Categorieën
news

Onzekerheid over invoering nieuwe vermogensbelasting in 2025

Onzekerheid over invoering
nieuwe vermogensbelasting in 2025

Ambtenaren van de Belastingdienst waarschuwen dat het nog maar de vraag is of de nieuwe vermogensbelasting per 1 januari ingevoerd kan worden schrijft het FD.

De Belastingdienst loopt achter op de planning zo bleek tijdens een overleg met de Kamer op 20 juni. Of het wellicht al te laat is om de wet in 2025 in te kunnen voeren, hangt af van de hoeveelheid werk die nog verricht moet worden. En dat is nog niet duidelijk. ‘Hoe ingewikkelder de wetgeving, hoe ingewikkelder de invoering ervan wordt.’ Maar hoe langer het duurt om een vermogensbelasting op basis van werkelijk rendement in te voeren, hoe langer tijdelijke wetgeving, die het arrest van de Hoge Raad repareert, van kracht blijft. Dat brengt risico’s met zich mee, waarschuwt de Belastingdienst, zoals bijvoorbeeld arbitrage. Volgende week debatteert de Kamer met staatssecretaris Van Rij over de vermogensheffing die het kabinet vanaf 2025 wil invoeren.

Bron: FD, 20 juni 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Kleine ondernemingen onder druk door wanbetalers

Kleine ondernemingen onder
druk door wanbetalers

Maar liefst 71% van Nederlandse organisaties vindt dat zij een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om facturen van kleine ondernemingen op tijd te betalen. Toch geeft 27% van grote organisaties aan dat zij hun leveranciers later betalen dan zij zelf zouden accepteren. Dit zijn enkele bevindingen uit het jaarlijkse European Payment Report van creditmanagement-organisatie Intrum.

Uit het European Payment Report blijkt ook dat bijna de helft van de organisaties nauwelijks nadenkt over de negatieve gevolgen van late betalingen voor leveranciers. Door de coronapandemie zijn veel kleine ondernemingen niet in staat om werknemers aan te trekken en producten te ontwikkelen op de manier waarop zij dat zouden willen. Snellere betalingen door grote organisaties zouden daar een positieve bijdrage aan leveren.  

Onderdeel van duurzaamheidsrapportage

Van de ondervraagde finance professionals geeft 69% aan dat tijdige betaling van facturen van essentieel belang is voor het behouden van het vertrouwen van leveranciers en het opbouwen van een goede relatie. Bijna twee derde (68%) zegt echter dat grote multinationals of ondernemingen hen om langere betalingstermijnen hebben gevraagd dan waar zij zich goed bij voelen, ondanks de plannen van de rijksoverheid om de wettelijke betalingstermijn te verkorten van zestig naar dertig dagen. Tegelijkertijd geeft 60% van grote ondernemingen aan dat betalingstermijnen zo belangrijk zijn voor duurzaam ondernemen dat ze onderdeel zouden moeten zijn van de verplichte duurzaamheidsrapportage van grote ondernemingen.

500 finance-professionals uit Nederland

Het European Payment Report is uitgevoerd in opdracht van Intrum en werd afgenomen tussen 14 januari en 14 april 2022 in 29 verschillende Europese landen. In totaal namen 11.007 ondernemingen uit 15 verschillende sectoren deel aan het onderzoek. Uit Nederland deden 500 Nederlandse finance-professionals, waaronder CEO’s en CFO’s, mee. Het volledige rapport wordt gepubliceerd op 23 juni 2022.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Wet DBA: voor de zomer een brief over uitwerking arbeidsmarktpakket

Wet DBA: voor de zomer een brief over uitwerking arbeidsmarktpakket

Hoe staat het nu met de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties? Minister Van Gennip (SZW) beantwoordt Kamervragen en geeft aan voor de zomer een brief te sturen over de uitwerking van het arbeidsmarktpakket.

Minister Van Gennip vindt het in algemene zin begrijpelijk en verstandig dat partijen in verschillende sectoren hun contracten en arbeidsrelaties tegen het licht houden om te bezien of deze conform geldende wetgeving zijn.

