Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

De bpm is terug en dit betekent het voor ondernemers

Sinds 1 januari 2025 betaal je als ondernemer bpm bij de aanschaf van een nieuwe bestelauto. Een ingrijpende maatregel uit het Klimaatakkoord die inmiddels flinke impact heeft op het mkb – vooral in sectoren zoals bouw, logistiek en installatie. De bpm-vrijstelling voor ondernemers is verleden tijd. En dat merk je direct in je portemonnee. Deze bpm-maatregel raakt ondernemers direct – het verhoogt de aanschafkosten van nieuwe niet-elektrische bestelauto’s aanzienlijk. In dit artikel leggen we uit wat er precies verandert, wat dit betekent voor je bedrijf en welke stappen je nu kunt zetten om voorbereid te zijn.

Inhoud

Wat moet je weten?

Je runt bijvoorbeeld een bouwbedrijf met een klein team en een paar betrouwbare dieselbusjes. Alles draait goed, tot het moment dat je begin dit jaar toe bent aan een nieuwe bestelauto. Wat je dan ontdekt? Je moet ineens duizenden euro’s extra aan bpm betalen. Een kostenpost waar je niet op zat te wachten.

Vanaf 1 januari 2025:

  • Betaal je bpm bij aankoop van een nieuwe bestelauto.
  • Alleen emissievrije bestelauto’s (zoals elektrisch) zijn nog vrijgesteld.
  • De hoogte van de bpm hangt af van de CO₂-uitstoot.

Wat kun je nu doen?

  • Breng je wagenpark in kaart: heb je de komende jaren vervangingen nodig?
  • Overweeg de overstap naar elektrisch en check subsidiemogelijkheden.
  • Laat je goed adviseren over de kosten, financiering en alternatieven.

Waarom deze bpm-wijziging ondernemers hard raakt

De bpm-vrijstelling was jarenlang een vaste waarde voor ondernemers. Nu die vervalt, betekent dat: extra kosten bij iedere nieuwe, niet-elektrische bestelauto. En dat kan flink oplopen – soms tot wel €12.000 per voertuig, afhankelijk van de uitstoot.

Voor ondernemers met meerdere voertuigen wordt dit een serieuze kostenpost. Vooral in sectoren zoals bouw, installatie of logistiek, waar mobiliteit cruciaal is. De impact op je cashflow is direct voelbaar.

Juist daarom is het slim om vooruit te denken. Moet je voertuigen versneld vervangen? Of is het beter om over te stappen naar elektrisch rijden? Welke alternatieven zijn er en welke regelingen kun je benutten?

Uitzonderingen en vrijstellingen

Elektrische bestelauto’s zijn nog steeds vrijgesteld van bpm. Daarmee zijn ze op papier aantrekkelijker, maar in de praktijk is het soms zoeken naar het juiste model. Denk aan actieradius, laadcapaciteit en beschikbaarheid.

Toch zijn er interessante voordelen:

  • Je bespaart bpm.
  • Je kunt gebruikmaken van MIA, VAMIL en SEBA.
  • Elektrisch rijden is vaak goedkoper in gebruik.

Elektrisch vs. diesel: wat is voordeliger?

Een elektrische bestelauto is in aanschaf duurder, maar valt vaak goedkoper uit in gebruik. Denk aan lagere energiekosten, minder onderhoud en het vermijden van bpm. Daartegenover staat dat de actieradius en laadcapaciteit beperkt kunnen zijn – en dat modellen soms lastig leverbaar zijn.

Een dieselbestelauto lijkt op korte termijn goedkoper, maar je betaalt nu wél bpm. Daarbij kunnen toekomstige milieu zones of heffingen in steden de kosten verder opvoeren.

Laat je goed informeren over beschikbare modellen, levertijden en subsidiemogelijkheden. Houd rekening met de voorraadtekorten en stijgende kosten die in sommige sectoren al merkbaar zijn. Maak een concreet plan dat past bij jouw bedrijfsvoering, zodat je voorbereid bent en niet voor onverwachte uitgaven komt te staan.

Wat kost de bpm ondernemers nu?

De bpm op nieuwe, niet-elektrische bestelauto’s wordt sinds 2025 berekend aan de hand van de CO₂-uitstoot. De Belastingdienst gebruikt hiervoor een vaste formule:

Bpm = €40,91 + (€66,91 × het aantal gram CO₂ per kilometer)

Stel: je koopt een dieselbestelauto met een uitstoot van 180 gram CO₂ per kilometer. Dan ziet de berekening er zo uit:

€40,91 + (180 × €66,91) = €12.063,11 bpm

Dit bedrag betaal je boven op de aanschafprijs en btw. En let op: deze bpm is per voertuig. Heb je een heel wagenpark, dan loopt de totale kostenpost snel op.

Wil je exact weten wat dit voor jouw situatie betekent? Gebruik dan de rekenmethode op de officiële site van de Belastingdienst. Zo krijg je een indicatie van de bpm die je moet betalen bij aankoop.

Denk strategisch over je wagenpark

Stel jezelf deze vragen:

  • Moet je dit of volgend jaar voertuigen vervangen? Kijk dan vooruit: welke bestelauto’s wil je vervangen, en wanneer?
  • Kun je overwegen om nu al elektrisch te gaan? Denk aan gebruik, actieradius, subsidiemogelijkheden en beschikbaarheid van modellen.
  • Zijn er leasemogelijkheden of kun je voertuigen delen? Dit kan liquiditeit vrijhouden en je flexibiliteit vergroten.
  • Hoe beïnvloedt dit je investeringsplanning? Neem bpm mee in je meerjarenbegroting en onderzoek fiscale voordelen zoals MIA of VAMIL.

Veel ondernemers kiezen nu vanwege de bpm voor een hybride aanpak. Ze combineren elektrische voertuigen voor stedelijke ritten met brandstofmodellen voor langere afstanden. Ook plannen ze investeringen zorgvuldiger, vaak in overleg met hun adviseur. Zo benutten ze fiscale voordelen en voorkomen ze onverwachte pieken in hun uitgaven.

Ook tweedehands voertuigen kunnen een tijdelijke uitweg bieden. Let er wel op dat ook daar bpm betaald moet worden bij import of bij aankoop van jong gebruikte modellen uit het buitenland. De voordelen zijn dus beperkt, maar kunnen passen binnen je bredere strategie.

Welke subsidies zijn er beschikbaar?

Gelukkig hoef je niet alles zelf te betalen. De overheid ondersteunt ondernemers bij de overstap naar schonere voertuigen. Zo zijn er:

  • MIA (Milieu-investeringsaftrek) – fiscaal voordeel bij investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen.
  • VAMIL (Willekeurige afschrijving) – je mag een groot deel van je investering afschrijven op een moment dat jou fiscaal goed uitkomt.
  • SEBA (Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s) – directe subsidie voor de aanschaf van elektrische bestelauto’s.

CijferAdvies helpt je bij het combineren van deze regelingen en zorgt ervoor dat je geen voordeel laat liggen.

Wat doet CijferAdvies?

Bij CijferAdvies helpen we ondernemers om financieel scherp te blijven. Ook als het gaat om je wagenpark. We kijken mee naar:

  • De impact van bpm op jouw cijfers.
  • Mogelijke subsidies en investeringsaftrekken.
  • Hoe je slim plant en cashflowproblemen voorkomt.

We denken met je mee én verbinden je met de juiste partners: van leasemaatschappijen tot subsidie-experts. Zodat jij grip houdt – op je planning én je financiën.

Tijd voor actie

De bpm-wijziging is geen toekomstmuziek. Ze is al ingegaan en raakt ondernemers direct – of je nu een wagenpark hebt of slechts één bedrijfsauto nodig hebt. Laat je dus niet verrassen.

Wil je weten wat dit voor jouw bedrijf betekent? Neem contact op met je adviseur bij CijferAdvies. Samen zorgen we dat je voorbereid bent – met inzicht, overzicht en advies dat werkt.

Categorieën
Belastingen & Fiscaal Advies Nieuws

Laat de nieuwe btw-regels voor holdings je niet verrassen

Per 1 juli 2025 gooit de Belastingdienst de spelregels voor holdings om. Wat jarenlang werkte op basis van oude afspraken en stilzwijgende goedkeuringen, komt te vervallen. De bekende Holdingresolutie uit 1991 wordt ingetrokken en daarmee verandert het fiscale speelveld fundamenteel. Geen kwestie van een kleine aanpassing in de marge, maar een nieuwe werkelijkheid waar je als ondernemer niet omheen kunt. Het is tijd om je structuur onder de loep te nemen en vooruit te denken.

Inhoud

Btw-regels holdings 2025: wat verandert er precies?

De belangrijkste wijziging: holdings zonder eigen economische activiteit (de zogeheten “zuivere holdings”) mogen vanaf 1 juli 2025 in principe niet meer meedoen aan een fiscale eenheid voor de btw. En dat is een flinke klap. Tot nu toe mochten deze holdings – mits ze een sturende rol vervulden – gewoon meedoen. Dat maakte het mogelijk om kosten die bij de holding terechtkwamen – zoals advies of softwarelicenties – centraal te verwerken en zonder btw-verlies intern door te belasten. Een slimme constructie die in veel groepen prima werkte. Die aanpak werkte jarenlang prima. Maar met de nieuwe regels komt daar een einde aan.

Alleen holdings die aantoonbaar actief zijn binnen het concern – bijvoorbeeld via managementdiensten – kunnen nog in de fiscale eenheid worden opgenomen. En dan ook alleen als ze financieel, organisatorisch én economisch verweven zijn. Anders sta je buiten de groep. En dus buiten de voordelen.

Waarom deze verandering?

