Categories
news Uncategorized

De verplichte AOV voor ondernemers uitgelegd

Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)voor ondernemers. Daar wordt al jaren over gesproken op het nieuws en in de politiek. Maar hoe zit het nu precies? Zit jij straks vast aan een verplichte AOV? Waarschijnlijk wel. Maar zover is het nog niet. In dit artikel lees je wat er op dit moment bekend is over de verplichte AOV voor ondernemers.

Na jarenlang overleg tussen politiek, werkgevers- en werknemersorganisaties is er een pensioenakkoord. Een onderdeel van deze wet is de verplichte AOV voor ondernemers. De invoering daarvan is om meerdere redenen een aantal keer uitgesteld. Naar verwachting treedt de wet in 2027 in werking.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Hoe zorg je ervoor dat je voldoende geld hebt om van te leven wanneer je ziek bent? Een korte ziekteperiode vang je wellicht op met spaargeld. Maar ben je langdurig ziek, dan is dit lastig. Er zijn verschillende manieren om dit op te vangen. Onder andere met een AOV. Hiermee verzeker je jezelf voor een bepaald bedrag per maand waar je van leeft. Een AOV voor ondernemers is op dit moment niet verplicht. De meeste ondernemers hebben er geen.

Voordelen van de AOV

Met een verplichte AOV voor ondernemers zijn alle werkenden in Nederland beschermd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Dat zorgt voor minder risico’s en lagere kosten voor de samenleving. Daarnaast hebben ondernemers meer financiële zekerheid als werken niet lukt. Ook kunnen verzekeraars ondernemers dan niet meer uitsluiten. Bijvoorbeeld ondernemers met een risicovol beroep.

Nadelen van de AOV

Niet alle organisaties zijn blij met de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Sommigen verwachten een te hoge premie, het bedrag dat je maandelijks betaalt, waardoor ondernemers financieel in de knel komen. Anderen vinden dat ondernemers zelf verantwoordelijk zijn een oplossing te zoeken om risico’s te verkleinen. Ondernemers weten zelf het beste wat past bij hun situatie.

De verplichte AOV in de praktijk

Hoe de verplichte AOV er voor jou uitziet is nog niet bekend. De wetten en regels worden op dit moment uitgewerkt op basis van een adviesrapport. Het is niet bekend of adviezen worden overgenomen in de nieuwe wet.

Nog even wachten

De precieze regels en het moment waarop de verplichte AOV in werking treedt is niet bekend. In de tussentijd kan jou wel iets overkomen waardoor je niet kunt werken. Bedenk daarom hoe jij je financiën regelt wanneer je arbeidsongeschikt raakt.

Heb je vragen over de AOV of arbeidsongeschiktheid? Neem contact op met jouw CijferAdviseur!

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categories
Uncategorized

Antwoorden over Belastingplan: pensioen, BTW en box 3

Zzp’ers krijgen al vanaf 1 januari 2023 met terugwerkende kracht meer ruimte voor hun pensioenopbouw. Dat bevestigt staatssecretaris Van Rij van Financiën in antwoorden op vragen over het Belastingplan 2023. Ook gaat hij in op onder meer het 0% BTW-tarief op zonnepanelen, box 3 van de inkomstenbelasting en de vliegbelasting.

Afgelopen Prinsjesdag heeft het kabinet weer een karrenvracht aan plannen en belastingwijzigingen gepresenteerd. Al die plannen roepen uiteraard ook vragen op in het parlement, en staatssecretaris Van Rij heeft nu weer 66 pagina’s aan antwoorden naar de Tweede Kamer gestuurd.