Er kan gehandhaafd worden bij kwaadwillendheid en wanneer aanwijzingen door de Belastingdienst (te geven vanaf 1 september 2019) niet binnen een redelijke termijn zijn opgevolgd. Aanwijzingen kunnen gegeven worden in gevallen waarin de arbeidsrelatie onjuist is gekwalificeerd, zonder dat bewezen hoeft te worden dat sprake is van evidente en opzettelijke schijnzelfstandigheid. Handhaving ten aanzien van de loonheffingen naar aanleiding van een aanwijzing die niet binnen de gestelde termijn is opgevolgd, kan met terugwerkende kracht tot het moment dat de betreffende aanwijzing is gegeven. Het geldende handhavingsmoratorium betekent niet dat er door de Belastingdienst niet gehandhaafd kan worden op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Handhaving van de kwalificatie van de arbeidsrelatie is wel complex, arbeidsintensief en vraagt een zware bewijslast aan de kant van de Belastingdienst.

Onzekerheid over kwalificatie

De minister maakt een onderscheid tussen situaties waarin de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie niet duidelijk is en situaties waarin de juiste kwalificatie op zichzelf duidelijk is, maar niet wenselijk wordt geacht door opdrachtgever/werkgever en werkenden. Waar onduidelijkheid van regelgeving leidt tot onzekerheid over de kwalificatie kan dat de ondernemersvrijheid van werkenden begrenzen. Dat is ongewenst en daarom heeft het kabinet in het coalitieakkoord aangekondigd om meer duidelijkheid te gaan bieden.

In de situaties waarin de kwalificatie op zichzelf duidelijk is maar niet als wenselijk wordt ervaren, leidt het huidige toetsingskader niet tot een ongewenste inperking van de ondernemersvrijheid. Opdrachtgevers/werkgevers en werkenden zijn vrij om de arbeidsrelatie op een manier in te richten waarop op basis van een overeenkomst van opdracht of aanneming van werk gewerkt kan worden. Als de feitelijke invulling van de arbeidsrelatie voldoet aan de criteria van een arbeidsovereenkomst (arbeid, loon en gezag) is sprake van schijnzelfstandigheid. Om wet- en regelgeving wel na te leven moeten werkgevenden en werkende de arbeidsrelatie anders vormgeven of een dienstbetrekking aan gaan.

Risicogericht toezicht

De Belastingdienst houdt risicogericht toezicht op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen en richt zich daarbij op opdrachtgevers in diverse branches en sectoren. Daarnaast hanteert de Belastingdienst een sectorspecifieke benadering die zich onderscheidt van het toezicht bij individuele opdrachtgevers, omdat het doel is het maken van afspraken met een sector over een goede naleving van de wet- en regelgeving op het gebied van inhouden en afdragen van loonheffingen. Bij de sectorspecifieke benadering werkt de Belastingdienst samen met branche- of koepelorganisaties. Er is met een beperkt aantal sectoren begonnen, in een deel van de zorg en de bouw.

Bron: Antwoorden op Kamervragen over start en effect van handhaving Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA), Ministerie SZW, nr. 2022Z03962, 2 juni 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Meer succes met je financieringsaanvraag

Meer succes met je financieringsaanvraag

Hoe het afloopt met je financieringsaanvraag kun je vooraf inschatten. Je maakt meer kans op een positief antwoord als je weet waar financiers op letten. Welke aandachtspunten zijn belangrijk bij een kredietaanvraag, hoe kun je bijsturen en welke andere financieringsmogelijkheden zijn er?

Aandachtspunten bij je kredietaanvraag

Financiers wijzen 40% van de financieringsaanvragen af, omdat ondernemers te weinig onderpand hebben (CBS Financieringsmonitor 2021). Andere redenen voor afwijzing van een kredietaanvraag zijn onvoldoende rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit.

Vergelijk jouw situatie met 6 beoordelingscriteria van financiers en ontdek wat je kunt doen als je op een bepaald punt minder goed scoort. Zo kun je je kredietaanvraag beter voorbereiden en heb je meer kans op een “ja”.

