Categorieën
Bedrijfskundige analyse Eindejaarschecklist Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Inkomsten- en vennootschapsbelasting Jaarrekening (zzp & BV) Omzetbelasting & btw Rapportages & dashboards

Vermogen in je BV of privé?

In 2026 verandert het speelveld. Box 3 wordt zwaarder, de tegenbewijsregeling is nieuw én de BV-structuur vraagt om betere afwegingen. Wat is voor jou als ondernemer of DGA het slimst: vermogen in privé houden of (deels) onderbrengen in de BV? In dit artikel krijg je helder zicht op de fiscale gevolgen, administratieve eisen en praktische scenario’s. Je leest wat er verandert, hoe je daarop inspeelt en wanneer het loont om tijdig te herstructureren. Geen beleggingsadvies, wél inzicht voor een betere beslissing.

Inhoudsopgave

De nieuwe regels in beeld

Het fiscale speelveld verandert snel. In 2026 krijg je te maken met hogere heffing in box 3, maar er zijn ook al nieuwe spelregels zoals de tegenbewijsregeling. Tegelijk blijft de BV-structuur een alternatief, met z’n eigen kosten, tarieven en verplichtingen. Hieronder de kern op een rij. Later in dit artikel laten we zien hoe dit in de praktijk uitwerkt.

Box 3 wordt zwaarder: het heffingsvrije vermogen daalt naar €51.396 per persoon. Beleggingen vallen onder een forfaitair rendement van zo’n 7,78%, belast tegen 36%.

Sinds juli 2025 geldt de tegenbewijsregeling: kun je aantonen dat je werkelijke rendement lager is dan het forfait, dan betaal je minder. Voor beleggers met een laag rendement biedt dat extra ruimte om hun belastingdruk te verlagen.

BV-structuur: winst in de BV wordt belast via de vennootschapsbelasting (Vpb):

  • 19% tot €200.000
  • 25,8% daarboven

Bij uitkering aan privé betaal je vervolgens box 2:

  • 24,5% tot €67.804
  • 31% daarboven (tarieven 2025)

Tel daar de Wet excessief lenen bij op: wie meer dan €500.000 leent van zijn BV, wordt op het meerdere belast in box 2.

Vergelijking in cijfers (2026)

Structuur

Belasting laag 1

Belasting laag 2

Totaalbelasting bij uitkering

Box 3 (privé)

Forfait 7,78% × 36%

n.v.t.

~2,8% over vermogen

BV (tot €200.000)

Vpb 19%

Box 2: 24,5% – 31%

~39% – 44% over winst

BV (>€200.000)

Vpb 25,8%

Box 2: 24,5% – 31%

~44% – 49% over winst

Let op: bij lage rendementen (<3%) kan tegenbewijs in box 3 zorgen voor fors lagere belasting. In de BV kun je kosten aftrekken en dividend spreiden.

De fiscale puzzel: BV of privé?

Er is geen one size fits all. De optimale route hangt af van je rendement, je uitdeelbeleid en je vermogensopbouw. Toch kun je op basis van een paar uitgangspunten al goed richting kiezen.

  • Laag rendement (< 3% netto) → privé kan voordeliger zijn, vooral als je gebruikmaakt van de tegenbewijsregeling. Je betaalt dan belasting over het werkelijke (lage) rendement in plaats van het hoge forfait.
  • Hoog rendement (> 6% netto) → de BV-structuur biedt dan vaak meer ruimte. Je kunt kosten aftrekken, de winst gefaseerd uitkeren en zo slim gebruikmaken van de box 2-schijven.
  • Onvoorspelbaar rendement → dan loont het om meerdere scenario’s naast elkaar te zetten. Wat doe je als het rendement tegenvalt? Of juist meezit? Hierin speelt flexibiliteit een grote rol.

Stel: je beheert een portefeuille van €600.000, grotendeels in vastgoed en obligaties. In box 3 val je dan onder het hoge forfait van 7,78%, terwijl je netto misschien 3 tot 4% overhoudt. Zonder tegenbewijs betaal je dus over een rendement dat je feitelijk niet maakt. In een BV kun je kosten aftrekken en eventueel het dividend uitstellen tot een later (fiscaal gunstiger) moment.

