Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

Financiële planning voor zzp’ers: hoe haal je het meeste uit je inkomen?

Als zzp’er heb je de vrijheid om je eigen bedrijf te runnen en je eigen financiële koers te bepalen. Echter, met deze vrijheid komt ook de verantwoordelijkheid om je financiën goed te beheren en te plannen voor de toekomst. In dit artikel bespreken we enkele onderdelen van een financiële planning. Dankzij een goede planning kun je het meeste uit je inkomen halen. Dat begint met een solide financiële basis leggen.

Table of Contents

1. Budgettering en kostenbeheer

Een van de eerste stappen in een effectieve financiële planning is het opstellen van een gedetailleerd budget. Dit betekent dat je moet weten waar je geld vandaan komt en waar het heen gaat. Wat zijn je inkomstenbronnen en was zijn je maandelijkse uitgaven? Door een goed overzicht te hebben van je financiën kun je beter bepalen waar je geld naartoe gaat. Dit helpt bij het realiseren van mogelijke besparingen.

2. Planning van belastingaangiften

Als zzp’er ben je zelf verantwoordelijk voor het indienen van je belastingaangiften. Het is daarom belangrijk om op de hoogte te zijn van de verschillende belastingregels en deadlines. Door je belastingzaken goed te plannen en te organiseren, kun je mogelijk belastingvoordelen benutten en boetes voorkomen. Of schakel een boekhouder in. Die kan dit voor je bijhouden.

3. Opzetten van een pensioenregeling

Als zelfstandige bouw je geen pensioen op via een werkgever. Het is dus aan jou om zelf een pensioenregeling op te zetten. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een individueel pensioenplan of het afsluiten van een lijfrenteverzekering. Je kunt eigenlijk niet vroeg genoeg beginnen met sparen voor je pensioen. Er is tegenwoordig ook extra jaarruimte beschikbaar voor zzp’ers. Dit jaar is dus een goed moment om te starten met het opbouwen van je pensioen.

4. Beheren van cashflow

Een gezonde cashflow is essentieel voor het voortbestaan van je bedrijf. Zorg ervoor dat je voldoende liquide middelen hebt. Je wilt je lopende kosten dekken en onvoorziene uitgaven op kunnen vangen. Dit kan onder meer door het opzetten van een bufferrekening voor noodgevallen. Je klanten op tijd factureren helpt ook. Eventueel gebruik je een factoring bedrijf, zodat je eerder geld op de bank hebt.

5. Omgaan met onvoorziene uitgaven

Als zzp’er kunnen onverwachte uitgaven altijd voorkomen. Reparaties aan apparatuur of medische kosten bijvoorbeeld. Het is daarom verstandig om een aparte reserve aan te leggen voor incidentele kosten. Door regelmatig geld opzij te zetten voor noodgevallen, kun je voorkomen dat deze uitgaven je financiële stabiliteit in gevaar brengen.

Conclusie

Het opzetten van een effectieve financiële planning is belangrijk voor zzp’ers. Je inkomen optimaliseren en een stevige financiële fundering vormen de basis van je bedrijf. Dit doe je door budgettering, belastingplanning, pensioenopbouw, cashflowbeheer en het omgaan met onvoorziene uitgaven serieus te nemen. Zo blijf je op de gewenste financiële koers en kun je succesvol zijn in je onderneming.

Bij CijferAdvies staan we klaar om zzp’ers te helpen bij het opzetten van een doordachte financiële strategie die aansluit bij hun specifieke behoeften en doelstellingen. Neem gerust contact met ons op voor deskundig advies en ondersteuning op het gebied van financiële planning en boekhouding.

Categorieën
Belastingen & Fiscaal Advies Nieuws

Belastingdienst kampt met capaciteitstekort voor innen coronabelastingschulden

Volgens de Algemene Rekenkamer staat de Belastingdienst voor een uitdaging: het innen van de resterende coronabelastingschulden. Deze schulden bedragen maar liefst €5,7 miljard. Tijdens de coronapandemie kregen bedrijven en zzp’ers voor een totaalbedrag van €40 miljard aan belastinguitstel, wat destijds cruciaal was voor veel ondernemers om te overleven. Hoewel ondernemers inmiddels zo’n €26 miljard hebben afgelost, blijft een aanzienlijk bedrag onbetaald.

Te weinig capaciteit

Het ontbreekt de Belastingdienst echter aan voldoende capaciteit om deze resterende coronabelastingschulden effectief aan te pakken. De openstaande coronaschulden variëren sterk per onderneming; van €8 tot maar liefst €1,3 miljard. Voornamelijk mkb-bedrijven en zzp’ers in branches zoals de detailhandel, bouw en onderzoek en advies worden hierdoor getroffen. Al voor de uitstelregeling was duidelijk dat een deel van deze schulden mogelijk oninbaar zou zijn. De minister van Financiën ging destijds uit van een bedrag van €2,5 miljard.

Lage prioriteit voor toezicht

Het gebrek aan capaciteit heeft als gevolg dat toezicht momenteel de laagste prioriteit heeft. Dit betekent dat er nauwelijks dwangmaatregelen worden genomen na het versturen van een dwangbevel. Daarnaast beperkt het personeelstekort de mogelijkheid om maatwerk te bieden aan mkb’ers en zzp’ers. Hierdoor bestaat het risico dat ondernemers dieper in de schulden raken, omdat ze zich minder houden aan belastingwet- en regelgeving.