1. Onderpand

Een financier loopt minder risico bij het geven van een krediet als je een zakelijk onderpand inzet. Dat onderpand stel je dan beschikbaar voor de financier. Als je de rente en aflossing van het krediet niet meer kunt betalen, verkoopt de financier het onderpand. Zakelijke onderpanden zijn bijvoorbeeld een bedrijfspand, de inventaris, machines, de vooraard of debiteuren. Elk onderpand heeft voor een financier een andere waarde. De waarde van je bedrijfspand telt bijvoorbeeld voor 70% mee als onderpand. Bij je inventaris is dat 35% van de waarde. De waarde van al je onderpanden bepaalt hoeveel je kunt lenen. Hoe hoger de waarde het onderpand of de onderpanden die tegenover de lening staan, des te lager is het risico voor de financier. En des te hoger is het bedrag dat je kunt lenen. Bij een lager risico voor de financier is ook de rente lager. 

Gedwongen verkoop onderpand

De waarde die financiers toekennen aan een onderpand is lager dan de waarde die je er als ondernemer zelf aan geeft. Dat komt omdat een onderpand bij gedwongen verkoop minder oplevert dan bij vrijwillige verkoop. Een financier kan niet wachten op de best mogelijke prijs als hij snel een voorraad producten moet verkopen. 

Weinig onderpand

Heb je weinig onderpand? Dan bieden financiers met staatsgarantie via de Borgstelling MKB-kredieten Corona (BMKB-C) en het Klein Krediet Corona (KKC) je een alternatief voor de kredietaanvraag. Ook FinTech financiers eisen minder onderpand bij financiering.

2. Rentabiliteit

De rentabiliteit van je onderneming is een manier om te bepalen hoeveel winst je maakt. Je vergelijkt hierbij de winst met het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen. De vergelijking maakt ook duidelijk of je bedrijf kan overleven. Een rentabiliteit tussen de 5 en 10% vinden financiers redelijk. Je kunt de rentabiliteit verbeteren als je de (kost)prijs, kosten en verkoopprijs aanpast.

Wat doen bij lage rentabiliteit?

Is je rentabiliteit minder hoog? Dan kun je bijvoorbeeld aandelen van een besloten vennootschap (bv) verkopen. Familie en vrienden, business angels en andere zakelijke investeerders kunnen aandelen in je onderneming kopen. Heb je eenmanszaak of vof? Dan kun je als alternatief een lening of krediet vragen aan familie of vrienden.

3. Solvabiliteit

Solvabiliteit is de verhouding van je eigen vermogen vergeleken met het totale vermogen van de onderneming. Het percentage dat daaruit komt geeft aan of je bedrijf schulden op lange termijn kan betalen. Financiers vinden dat een solvabiliteit tussen de 25% en 40% moet liggen. Is dat niet het geval? Dan verbeter je je solvabiliteit door bijvoorbeeld debiteurenbeheer, voorraadoptimalisatie of dividendverlaging.

Financiering bij minder solvabiliteit

Bij minder solvabiliteit kun je met je kredietaanvraag aankloppen bij FinTech financiers. Of je kunt aandelen verkopen als je een besloten vennootschap (bv) hebt. Familie en vrienden, business angels en andere zakelijke investeerders kunnen deze dan kopen. Heb je een eenmanszaak of vof? Dan kun je naast fintech een lening of krediet vragen aan familie of vrienden.

4. Liquiditeit

Je liquiditeit laat zien of je op korte termijn je rekeningen kunt betalen. Liquiditeit is ook een indicatie voor de levensvatbaarheid van je bedrijf. Je berekent je liquiditeit via kengetallen. Een ander onderdeel van je liquiditeit is de kasstroom of cashflow, het saldo van inkomsten en uitgaven tijdens een periode. Als je cashflow negatief is, verbeter je die door beheer van debiteuren, crediteuren en voorraad.

Is je liquiditeit minder hoog? Dan kun je bijvoorbeeld aandelen van een besloten vennootschap (bv) verkopen. Familie en vrienden, business angels en andere zakelijke investeerders kunnen aandelen in je onderneming kopen. Heb je eenmanszaak of vof? Dan kun je als alternatief een lening van familie of vrienden vragen.