Ander voorbeeld: je verwacht een sterk jaar, met rendement boven de 8%. Dan kan de BV-structuur voordeliger uitpakken, zelfs na Vpb en box 2. Zeker als je niet direct uitkeert, maar reserves opbouwt voor de lange termijn.

Kortom: laat je keuze afhangen van rendement én timing. Reken verschillende scenario’s door, zodat je niet achteraf met een dure verrassing zit.

Administratieve realiteit

Wil je gebruikmaken van de tegenbewijsregeling? Dan moet je in 2025 al beginnen met het registreren van werkelijke rendementen: rente, dividend, waarde mutaties. Die data moeten controleerbaar en goed onderbouwd zijn. Je boekhouder of CijferAdviseur kan hierbij ondersteunen: van het inrichten van een eenvoudige rendementstrack tot het checken van de fiscale onderbouwing.

Kies je voor de BV-structuur? Dan heb je méér administratie nodig, zoals:

  • Correcte Vpb-aangiften
  • Een actuele jaarrekening
  • Dividendadministratie en aangiften in box 2

Ook hier is een boekhouder onmisbaar: hij bewaakt deadlines, stelt de juiste stukken op en voorkomt dat je fiscale voordelen laat liggen of boetes riskeert.

Sta je boven de €500.000 aan leningen bij je eigen BV? Dan moet je dit goed registreren en plannen, om box 2-heffing te beperken. Samen met je adviseur kun je hier een afbouwplan voor maken, bijvoorbeeld via dividend of herstructurering.

En let op: bij obligaties met aangegroeide rente gelden aangepaste regels, met terugwerkende kracht tot 25 augustus 2025. Het is dus belangrijk om ook je historische gegevens op orde te hebben.

Vooruitblik: op weg naar werkelijk rendement (2028)

Vanaf 2028 wil het kabinet box 3 baseren op het werkelijke rendement. Geen forfait meer, maar belasting op wat je écht verdient. Tot die tijd werken we met overgangsjaren, waarin het forfait en het tegenbewijs naast elkaar bestaan. Juist daardoor wordt vooruitkijken belangrijk.

Wat je nú beslist, bijvoorbeeld om beleggingen onder te brengen in een BV, kan over drie jaar ineens nadelig uitpakken. Tegelijk kan tegenbewijs in box 3, dat vandaag aantrekkelijk lijkt, over een paar jaar verdwijnen. Daarom is het slim om met je boekhouder of adviseur vooruit te kijken. Niet alleen naar het tarief van vandaag, maar naar het fiscale speelveld van morgen. Kies niet alleen voor wat nú gunstig lijkt, maar voor wat straks ook nog werkt.

Wat CijferAdvies voor je doet

Bij CijferAdvies combineren we boekhouding 2.0 met proactief fiscaal advies. We denken met je mee over slimme keuzes rondom je BV-structuur, je belastingdruk en je administratie. Geen standaard jaarrekening of achterafcorrectie, maar actief meedenken en vooruit plannen. We blijven weg van vermogensbeheer en beleggingsadvies, maar zorgen er wél voor dat je op basis van actuele cijfers de juiste keuzes maakt.

Wat je van ons mag verwachten:

  • Analyse van je huidige positie in box 3: waar loop je risico, waar liggen de fiscale kansen?
  • Doorrekening van scenario’s: wat betekent het fiscaal als je kiest voor privé of juist voor de BV?
  • Administratie in orde brengen: van rendementsoverzichten tot dividendbesluiten en leningen van de BV.
  • Vooruitkijken naar 2028: hoe stem je je fiscale keuzes nu al goed af op het werkelijke rendement stelsel dat eraan komt?

Heb je naast fiscaal inzicht behoefte aan een breder financieel overzicht? Dan verwijzen we je graag door naar een expert. Zoals onze Associate Partner Ramon Wernsen, die ondernemers helpt met een persoonlijk financieel levensplan. Daarmee koppel je fiscaal inzicht aan toekomstgericht financieel overzicht, zonder dat wij zelf vermogensadvies geven.