Kunstmatig overeind blijven geen oplossing

Hoewel coulante regelingen kunnen helpen om financieel gezonde ondernemers overeind te houden, kan dit in combinatie met capaciteitstekorten bij de Belastingdienst ook leiden tot het langer kunstmatig overeind houden van niet levensvatbare bedrijven. Staatssecretaris Van Rij erkent de conclusies uit het rapport en geeft aan op termijn invorderingsmaatregelen te willen nemen tegen ondernemers die niet aan hun betalingsverplichtingen voldoen.

Bron: Algemene Rekenkamer, 6 februari 2024

Categorieën
Duurzaam ondernemen & subsidies Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Belastingvoordeel op milieu-investeringen worden beperkt

Sinds 1 januari is de lijst van milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen aangepast. Zo vallen elektrische taxi’s, met waterstof aangedreven werktuigen en emissiearme stalvloeren buiten de regeling. Gebruik je biomassa als grondstof? Dan is ook daar het fiscale voordeel verdwenen.  

Milieulijst 2024 korten dan 2023

Het is goed om ieder jaar te checken welke innovatieve bedrijfsmiddelen nog steeds in aanmerking komen voor de MIA (Milieu-investeringsaftrek) en de Vamil (Willekeurige milieu-investeringen). Voordat je investeert wil je namelijk weten hoeveel je kunt afschrijven. De Milieulijst 2024 is flink ingekort vergeleken met vorig jaar. Er zijn 108 bedrijfsmiddelen verwijderd en daar komen er slechts zes voor terug. Daarnaast zijn de voorwaarden voor fiscale subsidies van 112 apparaten, bouwmaterialen, vervoersmiddelen en productiemethoden gewijzigd.

Europese regels gewijzigd

Europese regels voor staatsteun en de evaluatie van belastingsubsidies zijn veranderd met als gevolg deze forse vermindering in de lijst. Zo mag er bijvoorbeeld geen overheidssteun gegeven worden als je biomassa inzet in plaats van primaire grondstoffen. Tenzij het een afval of bijproduct betreft.  

De nieuwe Europese regels en normen zorgen er ook voor dat alleen ‘groene’ waterstof in aanmerking komt voor steun. Dus wordt de waterstof met fossiele brandstof opgewekt, dan krijgt het geen steun meer. Dit is alleen moeilijk te controleren en daarom is waterstof van de Milieulijst verwijderd.

Opschoning was nodig

Dat de lijst opgeschoond moest worden kwam voort uit de evaluatie van de MIA/Vamil. Milieu-investeringen in bedrijfsmiddelen die steeds toegankelijker zijn geworden en waarvan de aanschafprijzen zakken moeten sneller verwijderd worden. Zo wordt het aantal ondernemers dat zonder fiscale stimulans investeert beperkt.    

Zo worden Emissiearme vloeren in melkveestallen geschrapt omdat ze in verhouding met traditionele roostervloeren te weinig uitstootreductie opleveren. Voor varkens- en pluimveehouderijen blijven de belastingvoordelen dan weer beschikbaar.

Nieuwe toevoegingen Milieulijst

De gehele Milieulijst vind je hier. Nieuwe milieu-investeringen in bedrijfsmiddelen bestaan uit:

  • Mechanische bestrijdingsapparatuur die helpen bij plagen in de land- en tuinbouwgewassen.
  • Apparatuur voor het verminderen van ammoniak- en methaanemissies tijdens het uitrijden van mest
  • Een nieuw tapsysteem voor water en frisdranken. Dit helpt om het gebruik van wegwerpverpakkingen zoals flessen en pakken te verminderen.
  • Elektrisch aangedreven bakfiets (A 3119): alleen voor zakelijk gebruik en niet als u de bakfiets ook voor privédoeleinden gebruikt.
  • Oplaadpunt voor elektrisch aangedreven zware voertuigen en mobiele werktuigen:
    alleen met een uitgangsvermogen van ten minste 22 kW.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

Scholingsbudgetten optimaal benutten als ondernemer

Het nieuwe jaar is begonnen. En als het goed is heb je tijd om nieuwe doelen te stellen. Een van de doelen voor het komende jaar? Het optimaal benutten van scholingsbudgetten. Onderzoek wijst uit dat veel organisaties een aanzienlijk deel van hun toegewezen budgetten onbenut laten. Doodzonde. Laten we een andere aanpak kiezen voor het komende jaar.

Goed voor medewerkers én werkgever

Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van leerplatform Studytube door marktonderzoeksbureau Motivaction/Sparkey. Het optimaliseren van scholingsbudgetten kan een oplossing zijn als je te maken hebt met personeelstekorten. Het vergroot niet alleen de flexibiliteit en duurzaamheid van je medewerkers, maar draagt ook bij aan het behouden van talent in een competitieve arbeidsmarkt. Alleen weten veel medewerkers niets af van de mogelijkheden!

Het persoonlijk leerbudget wordt verhoogd naar €1.000 per persoon. Een kans die veel medewerkers en HR-professionals echter nog niet volledig benutten. Het verschaffen van duidelijkheid over beschikbare budgetten kan hier al een wereld van verschil maken. Oftewel, praat erover met je medewerkers!

Stimuleer persoonlijke groei

Het stimuleren van je personeel om gebruik te maken van deze leermogelijkheden is essentieel. Werkgevers kunnen het verschil maken door persoonlijke ontwikkeling te integreren in beloningsstructuren, zoals bonusregelingen.

Laten we niet vergeten dat dagelijkse drukte en hoge werkdruk vaak belemmeringen vormen voor verdere ontwikkeling. Een open gesprek over het belang van persoonlijke groei en het organiseren van taken kan helpen om ruimte te scheppen voor ontwikkeling, zelfs in een drukke werkomgeving.