5. Kwaliteiten team en ondernemer

De meeste financiers willen weten hoe jij en jouw team functioneren voordat ze een kredietaanvraag goedkeuren. Heeft jouw team nog niet alle expertise die nodig is in huis? Werk dan samen met externe experts. FinTech financiers kijken hier minder naar.

6. Een complete financieringsaanvraag

Lever alle gevraagde documenten voor je kredietaanvraag zoals de jaarrekening, investeringsbegroting en bankafschriften in één keer aan. Dan neemt een financier je aanvraag snel in behandeling en heb je meer kans om het krediet te krijgen.

Kredietaanvraag met voldoende punten

Scoor je op alle aandachtspunten positief? Dan maak je zowel bij banken als bij niet-bancaire financiers een goede kans op financiering. Financiers geven eigen scores en voorrang aan de criteria. Vraag hier vooraf naar bij een financier, dan weet je beter of een financieringsaanvraag zin heeft. Als je op één of meer criteria minder scoort, bieden alternatieven je een extra mogelijkheid om aan geld te komen.

Tip: als je een deel van je krediet via familie en vrienden wilt financieren, doe dit dan voordat je een andere financieringsaanvraag doet. Want dan is het duidelijk dat ook anderen vertrouwen in je hebben.

Wat je verder nog moet weten

Voordat je een financieringsaanvraag indient, kun je via het stroomschema financiering een financieringsvorm zoeken die bij jouw situatie past.

Hulp inroepen vergroot je kansen bij een kredietaanvraag. Met de juiste adviseurs en een goede financiële onderbouwing zijn je kansen om financiering te krijgen groter. Deze adviseurs helpen je op weg.

Bron: Kamer van Koophandel

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Opvallend meer zzp’ers zetten eenmanszaak om naar bv

Opvallend meer zzp’ers zetten
eenmanszaak om naar bv

Steeds meer ondernemers zetten hun eenmanszaak om naar een bv. In 2021 waren het er 45% meer dan een jaar geleden.

Zo’n 4500 ondernemers veranderden hun eenmanszaak in een bv, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel KVK) over 2021. Een jaar geleden waren dat er een stuk minder, namelijk 3100.

Klein aantal, opvallende stijging

Het gaat dus om een klein aantal ondernemers, maar een opvallende stijging (45%). Het aantal personen dat zijn eenmanszaak omzet in een bv neemt sinds 2014 elk jaar toe, maar de stijging was niet eerder zo sterk.

Fiscaal voordeliger

Er kunnen meerdere oorzaken zijn voor de sterke groei, vertelt financieel expert Oskar Barendse van KNAB. “Een belangrijke reden om een eenmanszaak om te zetten naar bv, is stijging van de winst”, legt hij uit. “Bij een hogere winst is een bv fiscaal voordeliger dan een eenmanszaak.”

Nu het kabinet de fiscale voordelen voor zzp’ers zoals de zelfstandigenaftrek afbouwt, wordt een bv eerder gunstig. Daarbij zijn de marktomstandigheden in bepaalde sectoren erg goed. Tarieven en omzet stijgen bijvoorbeeld flink in de zakelijke dienstverlening.

Meer bescherming

Verder biedt een bv meer bescherming bij een faillissement. Als je bedrijf groeit, worden de financiële risico’s bij een faillissement ook groter.

“Met een eenmanszaak ben je volledig persoonlijk aansprakelijk voor schulden van je bedrijf”, vertelt de financieel expert. “Bij een faillissement kun je ook privébezittingen kwijtraken, zoals je huis. Met een bv verandert dat. Je bent dan als eigenaar in principe niet aansprakelijk voor schulden van het bedrijf.”

Bron: Zipconomy

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Antwoorden op vragen Voorjaarsnota 2022

Antwoorden op vragen Voorjaarsnota 2022

Minister Kaag van Financiën stuurt de Tweede Kamer de antwoorden op vragen over de Voorjaarsnota 2022.

