zijn er beschikbaar?

Gelukkig hoef je niet alles zelf te betalen. De overheid ondersteunt ondernemers bij de overstap naar schonere voertuigen. Zo zijn er:

  • MIA (Milieu-investeringsaftrek) – fiscaal voordeel bij investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen.
  • VAMIL (Willekeurige afschrijving) – je mag een groot deel van je investering afschrijven op een moment dat jou fiscaal goed uitkomt.
  • SEBA (Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s) – directe subsidie voor de aanschaf van elektrische bestelauto’s.

CijferAdvies helpt je bij het combineren van deze regelingen en zorgt ervoor dat je geen voordeel laat liggen.

Wat doet CijferAdvies?

Bij CijferAdvies helpen we ondernemers om financieel scherp te blijven. Ook als het gaat om je wagenpark. We kijken mee naar:

  • De impact van bpm op jouw cijfers.
  • Mogelijke subsidies en investeringsaftrekken.
  • Hoe je slim plant en cashflowproblemen voorkomt.

We denken met je mee én verbinden je met de juiste partners: van leasemaatschappijen tot subsidie-experts. Zodat jij grip houdt – op je planning én je financiën.

Tijd voor actie

De bpm-wijziging is geen toekomstmuziek. Ze is al ingegaan en raakt ondernemers direct – of je nu een wagenpark hebt of slechts één bedrijfsauto nodig hebt. Laat je dus niet verrassen.

Wil je weten wat dit voor jouw bedrijf betekent? Neem contact op met je adviseur bij CijferAdvies. Samen zorgen we dat je voorbereid bent – met inzicht, overzicht en advies dat werkt.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Egalisatiereserve: hoe je onderhoudskosten slim spreidt en belasting bespaart

De Belastingdienst biedt ondernemers af en toe een onverwacht steuntje in de rug. De egalisatiereserve is zo’n regeling die verrassend weinig bekendheid geniet, maar fiscaal juist erg aantrekkelijk kan zijn. Heb je te maken met terugkerende onderhoudskosten aan je pand of machines? Dan kun je die toekomstige uitgaven alvast spreiden via een slimme reservering in je boekhouding. Daardoor betaal je nu minder belasting, houd je meer geld over én kom je in de toekomst niet voor verrassingen te staan.

In dit artikel leggen we precies uit wat de egalisatiereserve is, wanneer je deze mag gebruiken, en vooral: hoe jij hier als ondernemer je voordeel mee kunt doen. Zie het als een fiscale spaarpot die je mag opbouwen in meerdere jaren met je winst, zodat je niet plots een forse belastingaanslag krijgt op het moment dat je onderhoudskosten maakt. Zo voorkom je grote schommelingen in je belastingdruk en spreid je uitgaven én belasting slim over meerdere jaren. Hoog tijd om dit onbenutte voordeel onder de loep te nemen.

Wat is een egalisatiereserve?

De egalisatiereserve, ook wel bekend als kostenegalisatiereserve (KER), is een fiscaal instrument waarmee je kosten die in de toekomst gaan komen, alvast kunt opvangen. Denk aan groot onderhoud aan je bedrijfspand, machines die je periodiek moet reviseren of vervangen, of installaties die om de zoveel jaar een upgrade nodig hebben. In plaats van die kosten in één boekjaar te plaatsen, mag je ze via de egalisatiereserve uitsmeren over meerdere jaren. Dat betekent concreet: je verlaagt jaarlijks je belastbare winst, waardoor je nu minder belasting betaalt en later meer ruimte hebt voor die grote uitgaven.

Waarom is dit interessant?

Stel, je draait een topjaar en maakt flink winst. Normaal gesproken zou je daar belasting over betalen. Maar als je weet dat je over twee jaar een dure reparatie of onderhoudsklus hebt, kun je nu alvast een egalisatiereserve vormen. Daarmee druk je je huidige winst. En dus ook je belasting. Zo laat je de Belastingdienst meebetalen aan kosten die er toch aan komen. Slim geregeld.

Egalisatiereserve in het kort

  • Verlaagt je belastbare winst
  • Zorgt voor betere liquiditeit
  • Biedt fiscale ruimte om onderhoudskosten te plannen

Voorwaarden: niet zomaar voor elke ondernemer

De Belastingdienst is natuurlijk niet gek. Je mag niet zomaar overal een potje voor aanleggen. Er zijn spelregels:

  1. Het gaat om kosten die niet elk jaar terugkomen, maar periodiek optreden (denk aan elke vijf of tien jaar)
  2. Je moet redelijk zeker weten dat de uitgave er daadwerkelijk aankomt – het is geen ‘misschien’, maar een ‘bijna zeker’
  3. De kosten mogen nog niet zijn gemaakt. Je bouwt dus vooruit, niet achteraf
  4. Het gaat om forse bedragen die je niet zomaar uit de lopende cashflow dekt – onderhoud dat écht in de papieren loopt
  5. De uitgaven zijn nodig om je bedrijf draaiende te houden – ze zijn geen luxe, maar noodzaak
  6. Jaarlijkse kosten of abonnementen vallen buiten de boot. De egalisatiereserve is bedoeld voor pieken, niet voor structurele posten
  7. Je moet goed kunnen uitleggen waarvoor je reserveert, hoe vaak het voorkomt en wanneer je de uitgave verwacht
  8. Heb je te veel gereserveerd? Dan moet het restant alsnog bij je winst worden opgeteld – terugdraaien dus

Kortom: reserveren voor nieuwe bureaustoelen of een kerstpakket is een no-go. Voor een periodieke vervanging van je koelinstallatie of het onderhoud van je dakkapellen zit je goed. Meer weten over de officiële voorwaarden? Bekijk de uitleg van de Belastingdienst.

Voorbeeld uit de praktijk

Stel: je verwacht over vijf jaar een onderhoudspost van €50.000. Door jaarlijks €10.000 te reserveren via de egalisatiereserve, verlaag je elk jaar je belastbare winst. Bij een belastingtarief van 25% bespaar je daarmee jaarlijks €2.500 aan belasting. Over vijf jaar is dat €12.500.

Zo hoef je niet in één keer een groot bedrag op te hoesten en benut je je fiscale ruimte optimaal. Je voorkomt pieken in je belastingdruk en creëert rust in je financiële planning.

Waarom doen ondernemers dit niet massaal?

Goede vraag. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: veel ondernemers weten niet dat deze regeling bestaat. Of ze denken dat het te ingewikkeld is. En ja, er zijn wat fiscale regels en voorwaarden. Maar met de juiste boekhouder aan je zijde (lees: een CijferAdviseur) is het prima te doen. Wij helpen je bij de berekening, de onderbouwing en de verwerking in je administratie.

Wat levert het je op?

  • Minder belasting: door je belastbare winst te verlagen in goede jaren
  • Meer liquiditeit: je houdt meer geld over voor investeringen of reserves
  • Betere voorspelbaarheid: je weet wanneer je grote kosten kunt verwachten
  • Slimme timing: je benut de fiscale ruimte op het juiste moment

Kom jij in aanmerking voor de egalisatiereserve?