Daarnaast biedt de overheid diverse subsidies voor scholing aan, zoals de SLIM-subsidie en de NL Leert Door-regeling. Deze zijn bedoeld om de voortdurende ontwikkeling van werknemers te ondersteunen. Het STAP-budget verdwijnt uiteindelijk, maar kun je er nog gebruik van maken dan ga ervoor.

Het optimaal benutten van beschikbare middelen voor persoonlijke groei en ontwikkeling is niet alleen gunstig voor medewerkers zelf, maar ook voor de gehele organisatie. Laten we het nieuwe jaar beginnen met dit doel voor ogen.

Categorieën
Belastingen & Fiscaal Advies Nieuws

Wat je nog voor 2024 kunt regelen als ondernemer

Het einde van het jaar staat voor de deur. Er zijn nog een aantal zaken die je kunt regelen als ondernemer voordat 2024 begint.

Schenk belastingvrij

Ook dit jaar kun je belastingvrij schenken tot een bepaald vrijgesteld bedrag. De vrijstelling voor je kinderen bedraagt voor 2023 € 6.035, voor je kleinkinderen is dat € 2.418. Dit laatste bedrag geldt ook voor schenkingen aan derden, zoals een vriend of neef. Het is daarnaast ook mogelijk om een eenmalige schenking te geven voor bijvoorbeeld een studie. Eén keer kun je maximaal € 60.298 (2023) belastingvrij schenken aan een kind. Hier gelden wel een aantal voorwaarden aan.

Een bijkomend voordeel voor je is dat het bedrag van de schenking niet meer meetelt in box 3 op 1 januari 2024 en dat dit je wellicht nog een belastingbesparing oplevert.

Eenmalige schenking woning nog mogelijk in 2023

De jubelton is dit jaar al versoberd van € 100.000 naar € 28.974. Maar in 2024 is de schenking compleet verdwenen. Wil je hier nog gebruik van maken, dan kun je dit bedrag alsnog beschikbaar stellen. De ontvanger hoeft namelijk niet direct het geld uit te geven aan een huis. Het staat dan ‘vast’ voor wanneer hij het aan een nieuwe woning wil besteden. Dit bedrag is gelijk aan de eenmalig verhoogde vrijstelling die je kind vrij mag besteden.

Benut de vrije ruimte maximaal

Via de werkkostenregeling (WKR) kun je personeel zaken onbelast vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte bedraagt dit jaar 3% van je loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Benut deze vrije ruimte in de WKR maximaal als je iets extra’s voor je werknemers wilt doen. Bedenk dat de vrije ruimte volgend jaar een stuk minder is, namelijk over de eerste € 400.000 van je loonsom nog slechts 1,92%. De vrije ruimte over het meerdere blijft ook in 2024 1,18%. U mag een restant van de vrije ruimte van 2023 niet meenemen naar 2024.

Koop nog een pensioenspaarproduct

Heb je een pensioentekort, dan kun je een pensioenspaarproduct kopen en deze in aftrek brengen op je inkomen. De mogelijkheden hiertoe zijn dit jaar sterk verruimd als gevolg van de invoering van de nieuwe Pensioenwet. Vereist is wel dat je de lijfrente dan ook nog dit jaar betaald, dus vóór 1 januari 2024. Een bijkomend voordeel is dat de betaalde premies je vermogen verminderen en zodoende wellicht een voordeel opleveren ten aanzien van de te betalen belasting in box 3 in 2024.

Bereid je voor op wijziging minimumloon

Per 1 januari 2024 gaat het minimumloon met 3,75% omhoog. Bovendien wordt het minimumuurloon ingevoerd. Vanaf 2024 bestaat geen wettelijk dag-, week- of maandloon meer. Dit betekent waarschijnlijk een aanpassing in je salarisadministratie als je minimumloners in dienst hebt. Er moet daarvoor ook nog een en ander worden doorgerekend en aangepast, want het minimumuurloon is gebaseerd op een werkweek van 36 uur. Voor werknemers met een minimumloon die meer dan 36 uur per week werken, gaan de loonkosten daardoor extra omhoog.

Deel dividend uit, of wacht juist nog even!

Het tarief van box 2 gaat in 2024 veranderen. Nu bedraagt het tarief nog 26,9%, vanaf volgend jaar bedraagt het tarief 24,5% over de eerste € 67.000 aan inkomen (bij aanwezigheid van een fiscale partner € 134.000 voor de fiscale partners gezamenlijk) en in ieder geval 31%, maar waarschijnlijk zelfs 33% over het meerdere. Met dit laatste percentage moet de Eerste Kamer nog instemmen, maar het opnemen van fors dividend wordt volgend jaar in ieder geval duurder.

Je hebt daarom nu nog tijd om na te denken over het uitkeren van dividend: nog in 2023 of wachten tot 2024? Omdat het maatwerk is, adviseren wij je hier graag bij. Je kunt hiervoor contact opnemen met onze fiscale adviseurs.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Groei & strategie Nieuws

Bedrijfsruimte huren als ondernemer: Hoe werkt dat?

Gaan de zaken goed, of begin je pas net en wil je daarom een bedrijfsruimte huren? Of het nu gaat om een kantoor, praktijk of winkel, het huren van een ruimte heeft zijn voordelen en nadelen. We bespreken in dit artikel de invloed van je investering en de verschillende soorten huurcontracten.