Box 3

Het wetsvoorstel Overbruggingswetgeving box 3 zal met Prinsjesdag worden ingediend. Uit het arrest van de Hoge Raad van 20 mei volgt geen juridische verplichting om rechtsherstel toe te passen bij niet-bezwaarmakers, van wie de aanslag op de dag van het kerstarrest al onherroepelijk vaststond. Tijdens de augustusbesluitvorming zal worden besloten of de niet-bezwaarwakers toch rechtsherstel wordt geboden en zo ja hoe dit rechtsherstel er dan zou moeten uitzien. Op dit moment worden verschillende scenario’s uitgewerkt. Over deze scenario’s ontvangt de Kamer voor het zomerreces een brief. Uiterlijk op Prinsjesdag laat het kabinet weten of en op welke wijze ook rechtsherstel zal worden geboden aan de groep niet-bezwaarmakers.

Verhouding belasten inkomen uit arbeid vs vermogen

In aanloop naar Prinsjesdag kijkt het kabinet naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht. Hierbij wordt voor maatregelen in ieder geval gekeken naar de uitkomsten van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling dat voor de zomer wordt afgerond. Het kabinet zal deze meenemen in de discussie over lasten op arbeid en vermogen. Uiterlijk op Prinsjesdag komt het kabinet hier bij de Kamer op terug.

Dividendbelasting

De netto-opbrengst van de dividendbelasting wordt behaald bij portfoliodividenden die door buitenlandse aandeelhouders worden ontvangen. In bijna alle belastingverdragen is een maximaal tarief van 15% over portfoliodividenden afgesproken, conform het OESO-modelverdrag. Een verhoging van het tarief boven de huidige 15% zal dus vooral leiden tot meer verrekening in binnenlandse situaties en meer teruggaaf op grond van het toepasselijke verdrag in buitenlandse situaties. Een eventuele opbrengst zal daarom naar verwachting gering zijn. Daarnaast zou deze maatregel een aanmerkelijke uitvoeringslast opleveren voor de Belastingdienst, aangezien die veel meer teruggaafverzoeken zal moeten behandelen.

Effect verhoging tariefschijven Vpb op splitsen bedrijven

In de media zijn meerdere berichten verschenen over de huidige tariefstructuur in de Vpb, in onder andere NL fiscaal en het FD. Een onderzoek van RSM en Nyenrode stelt dat 20% van de familiebedrijven vanwege het lage Vpb-tarief de onderneming hebben opgeknipt. Ook geeft 18% van de familiebedrijven aan een nieuwe vennootschap niet in de fiscale eenheid te voegen. Momenteel is het kabinet bezig met het monitoren van oneigenlijk gebruik van het lage winstbelastingtarief. Het onderzoek naar aanleiding hiervan wordt voor de zomer verwacht.

Effect verhoging wettelijk minimumloon op arbeidskorting

De hoogte van de arbeidskorting is afhankelijk van het arbeidsinkomen. Omdat de knikpunten wettelijk afhangen van de hoogte van het WML, schuiven deze knikpunten automatisch op naar rechts wanneer het WML beleidsmatig wordt verhoogd en de Wet IB 2001 niet zou worden gewijzigd. Dat betekent dat burgers met een inkomen hoger dan ca. €36.649 meer arbeidskorting zouden ontvangen als gevolg van een WML-verhoging (lastenverlichting) en burgers met een inkomen lager dan ca. €36.649 juist minder (lastenverzwaring). Het kabinet kiest ervoor om deze doorwerking van de voorgestelde WML-verhoging op de knikpunten terug te draaien.

Gevolgen uitstel invoering OESO Pijler 2

Het uitstellen van de invoering van OESO Pijler 2 met een jaar leidt in 2023 tot een budgettair gat van 971 miljoen. De opbrengst van het verlagen van de schijfgrens in de vennootschapsbelasting (Vpb) uit het box-3 pakket naar 200.000, wordt ingezet als dekking. Zoals staat vermeld in hoofdstuk 6 van de voorjaarsnota 2022 gaat het niet om een tijdelijke dekking. Het verlagen van de schijfgrens Vpb levert in de periode 2023 – 2027 en structureel €1271 miljoen per jaar op. Deze maatregel wordt niet teruggedraaid zodra Pijler 2 wel wordt ingevoerd in 2023. Deze inkomsten, zie reeks 2b in tabel 7 van de voorjaarsnota 2022, zijn meegenomen in de besluitvorming met betrekking tot de Vpb, Box 3, AOW, Defensie en het verhogen van het wettelijk minimumloon.