Een korte checklist:

  • Heb je in de toekomst grotere kosten te verwachten, zoals onderhoud of vervanging van bedrijfsmiddelen?
  • Gaat het om kosten die niet jaarlijks terugkomen, maar periodiek optreden?
  • Zijn de uitgaven essentieel voor de bedrijfsvoering?
  • Heb je de kosten nog niet gemaakt, maar weet je zeker dat ze eraan komen?
  • Kun je onderbouwen wanneer en waarvoor je reserveert?

Kun je (bijna) overal ja op zeggen? Dan is de kans groot dat je mag reserveren.

Let op: de reserve is niet voor eeuwig

Zet je jarenlang geld opzij zonder dat je de kosten daadwerkelijk maakt? Dan komt de Belastingdienst alsnog langs. De egalisatiereserve valt dan vrij, en daar moet je alsnog belasting over betalen. Inclusief rente. Dus: gebruik de egalisatiereserve alleen als je de kosten echt verwacht. En binnen afzienbare tijd.

Voor wie is dit interessant?

Vooral voor bedrijven met materieel of vastgoed. Denk aan:

  • Bouwbedrijven
  • Productiebedrijven
  • Horecaondernemers
  • Agrariërs
  • Technische installateurs
  • Bedrijven met eigen gebouwen of machineparken

Werk je vooral digitaal of heb je weinig onderhoudsgevoelige middelen? Dan is de regeling waarschijnlijk minder relevant. Maar laat dat checken door een specialist. Want de grenzen zijn soms ruimer dan je denkt. Ook kleinere bedrijven kunnen baat hebben bij een goed toegepaste egalisatiereserve.

Veelgestelde vragen

Wat gebeurt er als ik de kosten niet maak?
Dan valt de reserve vrij en moet je alsnog belasting betalen over het bedrag dat je had gereserveerd. Inclusief rente.

Kan ik de egalisatiereserve gebruiken voor personeelskosten?
Nee, het moet gaan om onderhoud aan bedrijfsmiddelen. Personeelskosten vallen hier niet onder.

Hoe beïnvloedt dit mijn cashflow?
Positief. Je betaalt nu minder belasting, dus houd je meer liquiditeit over om later de kosten daadwerkelijk te maken.

Hoe vaak mag ik een egalisatiereserve opbouwen?
Zolang je aan de voorwaarden voldoet en de kosten periodiek terugkeren, mag je elk jaar een egalisatiereserve vormen.

Wat doet CijferAdvies voor jou?

Wij kijken met een scherpe blik naar je bedrijf en je boekhouding. Waar liggen kansen? Welke fiscale regelingen kun jij benutten? De egalisatiereserve is er daar één van. We beoordelen of je in aanmerking komt, hoe hoog de reserve mag zijn, en hoe je dit fiscaal optimaal verwerkt.

Belasting besparen begint bij vooruitdenken. En laat dat nou precies zijn waar we goed in zijn. Dus: draai je een topjaar? Kom dan juist nu eens praten. Want met slimme planning maak je van je winst geen last, maar een kans.

Wil jij weten of jouw onderneming kan profiteren van een egalisatiereserve? Plan dan een fiscaal adviesgesprek met jouw CijferAdviseur.

Inhoud

Wat betekent ondernemen in 2025 écht?

Een moderne ondernemer moet meer kunnen dan alleen goed zijn in zijn vak. Je bent je eigen HR-afdeling, financieel manager, marketeer én belastingadviseur. Je kiest ook je eigen rechtsvorm – eenmanszaak, vof of bv – en dat heeft direct impact op je risico’s, belastingdruk en je mogelijkheden om te groeien. Een bv oprichten biedt bijvoorbeeld bescherming tegen privéaansprakelijkheid, maar kent hogere administratieve lasten. Een eenmanszaak is simpel, maar maakt jou wél hoofdelijk aansprakelijk. Wil je een overzicht van de verschillen tussen een eenmanszaak of bv? Die vind je hier.

Ondernemen in 2025 betekent wendbaar zijn. De wetten veranderen sneller dan ooit. En digitalisering zorgt ervoor dat je cijfers altijd actueel én inzichtelijk moeten zijn. Daarom draait het niet meer alleen om ‘boekhouden’, maar om koers bepalen op basis van data.

Ondernemer zijn is iets anders dan ingeschreven staan bij de KvK

Alleen een KvK-nummer maakt je nog geen “ondernemer” voor de Belastingdienst. Je moet winst maken, meerdere opdrachtgevers hebben en zelfstandig zijn in je werk en tarief. Ook moet je voldoen aan het zogeheten urencriterium: minimaal 1.225 uur per jaar aan je onderneming besteden. De regels zijn strenger dan ooit – en ze worden inmiddels ook weer soort van actief gecontroleerd.

Misvatting: “Als ik facturen stuur, ben ik ondernemer.” Werkelijkheid: Zonder ondernemerscriteria? Dan loop je het risico als werknemer of ‘fictieve dienstbetrekking’ gezien te worden, met terugvorderingen als gevolg.

Tip van CijferAdvies: Wij kunnen dit toetsen voor je vóór je start, zodat je niet achteraf de rekening krijgt.

Aftrekken, afschrijven of vergeten?

Je kosten opvoeren klinkt simpel. Bonnetje erin, klaar. Maar zo werkt het helaas niet. De regels rond aftrekposten en investeringen zijn best strikt en veranderen regelmatig. Sommige uitgaven mag je in één keer aftrekken, andere moet je over meerdere jaren afschrijven. En dan zijn er nog de regels voor representatiekosten, gemengde kosten, privégebruik en investeringsaftrekken. Wat mag wél, wat niet, en waar laat je geld liggen zonder dat je het doorhebt??

  • Laptop van € 1.200? Mag je in 1 keer aftrekken.
  • Bestelbus van € 25.000? Die schrijf je over 5 jaar af.
  • Lunch met klant bij de snackbar? Slechts deels aftrekbaar.

Daarnaast zijn er fiscale regelingen zoals:

  • De zelfstandigenaftrek en startersaftrek: in 2025 is de zelfstandigenaftrek nog slechts €2.470. Deze regeling wordt jaarlijks afgebouwd. De startersaftrek komt daar tijdelijk nog bovenop. Deze mag je maximaal drie keer toepassen binnen vijf jaar, zolang je voldoet aan het urencriterium en in die jaren recht hebt op zelfstandigenaftrek..
  • De MKB-winstvrijstelling: verlaagt je belastbare winst met 12,7%.
  • De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA): investeer je tussen €2.901 en €392.230? Dan mag je tot 28% van dat bedrag extra aftrekken van je winst.

Wat doen wij bij CijferAdvies? We zorgen dat je optimaal gebruikmaakt van álle regelingen. Geen gedoe, wél het voordeel.

Administratie bijhouden is niet iets voor “later”

Als je administratie een (digitale) schoenendoos is, heb je een probleem. De Belastingdienst eist overzicht, bewaarplicht en structuur. En ze controleren. Zo vaak als ze kunnen.

Veel ondernemers denken: “Mijn boekhouder regelt dat wel.” Totdat diezelfde boekhouder zegt: “Ja, maar jij hebt die bonnetjes nooit aangeleverd.”