Overwegingen bij het huren van bedrijfsruimte

Het huren van een bedrijfsruimte biedt flexibiliteit, aangezien het opzeggen van een huurcontract vaak makkelijker is dan het verkopen van een pand. Bovendien neemt de verhuurder meestal het groot onderhoud voor zijn rekening. Dit scheelt je meteen een grote initiële investering. Maar huren betekent ook afhankelijkheid van de verhuurder. Denk bijvoorbeeld aan jaarlijkse stijgingen van huurprijzen en beperkte mogelijkheden tot tussentijdse opzegging. Het verbouwen of verduurzamen van het pand gaat ook niet zonder overleg met de verhuurder.

Flexibele alternatieven

Naast het huren van een bedrijfspand, zijn er diverse flexibele alternatieven beschikbaar. Denk hierbij aan het huren van een stoel in een kapsalon, het openen van een pop-up locatie, of het kiezen voor een flexibele werkplek in een bedrijfsverzamelgebouw waar je faciliteiten deelt met andere zelfstandigen. Afhankelijk van je situatie kun je soms beter gebruik maken van deze mogelijkheden.

De regels voor het huren van een bedrijfsruimte

Bij het (ver)huren van bedrijfsruimte gelden diverse regels, afhankelijk van het soort ruimte dat je huurt.

Optie 1. Publiek toegankelijke middenstandsbedrijfsruimte

Sommige panden, zoals winkels of horecapanden, zijn voor publiek toegankelijk. De eerste huurperiode duurt vijf jaar en kan daarna met vijf jaar worden verlengd. Tijdens deze periodes kan de verhuurder het huurcontract niet opzeggen. Jij kunt alleen het huurcontract van jouw kant ook niet opzeggen. Wil je de huurperiode verkorten? Dit kan door in het eerste huurcontract een kortere periode af te spreken. Voor zowel verhuurder als huurder geldt dezelfde opzegperiode na het eerste contract. Het tweede contract geldt automatisch voor vijf jaar.

Optie 2. Overige bedrijfsruimte

Dit omvat bijvoorbeeld opslagruimtes of kantoren. Hier kun je in overleg met de verhuurder zelf de huurperiode en contractduur bepalen. Overige bedrijfsruimtes kennen geen vaste huurperiode waarbij de verhuurder niet kan opzeggen. Je hebt wel ontruimingsbescherming, waardoor je bij de rechter om één jaar uitstel kunt vragen als de verhuurder de huur opzegt.

Energie label C is verplicht voor kantoren

Kantoorgebouwen met een oppervlakte groter dan honderd vierkante meter zijn verplicht om te beschikken over energielabel C of hoger. Indien dit niet het geval is, mag de ruimte niet gebruikt worden. Het is de verantwoordelijkheid van de verhuurder of eigenaar van het gebouw om ervoor te zorgen dat het aan deze specifieke eisen voldoet.

Wat hoort er in een huurcontract?

Je wilt zorgen voor een schriftelijk huurcontract. Download modelcontracten bij de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ). Voeg foto’s van de ruimte toe aan het contract als bewijs van de oorspronkelijke staat. Bij het opstellen van het contract is het raadzaam een bedrijfsmakelaar of jurist in te schakelen om duidelijke afspraken te maken en mogelijke conflicten met de verhuurder te voorkomen. Hiervoor kun je eventueel gebruik maken van onze Associate Partners.

Belangrijke onderwerpen in het huurcontract zijn:

  • Beschrijving en oppervlakte van de ruimte
  • Huurprijs en betaaltermijnen
  • Bestemming van het pand
  • Huurperiode en opzegtermijn
  • Mogelijkheden tot verlenging na afloop van de huurperiode

Daarnaast zijn er afspraken over:

  • Servicekosten
  • Onderhoud
  • Onderverhuur
  • Jaarlijkse huurverhogingen
  • Gemeentelijke belastingen
  • Betaling van nutsvoorzieningen (gas, water, licht)

Huurprijs vergelijken en bestemmingsplan controleren

Bepaal de huurprijs door de tarieven van vergelijkbare ruimtes in de buurt te onderzoeken. Voor het afsluiten van het contract kun je nog over de prijs onderhandelen. Achteraf de huurprijs aanpassen gaat via een procedure. Dus onderhandel van tevoren! Makelaars gebruiken een wettelijke rekenmethode voor het vaststellen van de huurprijs voor commerciële ruimtes en vergelijken deze met andere panden.

Voordat je het huurcontract ondertekent, controleer je het bestemmingsplan bij de gemeente om te verzekeren dat je bedrijfsactiviteiten in het pand zijn toegestaan. Informeer ook naar eventuele ontwikkelings- of herinrichtingsplannen van het gebied. Deze plannen kunnen gevolgen hebben voor je bedrijfsomzet.

Indeplaatsstelling: Het overnemen van een huurcontract

Bij het overnemen van een bedrijf in een middenstandsbedrijfsruimte kun je het huurcontract van de verkoper overnemen, wat bekend staat als ‘indeplaatsstelling‘. Dit bespaart je onderhandelingen over de huurprijs en voorwaarden en voorkomt dat de verhuurder de huurprijs voor jou als nieuwe huurder verhoogt.

Btw over de huurprijs?

Bij het huren van bedrijfsruimte is de huur doorgaans vrijgesteld van omzetbelasting (btw). Hoewel dit voor jou soms een nadeel kan zijn omdat je dan de btw op onderhoudskosten niet kunt terugvragen bij de Belastingdienst. Het is wel mogelijk om af te spreken om toch btw over de huur te betalen. Als je zelf btw-plichtig bent dan vormt dit geen nadeel aangezien je de betaalde btw op de huur kunt terugvorderen.