Aanpassing aanmerkelijk belangheffing (box 2)

Het uitgangspunt dat wordt gehanteerd bij de uitwerking van een tweeschijvenstelsel in box 2 is daar waar mogelijk aansluiten bij de schijflengten in box 1. Een tijdelijke verlaging van het box 2- tarief leidt weliswaar tot een incidentele opbrengst, zoals eerdere verlagingen in het verleden ook hebben laten zien, maar deze incidentele opbrengst is feitelijk een lagere opbrengst die naar voren wordt gehaald. Structureel leidt een tijdelijke tariefsverlaging niet tot een opbrengst maar tot een derving, hetgeen ongewenst is. Overigens heeft de recente tariefsverhoging eveneens geleid tot een dergelijke incidentele opbrengst. Naast de introductie van een tweeschijvenstelsel in box 2 wordt de schijflengte van het lage tarief in de vennootschapsbelasting verlaagd naar €200.000.

Toekomstvisie oudedags- en nabestaandenvoorzieningen ondernemers

In het pensioenakkoord van 2019 zijn tussen kabinet en sociale partners onder meer afspraken gemaakt over pensioensparen door zelfstandigen. Deze afspraken zijn uitgewerkt in het wetsvoorstel toekomst pensioenen dat eind maart 2022 aan de Kamer is aangeboden voor behandeling. In hoofdlijnen stelt het kabinet voor €102 miljoen per jaar te investeren in de fiscale verruiming van de derde pijler (lijfrentesparen) in het kader van het komen tot een arbeidsvormneutraal pensioenkader. Met deze verruiming in de derde pijler wordt de fiscale ruimte van de derde pijler gelijkgetrokken aan de fiscale ruimte in de tweede pijler (pensioensparen door werknemers). Dit biedt ondernemers in de IB-sfeer en in de bv de ruimte om een fiscaal gefaciliteerde adequate oudedagsvoorziening op te bouwen vergelijkbaar met werknemers in de tweede pijler. In samenhang hiermee wordt ook voorgesteld de fiscale oudedagsreserve (FOR) af te schaffen in de vorm van het met ingang van 1 januari 2023 niet meer fiscaal gefaciliteerd mogen opbouwen van de FOR, waarbij de bestaande reeds opgebouwde FOR nog wel op basis van de huidige regels kan worden afgewikkeld. Daarnaast stelt het kabinet voor om pensioenuitvoerders in de tweede pijler de mogelijkheid te bieden middels een experiment pensioenregelingen open te stellen voor zelfstandigen. Dit betreft zowel IB-ondernemers als ondernemers in de bv. Met het experiment wordt ondernemers de mogelijkheid gegeven om net als werknemers te sparen voor de oude dag in de tweede pijler en te voorzien in een nabestaandenvoorziening.

Bron: Schriftelijke vragen Voorjaarsnota 2022, Ministerie van Financien, 10 juni 2022

Bron Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

‘Belastingkorting voor de laagste inkomens’

Belastingkorting voor de laagste inkomens

Het kabinet overweegt om volgend jaar een belastingkorting voor werkenden in te voeren meldt de NOS.

Het zou gaan om het aanpassen van de arbeidskorting voor de laagste inkomens, wat leidt tot een hoger salaris. In augustus valt de beslissing hierover. Als parttimers meer gaan werken draagt dat ook bij aan het oplossen van de personeelstekorten. Ook overweegt het kabinet om het minimumloon verder te verhogen. Het kabinet beslist hier ook over in augustus.

Het kabinet denkt eraan de maatregelen te betalen met de €2,4 miljard die in de voorjaarsnota opzij zijn gezet voor een lastenverlichting voor de middeninkomens. Daarnaast wordt er gekeken of vermogenden meer belasting zouden moeten betalen.