Pensioenopbouw voor zzp’ers

De bewindsman gaat onder meer in op de mogelijkheden voor pensioenopbouw voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen, zoals zzp’ers. Zelfstandig ondernemers hebben hierover aan de bel getrokken, vanwege het uitstel van de Wet toekomst pensioenen (WTP). Deze wet regelt onder meer dat zelfstandigen meer ruimte krijgen om pensioen op te bouwen, maar de invoering is uitgesteld naar 1 juli 2023. Tegelijkertijd wordt de opbouw van een oudedagsreserve voor zelfstandigen al per 1 januari 2023 aan banden gelegd. Daar dreigde dus een gat te ontstaan. Maar Van Rij bevestigt nu dat als de WTP op 1 juli ingaat, er terugwerkende kracht komt voor het deel dat de mogelijkheden voor pensioenopbouw verruimt. Op de situatie dat de WTP nog verder wordt uitgesteld gaat Van Rij niet in, omdat het kabinet een invoering per 1 juli 2023 ‘realistisch’ vindt.

Overbruggingswet voor box 3 van de inkomstenbelasting

In de Tweede Kamer leven ook veel vragen over de zogenoemde peildatumarbitrage rondom box 3. Het kabinet wil vanaf 2026 een nieuw stelsel invoeren voor deze heffing, en tot die tijd geldt er een overbruggingswet. Daarbij wordt er voor de heffing gerekend met verschillende rendementspercentages voor onder meer spaargeld en beleggingen. Dat percentage is voor spaargeld vooralsnog lager dan voor beleggingen. Kamerleden vrezen daarom dat belastingplichtigen rond het peilmoment van 1 januari tijdelijk beleggingen verkopen en dat geld op een spaarrekening zetten, waardoor de heffing dus lager uitvalt.
Van Rij denkt echter dat het zo’n vaart niet zal lopen met de arbitrage. Er zit al een antimisbruikregeling in de wet. Die zorgt er kort gezegd voor dat verschuivingen van bijvoorbeeld beleggingen naar spaargeld binnen drie maanden rond de peildatum worden genegeerd. Bij een omzetting van beleggingen naar spaargeld op pakweg 5 december wordt het geld dus gewoon als belegging aangeslagen. Van Rij wil de periode van drie maanden niet verlengen, omdat dit op gespannen voet staat met het eigendomsrecht van belastingplichtigen. Een verlenging zou ook niet veel méér helpen tegen arbitrage.

BTW op zonnepanelen, kilometerheffing en vliegbelasting

In de antwoorden gaat Van Rij ook nog in op andere fiscale zaken:

  • Het BTW-tarief van 0% op zonnepanelen valt niet door te trekken naar combinatieproducten, zoals een zonnewering met zonnecellen. Zulke producten zijn niet aan te merken als ‘zonnepanelen’ en mogen daarom van de Europese richtlijn niet onder een 0%-tarief vallen. Zonnepanelen die ook dakbedekking zijn (zoals speciale dakpannen) op woningen vallen wél onder het 0%-tarief, aldus Van Rij.
  • Het kabinet komt ‘later dit najaar’ met wat meer duidelijkheid rondom het systeem van betalen per kilometer voor automobilisten dat vanaf 2030 moet gaan gelden. Het kabinet deelt dan de resultaten van onderzoeken naar hoe de tariefstructuur eruit moet zien en wat er nodig is om te komen tot een waterdichte kilometerregistratie.
  • Het kabinet wil de belasting op vliegtickets niet ingewikkelder maken dan die nu is. Daarom is Van Rij geen voorstander van een systeem waarbij veel vliegers steeds méér belasting betalen en ook niet van een onderscheid naar de afstand van de vlucht. Wel wil het kabinet onderzoeken of passagiers die een ‘specifiek combinatieticket’ voor trein en vliegtuig vrijgesteld kunnen worden van vliegbelasting. Dit zou namelijk passagiers kunnen stimuleren om voor kortere afstanden de trein te nemen en daarna met het vliegtuig verder te reizen.