Categorieën
Branchegerichte boekhouding Nieuws Omzetbelasting & btw

Reisbureauregeling btw toepassen zonder stress

Reizen verkopen is een vak. Maar winst houden aan het eind van de rit? Dat lukt alleen als je ook je btw slim regelt. Daar komt de reisbureauregeling bij kijken, ook wel bekend als TOMS. Die regeling bepaalt hoeveel btw je moet afdragen over samengestelde reizen. In theorie lijkt het een eenvoudige oplossing, maar in de praktijk raak je al snel verstrikt in uitzonderingen, grijze gebieden en risico’s. En vergis je niet: zelfs ervaren ondernemers maken hier fouten, vaak zonder het te merken. Tot de naheffing op de mat valt. Of de marge ineens verdampt. In dit artikel laten we je zien hoe je dat voorkomt. Je krijgt zeven concrete controles waarmee je je marge beter beschermt én grip houdt op je btw. Praktisch, herkenbaar en zonder droog geneuzel.

Inhoudsopgave

Waarom dit nú telt voor de reisbranche

Je organiseert een reis naar Italië. Alles klopt: de locaties, het vervoer, de sfeer. De klant is enthousiast, jij tevreden. Totdat je de administratie opent en je afvraagt of je alles wel goed hebt geregeld. Moet je btw rekenen over de hele reissom? Mag je iets aftrekken of juist niet? En hoe ga je om met dat ene deel van de reis dat buiten de EU valt?

Op dat moment stap je in de wereld van de reisbureauregeling. Ook wel TOMS genoemd. Een regeling die je marge stilletjes kan aantasten als je de regels niet precies volgt. Maar wie weet waar je op moet letten, voorkomt fouten en houdt meer over.

Wat is TOMS in gewone taal?

TOMS betekent dat je btw betaalt over de marge, niet over de hele reissom. Die marge is het verschil tussen wat je klant betaalt en wat jij inkoopt aan reisdiensten. Je mag de btw op die inkoopkosten niet terugvragen. Op andere kosten, zoals marketing en kantoor, meestal wel. Op je factuur zet je geen btw-bedrag, maar wel de tekst: ‘bijzondere regeling reisbureaus’. De reisbureauregeling geldt alleen als je op eigen naam verkoopt, als de klant een reiziger is (ook een bedrijf), en als de dienst direct voor die reiziger bedoeld is. Op papier lijkt het duidelijk, maar in de praktijk zie je snel iets over het hoofd.

7 slimme controles die je marge beschermen

1. Verkoop je op eigen naam, of bemiddel je?

Dit lijkt een detail, maar het verschil is groot. Als je op eigen naam verkoopt, val je onder de reisbureauregeling. Bemiddel je alleen? Dan gebruik je de normale btw-regels. En dat verschil telt. Foute etiketten leiden tot foute aangiftes. Soms betaal je te veel, soms te weinig. Beide kosten je geld of leveren risico op.

2. Is je klant een ‘reiziger’?

Veel ondernemers denken dat TOMS alleen voor consumenten geldt. Maar ook een bedrijf, zoals een ander reisbureau, kan als ‘reiziger’ worden aangemerkt. Het gaat erom voor wie de dienst bedoeld is. Niet om wat voor soort klant het is.

3. Welke marge-aanpak gebruik je?

Je mag kiezen: bereken je de marge per kwartaal of per individuele reis? De keuze moet je vastleggen, en geldt dan vijf jaar. Kies je voor de tijdvakmethode? Dan mag je negatieve marges binnen hetzelfde jaar verrekenen. Bij de per-reismethode mag dat niet. Denk dus goed na over wat past bij jouw bedrijf.

4. Heb je EU en buiten-EU goed verdeeld?

Een reis naar Noorwegen is iets anders dan een trip naar Parijs. In de btw maakt dat veel uit. Het deel binnen de EU belast je met 21%. Het deel buiten de EU valt vaak onder 0%. De verdeling moet je onderbouwen met locaties, routes en bijvoorbeeld tickets.

5. Wat regel je zelf, en wat koop je in?

Als je zelf een busreis of hotel verzorgt, valt dat onder de gewone btw-regels. Alleen het deel dat je inkoopt, valt onder TOMS. Splits je aanbod dus duidelijk. Wat doe je zelf? Wat besteed je uit? En hoe verwerk je dat in je administratie?