Bij CijferAdvies krijg je geen Excel-bijlage, maar een dashboard dat je snapt. We koppelen je bank, helpen je met een facturatiesysteem en maken het makkelijk. Want jij hebt wel iets beters te doen — zoals focussen op ondernemen in 2025.

Personeel aannemen? Denk aan de loonkostenvoordelen

Personeel aannemen is voor veel ondernemers een spannende stap, zeker als je net begint met ondernemen in 2025. Maar wist je dat er flinke financiële voordelen kunnen zijn? Denk aan:

  • Lage inkomensvoordeel (LIV)
  • Loonkostenvoordelen (LKV)
  • Praktijk- en werkleerplaatsen-subsidies

Allemaal mooie regelingen, maar alleen als je ze op tijd aanvraagt én correct verwerkt. Daarom helpen wij je niet alleen met het inzichtelijk maken van deze voordelen, maar ook met de hele salarisadministratie. Van de eerste arbeidsovereenkomst tot de maandelijkse loonstroken en de loonaangifte: wij zorgen dat het klopt én dat jij grip houdt op je loonkosten.

We werken hiervoor samen met betrouwbare associate partners, zoals gespecialiseerde loonbureaus en verzekeringsadviseurs als SchoutenZekerheid.

Of je nu iemand parttime in dienst wilt nemen, werkt met oproepkrachten of een eerste werknemer in dienst neemt: onze adviseurs staan voor je klaar met advies én uitvoering. Zo laat jij geen kansen liggen en voorkom je gedoe achteraf.

Btw: kans én valkuil

De btw is een van de meest onderschatte valkuilen voor startende ondernemers. Veelgemaakte fouten:

  • Btw niet op tijd aangegeven → boete
  • Btw op relatiegeschenken aftrekken → fout
  • Kleineondernemersregeling vergeten aan te vragen → onnodig betalen

Ook zijn er allerlei subsidies en regelingen die met btw te maken hebben, zoals btw-teruggaaf op zonnepanelen, btw-vrijstelling voor kleine ondernemers of btw-behandeling bij internationale leveringen. Deze kansen blijven vaak liggen, simpelweg omdat ondernemers ze niet kennen.

Onze klanten zeggen vaak: “Ik snap het nu pas, dankzij die kwartaalgesprekken.” En precies daarom doen we dat bij CijferAdvies structureel. Niet alleen administratie verwerken, maar duiden. Samen vooruitkijken én signaleren waar je fiscaal voordeel kunt halen.

Belastingen als strategisch stuurmiddel

Als je belastingen alleen ziet als ‘iets dat je moet afdragen’, mis je het punt. Fiscale regelingen kunnen je helpen om te investeren, te groeien en je risico’s te beperken.

Neem bijvoorbeeld:

  • Herinvesteringsreserve (HIR): verkoop je bedrijfsmiddelen met winst? Dan kun je de belastingheffing daarover uitstellen, zolang je het bedrag opnieuw investeert in je onderneming.
  • Milieu- en energie-investeringsaftrek (MIA/Vamil): extra voordeel bij duurzame investeringen in bijvoorbeeld elektrische bedrijfswagens, zonnepanelen of circulaire productie.

Let op: de fiscale oudedagsreserve (FOR) is per 1 januari 2023 afgeschaft voor nieuwe opbouw. Heb je in het verleden FOR opgebouwd, dan gelden overgangsregels. Wil je nu pensioen opbouwen? Dan kijken we samen naar alternatieven zoals lijfrentes of een oudedagsverplichting in de bv.

Wij vertalen die regelingen naar je businessplan. Want belastingadvies is geen trucje, maar een strategie.

Wet- en regelgeving rondom ondernemen in 2025 verandert. En dat is maar goed ook

Het Handboek Ondernemen verandert jaarlijks. Net als de belastingwetten. Net als jouw bedrijf.

Wat vandaag slim is, kan morgen dom zijn. En wat gisteren verboden was, is vandaag een kans.

Daarom werken wij bij CijferAdvies met vaste klantmomenten. Geen afwachtende houding, maar proactieve gesprekken. Want je cijfers vertellen alleen een verhaal als je weet hoe je moet luisteren.

Tot slot: waarom dit geen reclame is, maar een uitnodiging

We kunnen je overladen met argumenten waarom je met CijferAdvies zou moeten samenwerken. Maar liever doen we je een simpel voorstel:

Kom eens langs voor een kop koffie en een gratis cijferscan. Dan laten we je zien:

  • Hoe je er nú voor staat
  • Welke fiscale kansen je laat liggen
  • Wat je vandaag al kunt verbeteren

Geen verplichting. Geen gladde verkooppraat. Gewoon advies, zoals het hoort: naast je, niet boven je.

TL;DR – Dit moet je onthouden:

  • Ondernemen in 2025 vraagt om overzicht, inzicht en iemand die naast je staat.
  • Alleen inschrijven bij de KvK is niet genoeg. Check of je écht ondernemer bent.
  • Veel kosten zijn aftrekbaar – maar niet automatisch. Laat je adviseren.
  • Je administratie moet vanaf dag één op orde zijn. Uitstel = stress.
  • Personeel aannemen kan voordelig zijn. Als je het goed regelt.
  • De btw is verraderlijk – en wordt vaak verkeerd toegepast.
  • Fiscale regelingen zijn geen ‘moetje’, maar groeikansen.
  • Belastingregels veranderen continu. Je boekhouding moet mee veranderen.
  • CijferAdvies denkt mee, praat bij, en helpt vooruit.

Wil je hierover een praktisch gesprek? Bel 0342-400639 of stuur een mail naar info@cijferadvies.nl. Je kunt ook direct een vestiging bij jou in de buurt zoeken op www.cijferadvies.nl/vestigingen.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Zakelijk leasen en belastingvoordelen

Zakelijk leasen biedt ondernemers veel belastingvoordelen. Van lagere bijtelling bij elektrische auto’s tot de aantrekkelijke youngtimer-regeling, er zijn talloze mogelijkheden om fiscaal voordelig te rijden. Het is echter belangrijk om ook de fiscale aspecten goed te begrijpen, zodat je optimaal kunt profiteren van de beschikbare regelingen. Hier zetten we de belangrijkste punten voor je op een rij, zodat je weloverwogen keuzes kunt maken en optimaal gebruik kunt maken van fiscale voordelen.

Hoe werkt zakelijk leasen?

Private lease vs. zakelijk leasen: Wat is beter voor ondernemers?

Bij private lease sluit je een contract als particulier, wat betekent dat de auto niet op de balans van je onderneming komt te staan en je geen recht hebt op BTW-aftrek. Voor ondernemers kan dit minder aantrekkelijk zijn omdat de kosten volledig uit privévermogen worden betaald. Daarentegen biedt zakelijk leasen specifieke voordelen:

  1. BTW-aftrek: Bij zakelijk leasen kun je de BTW over de leasekosten aftrekken, mits je Btw-plichtig bent. Dit maakt zakelijk leasen vaak voordeliger dan private lease.
  2. Fiscale aftrekposten: Bij zakelijk gebruik kun je ook kosten zoals brandstof en onderhoud aftrekken, wat bij private lease niet mogelijk is.
  3. Balansimpact: Bij financial lease wordt de auto als bedrijfsmiddel opgenomen op de balans, wat bij private lease niet het geval is.
  4. Bijtelling: Zakelijk leasen vereist een bijtelling bij privégebruik van meer dan 500 km per jaar. Bij private lease speelt dit geen rol, maar je mist ook de zakelijke belastingvoordelen.