Bron: NOS, 9 juni 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Wet DBA: voor de zomer een brief over uitwerking arbeidsmarktpakket

KVK: forse toename stoppers.
Grote dynamiek in gezondheidszorg

Ondanks forse stijging stoppende ondernemers blijft het aantal ondernemingen groeien.

In mei 2022 stopte 10.021 ondernemers met hun activiteiten. Dat is 32% meer dan een jaar eerder. In maart en april 2022 steeg het aantal stoppers eveneens, afgezet tegen het jaar ervoor. Dat blijkt uit het recente KVK Trendrapport. Ook het aantal starters was in mei 2022 hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. Met 21.345 starters is de toename 16%. Ondanks het grote aantal ‘stoppers’ is het aantal ondernemingen per 1 juni s2022 verder gestegen met 5,4% vergeleken met een jaar geleden. Het gros van de nieuwe ondernemingen zijn zelfstandigen zonder personeel.

Veel starters in de Randstad

Opvallend en duidelijk is de relatief forse toename van het aantal starters in de Randstad (regio Amsterdam +27% vergeleken met mei 2021, regio Rotterdam +28%, regio Den Haag +24% en regio Utrecht +26,3%). Deze percentages zijn significant hoger dan die in vrijwel alle regio’s in de rest van Nederland

Zorgsector piekt in dynamiek: veel starters, veel stoppers

De sector Gezondheid springt er, met de horeca, uit als sector met de meeste starters en stoppers. Het aantal ‘starters’ in de zorg ligt 61% boven het aantal starters een jaar eerder. Tegelijkertijd is het aantal ‘stoppers’ in de sector zorg 41% hoger  dan jaar eerder.

Een uitsplitsing van de cijfers van startende ondernemers in de zorgsector laat zien dat de groei vooral zit in zelfstandigen die zich richten op rechtstreekse zorg aan particulieren.

Bron: KVK

Bron: Zipconomy

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Kabinet wil snoeien in aantal fiscale regelingen

Kabinet wil snoeien in aantal
fiscale regelingen

Het kabinet wil deze regeerperiode stappen zetten om het belastingstelsel eenvoudiger te maken. Daarom zullen fiscale regelingen waarvan bij een evaluatie blijkt dat ze niet slagen in hun doelstelling afgeschaft of versoberd worden. Onder meer de investeringsaftrek en de werkkostenregeling staan de komende jaren op de rol voor een evaluatie.

Het streven om het belastingstelsel minder complex te maken staat in de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, die staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het pakket bevat een flink aantal documenten, met ook de prioriteiten voor het belastingbeleid de komende jaren en een agenda met alle fiscale wetsvoorstellen die nog op de rol staan.

Complexiteit stelsel is een belemmering

Het belastingstelsel kent tal van aftrekposten, vrijstellingen en uitzonderingen. Dat maakt dat burgers en ondernemers vaak moeilijk hun weg kunnen vinden. Ook legt de complexiteit druk op de uitvoering en op de al veelgeplaagde ICT-capaciteit bij de Belastingdienst.
Van Rij memoreert dat veel specifieke regelingen zijn ingevoerd om doelstellingen te halen of groepen mensen te helpen. Daardoor is er niet altijd draagvlak om een regeling af te schaffen. Toch wil de staatssecretaris wel deze kabinetsperiode ‘de eerste stappen zetten’ om het stelsel te vereenvoudigen. Daarbij wijst hij op afspraken uit het regeerakkoord, zoals het afschaffen van de verhoogde schenking voor een eigen woning en de middelingsregeling. Daarnaast wil Van Rij voor de zomer van 2023 een concrete aanpak klaar hebben voor verdere stappen die de complexiteit moeten terugdringen.