Nederland koos jarenlang voor een soepele aanpak als het om holdings en de btw ging. Dat werkte prima binnen onze grenzen, maar strookte niet met wat Europa daarover had afgesproken. Volgens EU-recht kunnen alleen echte ondernemers onderdeel zijn van een fiscale eenheid. En een holding die enkel aandelen houdt, zonder actieve rol, valt daar dus buiten. De nieuwe beleidsbesluiten maken hier korte metten mee. Wat eerder werd toegestaan op basis van goedkeuring en praktijkervaring, wordt nu teruggebracht tot de letter van de wet. Minder ruimte om te manoeuvreren dus – en dat vraagt om heroverweging van je structuur.

Wanneer geldt je holding nog als btw-ondernemer?

Of je holding nog wordt gezien als btw-ondernemer is geen detail, maar bepalend voor je hele structuur. Geen ondernemer betekent: geen fiscale eenheid en dus ook geen recht op aftrek van btw. Er zijn grofweg drie situaties waarin je holding nog wél binnen de lijntjes kleurt als btw-ondernemer:

  • Diensten aan groepsbedrijven: de holding levert tegen vergoeding diensten aan haar dochtermaatschappijen of andere groepsbedrijven, zoals management, administratie of strategisch advies. Deze afspraken moeten zakelijk zijn én schriftelijk worden vastgelegd.
  • Verlengstuk van de bedrijfsvoering: het aandelenbezit ondersteunt direct de btw-belaste bedrijfsactiviteiten van de werkmaatschappijen of andere groepsbedrijven. Denk aan situaties waarin een holding tijdelijk een dochtermaatschappij aanhoudt om een overname te begeleiden of de structuur van het concern aan te passen.
  • Handel in deelnemingen: de holding koopt en verkoopt aandelen of andere belangen met als doel om winst te maken, net zoals een investeerder of handelaar dat zou doen. Deze vorm van activiteiten is zeldzamer, maar valt wel duidelijk binnen de btw-sfeer.

Aftrek van kosten: strikter en specifieker

Tot voor kort kon je als holding zonder veel gedoe btw aftrekken op algemene kosten, ook als daar aandeelhoudersactiviteiten tussenzaten. Met de nieuwe regels vervalt die ruimte en wordt er strenger gekeken naar de aard van je uitgaven en je rol als ondernemer.

  • Directe verkoopkosten: bij de verkoop van aandelen zijn kosten die je vóór de overdracht maakt – zoals due diligence of juridisch advies – niet langer aftrekbaar als de verkoop btw-vrijgesteld is.
  • Algemene kosten ná de verkoop: kosten die je maakt nadat de aandelen zijn overgedragen, zoals integratie of reorganisatie, kunnen onder voorwaarden nog gedeeltelijk in aftrek komen.
  • Incidentele aandelenverkoop: als je slechts af en toe een deelneming verkoopt, telt de opbrengst daarvan meestal niet mee in de pro rata berekening. Maar als verkoop structureel onderdeel is van je bedrijfsvoering, moet je die opbrengsten wél meetellen – met gevolgen voor je aftrekrecht.

Wat betekent dit voor jou?

Stel: je hebt een moederholding met drie werkmaatschappijen. De holding doet zelf niets actiefs – ze houdt alleen aandelen, zonder dienstverlening of sturing. Tot nu toe mocht ze gewoon meedraaien in de fiscale eenheid. Vanaf 1 juli niet meer. De Belastingdienst zet haar dan apart. En dat heeft gevolgen: kosten die je eerder kon wegzetten binnen de groep worden ineens niet-aftrekbaar. Interne facturen? Die krijgen btw, met bijbehorende boekhoudlast. Wat gisteren nog soepel liep, vraagt straks om een andere aanpak.

Neem een ander voorbeeld: je plant in 2026 de verkoop van een dochterbedrijf. Vooraf schakel je een adviseur in voor due diligence. Op dit moment kun je de btw op die kosten nog aftrekken. Maar na 1 juli 2025 is dat niet meer vanzelfsprekend. Als de verkoop btw-vrijgesteld is, ben je die aftrek kwijt.

Juist daar helpen wij je bij: op tijd inzicht geven, zodat je weet waar je aan toe bent en keuzes kunt maken voordat het te laat is.

Wat kun je nu doen?

  1. Onderzoek wat je holding doet: levert de holding diensten aan groepsmaatschappijen of houdt ze alleen aandelen vast zonder actieve betrokkenheid? Dat maakt het verschil tussen btw-aftrek of niet.
  2. Controleer je fiscale eenheid: voldoet je structuur straks nog aan de voorwaarden om samen als groep btw te kunnen afdragen? Zo niet, dan moet je schakelen.
  3. Leg interne afspraken vast: zonder duidelijke, schriftelijke contracten tussen holding en werkmaatschappijen kunnen prestaties niet als belaste diensten worden aangemerkt. En dan is de btw op kosten niet aftrekbaar.
  4. Stel transacties niet uit: wil je een dochtermaatschappij verkopen? Kijk dan of het verstandig is die verkoop vóór 1 juli af te ronden.
  5. Maak je administratie inzichtelijk: de Belastingdienst verwacht dat je per kostenpost kunt uitleggen of de btw aftrekbaar is. Zorg dat je administratie dit ondersteunt – nu al.

Hoe wij helpen

Bij CijferAdvies kijken we verder dan regels en data. We zien wat deze veranderingen betekenen voor jou als ondernemer. Niet alleen financieel, maar ook voor hoe je je bedrijf organiseert en keuzes maakt.

We brengen je structuur in beeld, helpen je de juiste afwegingen maken en zorgen dat je op tijd weet waar je aan toe bent. Zodat je niet hoeft te reageren op problemen achteraf, maar vooruit kunt sturen op basis van inzicht.

Meer weten? Bekijk de toelichting via de Rijksoverheid of plan direct een afspraak via www.cijferadvies.nl.

Categorieën
Belastingen & Fiscaal Advies Nieuws

Voorjaarsnota 2025: Wat betekent dit voor jou als mkb-ondernemer?

De Voorjaarsnota 2025 is gepubliceerd en raakt het mkb op meerdere fronten. De belastingdruk stijgt hier en daar, en sommige vertrouwde regelingen worden afgebouwd. Maar laten we eerlijk zijn: dat is geen reden om achterover te leunen of te somberen. Wie vooruitkijkt, ziet ook mogelijkheden. Zeker als je weet waar je staat. Bij CijferAdvies zien we cijfers niet als doel op zich, maar als kompas. Wat betekenen deze aanpassingen voor jouw bedrijf? En hoe speel je daar tactisch op in? De voorjaarsnota 2025 mkb-impact draait namelijk niet alleen om cijfers, maar om keuzes die je nu kunt maken.

Inhoud

Beperkte inflatiecorrectie: stille lastenverzwaring

Vanaf 2026 wordt de inflatiecorrectie op belastingschijven en heffingskortingen beperkt tot 46,2%. Dat klinkt technisch, maar het komt hierop neer: jouw koopkracht gaat erop achteruit. De belastingtarieven blijven stijgen, maar jouw belastingvrije ruimte groeit nauwelijks mee. Zeker voor ondernemers die inkomen uit de eenmanszaak, vof of maatschap halen, is dit een stevige tegenvaller.

Een voorbeeld: bij een winst van €60.000 kan het verschil in inflatiecorrectie oplopen tot enkele honderden euro’s extra belasting per jaar. Dat tikt aan voor wie elk jaar wil investeren of privé wat ruimte nodig heeft.

Voor wie?

  • Zelfstandigen met een wisselend of stijgend inkomen
  • Eigenaren van een bv die zichzelf dividend uitkeren

Advies: herzie je inkomensplanning voor 2026 en verder. Misschien loont het om eerder winst te nemen, of te schuiven met salaris en dividend.

Afschaffing stakingsaftrek en meewerkaftrek: einde van vertrouwde aftrekposten

De stakingsaftrek – een tegemoetkoming bij bedrijfsbeëindiging – wordt in 2027 met 75% verminderd en verdwijnt in 2030 helemaal. Deze regeling was ooit bedoeld als beloning voor ondernemers die jarenlang risico liepen en hun bedrijf netjes afbouwen. Met deze aftrek konden ondernemers een deel van hun stakingswinst belastingvrij houden bij het beëindigen of verkopen van hun onderneming.

Idem voor de meewerkaftrek: de regeling voor ondernemers van wie de fiscale partner onbetaald of tegen een lage vergoeding meewerkt in de onderneming. Deze aftrek beloont het gezamenlijke ondernemerschap binnen een huishouden en levert jaarlijks een belastingvoordeel op. Het verdwijnen ervan raakt vooral oudere ondernemers en gezinnen waarin partners al jarenlang samen het bedrijf draaiende houden, vaak zonder formele arbeidsovereenkomst.

Wat kun je doen?

  • Overweeg eerder stoppen of bedrijfsopvolging vóór 2027
  • Kijk naar alternatieven zoals loondienstconstructies of samenwerking via een bv-structuur

Wijzigingen in box 3: vermogensbelasting wordt zwaarder

Voor ondernemers die hun spaargeld of beleggingen privé aanhouden: het forfaitaire rendement voor overige bezittingen stijgt per 2026 en 2027 met 1,78 procentpunt. Tegelijk daalt het heffingsvrije vermogen naar €51.396. In box 3 gaat de Belastingdienst niet uit van je werkelijke rendement, maar van een fictief rendement: een geschatte opbrengst op basis van de omvang en aard van je vermogen. Deze methode ligt al jaren onder vuur, maar wordt voorlopig nog gehandhaafd. Het gevolg? Je betaalt meer belasting, ook als je in werkelijkheid nauwelijks iets verdient op je spaargeld of beleggingen. Voor veel mkb’ers betekent de voorjaarsnota 2025 dus extra druk op het privévermogen.

Wie krijgt hiermee te maken?