Overwegingen

Voor een ondernemer die slechts sporadisch een auto nodig heeft, kan private lease eenvoudiger zijn vanwege de beperkte administratieve lasten. Maak je zakelijke ritten met een privé geleasede auto, dan kun je deze kilometers declareren bij je onderneming. Vanaf 2023 geldt een belastingvrije kilometervergoeding van €0,23 per zakelijke kilometer. Dit kan een manier zijn om toch een deel van de kosten fiscaal te compenseren. Maar als je de auto intensief zakelijk gebruikt, biedt zakelijk leasen meer financiële en fiscale voordelen.

Zakelijk leasen betekent dat je een auto gebruikt voor je bedrijf, maar de eigendomsstructuur verschilt per leasevorm. Bij operationele lease blijft de auto eigendom van de leasemaatschappij, terwijl bij financial lease de auto uiteindelijk jouw eigendom wordt. Je betaalt hiervoor een maandelijkse leaseprijs, waarin vaak kosten zoals onderhoud, reparaties en verzekeringen zijn inbegrepen.

Er zijn twee hoofdvormen van lease:

  1. Operationele lease: De auto blijft eigendom van de leasemaatschappij en gaat na de leaseperiode terug naar hen.
  2. Financial lease: De auto komt op jouw balans te staan en wordt jouw eigendom na het betalen van alle termijnen. Deze vorm van lease wordt vaak gezien als een aankoop op afbetaling.

Lees meer over de verschillende leasevormen hier.

Auto van de zaak en belastingvoordelen

Als je een auto van de zaak rijdt, zijn er enkele belangrijke fiscale regels waarmee je rekening moet houden. Dit speelt vooral een actuele rol bij elektrische auto’s, vanwege de recente wijzigingen in bijtelling en subsidies.

Bijtelling

Wanneer je een zakelijke auto ook privé gebruikt, moet je bijtelling betalen. De bijtelling wordt berekend als een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Dit percentage hangt af van de CO2-uitstoot van de auto en varieert:

  • Elektrische auto’s: Vaak een lager percentage (bijvoorbeeld 16%). Dit percentage kan jaarlijks veranderen en wordt door de overheid bepaald om duurzaam rijden te stimuleren.
  • Benzine- en dieselauto’s: Meestal een hoger percentage (22%).

Belangrijk om te weten is dat je alleen bijtelling betaalt als je meer dan 500 privékilometers per jaar rijdt. Rijd je minder? Dan kun je dit met een sluitende rittenadministratie aantonen en de bijtelling vermijden. Voor elektrische auto’s geldt dat de lagere bijtelling slechts voor een bepaald deel van de cataloguswaarde geldt; daarboven betaal je het reguliere percentage. Dit maakt het belangrijk om goed te berekenen wat voor jou het voordeligst is.

BTW en aftrekbare autokosten

Bij zakelijk leasen kun je de BTW over de leasekosten aftrekken, mits je Btw-plichtig bent. Maak je daarnaast gebruik van belastingvoordelen zoals de MIA of Vamil-regeling bij elektrische auto’s, dan kun je extra besparen. Gebruik je de auto ook privé? Dan moet je een correctie maken voor het privégebruik. Deze correctie bedraagt 2,7% van de cataloguswaarde van de auto.

Andere aftrekbare kosten zijn:

  • Brandstof (voor zakelijke kilometers)
  • Onderhoud en reparaties (indien niet inbegrepen in de leaseprijs)
  • Verzekeringen (bij financial lease)

Voor elektrische auto’s geldt bovendien dat lagere operationele kosten en subsidies de belastingvoordelen verder kunnen versterken, wat zakelijk leasen een aantrekkelijke optie maakt.

Belastingvoordelen van elektrisch leasen

Het leasen van een elektrische auto kan aantrekkelijk zijn vanwege de gunstige bijtellingspercentages en mogelijke subsidies. Bovendien betaal je geen motorrijtuigenbelasting (MRB) en is de aanschafbelasting (BPM) vaak lager of nihil voor elektrische voertuigen. Dit maakt elektrisch leasen niet alleen milieuvriendelijk, maar ook financieel aantrekkelijk.

Voor ondernemers zijn er extra fiscale voordelen zoals:

  • MIA (Milieu-investeringsaftrek): Hiermee kun je tot 45% van de investeringskosten voor elektrische voertuigen aftrekken van de fiscale winst. Dit voordeel kan oplopen tot duizenden euro’s, afhankelijk van de cataloguswaarde van de auto.
  • KIA (Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek): Deze regeling biedt extra aftrek voor kleine ondernemers die investeren in duurzame voertuigen. Combineerbaar met de MIA voor maximaal voordeel.
  • Vamil-regeling: Hiermee kun je 75% van de investeringskosten afschrijven op een moment dat het jou het beste uitkomt, wat een liquiditeitsvoordeel kan opleveren.

Praktijkvoorbeeld:

Een ondernemer kiest voor een elektrische auto met een cataloguswaarde van €40.000. Dankzij de MIA en KIA kan hij ruim €18.000 aan investeringsaftrek claimen, wat aanzienlijk scheelt in de te betalen belasting. Dit betekent dat de ondernemer de effectieve aanschafkosten aanzienlijk kan verlagen. Stel dat hij daarnaast €1.000 per jaar bespaart op energie- en onderhoudskosten vergeleken met een benzineauto, dan loopt de totale besparing over de leaseperiode flink op.

In de praktijk kan deze ondernemer na aftrek van alle voordelen en bijtelling uitkomen op een maandelijkse netto kostprijs die 20-30% lager ligt dan bij het leasen van een conventionele auto. Dit maakt elektrisch rijden niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee en de lange termijn fiscale strategie van de ondernemer.

Door deze regelingen in combinatie met lagere operationele kosten, zoals goedkopere energie en onderhoud, is zakelijk leasen van een elektrische auto een slimme keuze voor ondernemers die zowel duurzaam als kostenbewust willen ondernemen.

Youngtimer-regeling: Interessant voor ondernemers?

Een andere optie die vaak over het hoofd wordt gezien, maar voor sommige ondernemers erg voordelig kan zijn, is de youngtimer-regeling. Deze regeling is van toepassing op auto’s die ouder zijn dan 15 jaar en kan aanzienlijke fiscale voordelen bieden.

Hoe werkt de youngtimer-regeling?

Bij het rijden in een zakelijke youngtimer wordt de bijtelling berekend over de dagwaarde van de auto in plaats van de oorspronkelijke cataloguswaarde. Dit betekent dat de bijtelling vaak veel lager uitvalt dan bij nieuwere auto’s. Het bijtellingspercentage bedraagt 35% van de dagwaarde, maar omdat de dagwaarde van een auto van 15 jaar of ouder aanzienlijk lager is dan de cataloguswaarde, kan dit een aantrekkelijke optie zijn voor ondernemers.