Bron: BV Rendement

Categories
Uncategorized

Afronding coronamaatregelen vraagt nog veel werk van Belastingdienst, UWV en RVO

Afronding coronamaatregelen vraagt nog veel werk van Belastingdienst, UWV en RVO. De afronding van de maatregelen ter ondersteuning van de ondernemers tijdens de coronacrisis vergt na twee jaar nog veel van RVO, UWV en de Belastingdienst.

Dit schrijven de ministers Adriaansens, Van Gennip en Schouten en staatssecretaris Van Rij in een brief met daarin een voortgangsrapportage van het steunpakket tijdens de coronacrisis. In de rapportage ligt de nadruk op de meest omvangrijke regelingen: TVL, NOW en belastinguitstel.

Belastinguitstel

Per 30 september 2022 is de totale openstaande belastingschuld bij ondernemers die gebruik maken van het versoepelde uitstel van betaling € 20,3 miljard. Van het oorspronkelijke bedrag aan uitstel was op 30 september 2022 ruim de helft reeds afgelost. Een beperkt aantal grote ondernemingen is verantwoordelijk voor het gros van de uitstaande belastingschuld, terwijl er veel kleinere IB-ondernemers zijn met een beperkte schuld. Ten opzichte van de vorige monitoringsbrief is vooral de schuld bij middelgrote bedrijven afgenomen.

Er zijn ca 2.000 ondernemers die de afgelopen maanden een saneringsverzoek hebben gedaan, hoofdzakelijk via schuldhulpverlening, de minnelijke schuldsanering. Er is nog geen effect te zien van de tijdelijke versoepeling van het saneringsbeleid, waarbij de Belastingdienst tijdelijk afziet van de preferentie positie als schuldeiser.

TVL

De periode tot wanneer ondernemers kunnen vaststellen is voor de twee lopende vaststellingsronden verlengd om ondernemers langer de tijd te geven om hun vaststelling in te dienen. Voor de TVL1, TVL Q4 2020, TVL Q1 2021, TVL Q2 2021 en TVL Q3 2021 is het niet meer mogelijk een vaststellingsverzoek in te dienen. Binnen deze openstellingen heeft 98% van de aanvragers een vaststellingsverzoek ingediend. Bij ondernemers die géén vaststellingsverzoek hebben ingediend, wordt nu overgegaan tot een ambtshalve vaststelling. Dit houdt in dat RVO de vaststelling uitvoert met de gegevens zoals die bekend zijn bij de Belastingdienst. Op dit moment staat er € 101 miljoen aan betalingsregelingen open bij 11.400 ondernemers. Tot dusver wordt op ongeveer 3% van de TVL-besluiten (verlening en vaststelling) bezwaar aangetekend.

NOW

Van de tot dusver verwerkte vaststellingen van de NOW-1 t/m 5 resulteert in totaal ongeveer 55% in een nabetaling en 45% in een terugvordering. Bij de NOW-1 en -2, waarvan de vaststelling ondertussen het verst gevorderd is, is deze verhouding ongeveer 30% nabetaling en 70% terugvordering. In totaal zijn er circa 11.000 bezwaren ingediend voor de NOW 1-5. De uitkomst van de afhandeling laat voor alle tranches ongeveer hetzelfde beeld zien: 40-50% is gegrond verklaard, 20-30% ongegrond verklaard, en de overige bezwaren zijn ingetrokken of niet ontvankelijk verklaard.

RVO, UWV en de Belastingdienst werken aan de laatste fase van de uitvoering: het vaststellen en het eventueel nabetalen of terugvorderen van subsidie en het in goede banen leiden van het terugbetalen van uitgestelde belastingen. Deze afronding vergt, ruim twee jaar na de uitbraak van het coronavirus, nog veel werk van deze uitvoerders.

Bron: Kamerbrief met voortgangsrapportage steunpakket coronacrisis (NOW, TVL en fiscale steun). nr. DGBI-TOP / 22436787 22518662, Ministerie EZK, SZW en Financien, 21 oktober 2022

Bron: Taxence