  • Dga’s met eigen vermogen op privérekeningen
  • Ondernemers die sparen voor pensioen buiten de lijfrente
  • Beleggende ondernemers

Alternatieven:

  • Overweeg te beleggen via de bv (box 2)
  • Of kies voor fiscaal vriendelijke producten zoals groenfondsen, die deels zijn vrijgesteld
  • Herbekijk je vermogensstructuur met je CijferAdviseur, of plan een gesprek met onze Associate Partner Ramon. Via hem kun je jouw persoonlijke Financial Life Plan onder de loep nemen en toekomstbestendige keuzes maken.

Nieuwe kansen: medewerkersparticipatie eindelijk lonend

Er komt een nieuwe regeling die het voor medewerkers van startups en scale-ups aantrekkelijker maakt om aandelenopties te krijgen. Belastingheffing vindt pas plaats bij verkoop van de aandelen, in plaats van bij het moment van toekenning. Het tarief daalt bovendien van 49,5% naar maximaal 32,17%. De regeling sluit beter aan bij de praktijk in andere landen, zoals Duitsland en het VK, waar belasting ook pas wordt geheven bij realisatie van winst. Hierdoor wordt het voor jonge, groeiende bedrijven makkelijker om talent aan zich te binden via aandelenopties. Voor medewerkers wordt het aantrekkelijker omdat zij pas belasting betalen op het moment dat de aandelen echt geld opleveren, en niet al bij toekenning.

Wat betekent dit voor jou?

  • Jij kunt talent aantrekken met participaties zonder direct fiscaal nadeel
  • Interessant bij snelle groei of externe investeringen
  • Let wel: dit vereist een goede waardering en contractuele afspraken. Een eerste stap? Laat je aandelen professioneel waarderen en stel een helder participatieplan op, eventueel met hulp van je adviseur of jurist.

Lichtpuntje voor de thuisondernemer: lagere energiebelasting

De energiebelasting op elektriciteit daalt in 2025. Voor huishoudens betekent dit een belastingvermindering in 2026 van €529,10 op de energienota. In de Voorjaarsnota staat dat deze belastingkorting in 2026 iets wordt verhoogd. Volgens Vereniging Eigen Huis gaat het daarbij om een tijdelijke verlaging van ongeveer €5 (inclusief btw) ten opzichte van 2025. Deze maatregel loopt tot en met 2028.

Hoewel de verlaging welkom is, blijft het effect beperkt. Tegelijkertijd kunnen andere onderdelen van de energierekening – zoals leveringstarieven, netbeheerkosten en terugleverkosten – juist stijgen. Vereniging Eigen Huis roept het kabinet op om de regie te nemen over de betaalbaarheid van de totale energienota en is kritisch op het feit dat deze maatregel wordt gefinancierd uit het Klimaatfonds – een pot die bedoeld is voor verduurzaming.

Voor ondernemers met een kantoor aan huis kan deze belastingverlaging toch nét dat beetje lucht geven. Zie ook energievergelijk.nl voor een helder overzicht van de gevolgen voor jouw energienota.

Let op:

  • Dit geldt alleen als je een deel van je woonruimte zakelijk gebruikt
  • Check je energiecontract en belastingteruggaaf met je adviseur. Zorg ook dat je energiekosten goed zijn toegerekend aan je onderneming in je boekhouding. Dat maakt belastingteruggaaf eenvoudiger.

Strategische overwegingen voor het mkb

Het algemene beeld? Een nota met gevolgen, zeker. Maar geen reden tot somberheid. De overheid stuurt bij, en dat vraagt van jou als ondernemer dat je meebeweegt. Gelukkig hoef je dat niet alleen te doen.

Waar liggen nog kansen?

De impact van de Voorjaarsnota 2025 op het mkb: overzicht en actie

De voorjaarsnota 2025 mkb-gevolgen raken vrijwel iedere ondernemer – van zzp’er tot dga. Of het nu gaat om aflopende aftrekposten, hogere box 3-heffing of energiekosten: dit is hét moment om te herijken. Welke regel raakt jouw onderneming? En waar liggen juist kansen om fiscaal slimmer te opereren?

Wat kun jij nu doen?

De voorjaarsnota 2025 mkb-consequenties vragen om actie. Daarom: zes concrete stappen die je vandaag al kunt zetten om grip te houden op je fiscale toekomst.

  1. Maak een fiscale toekomstscan – waar loop je tegen aan in 2026 en daarna?
  2. Laat je adviseren over de aftrekposten die verdwijnen – is het tijd voor actie?
  3. Beoordeel je vermogen in box 3 – loont een andere vermogensstructuur?
  4. Bekijk de mogelijkheid van medewerkersparticipatie – vooral voor groeiende bedrijven
  5. Herzie je energiekosten en verbruik – pak hier je voordeel
  6. Plan een jaargesprek met je adviseur – vooruitkijken geeft je ruimte en grip

Wat CijferAdvies voor jou kan betekenen

Bij CijferAdvies snappen we dat een wetswijziging op papier iets anders is dan de impact in de praktijk. Daarom kijken we samen met jou naar de cijfers én het verhaal erachter. Hoe kun jij blijven groeien ondanks de veranderende spelregels? Hoe stuur je bij zonder aan ambitie in te leveren?

Onze adviseurs helpen je niet alleen met de aangifte, maar ook met vooruitkijken. Of je nu een starter bent, een groeiende onderneming runt of nadenkt over verkoop of overname.

Laat deze Voorjaarsnota geen verrassing zijn, maar een kans om je strategie aan te scherpen. Want hoe eerder je schakelt, hoe groter je speelruimte.

Categorieën
Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Egalisatiereserve: hoe je onderhoudskosten slim spreidt en belasting bespaart

De Belastingdienst biedt ondernemers af en toe een onverwacht steuntje in de rug. De egalisatiereserve is zo’n regeling die verrassend weinig bekendheid geniet, maar fiscaal juist erg aantrekkelijk kan zijn. Heb je te maken met terugkerende onderhoudskosten aan je pand of machines? Dan kun je die toekomstige uitgaven alvast spreiden via een slimme reservering in je boekhouding. Daardoor betaal je nu minder belasting, houd je meer geld over én kom je in de toekomst niet voor verrassingen te staan.

In dit artikel leggen we precies uit wat de egalisatiereserve is, wanneer je deze mag gebruiken, en vooral: hoe jij hier als ondernemer je voordeel mee kunt doen. Zie het als een fiscale spaarpot die je mag opbouwen in meerdere jaren met je winst, zodat je niet plots een forse belastingaanslag krijgt op het moment dat je onderhoudskosten maakt. Zo voorkom je grote schommelingen in je belastingdruk en spreid je uitgaven én belasting slim over meerdere jaren. Hoog tijd om dit onbenutte voordeel onder de loep te nemen.

Wat is een egalisatiereserve?

De egalisatiereserve, ook wel bekend als kostenegalisatiereserve (KER), is een fiscaal instrument waarmee je kosten die in de toekomst gaan komen, alvast kunt opvangen. Denk aan groot onderhoud aan je bedrijfspand, machines die je periodiek moet reviseren of vervangen, of installaties die om de zoveel jaar een upgrade nodig hebben. In plaats van die kosten in één boekjaar te plaatsen, mag je ze via de egalisatiereserve uitsmeren over meerdere jaren. Dat betekent concreet: je verlaagt jaarlijks je belastbare winst, waardoor je nu minder belasting betaalt en later meer ruimte hebt voor die grote uitgaven.

Waarom is dit interessant?

Stel, je draait een topjaar en maakt flink winst. Normaal gesproken zou je daar belasting over betalen. Maar als je weet dat je over twee jaar een dure reparatie of onderhoudsklus hebt, kun je nu alvast een egalisatiereserve vormen. Daarmee druk je je huidige winst. En dus ook je belasting. Zo laat je de Belastingdienst meebetalen aan kosten die er toch aan komen. Slim geregeld.

Egalisatiereserve in het kort

  • Verlaagt je belastbare winst
  • Zorgt voor betere liquiditeit
  • Biedt fiscale ruimte om onderhoudskosten te plannen

Voorwaarden: niet zomaar voor elke ondernemer

De Belastingdienst is natuurlijk niet gek. Je mag niet zomaar overal een potje voor aanleggen. Er zijn spelregels:

  1. Het gaat om kosten die niet elk jaar terugkomen, maar periodiek optreden (denk aan elke vijf of tien jaar)
  2. Je moet redelijk zeker weten dat de uitgave er daadwerkelijk aankomt – het is geen ‘misschien’, maar een ‘bijna zeker’
  3. De kosten mogen nog niet zijn gemaakt. Je bouwt dus vooruit, niet achteraf
  4. Het gaat om forse bedragen die je niet zomaar uit de lopende cashflow dekt – onderhoud dat écht in de papieren loopt
  5. De uitgaven zijn nodig om je bedrijf draaiende te houden – ze zijn geen luxe, maar noodzaak
  6. Jaarlijkse kosten of abonnementen vallen buiten de boot. De egalisatiereserve is bedoeld voor pieken, niet voor structurele posten
  7. Je moet goed kunnen uitleggen waarvoor je reserveert, hoe vaak het voorkomt en wanneer je de uitgave verwacht
  8. Heb je te veel gereserveerd? Dan moet het restant alsnog bij je winst worden opgeteld – terugdraaien dus

Kortom: reserveren voor nieuwe bureaustoelen of een kerstpakket is een no-go. Voor een periodieke vervanging van je koelinstallatie of het onderhoud van je dakkapellen zit je goed. Meer weten over de officiële voorwaarden? Bekijk de uitleg van de Belastingdienst.

Voorbeeld uit de praktijk

Stel: je verwacht over vijf jaar een onderhoudspost van €50.000. Door jaarlijks €10.000 te reserveren via de egalisatiereserve, verlaag je elk jaar je belastbare winst. Bij een belastingtarief van 25% bespaar je daarmee jaarlijks €2.500 aan belasting. Over vijf jaar is dat €12.500.