Voor wie is de regeling interessant?

De youngtimer-regeling is met name interessant voor ondernemers die een betrouwbare auto willen zonder de hoge kosten van een nieuwe leaseauto. Vaak zijn luxere auto’s die 15 jaar of ouder zijn nog steeds in goede staat en bieden ze een hoog rijcomfort tegen lage kosten.

Voorbeeld:

Een ondernemer rijdt een zakelijke youngtimer met een dagwaarde van €8.000. De bijtelling bedraagt in dit geval 35% van de dagwaarde, oftewel €2.800 per jaar. Dit is aanzienlijk minder dan bij een nieuwe auto met een hogere cataloguswaarde, waardoor de youngtimer-regeling een voordelige keuze kan zijn.

Hoe CijferAdvies je kan helpen

Bij CijferAdvies begrijpen we dat het kiezen van een leasevorm en het navigeren door de fiscale regelgeving complex kan zijn. Onze belastingadviseurs staan klaar om je te helpen:

  • Het juiste leasecontract te kiezen.
  • Je BTW-aftrek en bijtelling correct te berekenen.
  • Optimaal gebruik te maken van fiscale voordelen, waaronder de youngtimer-regeling.

Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek en ontdek hoe wij jou kunnen ondersteunen bij je zakelijke keuzes.

Categorieën
Belastingaangifte Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Vennootschapsbelasting 2025 – Kansen en uitdagingen voor het MKB

Het belastinglandschap verandert voortdurend, en 2025 brengt opnieuw ingrijpende wijzigingen in de Nederlandse vennootschapsbelasting. Voor ondernemers, ook in het midden- en kleinbedrijf (MKB), betekent dit een mix van kansen en uitdagingen. Het is cruciaal om deze veranderingen op tijd te begrijpen en in te spelen op de mogelijke impact. Bij CijferAdvies houden we de wijzigingen scherp in de gaten en bieden we ondernemers strategische ondersteuning. Denk aan het identificeren van kansen, zoals optimalisaties rond giftenaftrek, en het aanpakken van risico’s, zoals strengere regels voor liquidatieverlies en duurzaamheid. Hier zetten we de belangrijkste veranderingen op een rij en hoe jij je daarop kunt voorbereiden.

1. Verhoging van de earningsstrippingmaatregel

Vanaf 2025 stijgt het aftrekbare rentepercentage van 20% naar 24,5% van de gecorrigeerde fiscale EBITDA. Voor kapitaalintensieve bedrijven kan dit knellen, omdat minder rente aftrekbaar is, wat direct effect heeft op de liquiditeit.

2. Kwijtscheldingswinstvrijstelling

Vanaf 2025 kunnen kwijtscheldingswinsten boven het verlies van een miljoen euro worden vrijgesteld van belasting. Deze nieuwe regeling biedt bedrijven met schulden meer ademruimte, maar beperkt tegelijkertijd de mogelijkheden om verliezen uit het verleden te verrekenen. Voor ondernemers is het daarom belangrijk om strategisch na te denken over de planning van kwijtscheldingen.

3. Positief voor internationaal opererende bedrijven: objectvrijstelling

De objectvrijstelling voorkomt dubbele belasting voor buitenlandse vaste inrichtingen. Dit kan gunstig zijn voor MKB-bedrijven met internationale activiteiten en is een belangrijke wijziging in de vennootschapsbelasting 2025.

4. Strengere liquidatieverliesregeling

De strengere regels zijn bedoeld om misbruik te voorkomen, maar dit zorgt voor een aanzienlijke toename in de complexiteit van de boekhouding. Bedrijven moeten waardeverminderingen van zowel directe als indirecte deelnemingen gedetailleerder vastleggen, wat meer tijd en expertise vereist.

5. Verhoging giftenaftrek

De aftrek voor periodieke giften stijgt naar €1,5 miljoen. Dit is goed nieuws voor bedrijven die maatschappelijke betrokkenheid tonen en grote giften willen doen.

6. Pillar Two-regels en internationale belastingstructuren

De introductie van de Pillar-2-bijheffing als een belasting over winst brengt belangrijke veranderingen met zich mee. Het beïnvloedt de deelnemingsvrijstelling en voegt extra lagen van complexiteit toe aan internationale belastingstructuren. Dit vereist dat bedrijven hun strategieën aanpassen om compliant te blijven met deze nieuwe regels.

7. Duurzaamheid minder aantrekkelijk?

De aanzienlijke verlaging van de vrijstelling voor groene beleggingen maakt investeringen in duurzaamheid minder aantrekkelijk. Dit vormt een uitdaging voor ondernemers die zich richten op groene initiatieven, en vraagt om creatieve oplossingen en fiscale strategieën om duurzaam te blijven groeien.

8. Europese anti-misbruikregels (ATAD GAAR)

De Europese anti-misbruikregels worden opgenomen in de Nederlandse wetgeving. Dit biedt duidelijkheid, maar vraagt om strengere naleving van deze regels.

9. Nieuwe definitie in bronbelastingen en haar impact op bedrijven

De term ‘samenwerkende groep’ wordt vervangen door ‘kwalificerende eenheid’, met als doel belastingontwijking tegen te gaan. Dit kan gevolgen hebben voor bedrijven met internationale belastingconstructies.

10. Inkoopfaciliteit dividendbelasting blijft beschikbaar voor ondernemers

De mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen zonder extra belastingheffing blijft behouden. Dit is positief voor bedrijven die gebruikmaken van deze regeling, omdat het hen meer flexibiliteit biedt in het beheer van hun kapitaalstructuur. Daarnaast kan dit een effectieve manier zijn om aandeelhouderswaarde te verhogen en financiële strategieën op lange termijn te ondersteunen.

11. Wijziging inhoudingsvrijstelling dividendbelasting

De vrijstelling voor deelnemingssituaties wordt verplicht, waardoor aandeelhouders direct bezwaar kunnen maken tegen een opgelegde belasting. Dit maakt het proces transparanter en biedt aandeelhouders meer rechtszekerheid. Tegelijkertijd vraagt het om extra administratieve inspanningen, zoals het zorgvuldig bijhouden van documentatie en een gedetailleerde verantwoording van de dividenden om aan de vrijstellingsvoorwaarden te voldoen.

12. Technische wijzigingen in de minimumbelasting

De regels rondom de minimumbelasting worden verder verfijnd en aangevuld met specifieke aanpassingen voor hybride regelingen en kwalificerende belastingtegoeden. Deze wijzigingen kunnen aanzienlijke gevolgen hebben, vooral voor bedrijven met internationale structuren. Ondernemingen moeten zich voorbereiden op gedetailleerdere compliance-eisen en tijdig nagaan hoe zij aan de nieuwe regelgeving kunnen voldoen om onaangename verrassingen te voorkomen.