6. Trek je niet per ongeluk verkeerde btw af?

Je mag de btw op ingekochte reisdiensten niet aftrekken. Die zit namelijk al in je winstmarge, en daarover draag je btw af via de TOMS-regeling. Maar let op: dat geldt niet voor ál je kosten. Uitgaven voor je kantoor, je boekhoudpakket of je marketingcampagne vallen daarbuiten. Daarover mag je btw meestal wél terugvragen. Juist daarom is het belangrijk dat je inkoopfacturen goed zijn gescheiden. Wat valt onder de reisdienst voor de klant? En wat is overhead? Die scheidslijn bepaalt wat je mag terugvorderen en wat niet.

7. Vermeld je de juiste informatie op je factuur en draag je op tijd btw af?

Op je factuur aan de klant mag géén btw-bedrag staan. Maar wél de tekst: “bijzondere regeling reisbureaus”. En let op met vooruitbetalingen. Als de dienst dan al voldoende duidelijk is, moet je de btw misschien al afdragen. Ook al is de reis nog niet begonnen. Mis je dat? Dan ligt een naheffing op de loer.

Praktijkvoorbeelden die je herkent

Concrete situaties zeggen vaak meer dan regels. Daarom hieronder vijf voorbeelden vanuit de reisbureauregeling die je waarschijnlijk herkent of binnenkort zelf tegenkomt.

Rekenvoorbeeld bij de tijdvakmethode

Je verkoopt in het eerste kwartaal reizen voor €25.000 (inclusief btw). De inkoop van die reizen kostte je €20.000. Dat betekent een marge van €5.000. Over dat bedrag bereken je btw: 21/121 van €5.000 is €868. Voor reizen buiten de EU geldt meestal 0%, dus dat deel sluit je uit. Heb je negatieve marges? Die mag je bij deze methode binnen hetzelfde kalenderjaar verrekenen.

Een deels zelf georganiseerde reis

Je regelt een pakketreis van €3.000. Daarin verzorg je het busvervoer zelf en huur je de hotels in. De hotelkosten bedragen €1.800. Je eigen vervoer waardeer je op €545. Dan blijft er €655 over aan marge op de ingekochte reisdiensten. Dat is het bedrag waarover je btw moet afdragen. De rest valt onder de normale btw-regels.

Bestemming buiten de EU: Noorwegen

Je organiseert een reis naar Noorwegen, met ook wat tussenstops in de EU. Dan moet je je marge verdelen. Het EU-gedeelte belast je met 21%, het Noorwegen-gedeelte valt onder 0%. Die verdeling moet je goed onderbouwen: met boekingen, routes en ticketdata. Zonder bewijs geen 0%.

Werk je als bemiddelaar? Dan geldt TOMS niet voor jou

Je werkt als zelfstandig reisadviseur en bemiddelt een Canada-reis voor een grote touroperator. Jij valt dan niet onder de reisbureauregeling, maar onder de normale btw-regels. De touroperator geeft aan dat je je vergoeding moet splitsen: 70% belast met 0%, 30% met 21%. Die verdeling neem je over op je factuur.

Annuleringen en no-shows: verschil zit in het moment

Een klant annuleert vóór vertrek. Dan hoef je géén btw te rekenen over de vergoeding. Maar komt iemand niet opdagen of zeg je pas na aanvang af? Dan wél. De btw hangt dus af van het exacte moment van annuleren. Zorg dat je voorwaarden dat ondersteunen – dat voorkomt discussies bij controle.

Wat als het toch misgaat?

Een onjuiste verdeling tussen EU en buiten-EU-delen, of het onterecht aftrekken van voorbelasting, kan je marge flink aantasten. En de Belastingdienst kijkt mee. Heb je een verkeerde factuur uitgereikt of het verkeerde moment van afdracht gekozen? Dan kan er zomaar een naheffing volgen, met rente én boete. En vergeet niet: de keuze voor je margeaanpak geldt minimaal vijf jaar. Geen ruimte dus om zomaar te wisselen als je erachter komt dat het toch beter anders kon.

Zo helpt CijferAdvies jouw reisbedrijf

We weten hoe weerbarstig de reisbureauregeling kan zijn. Daarom denken we graag met je mee. Soms is een korte blik op je margeberekening al genoeg om rust te brengen in je aangifte. In andere gevallen helpt het om je grootboek slim in te richten, zodat je precies weet welk deel van je omzet onder TOMS valt en wat juist niet. We kunnen meekijken met je facturen of voorstellen doen voor betere contractteksten. En werk je met voorschotten of reiscombinaties? Dan zorgen we voor een heldere onderbouwing. Geen standaardoplossingen, maar maatwerk dat past bij hoe jij werkt. Dat maakt het verschil. Op papier én in je portemonnee.