Voor ondernemers die de Kleineondernemersregeling (KOR) gebruiken, geldt dat zij de btw niet kunnen terugvorderen. In dat geval is overleggen om zonder btw te huren een optie.

De kosten voor het huren van je bedrijfsruimte vormen bedrijfskosten en mogen worden afgetrokken bij je aangifte inkomstenbelasting. Wil je meer advies over het slim omgaan met btw bij het huren van bedrijfsruimte? CijferAdvies staat klaar om je te helpen bij het vinden van de beste aanpak voor jouw specifieke situatie.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Privé auto zakelijk gebruiken? Ontdek hoe je de btw slim aftrekt

Wil je de privé auto zakelijk gebruiken? De grens tussen zakelijk en privé vervaagt wanneer je als ondernemer je eigen auto gebruikt voor bedrijfsdoeleinden. Sta je voor raadsels over de btw op brandstofkosten en de aftrekbaarheid van de btw bij zakelijk autogebruik? In dit artikel duiken we dieper in de btw en leggen we je haarfijn uit hoe je de fiscale voordelen optimaal benut wanneer je je privéauto voor zakelijke doeleinden inzet.

De privé auto zakelijk gebruiken

De kosten van autorijden zijn al hoog genoeg. Maar wist je dat je de btw over het zakelijke gebruik van je privéauto kunt terugkrijgen? Hoe werkt dit precies? Kort gezegd, bij het zakelijk inzetten van je privéauto kun je de btw over de zakelijke kilometers terugvorderen. Dit kan op twee manieren:

  1. Door het zakelijke en privégebruik te registreren in je administratie.
  2. Via een BTW-correctie voor privégebruik.

Het draait allemaal om het aantonen van je zakelijke kilometers, waardoor je precies weet hoeveel btw je kunt aftrekken. Laten we beide methoden eens nader bekijken.

Methode 1: Vaststellen van zakelijk en privégebruik via administratie

Het is mogelijk om de verhouding tussen zakelijk en privégebruik van je auto bij te houden. Hoeveel kilometers zijn zakelijk en hoeveel zijn privé gereden? Stel dat je 60% van de tijd de auto privé gebruikt en 40% voor zakelijke doeleinden, dan is 40% (het zakelijke deel) van de btw op de autokosten aftrekbaar. Uiteraard dien je wel te kunnen bewijzen dat je daadwerkelijk dit percentage aan zakelijk gebruik hebt gehaald. Maar hoe pak je dat aan?

Betrouwbare kilometerregistratie

Een nauwkeurige kilometeradministratie is essentieel om het onderscheid tussen zakelijk en privégebruik van je auto vast te stellen. Dit kan met een rittenregistratie-app of handmatige documentatie, zolang het voldoet aan de eisen van de Belastingdienst.

Een andere methode is het bijhouden van reiskosten die je bij klanten in rekening brengt. Zo creëer je een overzicht van je zakelijke kilometers. Door het verschil te berekenen tussen de begin- en eindstand van je kilometerstand en je zakelijke kilometers, bepaal je hoeveel btw van je privéauto zakelijk aftrekbaar is

Alternatieve administratie

De Belastingdienst biedt ruimte om zonder strikte rittenregistratie de verhouding tussen zakelijk en privégebruik aan te tonen. Dit vereist andere bewijsstukken uit je administratie, zoals:

  • Type onderneming
  • Zakelijke doelen van de auto
  • Functie van de auto-gebruiker

Het is cruciaal dat je de Belastingdienst overtuigend inzicht geeft in de verdeling tussen zakelijk en privégebruik.

Een voorbeeld

Stel dat je jaarlijks 20.000 kilometer zakelijk rijdt met je privéauto, op een totaal van 40.000 kilometer. In dat jaar heb je uitgegeven:

  • € 4.500 aan brandstof (met €945 btw)
  • € 1.200 aan onderhoud (met €252 btw)

De btw die je kunt terugvorderen voor zakelijk gebruik van je privéauto bedraagt dan €1.197,50. Belangrijk: indien een deel van je omzet vrijgesteld is van btw, dien je de btw over de zakelijke autokosten naar verhouding aan te passen.

Methode 2: BTW-correctie voor privégebruik

Als je geen gedetailleerde administratie bijhoudt voor het privégebruik van je auto, kun je toch de btw op bijvoorbeeld onderhoud en brandstof terugvorderen. Hoe? In eerste instantie mag je alle btw aftrekken. Aan het einde van het jaar pas je een BTW-correctie toe voor het privégebruik van de auto: 1,5% van de catalogusprijs van de auto, inclusief bpm en btw.

Laten we zeggen dat je een auto aanschaft voor €35.000, inclusief btw en bpm. Je hebt de btw op de aanschaf, onderhoud en het gebruik van de auto al afgetrokken. In dit scenario betaal je (1,5% van %35.000 =) €525 aan btw. Als je de auto echter pas na 1 juli in gebruik neemt, hoef je slechts zes maanden btw te betalen, dus €262,50.

Reiskostenvergoeding aftrekken

Handig om te onthouden: vanaf 2024 kun je voor zakelijke ritten met je privéauto 0,23 cent per kilometer aftrekken. Het is echter belangrijk op te merken dat je dan geen autokosten mag aftrekken van je winst. Wel kun je een deel van de btw terugvorderen, ofwel via de BTW-correctie of op basis van de aantoonbare verhouding tussen privé- en zakelijk gebruik.