Impact op jouw onderneming

De gevolgen van deze wijzigingen hangen sterk af van jouw specifieke situatie. Heb je internationale structuren? Dan is de objectvrijstelling een pluspunt. Zit je zwaar in schulden? Dan kan de aangepaste earningsstrippingmaatregel je kasstromen beïnvloeden. Ook bedrijven die investeren in duurzaamheid moeten rekening houden met een mogelijke herziening van hun strategie.

De veranderingen in de vennootschapsbelasting 2025 kunnen ook administratieve lasten verhogen, vooral bij het naleven van nieuwe regels zoals de ATAD GAAR. Het is belangrijk om tijdig te evalueren wat deze wijzigingen betekenen voor jouw bedrijf.

Bij CijferAdvies zijn we er om je te helpen deze complexe veranderingen te doorgronden en strategisch te benutten. Samen zorgen we dat jouw onderneming optimaal voorbereid is op deze wijzigingen.

Wil je meer weten over wat de vennootschapsbelasting in 2025 voor jou betekent? Neem dan contact op met een van onze adviseurs. Samen zetten we jouw cijfers om in actie!

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Veelgemaakte fiscale fouten door zzp’ers en hoe je ze voorkomt

Het runnen van een eigen bedrijf als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) biedt veel vrijheid en flexibiliteit. Je bent voor alles verantwoordelijk en hebt geen collega’s om even aan de mouw te trekken. Het komt daarom vast wel eens voor dat je wat over het hoofd ziet. Een van de grootste uitdagingen voor veel zzp’ers is het bijhouden van hun fiscale verplichtingen. We bespreken de meest voorkomende fiscale fouten door ZZP’ers en geven tips om deze te voorkomen.

1. Geen duidelijke scheiding tussen zakelijke en privé-uitgaven

Er zijn voor de hand liggende fiscale fouten die door zpp’ers worden gemaakt. Een daarvan is het niet goed scheiden van zakelijke en privé-uitgaven. Hierdoor wordt het moeilijk om bij te houden welke kosten fiscaal aftrekbaar zijn. Het is handig om een aparte zakelijke bankrekening te hebben en deze uitsluitend voor zakelijke transacties te gebruiken. Dit maakt het eenvoudiger om een overzicht te houden en om de belastingaangifte correct in te vullen. Het mengen van deze kosten kan namelijk problemen opleveren bij je belastingaangifte!

2. Verkeerd omgaan met BTW

Misschien ben je ook wel niet zo geïnteresseerd in de BTW. Begrijpelijk. Maar tijdens het berekenen en afdragen van de BTW wil je net even extra opletten. Anders krijg je te maken met verkeerde aangiften. En de Belastingdienst kan achteraf nog boetes geven voor foutieve aangiften. Ben je je bewust van de fout? Wijzig dan nog je oude aangifte! Via een suppletieaangifte kun je nog wijzigingen doorgeven. Daarnaast moet je de BTW-aangifte op tijd indienen en betalen. Want een te late aangifte kan al reden zijn voor een boete.

3. Onvoldoende reserveren voor belastingaanslagen

Een van de andere veelvoorkomende fiscale fouten bij zzp’ers gaan over het niet opzij zetten van voldoende geld voor belastingen. Als ZZP’er ben je zelf verantwoordelijk voor het afdragen van inkomstenbelasting en mogelijk ook voor de BTW. Veel zelfstandigen vergeten een deel van hun inkomsten apart te zetten. Ze hebben bijvoorbeeld geen inzicht of overzicht van deze toekomstige kosten. Hierdoor kun je in financiële problemen komen als de aanslag binnenkomt. Een goede richtlijn is om ongeveer 30% van je inkomsten apart te zetten voor belastingen.

4. Geen gebruik maken van fiscale aftrekposten

Andere veelgemaakte fiscale fouten door zzp’ers behoren tot de aftrekposten. Veel zzp’ers zijn niet volledig op de hoogte van de fiscale aftrekposten waar zij recht op hebben. Denk aan aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek, startersaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Door goed op de hoogte te zijn van deze aftrekposten en ze correct toe te passen, kun je flink besparen op je belastingaanslag.

5. Het niet op tijd indienen van de aangifte

Het op tijd indienen van de belastingaangifte is wel zo handig. Te late aangiften kunnen leiden tot boetes en rente. Zorg ervoor dat je goed op de hoogte bent van de deadlines en dat je ruim op tijd begint met het verzamelen van de benodigde informatie. Een goede administratie gedurende het jaar kan dit proces aanzienlijk vergemakkelijken.

Je bent bijvoorbeeld verplicht om maandelijks, per kwartaal of jaarlijks aangiftes te doen. Plan vooruit en de aangifte levert je al minder stress op. Neem een boekhouder en je krijgt zelfs een seintje als iets mist. Hoe je het ook inplant, zorg dat de datum alvast in je agenda staat.

6. Verkeerde of ontbrekende factuurgegevens

Je bent wettelijk verplicht om op de juiste manier een factuur te versturen. Dat is ook nodig voor een goede fiscale administratie. Veel ZZP’ers maken fouten door verkeerde of ontbrekende gegevens op hun facturen te vermelden. Wat dacht je van een onjuist BTW nummer of het niet vermelden van verplichte gegevens. Zorg ervoor dat al je facturen voldoen aan de eisen van de Belastingdienst om problemen te voorkomen.

Je aangifte doen is lang niet altijd een fluitje van een cent. Het is zelfs makkelijk om een fout te maken. Van het verkeerd berekenen tot aan het te laat indienen… Fouten maken is menselijk. Het kan fijn zijn als er iemand met je mee kijkt. Misschien een andere zzp’er, waarmee je de afspraak maakt om elkaar te controleren. Of je huurt een boekhouder in.

Geen advies inwinnen bij complexe fiscale situaties

Sommige fiscale situaties kunnen complex zijn. Vooral als je te maken krijgt met verschillende inkomstenbronnen, investeringen of internationale transacties. Het is verstandig om in zo’n geval advies in te winnen bij een fiscaal adviseur of accountant. Zij kunnen je helpen om de juiste keuzes te maken en om fiscale fouten te voorkomen.

Belastingregels veranderen ook continu. Jaarlijks wordt er wel weer gesleuteld aan een wet, subsidie of belastingregel. En A.I. kunnen we ook nog niet vertrouwen op dit moment. Daarnaast liggen arbeidsrelaties momenteel onder de loep. Mocht dit verkeerd gekwalificeerd worden, dan kan dat gevolgen hebben voor je aangifte of fiscale status.

Tijdsgebrek of twijfel? Kies voor een boekhouder

Fiscale fouten kunnen vervelende gevolgen hebben. Ook voor zzp’ers. Je wilt goed geïnformeerd te werk gaan. Zonder zorgen kunnen focussen op dat waar je goed in bent. Misschien wel via de kleineondernemersregeling (KOR), als zzp’er of in een bv. Afhankelijk van je situatie kun je meer behoefte hebben aan advies.

Bij CijferAdvies staan we klaar om ZZP’ers te ondersteunen met al hun fiscale vragen en zorgen, zodat zij zich kunnen concentreren op waar ze goed in zijn: ondernemen.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Welke wetten veranderen voor ondernemers op 1 juli 2024?