Wil je weten hoe jouw TOMS-regeling ervoor staat?

Plan een kennismakingsgesprek. We kijken vrijblijvend met je mee en laten je zien waar je kansen en valkuilen zitten. Of het nu gaat om je marge-aanpak, de verdeling tussen EU en buiten-EU of de inrichting van je administratie. Je krijgt altijd een concreet beeld van wat beter kan.

Categorieën
Nieuws Omzetbelasting & btw

‘Accijnsverlaging brandstof wordt waarschijnlijk teruggedraaid per 1 januari 2024’

Het stukje Accijnsverlaging als extra korting op de prijs van brandstof gaat waarschijnlijk weg op 1 januari 2024. Maar de precieze prijzen kunnen nog veranderen door beslissingen die in augustus worden genomen en de bespreking van het Belastingplan 2024 in de Tweede Kamer. Dat heeft staatssecretaris Van Rij gezegd als antwoord op vragen van Kamerleden over de brandstofprijzen vanaf volgend jaar.

Ook gaat de belasting op brandstof aan het begin van elk jaar omhoog volgens een vaste regel. Dit jaar wordt dat verhoogd met 9,9%. In Europa zijn er bepaalde afspraken over de laagste belasting op brandstof. Landen mogen zelf kiezen om meer belasting te vragen. De brandstofprijs in buurlanden bepaalt niet onze prijzen. De regering kijkt naar veel dingen als ze de brandstofprijs vaststellen, zoals geld dat ze nodig hebben, het effect op het milieu en of het mensen aan de grens beïnvloedt.

Reiskostenvergoeding zonder belasting

De vergoeding voor reiskosten zonder belasting geldt voor alle kilometers die je voor je werk rijdt, ook als je bijvoorbeeld met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer gaat. Maar het is wel slim om te kijken naar wat een gemiddelde auto kost per kilometer. Dat hangt af van het soort auto en hoeveel die verbruikt.

Op 1 juli 2023 heeft Van Rij met de Kamer gedeeld wat de kosten zijn van een gemiddelde auto (klasse A tot en met C) in 2022, tussen de € 0,143 en € 0,189 per kilometer. Dat is lager dan de vergoeding van € 0,22 per kilometer die vanaf 2024 geldt. Tijdens de bespreking van het Belastingplan 2023 is gezegd dat ze gaan kijken of de vergoeding in 2024 naar € 0,23 per kilometer kan. Dat kost wel geld, dus ze moeten bedenken hoe ze dat gaan betalen. Daar wordt later in augustus over beslist.

Bron: Kamerbrief en beantwoording vragen van het lid Omtzigt over de brandstofaccijnstarieven per 1 januari 2024 geschoond, nr. 2023-0000188039, Ministerie van Financien, 23 augustus 2023

Categorieën
Nieuws Omzetbelasting & btw Pensioen & nalatenschap

FOR beëindigd: Hoe zorg je voor je pensioen als ondernemer?

Per 1 januari 2023 is de opbouw van de fiscale oudedagsreserve (FOR) voor ondernemers in de inkomstenbelasting stopgezet.  Hoe bouw je nu pensioen op als ondernemer? Bij CijferAdvies begrijpen we dat pensioenplanning een cruciaal onderdeel is van jouw financiële toekomst. Daarom delen we graag onze expertise om je te helpen bij het maken van weloverwogen beslissingen. Ontdek de mogelijkheden en creëer een solide pensioenbasis voor een zorgeloze toekomst.

Je kunt bijvoorbeeld jouw opgebouwde oudedagsreserve behouden of overzetten naar een ander pensioenproduct. Bovendien zijn er diverse opties beschikbaar om nieuw pensioenvermogen op te bouwen. Want laten we eerlijk zijn, enkel vertrouwen op de AOW kan onvoldoende zijn om jouw gewenste levensstandaard te behouden.

Wat is de fiscale oudedagsreserve (FOR)?