Hoe kan jij het beste zakelijk rijden?

Ontdek de beste aanpak voor jouw situatie bij het zakelijk rijden van je auto. CijferAdvies helpt je om de optimale methode te bepalen voor het aftrekken van btw op autokosten, afgestemd op jouw specifieke omstandigheden. De Belastingdienst heeft tools ontwikkeld om de BTW-aftrek te berekenen, maar het begrijpen van de juiste methode kan complex zijn. Wij staan klaar om je te begeleiden en te adviseren, zodat je vol vertrouwen de juiste keuzes kunt maken.

Categorieën
Belastingen & Fiscaal Advies Inkomsten- en vennootschapsbelasting Nieuws Notariële Zaken & Rechtsvormen

Prinsjesdag 2023: De wetsvoorstellen rondom Vennootschappen, BV’s en Holdings

De wetsvoorstellen Voor Vennootschappen, BV’s en holdings staan op de planning. Tijdens Prinsjesdag 2023 heeft de overheid nieuwe wetsvoorstellen aangekondigd met betrekking tot de Vennootschapsbelasting (VPB). Bovendien wordt het schenken vanuit een vennootschap vereenvoudigd, maar de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) ondergaat aanpassingen. Het thema excessief lenen komt opnieuw in de schijnwerpers te staan.

In dit artikel bespreken we de vier meest cruciale wetsvoorstellen van het Kabinet die de Vennootschap, BV en holding raken, en waarvan je als ondernemer op de hoogte moet zijn:

  1. VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024
  2. Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap
  3. Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit
  4. Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

1.VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024

Na een periode van aanzienlijke schommelingen, brengt 2024 wat stabiliteit met zich mee wat betreft de tarieven in de vennootschapsbelasting (VPB). Het lage VPB-tarief blijft gelijk met 2023 op 19% voor winsten tot €200.000. Voor winsten boven deze grens blijft het tarief 25,8%.

De Prinsjesdagstukken geven aan dat er voorlopig geen wijzigingen gepland zijn voor de VPB-tarieven. De ontwikkeling ziet er als volgt uit:

 

2021

2022

2023

2024

Laag tarief

15%

15%

19%

19%

Winstgrens

€45.000

€395.000

€200.000

€200.000

Hoog tarief

25%

25,8%

25,8%

25,8%

Minder winst valt onder het lage VPB-tarief

In 2021 en 2022 heeft de overheid de VPB-tarieven flink aangepast. Het lage tarief werd verlaagd naar 15%. Bovendien kwam er steeds meer winst in aanmerking voor dit lagere tarief, waarvan bijna vier ton in 2022. Afgelopen jaar werden de teugels strakker aangetrokken. De winstgrens werd bijna gehalveerd. Het lage tarief steeg daarnaast in één keer van 15% naar 19%. Voor 2024 lijken er voorlopig geen extra wijzigingen op komst, volgens de begroting. Dit betekent dat het kabinet niet de richtlijnen van het Centraal Planbureau volgt, dat rekent met een laag VPB-tarief van 19,7% en een winstgrens van €170.000.

In 2021 werden VPB-tarieven zelfs op het laatste moment gewijzigd

Het feit dat de begroting voor 2024 geen wijzigingen in de VPB-tarieven laat zien, betekent niet dat er niets kan veranderen. In 2021 wilde het toen demissionaire kabinet in eerste instantie niets veranderen aan de tarieven. Maar tijdens de begrotingsbehandeling wilde de Tweede Kamer alsnog voor €2 miljard aanpassingen aanbrengen. Om dit deels te financieren, werd het hoge VPB-tarief op het laatste moment verhoogd van 25% naar 25,8%. En als er snel een nieuw kabinet wordt gevormd, bestaat de mogelijkheid dat er nog veranderingen worden doorgevoerd in de tarieven voor het komende jaar.

2.Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap

Het kabinet introduceert een eenvoudiger systeem voor direct schenken vanuit een vennootschap. Dit betekent dat giften van de vennootschap aan een ANBI niet langer worden belast in box 2 of met dividendbelasting. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om royale giften vanuit de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder te doen. De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting vervalt, waardoor giften niet meer fiscaal aftrekbaar zijn bij de winstberekening.

Desalniettemin blijven giften van de vennootschap aan een ANBI of SBBI vrijgesteld van schenkbelasting bij de ontvangende instelling. De voorgestelde wijzigingen, van kracht vanaf 1 januari 2024, omvatten: – Giften van de vennootschap aan een ANBI worden niet langer fiscaal aftrekbaar, zelfs niet onder het huidige maximum van 50% van de winst en €100.000. – Dergelijke giften worden niet beschouwd als inkomen in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan of als ze contante donaties als gunsten of bijdragen zijn.

De voorgestelde wijzigingen, die per 1 januari 2024 van kracht worden, omvatten:

  • Giften door een vennootschap aan een ANBI worden niet langer aftrekbaar, zelfs niet als deze minder bedragen dan het huidige wettelijke maximum van 50% van de winst en €100.000.
  • Het bedrag van dergelijke giften zal niet worden beschouwd als inkomen voor de aanmerkelijkbelanghouder in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan, bijvoorbeeld als ze afkomstig zijn van de aanmerkelijkbelanghouder zelf, of wanneer er sprake is van contante donaties als gunsten of bijdragen.