Zo hoef je niet in één keer een groot bedrag op te hoesten en benut je je fiscale ruimte optimaal. Je voorkomt pieken in je belastingdruk en creëert rust in je financiële planning.

Waarom doen ondernemers dit niet massaal?

Goede vraag. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: veel ondernemers weten niet dat deze regeling bestaat. Of ze denken dat het te ingewikkeld is. En ja, er zijn wat fiscale regels en voorwaarden. Maar met de juiste boekhouder aan je zijde (lees: een CijferAdviseur) is het prima te doen. Wij helpen je bij de berekening, de onderbouwing en de verwerking in je administratie.

Wat levert het je op?

  • Minder belasting: door je belastbare winst te verlagen in goede jaren
  • Meer liquiditeit: je houdt meer geld over voor investeringen of reserves
  • Betere voorspelbaarheid: je weet wanneer je grote kosten kunt verwachten
  • Slimme timing: je benut de fiscale ruimte op het juiste moment

Kom jij in aanmerking voor de egalisatiereserve?

Een korte checklist:

  • Heb je in de toekomst grotere kosten te verwachten, zoals onderhoud of vervanging van bedrijfsmiddelen?
  • Gaat het om kosten die niet jaarlijks terugkomen, maar periodiek optreden?
  • Zijn de uitgaven essentieel voor de bedrijfsvoering?
  • Heb je de kosten nog niet gemaakt, maar weet je zeker dat ze eraan komen?
  • Kun je onderbouwen wanneer en waarvoor je reserveert?

Kun je (bijna) overal ja op zeggen? Dan is de kans groot dat je mag reserveren.

Let op: de reserve is niet voor eeuwig

Zet je jarenlang geld opzij zonder dat je de kosten daadwerkelijk maakt? Dan komt de Belastingdienst alsnog langs. De egalisatiereserve valt dan vrij, en daar moet je alsnog belasting over betalen. Inclusief rente. Dus: gebruik de egalisatiereserve alleen als je de kosten echt verwacht. En binnen afzienbare tijd.

Voor wie is dit interessant?

Vooral voor bedrijven met materieel of vastgoed. Denk aan:

  • Bouwbedrijven
  • Productiebedrijven
  • Horecaondernemers
  • Agrariërs
  • Technische installateurs
  • Bedrijven met eigen gebouwen of machineparken

Werk je vooral digitaal of heb je weinig onderhoudsgevoelige middelen? Dan is de regeling waarschijnlijk minder relevant. Maar laat dat checken door een specialist. Want de grenzen zijn soms ruimer dan je denkt. Ook kleinere bedrijven kunnen baat hebben bij een goed toegepaste egalisatiereserve.

Veelgestelde vragen

Wat gebeurt er als ik de kosten niet maak?
Dan valt de reserve vrij en moet je alsnog belasting betalen over het bedrag dat je had gereserveerd. Inclusief rente.

Kan ik de egalisatiereserve gebruiken voor personeelskosten?
Nee, het moet gaan om onderhoud aan bedrijfsmiddelen. Personeelskosten vallen hier niet onder.

Hoe beïnvloedt dit mijn cashflow?
Positief. Je betaalt nu minder belasting, dus houd je meer liquiditeit over om later de kosten daadwerkelijk te maken.

Hoe vaak mag ik een egalisatiereserve opbouwen?
Zolang je aan de voorwaarden voldoet en de kosten periodiek terugkeren, mag je elk jaar een egalisatiereserve vormen.

Wat doet CijferAdvies voor jou?

Wij kijken met een scherpe blik naar je bedrijf en je boekhouding. Waar liggen kansen? Welke fiscale regelingen kun jij benutten? De egalisatiereserve is er daar één van. We beoordelen of je in aanmerking komt, hoe hoog de reserve mag zijn, en hoe je dit fiscaal optimaal verwerkt.

Belasting besparen begint bij vooruitdenken. En laat dat nou precies zijn waar we goed in zijn. Dus: draai je een topjaar? Kom dan juist nu eens praten. Want met slimme planning maak je van je winst geen last, maar een kans.

Wil jij weten of jouw onderneming kan profiteren van een egalisatiereserve? Plan dan een fiscaal adviesgesprek met jouw CijferAdviseur.

Inhoud

Wat betekent ondernemen in 2025 écht?

Een moderne ondernemer moet meer kunnen dan alleen goed zijn in zijn vak. Je bent je eigen HR-afdeling, financieel manager, marketeer én belastingadviseur. Je kiest ook je eigen rechtsvorm – eenmanszaak, vof of bv – en dat heeft direct impact op je risico’s, belastingdruk en je mogelijkheden om te groeien. Een bv oprichten biedt bijvoorbeeld bescherming tegen privéaansprakelijkheid, maar kent hogere administratieve lasten. Een eenmanszaak is simpel, maar maakt jou wél hoofdelijk aansprakelijk. Wil je een overzicht van de verschillen tussen een eenmanszaak of bv? Die vind je hier.

Ondernemen in 2025 betekent wendbaar zijn. De wetten veranderen sneller dan ooit. En digitalisering zorgt ervoor dat je cijfers altijd actueel én inzichtelijk moeten zijn. Daarom draait het niet meer alleen om ‘boekhouden’, maar om koers bepalen op basis van data.

Ondernemer zijn is iets anders dan ingeschreven staan bij de KvK

Alleen een KvK-nummer maakt je nog geen “ondernemer” voor de Belastingdienst. Je moet winst maken, meerdere opdrachtgevers hebben en zelfstandig zijn in je werk en tarief. Ook moet je voldoen aan het zogeheten urencriterium: minimaal 1.225 uur per jaar aan je onderneming besteden. De regels zijn strenger dan ooit – en ze worden inmiddels ook weer soort van actief gecontroleerd.

Misvatting: “Als ik facturen stuur, ben ik ondernemer.” Werkelijkheid: Zonder ondernemerscriteria? Dan loop je het risico als werknemer of ‘fictieve dienstbetrekking’ gezien te worden, met terugvorderingen als gevolg.

Tip van CijferAdvies: Wij kunnen dit toetsen voor je vóór je start, zodat je niet achteraf de rekening krijgt.

Aftrekken, afschrijven of vergeten?

Je kosten opvoeren klinkt simpel. Bonnetje erin, klaar. Maar zo werkt het helaas niet. De regels rond aftrekposten en investeringen zijn best strikt en veranderen regelmatig. Sommige uitgaven mag je in één keer aftrekken, andere moet je over meerdere jaren afschrijven. En dan zijn er nog de regels voor representatiekosten, gemengde kosten, privégebruik en investeringsaftrekken. Wat mag wél, wat niet, en waar laat je geld liggen zonder dat je het doorhebt??

  • Laptop van € 1.200? Mag je in 1 keer aftrekken.
  • Bestelbus van € 25.000? Die schrijf je over 5 jaar af.
  • Lunch met klant bij de snackbar? Slechts deels aftrekbaar.

Daarnaast zijn er fiscale regelingen zoals:

  • De zelfstandigenaftrek en startersaftrek: in 2025 is de zelfstandigenaftrek nog slechts €2.470. Deze regeling wordt jaarlijks afgebouwd. De startersaftrek komt daar tijdelijk nog bovenop. Deze mag je maximaal drie keer toepassen binnen vijf jaar, zolang je voldoet aan het urencriterium en in die jaren recht hebt op zelfstandigenaftrek..
  • De MKB-winstvrijstelling: verlaagt je belastbare winst met 12,7%.
  • De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA): investeer je tussen €2.901 en €392.230? Dan mag je tot 28% van dat bedrag extra aftrekken van je winst.

Wat doen wij bij CijferAdvies? We zorgen dat je optimaal gebruikmaakt van álle regelingen. Geen gedoe, wél het voordeel.

Administratie bijhouden is niet iets voor “later”

Als je administratie een (digitale) schoenendoos is, heb je een probleem. De Belastingdienst eist overzicht, bewaarplicht en structuur. En ze controleren. Zo vaak als ze kunnen.

Veel ondernemers denken: “Mijn boekhouder regelt dat wel.” Totdat diezelfde boekhouder zegt: “Ja, maar jij hebt die bonnetjes nooit aangeleverd.”

Bij CijferAdvies krijg je geen Excel-bijlage, maar een dashboard dat je snapt. We koppelen je bank, helpen je met een facturatiesysteem en maken het makkelijk. Want jij hebt wel iets beters te doen — zoals focussen op ondernemen in 2025.

Personeel aannemen? Denk aan de loonkostenvoordelen

Personeel aannemen is voor veel ondernemers een spannende stap, zeker als je net begint met ondernemen in 2025. Maar wist je dat er flinke financiële voordelen kunnen zijn? Denk aan:

  • Lage inkomensvoordeel (LIV)
  • Loonkostenvoordelen (LKV)
  • Praktijk- en werkleerplaatsen-subsidies

Allemaal mooie regelingen, maar alleen als je ze op tijd aanvraagt én correct verwerkt. Daarom helpen wij je niet alleen met het inzichtelijk maken van deze voordelen, maar ook met de hele salarisadministratie. Van de eerste arbeidsovereenkomst tot de maandelijkse loonstroken en de loonaangifte: wij zorgen dat het klopt én dat jij grip houdt op je loonkosten.

We werken hiervoor samen met betrouwbare associate partners, zoals gespecialiseerde loonbureaus en verzekeringsadviseurs als SchoutenZekerheid.

Of je nu iemand parttime in dienst wilt nemen, werkt met oproepkrachten of een eerste werknemer in dienst neemt: onze adviseurs staan voor je klaar met advies én uitvoering. Zo laat jij geen kansen liggen en voorkom je gedoe achteraf.