De fiscale oudedagsreserve (FOR) is van toepassing op ondernemers in een eenmanszaak, vof, maatschap en cv. Ongeveer een derde van de ondernemers maakt gebruik van deze regeling. Hoewel de FOR de naam oudedagsreserve draagt, is het geen daadwerkelijk pensioen. Toch kon er een soort van pensioen als ondernemer mee opgebouwd worden. Bij het sparen voor je pensioen zet je geld opzij voor je oude dag. De FOR is slechts een uitstel van belasting op een deel van de winst van je bedrijf. Het is niet verplicht om het onbelaste deel van de winst apart te zetten op een geblokkeerde bankspaarrekening of een lijfrente te kopen. In de praktijk gebruiken veel ondernemers het geld juist binnen hun onderneming.

Veranderingen na 1 januari 2023

Sinds 1 januari 2023 is het niet langer mogelijk om de FOR verder op te bouwen. Als je al een FOR hebt opgebouwd? Dan kun je deze volgens de oude regels afwikkelen. Je kunt het in sommige gevallen ook behouden of overzetten naar een nieuw pensioen product.

Wat te doen met je bestaande FOR?

Het opgebouwde bedrag in de FOR kan blijven staan, maar het betekent niet dat je automatisch een pensioenregeling hebt. Je kunt ervoor kiezen om pensioen op te bouwen door bijvoorbeeld een lijfrente te kopen of te gaan sparen via een bank. Het bedrag in de FOR neemt dan af met hetzelfde bedrag als je inlegt voor lijfrente of sparen.

Het vrijgekomen bedrag van de FOR wordt bij de winst opgeteld, en de inleg voor de lijfrente of het sparen is aftrekbaar. Hierdoor betaal je per saldo geen belasting op het moment van omzetten. Bij uitkeringen uit de lijfrente of het sparen in de toekomst wordt er wel belasting ingehouden.

Tot het moment dat je stopt met je onderneming, kun je ervoor kiezen om je FOR om te zetten in een lijfrente of bankspaarrekening. Hiervoor is wel contant geld nodig. Als je bij het beëindigen van je onderneming nog een FOR-stand hebt, wordt dat bedrag toegevoegd aan de winst van dat jaar. Je moet dan belasting over dat bedrag betalen.

Soorten pensioenvoorzieningen voor ondernemers

Als ondernemer kun je op verschillende manieren pensioen opbouwen naast je AOW, ook als je al bij een verplicht pensioenfonds bent aangesloten. Je kunt zelf sparen of beleggen, sparen of een pensioenproduct kopen bij een verzekeraar of andere aanbieder. Het kan handig zijn om de hulp in te schakelen van een onafhankelijk financieel adviseur of pensioenadviseur. Je kunt ook zelf verschillende producten en spaarmethoden vergelijken om inzicht te krijgen in het rendement. Hieronder vind je een aantal alternatieve spaarmogelijkheden voor je pensioen. Het is ook mogelijk om deze te combineren voor meer rendement en flexibiliteit.

Privé sparen of beleggen

Bij privé sparen is een deel van het vermogen vrijgesteld van belasting, het zogenaamde heffingsvrij vermogen. Het bedrag boven dit vrijgestelde deel wordt belast in box 3 van de inkomstenbelasting. Het nadeel van privé sparen is dat het vermogen nauwelijks groeit bij een lage rente. Beleggen brengt meer risico met zich mee, maar kan op de lange termijn mogelijk hogere rendementen opleveren.

Sparen of fiscaal pensioensparen

Bij sparen voor pensioen kun je maandelijks een bedrag sparen dat je tot een bepaald maximumbedrag kunt aftrekken van de belasting. Het saldo op je bankspaarrekening is vrijgesteld van belasting in box 3 van de inkomstenbelasting. Je kunt zelf de start van periodieke uitkeringen bepalen, maar deze moeten uiterlijk vijf jaar na de AOW-leeftijd van de rekeninghouder beginnen. Tot die tijd blijft het geld vaststaan.

Sparen via een commerciële pensioenaanbieder

Commerciële aanbieders, zoals verzekeringsmaatschappijen, bieden verschillende pensioenproducten aan. Denk hierbij aan lijfrentes, koopsompolissen en zzp-pensioenen. Bij een zzp-pensioen fungeert de inleg ook als buffer bij arbeidsongeschiktheid. Als je arbeidsongeschikt raakt, kun je het zzp-pensioen laten uitkeren om van te leven.