3.Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit

De komende jaren ondergaan de fiscale regels voor bedrijfsopvolging wijzigingen. Het demissionaire kabinet heeft voorlopig 1 januari 2026 vastgesteld als de startdatum voor bepaalde aanpassingen, waaronder de versoepeling van de voorwaarden voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erf- en schenkbelasting.

Op Prinsjesdag presenteerde het demissionaire kabinet een apart wetsvoorstel om deze aanpassingen in de fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging vast te leggen. De wijzigingen in de BOR van de Successiewet en de doorschuifregeling (DSR) van de inkomstenbelasting zijn opgesplitst in twee delen: een deel dat ingaat in 2024 en 2025, en een ander deel dat pas in 2026 van kracht wordt.

Aanpassing van de Bezitseis en Voortzettingseis in de BOR

In het Belastingplan van 2025, dat volgend jaar op Prinsjesdag wordt gepresenteerd, zullen de volgende ingrepen van toepassing zijn:

  • Vanaf 2026 geldt de BOR en DSR alleen nog voor reguliere aandelen, niet langer voor bijvoorbeeld opties op aandelen of winstbewijzen.
  • De bezitseis en voortzettingseis in de BOR worden aangepast. Momenteel vereist de BOR dat de opvolger de onderneming minstens 5 jaar voortzet. Bij schenking van een onderneming moet de schenker minstens 5 jaar eigenaar zijn geweest, en bij een erfenis is dat 1 jaar. Het kabinet overweegt nog hoe deze versoepeling er precies uit zal zien.
  • Het aanpakken van ongewenste constructies rondom de BOR staat eveneens op

    de agenda.

4.Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

Voorheen maakten veel directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) gebruik van de mogelijkheid om geld uit hun vennootschap op te nemen via leningen of rekening-courantboekingen in plaats van dividenduitkeringen. Hierdoor hoefden DGA’s geen directe belasting te betalen, zoals bij dividenduitkeringen of het opnemen van een hoger salaris. Vanaf het belastingjaar 2023 belast de Belastingdienst echter dergelijke schulden.

Kort gezegd houdt deze wet in dat als de DGA en zijn partner samen op 31 december van enig jaar meer dan €700.000 aan schulden hebben bij de vennootschap, het extra bedrag wordt beschouwd als fictief dividend en onderworpen is aan 26,9% aanmerkelijk belangheffing.

Wijzigingen in 2024

Het Belastingplan 2024 bevat verdere aanpassingen aan de Wet Excessief Lenen. Een belangrijke verandering is dat een conserverende aanslag wordt opgelegd als een belastingplichtige na emigratie overmatige leningen aangaat bij een buitenlandse vennootschap. Er zijn ook wijzigingen met betrekking tot de verdeling van het maximale bedrag bij het beëindigen van een fiscaal partnerschap.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Prinsjesdag 2023: Belangrijke Wetsvoorstellen voor Fiscale Aftrekposten

De gebeurtenissen op Prinsjesdag 2023 hebben geleid tot enkele wijzigingen rondom fiscale aftrekposten die van belang zijn voor ondernemers in Nederland. Hoewel er door de politieke situatie geen ingrijpende veranderingen zijn doorgevoerd, zijn er toch enkele aanpassingen die het vermelden waard zijn.

Hier volgen de vier belangrijkste wetsvoorstellen met betrekking tot fiscale aftrekposten die relevant kunnen zijn voor jou als ondernemer:

  1. MKB-Winstvrijstelling Verlaagd
  2. Zelfstandigenaftrek Verminderd
  3. Verhoogde Onbelaste Reiskostenvergoeding
  4. Onveranderde WBSO-Regeling

Wetsvoorstellen rondom fiscale aftrekposten Prinsjesdag 2023

1.MKB-Winstvrijstelling Verlaagd

De MKB-winstvrijstelling, die de belastbare winst vermindert na andere aftrekposten, wordt in 2024 verlaagd van 14% naar 12,7%. Deze regeling zal voornamelijk ondernemers met een relatief hoog inkomen beïnvloeden en wordt automatisch toegepast bij de aangifte inkomstenbelasting.

2.Zelfstandigenaftrek Verminderd

De zelfstandigenaftrek, beschikbaar voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium van minimaal 1.225 uur per jaar, wordt in 2024 met € 1.280 verlaagd tot € 3.750. Deze verlaging zal aanzienlijk meer ondernemers treffen, aangezien het een van de meest voordelige fiscale regelingen is. De zelfstandigenaftrek zal de komende jaren verder afnemen tot € 900 in 2027.

3.Verhoogde Onbelaste Reiskostenvergoeding

Voor ondernemers die hun privéauto zakelijk gebruiken, is er goed nieuws. De onbelaste kilometervergoeding die je mag aftrekken van je winst stijgt in 2024 van 21 naar 23 cent per kilometer. Dit kan leiden tot lagere winsten en dus ook lagere inkomstenbelastingen. Hoewel het om een bescheiden stijging gaat, kan het een compensatie bieden voor de gestegen brandstofprijzen.

4.Onveranderde WBSO-Regeling

De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) blijft ongewijzigd voor 2024. Deze regeling, die innovatieve organisaties ondersteunt, blijft populair onder Nederlandse mkb-ondernemingen. In de eerste schijf van de WBSO kunnen organisaties 32% van hun S&O-loonkosten tot € 350.000 aftrekken van de loonbelasting (40% voor starters). Boven € 350.000 geldt een tarief van 16%.