Btw: kans én valkuil

De btw is een van de meest onderschatte valkuilen voor startende ondernemers. Veelgemaakte fouten:

  • Btw niet op tijd aangegeven → boete
  • Btw op relatiegeschenken aftrekken → fout
  • Kleineondernemersregeling vergeten aan te vragen → onnodig betalen

Ook zijn er allerlei subsidies en regelingen die met btw te maken hebben, zoals btw-teruggaaf op zonnepanelen, btw-vrijstelling voor kleine ondernemers of btw-behandeling bij internationale leveringen. Deze kansen blijven vaak liggen, simpelweg omdat ondernemers ze niet kennen.

Onze klanten zeggen vaak: “Ik snap het nu pas, dankzij die kwartaalgesprekken.” En precies daarom doen we dat bij CijferAdvies structureel. Niet alleen administratie verwerken, maar duiden. Samen vooruitkijken én signaleren waar je fiscaal voordeel kunt halen.

Belastingen als strategisch stuurmiddel

Als je belastingen alleen ziet als ‘iets dat je moet afdragen’, mis je het punt. Fiscale regelingen kunnen je helpen om te investeren, te groeien en je risico’s te beperken.

Neem bijvoorbeeld:

  • Herinvesteringsreserve (HIR): verkoop je bedrijfsmiddelen met winst? Dan kun je de belastingheffing daarover uitstellen, zolang je het bedrag opnieuw investeert in je onderneming.
  • Milieu- en energie-investeringsaftrek (MIA/Vamil): extra voordeel bij duurzame investeringen in bijvoorbeeld elektrische bedrijfswagens, zonnepanelen of circulaire productie.

Let op: de fiscale oudedagsreserve (FOR) is per 1 januari 2023 afgeschaft voor nieuwe opbouw. Heb je in het verleden FOR opgebouwd, dan gelden overgangsregels. Wil je nu pensioen opbouwen? Dan kijken we samen naar alternatieven zoals lijfrentes of een oudedagsverplichting in de bv.

Wij vertalen die regelingen naar je businessplan. Want belastingadvies is geen trucje, maar een strategie.

Wet- en regelgeving rondom ondernemen in 2025 verandert. En dat is maar goed ook

Het Handboek Ondernemen verandert jaarlijks. Net als de belastingwetten. Net als jouw bedrijf.

Wat vandaag slim is, kan morgen dom zijn. En wat gisteren verboden was, is vandaag een kans.

Daarom werken wij bij CijferAdvies met vaste klantmomenten. Geen afwachtende houding, maar proactieve gesprekken. Want je cijfers vertellen alleen een verhaal als je weet hoe je moet luisteren.

Tot slot: waarom dit geen reclame is, maar een uitnodiging

We kunnen je overladen met argumenten waarom je met CijferAdvies zou moeten samenwerken. Maar liever doen we je een simpel voorstel:

Kom eens langs voor een kop koffie en een gratis cijferscan. Dan laten we je zien:

  • Hoe je er nú voor staat
  • Welke fiscale kansen je laat liggen
  • Wat je vandaag al kunt verbeteren

Geen verplichting. Geen gladde verkooppraat. Gewoon advies, zoals het hoort: naast je, niet boven je.

TL;DR – Dit moet je onthouden:

  • Ondernemen in 2025 vraagt om overzicht, inzicht en iemand die naast je staat.
  • Alleen inschrijven bij de KvK is niet genoeg. Check of je écht ondernemer bent.
  • Veel kosten zijn aftrekbaar – maar niet automatisch. Laat je adviseren.
  • Je administratie moet vanaf dag één op orde zijn. Uitstel = stress.
  • Personeel aannemen kan voordelig zijn. Als je het goed regelt.
  • De btw is verraderlijk – en wordt vaak verkeerd toegepast.
  • Fiscale regelingen zijn geen ‘moetje’, maar groeikansen.
  • Belastingregels veranderen continu. Je boekhouding moet mee veranderen.
  • CijferAdvies denkt mee, praat bij, en helpt vooruit.

Wil je hierover een praktisch gesprek? Bel 0342-400639 of stuur een mail naar info@cijferadvies.nl. Je kunt ook direct een vestiging bij jou in de buurt zoeken op www.cijferadvies.nl/vestigingen.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws Startersbegeleiding

Startersaftrek 2024 & 2025: Bespaar belasting als startende ondernemer

Starten als ondernemer brengt veel uitdagingen met zich mee, maar gelukkig zijn er ook belastingvoordelen die je helpen om goed van start te gaan. Een belangrijke aftrekpost die je niet mag missen is de startersaftrek. Dit extra voordeel boven op de zelfstandigenaftrek zorgt ervoor dat je minder belasting betaalt en meer ruimte hebt om te investeren in de groei van je onderneming. Hoe werkt de startersaftrek precies in 2024 en 2025? En aan welke voorwaarden moet je voldoen? We zetten het voor je op een rij.

Wat is de startersaftrek?

De startersaftrek is een belastingvoordeel waardoor je minder inkomstenbelasting betaalt. Dit stimuleert ondernemers om te investeren in de groei van hun bedrijf in de eerste jaren na de start. De startersaftrek is een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Door deze aftrekpost wordt je belastbare winst lager en betaal je dus minder belasting.

Belangrijk: Je mag deze aftrekpost maximaal 3 keer toepassen in de eerste 5 jaar na de start van je onderneming.

Voor wie is de startersaftrek?

De startersaftrek is bedoeld voor startende ondernemers die voldoen aan het urencriterium en de zelfstandigenaftrek. Dit geldt voor zzp’ers, eenmanszaken en ondernemers met een vennootschap onder firma (vof) of maatschap. De regeling helpt om in de eerste jaren de belastingdruk te verlagen en zo de groei van een bedrijf te ondersteunen.

Startersaftrek in 2024 en 2025

De bedragen voor de startersaftrek blijven ongewijzigd in 2024 en 2025:

  • 2024: startersaftrek € 2.123
  • 2025: startersaftrek € 2.123

De zelfstandigenaftrek wordt echter wél verlaagd, wat invloed heeft op het totale belastingvoordeel:

  • 2024: zelfstandigenaftrek (€ 3.750) + startersaftrek (€ 2.123) = € 5.873 aftrek
  • 2025: zelfstandigenaftrek (€ 2.470) + startersaftrek (€ 2.123) = € 4.593 aftrek

Let op: Het totale belastingvoordeel neemt dus af in 2025. Dit komt doordat de zelfstandigenaftrek jaarlijks wordt afgebouwd. De overheid wil hiermee de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers verkleinen en zelfstandigen stimuleren om financieel zelfstandig te zijn zonder afhankelijk te zijn van fiscale voordelen.

Voorwaarden voor de startersaftrek

Om in aanmerking te komen voor de startersaftrek, moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:

  1. Je voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandigenaftrek
  2. Je was in 1 of meer van de afgelopen 5 jaar geen ondernemer
  3. Je hebt in die periode maximaal 2 keer zelfstandigenaftrek toegepast
  4. Je keert niet geruisloos terug uit een bv in de afgelopen 5 jaar

Startersaftrek en het urencriterium

Om in aanmerking te komen voor de startersaftrek moet je jaarlijks minstens 1.225 uur aan je onderneming besteden. Dit urencriterium geldt voor het hele kalenderjaar, ongeacht of je later in het jaar start.

Praktisch voorbeeld:

Start je bijvoorbeeld in juni? Dan moet je in de resterende 7 maanden alsnog 1.225 uur aan je bedrijf besteden om aanspraak te maken op de startersaftrek. Dit kan een flinke uitdaging zijn, dus het kan slim zijn om de start van je onderneming goed te timen. Begin je bijvoorbeeld in januari, dan heb je een heel jaar de tijd om aan het urencriterium te voldoen, waardoor je meer flexibiliteit hebt in je planning en werkzaamheden.

Zwangerschap & urencriterium

Ben je zwanger? Dan mag je een periode van 16 weken meetellen als gewerkte uren. Hierdoor behoud je de mogelijkheid om aan het urencriterium te voldoen.

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid

Ben je arbeidsongeschikt en run je een onderneming? Dan gelden er andere regels:

  • Verlaagd urencriterium: Minimaal 800 uur per jaar
  • Extra startersaftrek:
  • Eerste keer: € 12.000
  • Tweede keer: € 8.000
  • Derde keer: € 4.000

Let op: Deze startersaftrek mag nooit hoger zijn dan de behaalde winst.

Startersaftrek en fiscaal verlies

Je bent verplicht om de startersaftrek toe te passen, ook als dit betekent dat je verlies maakt. Dit is vastgelegd in de belastingwetgeving en voorkomt dat ondernemers de aftrek doorschuiven naar een later moment. De Belastingdienst stelt dat de startersaftrek alleen kan worden toegepast in de eerste drie jaar van ondernemerschap, mits je voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandigenaftrek. Dit verlies kun je compenseren met andere inkomsten, zoals loon uit een dienstverband, of verrekenen met toekomstige winsten in andere belastingjaren.

Uitstellen van de fiscale regeling is niet mogelijk. Je moet deze aftrek benutten binnen de eerste drie jaar na de start van je onderneming, zolang je voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandigenaftrek. Dit betekent dat je goed moet plannen wanneer je de startersaftrek inzet om er optimaal van te profiteren.

Hoe vraag je startersaftrek aan?

Je hoeft de startersaftrek niet apart aan te vragen. Tijdens je jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting wordt bij het onderdeel ‘Ondernemersaftrek’ automatisch gevraagd of je voldoet aan de voorwaarden. Als dat zo is, worden relevante fiscale regelingen vaak direct toegepast.