Er gaan een aantal wetten veranderen vanaf juli 2024. Als ondernemer wil je op de hoogte blijven van deze veranderingen. Zo voorkom je verrassingen rondom het minimumloon of rondom elektrische bedrijfswagens. Hoe beter je voorbereid bent op deze plannen hoe weerbaarder je bedrijf zal zijn. Slim vooruit plannen zorgt ervoor dat je onderneming flexibel in kan spelen op veranderingen. In dit artikel komen een aantal van de relevante veranderingen voor ondernemers aan bod.

Minimumloonstijging en gevolgen voor ondernemers

Vanaf januari heb je als ondernemer te maken met een stijging van het minimumloon met 3,75%. Dat komt neer op een bruto minimumuurloon van € 13,27 voor werknemers van 21 jaar en ouder. Wat deze wijziging bijzonder maakt is dat het uurloon ingevoerd wordt. Vanaf nu wordt het loon bepaald door het werkelijke aantal gewerkte uren. Dit moet zorgen voor een einde aan de ongelijkheid tussen werknemers die verschillende aantallen uren werken.

Voor wie geldt het minimumuurloon?

Deze verandering raakt iedereen in je onderneming die minimumloon verdient, vanaf 15 jaar oud. Specifiek voor werknemers van 21 jaar en ouder geldt nu een vastgesteld uurloon. De lengte van hun werkweek maakt niet meer uit. Dit heeft ook gevolgen voor de jeugd. Vaste minimumjeugdlonen zijn ook vastgesteld per uur.

Nieuwe rijbewijseisen voor elektrische bedrijfswagens

Vanaf 1 juli 2024 is een B-rijbewijs niet meer voldoende voor het besturen van elektrische bedrijfswagens die tussen de 3.500 en 4.250 kilogram wegen. Bestuurders moeten dan in het bezit zijn van een vrachtwagenrijbewijs. Dit besluit is genomen met het oog op verkeersveiligheid en de zwaardere accu’s die deze voertuigen bevatten. De regel bestond al voor niet-elektrische bestelwagens.

Aanpassing in kinderopvangregulering

Vanaf 1 juli 2024 worden de kwalificatie-eisen voor beroepskrachten in de kinderopvang flexibeler. Je mag beroepskrachten met andere kwalificaties inzetten in de buitenschoolse opvang (BSO). Dit moet bijdragen aan het verminderen van personeelstekorten en werkdruk. Ook wordt het makkelijker om kinderen kindercentrum-overstijgend op te vangen tijdens schoolvrije perioden. De berekening van de beroepskracht-kindratio gebeurt voortaan op kindercentrum-niveau in plaats van op groepsniveau. Dit geeft wat meer flexibiliteit in de groepsindeling.

Drie wijzigingen voor de buitenschoolse opvang (BSO):

  • Je kunt straks meer medewerkers inzetten. Je rekent voortaan met het totale aantal kinderen per locatie i.p.v. per groep. Kinderen mogen in kleinere groepen verdeeld worden, wat beter is voor hun ontwikkeling.
  • Heb je meerdere locaties? Schoolvrije dagen kun je samenvoegen. Dit hoeft niet meer in de overeenkomst met ouders vastgelegd te worden. Kinderen opvangen wordt hierdoor makkelijker en de administratie wordt minder.
  • Je wilt alle beschikbare mensen zo goed mogelijk benutten. Daarom mag je medewerkers met een andere achtergrond in gaan zetten. Bijvoorbeeld mensen met ervaring in muziek, sport of theater.
  • Je mag mensen met andere kennis of ervaring inzetten. Dit zijn medewerkers met een andere achtergrond of beroep die je door hun kwaliteit of talent kunt inzetten. Denk aan muziek, sport of theater.

Verplichting van vaste doppen aan plastic drankflessen

Vanaf 3 juli is het verplicht voor fabrikanten binnen de EU. Alle plastic drankflessen en verpakkingen bestemd voor eenmalig verbruik krijgen een vastzittende dop. Misschien niet altijd fijn, maar zeker wel noodzakelijk. Deze maatregel is onderdeel van de nieuwe Europese SUP-wetgeving. Het is de bedoeling dat hierdoor het zwerfafval drastisch verminderd. Recycling wordt ook gemakkelijker als de doppen geen eigen leven gaan leiden.

Categorieën
Duurzaam ondernemen & subsidies Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Belastingvoordeel op milieu-investeringen worden beperkt

Sinds 1 januari is de lijst van milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen aangepast. Zo vallen elektrische taxi’s, met waterstof aangedreven werktuigen en emissiearme stalvloeren buiten de regeling. Gebruik je biomassa als grondstof? Dan is ook daar het fiscale voordeel verdwenen.  

Milieulijst 2024 korten dan 2023

Het is goed om ieder jaar te checken welke innovatieve bedrijfsmiddelen nog steeds in aanmerking komen voor de MIA (Milieu-investeringsaftrek) en de Vamil (Willekeurige milieu-investeringen). Voordat je investeert wil je namelijk weten hoeveel je kunt afschrijven. De Milieulijst 2024 is flink ingekort vergeleken met vorig jaar. Er zijn 108 bedrijfsmiddelen verwijderd en daar komen er slechts zes voor terug. Daarnaast zijn de voorwaarden voor fiscale subsidies van 112 apparaten, bouwmaterialen, vervoersmiddelen en productiemethoden gewijzigd.

Europese regels gewijzigd

Europese regels voor staatsteun en de evaluatie van belastingsubsidies zijn veranderd met als gevolg deze forse vermindering in de lijst. Zo mag er bijvoorbeeld geen overheidssteun gegeven worden als je biomassa inzet in plaats van primaire grondstoffen. Tenzij het een afval of bijproduct betreft.  

De nieuwe Europese regels en normen zorgen er ook voor dat alleen ‘groene’ waterstof in aanmerking komt voor steun. Dus wordt de waterstof met fossiele brandstof opgewekt, dan krijgt het geen steun meer. Dit is alleen moeilijk te controleren en daarom is waterstof van de Milieulijst verwijderd.

Opschoning was nodig

Dat de lijst opgeschoond moest worden kwam voort uit de evaluatie van de MIA/Vamil. Milieu-investeringen in bedrijfsmiddelen die steeds toegankelijker zijn geworden en waarvan de aanschafprijzen zakken moeten sneller verwijderd worden. Zo wordt het aantal ondernemers dat zonder fiscale stimulans investeert beperkt.    

Zo worden Emissiearme vloeren in melkveestallen geschrapt omdat ze in verhouding met traditionele roostervloeren te weinig uitstootreductie opleveren. Voor varkens- en pluimveehouderijen blijven de belastingvoordelen dan weer beschikbaar.