Dankzij de WBSO kunnen organisaties onderzoek doen naar innovatieve ideeën en projecten. De regeling is populair gebleken, vooral voor investeringen in slimme en duurzame energieoplossingen in 2022. Om in aanmerking te komen voor WBSO-subsidie, moeten organisaties aan bepaalde voorwaarden voldoen en kunnen zij een aanvraag indienen via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Deze wetsvoorstellen zijn bedoeld om het fiscale beleid met betrekking tot motorrijtuigenbelasting te herzien en in lijn te brengen met veranderende behoeften en milieudoelstellingen.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Prinsjesdag 2023: De wetsvoorstellen rondom auto ‘s

In dit artikel lees je over Prinsjesdag 2023: De 6 wetsvoorstellen rondom auto ‘s die relevant kunnen zijn voor jouw als ondernemer:

  1. Vaste voet bpm verhogen
  2. Teruggaaf bpm geldtransport beëindigen
  3. Herziening van Motorrijtuigenbelastingtarieven voor Milieuvriendelijke Brandstoffen en Vrijstelling van MRB voor OV-autobussen
  4. Bijtelling elektrische auto blijft gelijk in 2024
  5. Drempelkorting geldig tot en met 2025
  6. Benzineaccijns

Wetsvoorstellen rondom auto ’s Prinsjesdag 2023

1. Vaste voet bpm verhogen

De Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) bestaat uit twee delen: een vast bedrag en een variabel bedrag. Vanaf 1 januari 2025 zal het vaste bedrag van de BPM met €200 worden verhoogd. Deze wijziging is opgenomen in het Wetsvoorstel Belastingplan 2024.

De BPM is een belasting die wordt geheven bij de registratie van een auto in Nederland, wat betekent dat deze van toepassing is bij de aankoop van een nieuwe auto. De hoogte van de BPM wordt bepaald door zowel een vast bedrag (de vaste voet) als een variabel bedrag, afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dat het de adoptie van emissievrije personenauto’s wil bevorderen en subsidies wil verstrekken voor de aankoop van tweedehands elektrische auto’s. Natuurlijk brengt dit kosten met zich mee. Om deze subsidies te financieren, heeft het kabinet besloten om het vaste bedrag van de BPM vanaf 2025 met €200 te verhogen.

2. Teruggaaf bpm geldtransport beëindigen

Het kabinet wil dat eigenaren van dergelijke voertuigen aan te moedigen om eerder kiezen voor een milieuvriendelijker alternatief. Daarom hebben ze besloten om de regeling stop te zetten, waardoor vanaf 2026 meer mensen voor deze milieuvriendelijke optie zullen kiezen en het belastingstelsel eenvoudiger wordt.

3. Herziening van Motorrijtuigenbelastingtarieven (mrb-tarief) voor Milieuvriendelijke Brandstoffen en Vrijstelling van MRB voor OV-autobussen

Het plan behelst het stopzetten van het verlaagde mrb-tarief vanaf 1 januari 2026, zodat eigenaren van voertuigen die gebruikmaken van milieuvriendelijke brandstoffen voldoende tijd hebben om zich aan te passen. Het Kabinet stelt voor om 1 januari 2030 als begindatum vast te stellen voor het beëindigen van de vrijstelling van MRB voor openbaarvervoerauto’s.

Daarnaast omvat het plan de volgende maatregelen:

  • Het inkorten van de voordelige mrb-tarieven voor kampeerauto’s.
  • Aanpassingen aan de regeling voor oldtimers met betrekking tot mrb.
  • Beëindiging van het kwarttarief mrb voor paardentransport.
  • De invoering van een naheffing voor buitenlandse ingezetenen.

Deze voorgestelde wijzigingen beogen het fiscale beleid met betrekking tot motorrijtuigenbelasting te herzien en aan te passen aan veranderende behoeften en milieudoelstellingen.

4. Bijtelling elektrische auto blijft gelijk in 2024

In 2024 blijft de korting op de bijtelling voor het privégebruik van volledig elektrische auto’s onveranderd op het 6%-punt staan. Dit betekent dat de bijtelling voor het derde opeenvolgende jaar stabiel blijft op 16%. Deze percentages zijn al geruime tijd vastgesteld.

De Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord heeft aanzienlijke invloed gehad op de bijtelling voor het privégebruik van zakelijke auto’s. Deze wet heeft bepaald dat de korting op de bijtelling geleidelijk wordt afgebouwd. Voor het jaar 2024 blijft de huidige korting van 6%-punt echter van kracht, zoals vastgelegd in de wet. Vanaf 2025 treedt er echter een verandering op. Vanaf dat jaar wordt een korting van 5%-punt toegepast, wat betekent dat de bijtelling stijgt van 16% naar 17%.

5. Drempelkorting geldig tot en met 2025

De zogenaamde ‘cap’, het deel van de catalogusprijs waarop de korting van toepassing is, blijft in 2024 opnieuw vastgesteld op €30.000. Deze drempelkorting blijft behouden tot en met 2025. Voor elk bedrag boven deze drempel geldt een bijtellingspercentage van 22%. Vanaf 2026 zal deze vorm van subsidie voor emissievrije auto’s volledig worden afgebouwd, zoals overeengekomen in het Klimaatakkoord.

6. Benzineaccijns

In de begeleidende brief bij het Belastingplan 2024 stelt Van Rij dat, gezien de aanzienlijke inkomstenderving die gepaard gaat met het verlengen van de verlaagde benzineaccijns en gezien de demissionaire status van het Kabinet, er is besloten om de verlaging niet voort te zetten. Dat betekent dat we vanaf 2024 weer meer gaan betalen voor o.a. benzine en diesel.