Wil je weten hoeveel belastingvoordeel jij krijgt in 2024 of 2025? Gebruik een rekentool of bezoek de pagina van de Belastingdienst. Je kunt ook altijd vrijblijvend contact opnemen met jouw CijferAdviseur. Wij helpen je graag met een nauwkeurige berekening en persoonlijk advies over jouw belastingvoordelen!

Categorieën
Fiscale optimalisatie Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Zakelijk leasen en belastingvoordelen

Zakelijk leasen biedt ondernemers veel belastingvoordelen. Van lagere bijtelling bij elektrische auto’s tot de aantrekkelijke youngtimer-regeling, er zijn talloze mogelijkheden om fiscaal voordelig te rijden. Het is echter belangrijk om ook de fiscale aspecten goed te begrijpen, zodat je optimaal kunt profiteren van de beschikbare regelingen. Hier zetten we de belangrijkste punten voor je op een rij, zodat je weloverwogen keuzes kunt maken en optimaal gebruik kunt maken van fiscale voordelen.

Hoe werkt zakelijk leasen?

Private lease vs. zakelijk leasen: Wat is beter voor ondernemers?

Bij private lease sluit je een contract als particulier, wat betekent dat de auto niet op de balans van je onderneming komt te staan en je geen recht hebt op BTW-aftrek. Voor ondernemers kan dit minder aantrekkelijk zijn omdat de kosten volledig uit privévermogen worden betaald. Daarentegen biedt zakelijk leasen specifieke voordelen:

  1. BTW-aftrek: Bij zakelijk leasen kun je de BTW over de leasekosten aftrekken, mits je Btw-plichtig bent. Dit maakt zakelijk leasen vaak voordeliger dan private lease.
  2. Fiscale aftrekposten: Bij zakelijk gebruik kun je ook kosten zoals brandstof en onderhoud aftrekken, wat bij private lease niet mogelijk is.
  3. Balansimpact: Bij financial lease wordt de auto als bedrijfsmiddel opgenomen op de balans, wat bij private lease niet het geval is.
  4. Bijtelling: Zakelijk leasen vereist een bijtelling bij privégebruik van meer dan 500 km per jaar. Bij private lease speelt dit geen rol, maar je mist ook de zakelijke belastingvoordelen.

Overwegingen

Voor een ondernemer die slechts sporadisch een auto nodig heeft, kan private lease eenvoudiger zijn vanwege de beperkte administratieve lasten. Maak je zakelijke ritten met een privé geleasede auto, dan kun je deze kilometers declareren bij je onderneming. Vanaf 2023 geldt een belastingvrije kilometervergoeding van €0,23 per zakelijke kilometer. Dit kan een manier zijn om toch een deel van de kosten fiscaal te compenseren. Maar als je de auto intensief zakelijk gebruikt, biedt zakelijk leasen meer financiële en fiscale voordelen.

Zakelijk leasen betekent dat je een auto gebruikt voor je bedrijf, maar de eigendomsstructuur verschilt per leasevorm. Bij operationele lease blijft de auto eigendom van de leasemaatschappij, terwijl bij financial lease de auto uiteindelijk jouw eigendom wordt. Je betaalt hiervoor een maandelijkse leaseprijs, waarin vaak kosten zoals onderhoud, reparaties en verzekeringen zijn inbegrepen.

Er zijn twee hoofdvormen van lease:

  1. Operationele lease: De auto blijft eigendom van de leasemaatschappij en gaat na de leaseperiode terug naar hen.
  2. Financial lease: De auto komt op jouw balans te staan en wordt jouw eigendom na het betalen van alle termijnen. Deze vorm van lease wordt vaak gezien als een aankoop op afbetaling.

Lees meer over de verschillende leasevormen hier.

Auto van de zaak en belastingvoordelen

Als je een auto van de zaak rijdt, zijn er enkele belangrijke fiscale regels waarmee je rekening moet houden. Dit speelt vooral een actuele rol bij elektrische auto’s, vanwege de recente wijzigingen in bijtelling en subsidies.

Bijtelling

Wanneer je een zakelijke auto ook privé gebruikt, moet je bijtelling betalen. De bijtelling wordt berekend als een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Dit percentage hangt af van de CO2-uitstoot van de auto en varieert:

  • Elektrische auto’s: Vaak een lager percentage (bijvoorbeeld 16%). Dit percentage kan jaarlijks veranderen en wordt door de overheid bepaald om duurzaam rijden te stimuleren.
  • Benzine- en dieselauto’s: Meestal een hoger percentage (22%).

Belangrijk om te weten is dat je alleen bijtelling betaalt als je meer dan 500 privékilometers per jaar rijdt. Rijd je minder? Dan kun je dit met een sluitende rittenadministratie aantonen en de bijtelling vermijden. Voor elektrische auto’s geldt dat de lagere bijtelling slechts voor een bepaald deel van de cataloguswaarde geldt; daarboven betaal je het reguliere percentage. Dit maakt het belangrijk om goed te berekenen wat voor jou het voordeligst is.

BTW en aftrekbare autokosten

Bij zakelijk leasen kun je de BTW over de leasekosten aftrekken, mits je Btw-plichtig bent. Maak je daarnaast gebruik van belastingvoordelen zoals de MIA of Vamil-regeling bij elektrische auto’s, dan kun je extra besparen. Gebruik je de auto ook privé? Dan moet je een correctie maken voor het privégebruik. Deze correctie bedraagt 2,7% van de cataloguswaarde van de auto.

Andere aftrekbare kosten zijn:

  • Brandstof (voor zakelijke kilometers)
  • Onderhoud en reparaties (indien niet inbegrepen in de leaseprijs)
  • Verzekeringen (bij financial lease)

Voor elektrische auto’s geldt bovendien dat lagere operationele kosten en subsidies de belastingvoordelen verder kunnen versterken, wat zakelijk leasen een aantrekkelijke optie maakt.

Belastingvoordelen van elektrisch leasen

Het leasen van een elektrische auto kan aantrekkelijk zijn vanwege de gunstige bijtellingspercentages en mogelijke subsidies. Bovendien betaal je geen motorrijtuigenbelasting (MRB) en is de aanschafbelasting (BPM) vaak lager of nihil voor elektrische voertuigen. Dit maakt elektrisch leasen niet alleen milieuvriendelijk, maar ook financieel aantrekkelijk.

Voor ondernemers zijn er extra fiscale voordelen zoals:

  • MIA (Milieu-investeringsaftrek): Hiermee kun je tot 45% van de investeringskosten voor elektrische voertuigen aftrekken van de fiscale winst. Dit voordeel kan oplopen tot duizenden euro’s, afhankelijk van de cataloguswaarde van de auto.
  • KIA (Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek): Deze regeling biedt extra aftrek voor kleine ondernemers die investeren in duurzame voertuigen. Combineerbaar met de MIA voor maximaal voordeel.
  • Vamil-regeling: Hiermee kun je 75% van de investeringskosten afschrijven op een moment dat het jou het beste uitkomt, wat een liquiditeitsvoordeel kan opleveren.

Praktijkvoorbeeld:

Een ondernemer kiest voor een elektrische auto met een cataloguswaarde van €40.000. Dankzij de MIA en KIA kan hij ruim €18.000 aan investeringsaftrek claimen, wat aanzienlijk scheelt in de te betalen belasting. Dit betekent dat de ondernemer de effectieve aanschafkosten aanzienlijk kan verlagen. Stel dat hij daarnaast €1.000 per jaar bespaart op energie- en onderhoudskosten vergeleken met een benzineauto, dan loopt de totale besparing over de leaseperiode flink op.

In de praktijk kan deze ondernemer na aftrek van alle voordelen en bijtelling uitkomen op een maandelijkse netto kostprijs die 20-30% lager ligt dan bij het leasen van een conventionele auto. Dit maakt elektrisch rijden niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee en de lange termijn fiscale strategie van de ondernemer.

Door deze regelingen in combinatie met lagere operationele kosten, zoals goedkopere energie en onderhoud, is zakelijk leasen van een elektrische auto een slimme keuze voor ondernemers die zowel duurzaam als kostenbewust willen ondernemen.

Youngtimer-regeling: Interessant voor ondernemers?

Een andere optie die vaak over het hoofd wordt gezien, maar voor sommige ondernemers erg voordelig kan zijn, is de youngtimer-regeling. Deze regeling is van toepassing op auto’s die ouder zijn dan 15 jaar en kan aanzienlijke fiscale voordelen bieden.

Hoe werkt de youngtimer-regeling?

Bij het rijden in een zakelijke youngtimer wordt de bijtelling berekend over de dagwaarde van de auto in plaats van de oorspronkelijke cataloguswaarde. Dit betekent dat de bijtelling vaak veel lager uitvalt dan bij nieuwere auto’s. Het bijtellingspercentage bedraagt 35% van de dagwaarde, maar omdat de dagwaarde van een auto van 15 jaar of ouder aanzienlijk lager is dan de cataloguswaarde, kan dit een aantrekkelijke optie zijn voor ondernemers.

Voor wie is de regeling interessant?

De youngtimer-regeling is met name interessant voor ondernemers die een betrouwbare auto willen zonder de hoge kosten van een nieuwe leaseauto. Vaak zijn luxere auto’s die 15 jaar of ouder zijn nog steeds in goede staat en bieden ze een hoog rijcomfort tegen lage kosten.

Voorbeeld:

Een ondernemer rijdt een zakelijke youngtimer met een dagwaarde van €8.000. De bijtelling bedraagt in dit geval 35% van de dagwaarde, oftewel €2.800 per jaar. Dit is aanzienlijk minder dan bij een nieuwe auto met een hogere cataloguswaarde, waardoor de youngtimer-regeling een voordelige keuze kan zijn.