Zorg voor pensioenopbouw

Als je nog niet bent begonnen met het opbouwen van pensioen, is het raadzaam om te berekenen of alleen AOW voldoende is om je levensstijl na je pensionering voort te zetten. Ongeacht je leeftijd geldt: hoe eerder je begint met pensioenopbouw, hoe gemakkelijker het is om voldoende pensioenvermogen op te bouwen om later van te kunnen rondkomen of zelfs eerder met pensioen te gaan.

Wil je meer weten over pensioenopbouw?

Wil je jouw opgebouwde pensioenstatus bekijken? Bezoek Mijnpensioenoverzicht.nl voor een overzichtelijk inzicht. Bij CijferAdvies staan we klaar om je te helpen bij het plannen van een solide pensioen.

Categorieën
Nieuws Omzetbelasting & btw

5 tips voor de aangifte inkomstenbelasting 2022

De aangifte inkomstenbelasting 2022 komt er weer aan! Hoewel het invullen van de aangifte voor veel ondernemers geen favoriete bezigheid is, hoeft het geen stressvolle ervaring te zijn. In dit artikel delen we een aantal tips en tricks om de aangifte inkomstenbelasting 2022 zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Tip 1: Zorg voor structuur

Allereerst is het belangrijk om de juiste documenten en informatie bij de hand te hebben. Zorg ervoor dat je alle relevante inkomsten- en aftrekposten verzamelt, zoals loonstroken, jaaropgaven, facturen, bonnen en bankafschriften. Zo voorkom je dat je achteraf nog iets moet aanvullen of corrigeren. Het is handig om hiervoor een goede mappenstructuur aan te maken. Hierdoor vind je alles makkelijk terug.

Tip 2: De automatische verdeling van aftrekposten tussen fiscale partners

Een andere tip is het schuiven met aftrekposten tussen fiscale partners. Hiervoor was aanvankelijk een nieuw snufje ingebouwd in het aangifteprogramma voor 2022, maar deze functionaliteit bleek niet helemaal foutloos te werken en is daarom eerder uitgezet. Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft laten weten dat de functie ook niet meer terugkeert voor de aangifte over 2022. Voor de aangifte inkomstenbelasting over 2023 zal de functionaliteit wel weer beschikbaar zijn.

Tip 3: Gebruik de handige tools die beschikbaar zijn

Om ervoor te zorgen dat je geen voordelen misloopt, kun je gebruikmaken van de toolbox ‘Stap voor stap door de aangifte inkomstenbelasting’ van Rendement. Deze toolbox geeft uitleg over aftrekposten en aandachtspunten die je wellicht nog niet kende. De Kamer van Koophandel heeft ook een tool beschikbaar voor het berekenen van je inkomstenbelasting. En zo zijn er vast nog wel meer te vinden.

Tip 4: Er zijn aftrekposten beschikbaar!

Het is goed om te weten dat er diverse aftrekposten zijn waar je als ondernemer recht op kunt hebben, zoals de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek en de investeringsaftrek. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van deze mogelijkheden en dat je ze op de juiste manier verwerkt in je aangifte.

Tip 5: De algemene aandachtspunten

Hieronder vind je nog enkele algemene aandachtspunten:

  • Voor ondernemers is het belangrijk om op te letten bij gemengde kosten. Dit zijn kosten die zowel zakelijk als privé gebruikt worden. Voor 2022 zijn kosten tot € 4.800 niet aftrekbaar.
  • De forfaitaire rendementspercentages voor box 3 over 2022 zijn bekendgemaakt. Voor spaargeld is dit 0,00% en voor schulden 2,28%.
  • Het is alleen nog in 2022 mogelijk om geld toe te voegen aan de oudedagsreserve. Vanaf 2023 is dit niet meer mogelijk.
  • Heb je in 2022 een uitkering ontvangen uit de startersvariant van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)? Dan moet je deze tegemoetkoming tot het inkomen rekenen. Dit geldt niet voor andere TVL-uitkeringen.

Tot slot is het altijd verstandig om je aangifte inkomstenbelasting te laten controleren door een expert. Een belastingadviseur of boekhouder kan je helpen om eventuele fouten op te sporen en te corrigeren. Ze kunnen je ook advies geven over mogelijke besparingen.