Nieuwe toevoegingen Milieulijst

De gehele Milieulijst vind je hier. Nieuwe milieu-investeringen in bedrijfsmiddelen bestaan uit:

  • Mechanische bestrijdingsapparatuur die helpen bij plagen in de land- en tuinbouwgewassen.
  • Apparatuur voor het verminderen van ammoniak- en methaanemissies tijdens het uitrijden van mest
  • Een nieuw tapsysteem voor water en frisdranken. Dit helpt om het gebruik van wegwerpverpakkingen zoals flessen en pakken te verminderen.
  • Elektrisch aangedreven bakfiets (A 3119): alleen voor zakelijk gebruik en niet als u de bakfiets ook voor privédoeleinden gebruikt.
  • Oplaadpunt voor elektrisch aangedreven zware voertuigen en mobiele werktuigen:
    alleen met een uitgangsvermogen van ten minste 22 kW.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Groei & strategie Nieuws

Bedrijfsruimte huren als ondernemer: Hoe werkt dat?

Gaan de zaken goed, of begin je pas net en wil je daarom een bedrijfsruimte huren? Of het nu gaat om een kantoor, praktijk of winkel, het huren van een ruimte heeft zijn voordelen en nadelen. We bespreken in dit artikel de invloed van je investering en de verschillende soorten huurcontracten.

Overwegingen bij het huren van bedrijfsruimte

Het huren van een bedrijfsruimte biedt flexibiliteit, aangezien het opzeggen van een huurcontract vaak makkelijker is dan het verkopen van een pand. Bovendien neemt de verhuurder meestal het groot onderhoud voor zijn rekening. Dit scheelt je meteen een grote initiële investering. Maar huren betekent ook afhankelijkheid van de verhuurder. Denk bijvoorbeeld aan jaarlijkse stijgingen van huurprijzen en beperkte mogelijkheden tot tussentijdse opzegging. Het verbouwen of verduurzamen van het pand gaat ook niet zonder overleg met de verhuurder.

Flexibele alternatieven

Naast het huren van een bedrijfspand, zijn er diverse flexibele alternatieven beschikbaar. Denk hierbij aan het huren van een stoel in een kapsalon, het openen van een pop-up locatie, of het kiezen voor een flexibele werkplek in een bedrijfsverzamelgebouw waar je faciliteiten deelt met andere zelfstandigen. Afhankelijk van je situatie kun je soms beter gebruik maken van deze mogelijkheden.

De regels voor het huren van een bedrijfsruimte

Bij het (ver)huren van bedrijfsruimte gelden diverse regels, afhankelijk van het soort ruimte dat je huurt.

Optie 1. Publiek toegankelijke middenstandsbedrijfsruimte

Sommige panden, zoals winkels of horecapanden, zijn voor publiek toegankelijk. De eerste huurperiode duurt vijf jaar en kan daarna met vijf jaar worden verlengd. Tijdens deze periodes kan de verhuurder het huurcontract niet opzeggen. Jij kunt alleen het huurcontract van jouw kant ook niet opzeggen. Wil je de huurperiode verkorten? Dit kan door in het eerste huurcontract een kortere periode af te spreken. Voor zowel verhuurder als huurder geldt dezelfde opzegperiode na het eerste contract. Het tweede contract geldt automatisch voor vijf jaar.

Optie 2. Overige bedrijfsruimte

Dit omvat bijvoorbeeld opslagruimtes of kantoren. Hier kun je in overleg met de verhuurder zelf de huurperiode en contractduur bepalen. Overige bedrijfsruimtes kennen geen vaste huurperiode waarbij de verhuurder niet kan opzeggen. Je hebt wel ontruimingsbescherming, waardoor je bij de rechter om één jaar uitstel kunt vragen als de verhuurder de huur opzegt.

Energie label C is verplicht voor kantoren

Kantoorgebouwen met een oppervlakte groter dan honderd vierkante meter zijn verplicht om te beschikken over energielabel C of hoger. Indien dit niet het geval is, mag de ruimte niet gebruikt worden. Het is de verantwoordelijkheid van de verhuurder of eigenaar van het gebouw om ervoor te zorgen dat het aan deze specifieke eisen voldoet.

Wat hoort er in een huurcontract?

Je wilt zorgen voor een schriftelijk huurcontract. Download modelcontracten bij de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ). Voeg foto’s van de ruimte toe aan het contract als bewijs van de oorspronkelijke staat. Bij het opstellen van het contract is het raadzaam een bedrijfsmakelaar of jurist in te schakelen om duidelijke afspraken te maken en mogelijke conflicten met de verhuurder te voorkomen. Hiervoor kun je eventueel gebruik maken van onze Associate Partners.

Belangrijke onderwerpen in het huurcontract zijn:

  • Beschrijving en oppervlakte van de ruimte
  • Huurprijs en betaaltermijnen
  • Bestemming van het pand
  • Huurperiode en opzegtermijn
  • Mogelijkheden tot verlenging na afloop van de huurperiode

Daarnaast zijn er afspraken over:

  • Servicekosten
  • Onderhoud
  • Onderverhuur
  • Jaarlijkse huurverhogingen
  • Gemeentelijke belastingen
  • Betaling van nutsvoorzieningen (gas, water, licht)

Huurprijs vergelijken en bestemmingsplan controleren

Bepaal de huurprijs door de tarieven van vergelijkbare ruimtes in de buurt te onderzoeken. Voor het afsluiten van het contract kun je nog over de prijs onderhandelen. Achteraf de huurprijs aanpassen gaat via een procedure. Dus onderhandel van tevoren! Makelaars gebruiken een wettelijke rekenmethode voor het vaststellen van de huurprijs voor commerciële ruimtes en vergelijken deze met andere panden.

Voordat je het huurcontract ondertekent, controleer je het bestemmingsplan bij de gemeente om te verzekeren dat je bedrijfsactiviteiten in het pand zijn toegestaan. Informeer ook naar eventuele ontwikkelings- of herinrichtingsplannen van het gebied. Deze plannen kunnen gevolgen hebben voor je bedrijfsomzet.

Indeplaatsstelling: Het overnemen van een huurcontract

Bij het overnemen van een bedrijf in een middenstandsbedrijfsruimte kun je het huurcontract van de verkoper overnemen, wat bekend staat als ‘indeplaatsstelling‘. Dit bespaart je onderhandelingen over de huurprijs en voorwaarden en voorkomt dat de verhuurder de huurprijs voor jou als nieuwe huurder verhoogt.

Btw over de huurprijs?

Bij het huren van bedrijfsruimte is de huur doorgaans vrijgesteld van omzetbelasting (btw). Hoewel dit voor jou soms een nadeel kan zijn omdat je dan de btw op onderhoudskosten niet kunt terugvragen bij de Belastingdienst. Het is wel mogelijk om af te spreken om toch btw over de huur te betalen. Als je zelf btw-plichtig bent dan vormt dit geen nadeel aangezien je de betaalde btw op de huur kunt terugvorderen.

Voor ondernemers die de Kleineondernemersregeling (KOR) gebruiken, geldt dat zij de btw niet kunnen terugvorderen. In dat geval is overleggen om zonder btw te huren een optie.

De kosten voor het huren van je bedrijfsruimte vormen bedrijfskosten en mogen worden afgetrokken bij je aangifte inkomstenbelasting. Wil je meer advies over het slim omgaan met btw bij het huren van bedrijfsruimte? CijferAdvies staat klaar om je te helpen bij het vinden van de beste aanpak voor jouw specifieke situatie.