Hoe CijferAdvies je kan helpen

Bij CijferAdvies begrijpen we dat het kiezen van een leasevorm en het navigeren door de fiscale regelgeving complex kan zijn. Onze belastingadviseurs staan klaar om je te helpen:

  • Het juiste leasecontract te kiezen.
  • Je BTW-aftrek en bijtelling correct te berekenen.
  • Optimaal gebruik te maken van fiscale voordelen, waaronder de youngtimer-regeling.

Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek en ontdek hoe wij jou kunnen ondersteunen bij je zakelijke keuzes.

Categorieën
Belastingaangifte Fiscale tips & valkuilen Nieuws

Vennootschapsbelasting 2025 – Kansen en uitdagingen voor het MKB

Het belastinglandschap verandert voortdurend, en 2025 brengt opnieuw ingrijpende wijzigingen in de Nederlandse vennootschapsbelasting. Voor ondernemers, ook in het midden- en kleinbedrijf (MKB), betekent dit een mix van kansen en uitdagingen. Het is cruciaal om deze veranderingen op tijd te begrijpen en in te spelen op de mogelijke impact. Bij CijferAdvies houden we de wijzigingen scherp in de gaten en bieden we ondernemers strategische ondersteuning. Denk aan het identificeren van kansen, zoals optimalisaties rond giftenaftrek, en het aanpakken van risico’s, zoals strengere regels voor liquidatieverlies en duurzaamheid. Hier zetten we de belangrijkste veranderingen op een rij en hoe jij je daarop kunt voorbereiden.

1. Verhoging van de earningsstrippingmaatregel

Vanaf 2025 stijgt het aftrekbare rentepercentage van 20% naar 24,5% van de gecorrigeerde fiscale EBITDA. Voor kapitaalintensieve bedrijven kan dit knellen, omdat minder rente aftrekbaar is, wat direct effect heeft op de liquiditeit.

2. Kwijtscheldingswinstvrijstelling

Vanaf 2025 kunnen kwijtscheldingswinsten boven het verlies van een miljoen euro worden vrijgesteld van belasting. Deze nieuwe regeling biedt bedrijven met schulden meer ademruimte, maar beperkt tegelijkertijd de mogelijkheden om verliezen uit het verleden te verrekenen. Voor ondernemers is het daarom belangrijk om strategisch na te denken over de planning van kwijtscheldingen.

3. Positief voor internationaal opererende bedrijven: objectvrijstelling

De objectvrijstelling voorkomt dubbele belasting voor buitenlandse vaste inrichtingen. Dit kan gunstig zijn voor MKB-bedrijven met internationale activiteiten en is een belangrijke wijziging in de vennootschapsbelasting 2025.

4. Strengere liquidatieverliesregeling

De strengere regels zijn bedoeld om misbruik te voorkomen, maar dit zorgt voor een aanzienlijke toename in de complexiteit van de boekhouding. Bedrijven moeten waardeverminderingen van zowel directe als indirecte deelnemingen gedetailleerder vastleggen, wat meer tijd en expertise vereist.

5. Verhoging giftenaftrek

De aftrek voor periodieke giften stijgt naar €1,5 miljoen. Dit is goed nieuws voor bedrijven die maatschappelijke betrokkenheid tonen en grote giften willen doen.

6. Pillar Two-regels en internationale belastingstructuren

De introductie van de Pillar-2-bijheffing als een belasting over winst brengt belangrijke veranderingen met zich mee. Het beïnvloedt de deelnemingsvrijstelling en voegt extra lagen van complexiteit toe aan internationale belastingstructuren. Dit vereist dat bedrijven hun strategieën aanpassen om compliant te blijven met deze nieuwe regels.

7. Duurzaamheid minder aantrekkelijk?

De aanzienlijke verlaging van de vrijstelling voor groene beleggingen maakt investeringen in duurzaamheid minder aantrekkelijk. Dit vormt een uitdaging voor ondernemers die zich richten op groene initiatieven, en vraagt om creatieve oplossingen en fiscale strategieën om duurzaam te blijven groeien.

8. Europese anti-misbruikregels (ATAD GAAR)

De Europese anti-misbruikregels worden opgenomen in de Nederlandse wetgeving. Dit biedt duidelijkheid, maar vraagt om strengere naleving van deze regels.

9. Nieuwe definitie in bronbelastingen en haar impact op bedrijven

De term ‘samenwerkende groep’ wordt vervangen door ‘kwalificerende eenheid’, met als doel belastingontwijking tegen te gaan. Dit kan gevolgen hebben voor bedrijven met internationale belastingconstructies.

10. Inkoopfaciliteit dividendbelasting blijft beschikbaar voor ondernemers

De mogelijkheid om eigen aandelen in te kopen zonder extra belastingheffing blijft behouden. Dit is positief voor bedrijven die gebruikmaken van deze regeling, omdat het hen meer flexibiliteit biedt in het beheer van hun kapitaalstructuur. Daarnaast kan dit een effectieve manier zijn om aandeelhouderswaarde te verhogen en financiële strategieën op lange termijn te ondersteunen.

11. Wijziging inhoudingsvrijstelling dividendbelasting

De vrijstelling voor deelnemingssituaties wordt verplicht, waardoor aandeelhouders direct bezwaar kunnen maken tegen een opgelegde belasting. Dit maakt het proces transparanter en biedt aandeelhouders meer rechtszekerheid. Tegelijkertijd vraagt het om extra administratieve inspanningen, zoals het zorgvuldig bijhouden van documentatie en een gedetailleerde verantwoording van de dividenden om aan de vrijstellingsvoorwaarden te voldoen.

12. Technische wijzigingen in de minimumbelasting

De regels rondom de minimumbelasting worden verder verfijnd en aangevuld met specifieke aanpassingen voor hybride regelingen en kwalificerende belastingtegoeden. Deze wijzigingen kunnen aanzienlijke gevolgen hebben, vooral voor bedrijven met internationale structuren. Ondernemingen moeten zich voorbereiden op gedetailleerdere compliance-eisen en tijdig nagaan hoe zij aan de nieuwe regelgeving kunnen voldoen om onaangename verrassingen te voorkomen.

Impact op jouw onderneming

De gevolgen van deze wijzigingen hangen sterk af van jouw specifieke situatie. Heb je internationale structuren? Dan is de objectvrijstelling een pluspunt. Zit je zwaar in schulden? Dan kan de aangepaste earningsstrippingmaatregel je kasstromen beïnvloeden. Ook bedrijven die investeren in duurzaamheid moeten rekening houden met een mogelijke herziening van hun strategie.

De veranderingen in de vennootschapsbelasting 2025 kunnen ook administratieve lasten verhogen, vooral bij het naleven van nieuwe regels zoals de ATAD GAAR. Het is belangrijk om tijdig te evalueren wat deze wijzigingen betekenen voor jouw bedrijf.

Bij CijferAdvies zijn we er om je te helpen deze complexe veranderingen te doorgronden en strategisch te benutten. Samen zorgen we dat jouw onderneming optimaal voorbereid is op deze wijzigingen.

Wil je meer weten over wat de vennootschapsbelasting in 2025 voor jou betekent? Neem dan contact op met een van onze adviseurs. Samen zetten we jouw cijfers om in actie!

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

De belangrijkste veranderingen voor bedrijfswagens in 2025: wat ondernemers moeten weten

Als het kabinet haar plannen uitgevoerd krijgt rondom bedrijfswagens, dan staat er wat te veranderen. Veranderingen voor bedrijfswagens in 2025 komen neer op kostenverhogingen, subsidies die snel opraken en andere fiscale regels. Deze veranderingen beïnvloeden niet alleen de kosten, maar ook de belastingvoordelen en de manier waarop bedrijven hun wagenpark moeten beheren. Als ondernemer wil jij optimaal profiteren van deze nieuwe regels. Anders kom je al snel voor onverwachte kosten te staan. Dus lees snel verder en neem de nodige stappen vandaag nog!

1. Strengere CO2-normen en vergroening

De Nederlandse overheid wil tegen 2030 de CO2-uitstoot fors verminderen, en bedrijfswagens spelen hierin een belangrijke rol. Daarom worden vanaf 2025 de CO2-uitstootnormen voor bedrijfswagens verder aangescherpt. Dit betekent dat bedrijfswagens met een hoge CO2-uitstoot flink duurder worden, zowel bij aanschaf als in gebruik.

De focus op duurzaamheid heeft ook gevolgen voor de fiscale voordelen. Zo zal er meer belastingvoordeel zijn voor bedrijven die kiezen voor elektrische bedrijfswagens. Dit maakt het aantrekkelijker om over te stappen op schonere alternatieven.

Wat betekent dit voor jou?
  • Kies je voor elektrische bedrijfswagens, dan kom je in aanmerking voor aantrekkelijke subsidies, zoals de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Deze regelingen maken het mogelijk om een deel van de aanschafkosten van een elektrische bedrijfswagen af te trekken van je winst, wat je belastingvoordeel oplevert.
  • Bedrijven die blijven kiezen voor diesel- of benzinewagens zullen te maken krijgen met hogere kosten door de toenemende bpm (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen) en een hogere bijtelling.

2. Verhoging van de bijtelling voor elektrische bedrijfswagens

Een belangrijk onderdeel voor ondernemers die hun bedrijfswagen ook privé gebruiken is de bijtelling. Tot 2025 geldt er een gunstige bijtelling van 16% voor elektrische bedrijfswagens. Vanaf 2025 stijgt dit percentage naar 22%, gelijk aan de bijtelling voor auto’s met een verbrandingsmotor. Maar schaf je een elektrische auto voor 2025 aan, dan profiteer je nog van het lagere percentage.

Wat kun je doen?
  • Het kan slim zijn om vóór 2025 nog een elektrische bedrijfswagen aan te schaffen. Hierdoor profiteer je nog enkele jaren van het lage bijtellingspercentage van 16%, wat je op de lange termijn duizenden euro’s kan besparen.
  • Denk ook aan alternatieve opties zoals privélease, waardoor je helemaal geen bijtelling hoeft te betalen en toch privé gebruik kunt maken van een bedrijfswagen.