Aanpak van ‘niet-doelmatige’ fiscale regelingen

Tegelijkertijd ziet Van Rij een belangrijke rol voor de evaluaties van diverse fiscale regelingen die de komende jaren op de rol staan. Hij wijst erop dat elke uitzondering op de hoofdregel het stelsel ingewikkelder maakt. Bovendien leidt die tot minder inkomsten voor de staatskas. Dat is volgens Van Rij alleen te verantwoorden als zo’n regeling ook ‘doelmatig en doeltreffend’ is. Ofwel: de regeling moet doen waar die voor bedoeld is én dit moet bovendien de meest effectieve manier zijn om overheidsgeld in te zetten voor dat doel. Uitgangspunt voor Van Rij is om een regeling af te schaffen of te versoberen als het oordeel in een evaluatie negatief uitvalt. Dit roept meteen de vraag op wat er gaat gebeuren met de bedrijfsopvolgingsfaciliteit, want die is volgens de recente evaluatie niet noodzakelijk en niet doelmatig.

Evaluatie van investeringsaftrek en werkkostenregeling

De komende tijd worden er volgens de eerdere planning nog diverse fiscale regelingen onder de loep genomen. Voor 2023 zijn dat bijvoorbeeld de bijzondere regelingen voor investeringsaftrek (EIA, MIA en Vamil), de innovatiebox (infographic) in de vennootschapsbelasting en de werkkostenregeling. Voor 2024 is het de bedoeling om onder meer de fiscale regelingen voor de eigen woning te evalueren.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Coronasteunmaatregelen werkten goed voor mkb

Coronasteunmaatregelen werkten goed voor mkb

Het mkb heeft in 2021 financieel over de breedte goed gepresteerd, mede dankzij de coronasteun van de overheid. Maar de onderlinge verschillen tussen mkb-ondernemingen zijn groot. Dit blijkt uit het nieuwe SRA-rapport ‘Branches in Zicht 2022, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

In 2021 heeft het mkb ten opzichte van 2020 een omzetstijging van ruim 10% laten zien en een winststijging van bijna 38%. Dit zijn weliswaar gemiddelden en er zijn behoorlijke verschillen tussen en in de branches. Als we bijvoorbeeld de cijfers van de horeca vergelijken met het pre-coronajaar 2019, zien we dat de sector nog lang niet op het oude niveau zit. Maar in het algemeen geven de cijfers een positief beeld. Gemiddeld genomen hebben de steunmaatregelen van de overheid goed gewerkt.

MKB-Nederland voorzitter Vonhof merkt op zich wel zorgen te maken over de ondernemers die met forse coronaschulden overeind moeten blijven. “Het kabinet moet voor deze groep aandacht houden. We staan als ondernemers voor forse innovatie en dus investeringsuitdagingen. Digitalisering en robotisering zullen, gegeven de krappe arbeidsmarkt, een impuls krijgen. Investeringen om te voldoen aan de duurzaamheidseisen vragen sowieso veel van het mkb.”

Omzetontwikkeling over 2021

De omzet is het sterkst gestegen in de industrie (+20,8%), gevolgd door de specialistische zakelijke dienstverlening (+12%), de logistieke branche (+11,6%) en de horeca (+11,4%).

Winstontwikkeling over 2021

De winst is in 2021 met bijna 38% toegenomen. De verschillen waren echter groot. Per saldo liet bijna 54% van de ondernemers een stabiele of hogere winst zien ten opzichte van een jaar eerder. Bij micro-ondernemingen, minder dan 10 fte, was dat 45%. Dat komt omdat zij minder gebruik konden maken van de NOW-steunmaatregel in vergelijking met grotere ondernemingen.

De winstontwikkeling was het sterkst in de horeca, op afstand gevolgd door de automotive. Daarbij moet voor de horeca wel worden vermeld dat 2020 een extreem slecht jaar was, waardoor de winstontwikkeling in 2021 sterkt lijkt.

Ontwikkeling eigen vermogen

Het eigen vermogen is in het mkb in totaal met bijna 17% toegenomen. Een jaar eerder was er een stijging van bijna 13%. De groei van het eigen vermogen in 2021 zal voor een groot deel verband houden met de stevige winstgroei die is toegevoegd aan het eigen vermogen. Daarnaast heeft de coronasteun van de overheid voorzien in liquiditeit.

Bron: SRA, 7 juni 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.