3. Veranderde bpm-tarieven

Naast de bijtelling worden ook de bpm-tarieven voor bedrijfswagens aangepast. Voertuigen met een hoge CO2-uitstoot zullen te maken krijgen met een verhoging van de bpm. Dit maakt de aanschaf van fossiele bedrijfswagens minder aantrekkelijk. Voor elektrische bedrijfswagens blijft de bpm voorlopig op nul staan, wat deze wagens extra aantrekkelijk maakt voor bedrijven die hun wagenpark willen uitbreiden of vervangen. Hier is wel discussie over, omdat het gewicht van de elektrische wagens ook echt wel hoger is.

4. Laadinfrastructuur: wel zo handig

Het kabinet lijkt de push naar elektrische auto’s door te zetten. Al lijkt het er vooral op dat autorijden voor iedereen duurder wordt. De laadinfrastructuur is hoe dan ook steeds belangrijker geworden. Daarom stimuleert de overheid bedrijven om laadpalen te plaatsen op hun bedrijfsterrein door subsidies aan te bieden voor de installatie van laadpunten. Ook thuisladers voor medewerkers kunnen in 2025 rekenen op fiscale voordelen, mits deze worden gebruikt voor bedrijfswagens.

Advies:
  • Begin op tijd met het in kaart brengen van de laadbehoeften voor je bedrijf. Hoeveel laadpalen heb je nodig? Welke subsidies zijn er beschikbaar? Door hier vroeg op in te spelen, kun je profiteren van fiscale voordelen en voorkom je toekomstige problemen.
  • Overweeg om samen met andere bedrijven in de buurt te investeren in een gedeelde laadinfrastructuur. Dit kan kosten besparen en de toegang tot laadpunten voor je medewerkers verbeteren.

5. Verlies van fiscale voordelen voor fossiele bedrijfswagens

In lijn met het klimaatbeleid van de overheid worden enkele fiscale voordelen voor bedrijfswagens die op fossiele brandstoffen rijden afgeschaft. Dit betekent dat de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor deze voertuigen zal verdwijnen, waardoor investeren in dat soort voertuigen minder aantrekkelijk wordt.

Voor bedrijven die toch kiezen voor een fossiele bedrijfswagen is het belangrijk om rekening te houden met deze veranderde regelgeving. Het verlies van fiscale voordelen kan de kosten van het wagenpark aanzienlijk verhogen.

Tip: Als je niet volledig kunt overstappen op elektrische voertuigen, overweeg dan ten minste hybride oplossingen. Hybride auto’s zijn namelijk nog steeds voordeliger dan hun fossiele tegenhangers. Daardoor kom je in sommige gevallen toch in aanmerking voor bepaalde fiscale voordelen.

6. Elektrische bestelwagens en subsidies

De Subsidieregeling Elektrische Bedrijfswagens (SEBA) wordt ook in 2025 voortgezet, wat betekent dat je als ondernemer een subsidie kunt aanvragen voor de aanschaf van elektrische bedrijfswagens. Afhankelijk van het type voertuig kan de subsidie oplopen tot duizenden euro’s per bedrijfswagen.

Wat betekent dit voor jou?
  • Door tijdig gebruik te maken van de SEBA-subsidie, kun je je kosten verlagen en tegelijkertijd bijdragen aan een beter milieu.

Bereid je voor op 2025

De veranderingen rondom bedrijfswagens in 2025 vragen om een proactieve aanpak van ondernemers. Door je nu al voor te bereiden kun je inspelen op de fiscale voordelen. Voorkom onverwachte kosten en verassingen. Bij CijferAdvies helpen we je graag met het optimaliseren van je investeringen en belastingvoordelen, zodat je bedrijfsvoering future-proof is. Neem vandaag nog contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek over hoe wij je kunnen ondersteunen bij de fiscale transitie naar een duurzamer wagenpark.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws

Prinsjesdag 2024: Wat betekenen de nieuwe begrotingen voor jouw onderneming?

Op Prinsjesdag 2024 heeft het kabinet een aantal belangrijke fiscale maatregelen aangekondigd die directe impact hebben op ondernemers. Deze wijzigingen zijn bedoeld om de belastingdruk te verlagen, de economie te stimuleren en duurzaamheid te bevorderen. In dit artikel zetten we de belangrijkste veranderingen voor jouw onderneming op een rij en geven we je tips hoe je hier slim mee om kunt gaan.

1. Verlaging van het hoge tarief in de tweede schijf van box 2

Een van de opvallendste maatregelen van Prinsjesdag 2024 is de verlaging van het hoge tarief in de tweede schijf van box 2. In 2024 zijn er twee schijven in box 2 voor dividenduitkeringen toegevoegd. De eerste schijf (tot €67.000 aan dividend) wordt belast tegen 24,5%. Het tarief in de tweede schijf, dat momenteel op 33% ligt, wordt per 2025 verlaagd naar 31%. Dit is goed nieuws voor ondernemers en aandeelhouders, aangezien dit een verlichting biedt op de belastingdruk voor hogere dividenduitkeringen.

Tip van CijferAdvies: Maak optimaal gebruik van de lage schijf in box 2 als je fiscaal partner bent. Samen kunnen jullie profiteren van het lage tarief tot €134.000. Dit bied je de mogelijkheid om dividenden efficiënter uit te keren. Bespreek met jouw CijferAdviseur welke strategie voor jouw situatie het voordeligst is.

2. Afschaffing van het verlaagde btw-tarief voor kunst, cultuur en sport

Op Prinsjesdag 2024 werd ook bekend gemaakt dat op 1 januari 2026 het verlaagde btw-tarief van 9% voor kunst, cultuur, sport en hotelovernachtingen afgeschaft. Het standaard btw-tarief van 21% zal dan van toepassing zijn op deze sectoren. Dit kan een flinke stijging betekenen in de kosten voor consumenten en bedrijven in sectoren zoals sportscholen, culturele instellingen en hotelketens.

Voor ondernemers die actief zijn in deze sectoren kan deze maatregel zorgen voor hogere prijzen en mogelijk lagere marges. Er zijn echter uitzonderingen: toegang tot bioscopen, dierentuinen en attractieparken blijft onder het verlaagde tarief vallen, evenals dagrecreatie zoals kampeerterreinen.

Let op: De wijziging is afhankelijk van het moment van de dienst. Een ticket dat in 2025 wordt verkocht voor een dienst in 2026 valt al onder het nieuwe tarief van 21%. Houd hier rekening mee in je prijspolicy voor aankomende boekingen.

3. Verlaging van de overdrachtsbelasting voor niet-eigen woningen

Goed nieuws voor vastgoedinvesteerders: de overdrachtsbelasting voor woningen die niet in eigen gebruik zijn, wordt per 2026 verlaagd van 10,4% naar 8%. Dit biedt meer ruimte voor vastgoedbeleggingen. De verlaging geldt echter niet voor bedrijfspanden. 

Tip van CijferAdvies: Overweeg om investeringen in huurwoningen uit te stellen tot na 1 januari 2026 om te profiteren van de lagere overdrachtsbelasting.

Versoepeling van de bedrijfsopvolgingsregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) spelen een belangrijke rol bij de overdracht van familiebedrijven. Het doel van deze regelingen is om te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming in gevaar komt door de belastingdruk bij bedrijfsoverdrachten. Dit maakt het eenvoudiger om familiebedrijven over te dragen zonder zware fiscale lasten., maar er staan enkele belangrijke wijzigingen op de agenda.

Verkorting van de voortzettingstermijn

De verplichte voorzettingstermijn van vijf jaar wordt verkort naar drie jaar vanaf 1 januari 2025. Dit maakt het gemakkelijker om familiebedrijven over te dragen zonder dat er te veel administratieve of fiscale lasten ontstaan. Let op: voor overdrachten vóór deze datum blijft de termijn van vijf jaar gelden.

Aanvullende wijzigingen vanaf 2026

Vanaf 2026 worden er enkele aanvullende aanpassingen doorgevoerd:

  • Beperking van de BOR en DSR: Deze regelingen zullen alleen nog gelden voor gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Opties en winstbewijzen vallen hier niet langer onder.
  • Vereenvoudiging van herstructureringen: Gedurende de bezits- en voortzettingstermijn worden herstructureringen eenvoudiger.
  • Langere bezitstermijn voor schenkers en erflaters: Als een ondernemer na de AOW-leeftijd met een onderneming start, geldt een langere bezitstermijn.
  • Aanpak van dubbel gebruik van de BOR: Er komen strengere maatregelen om misbruik van de regeling te voorkomen, bijvoorbeeld bij dubbele toepassing van de BOR.

Let op: Sinds 1 januari 2024 kwalificeert vastgoed dat aan derden ter beschikking wordt gesteld (bijvoorbeeld verhuurd vastgoed) niet langer als ondernemingsvermogen. Dit betekent dat vastgoed in deze categorie niet meer in aanmerking komt voor de bedrijfsopvolgingsregeling.

Tip van CijferAdvies: Overweeg nu al actie te ondernemen om je bedrijf klaar te maken voor de toekomst. De wijzigingen in de BOR en DSR kunnen een aanzienlijke impact hebben op de manier waarop je je bedrijf overdraagt. Neem contact op met je CijferAdviseur om samen een strategie te ontwikkelen die optimaal gebruik maakt van de nieuwe fiscale voordelen.

5. Terugdraaiing van de versobering van de 30%-regeling

De 30%-regeling is tot 2027 nog beschikbaar. Je kunt als expat dus nog steeds profiteren van de belastingvrije vergoeding. Hij wordt daarnaast ook minder hard versoberd als gedacht. Je kunt daarna namelijk nog steeds profiteren van 27% belastingvrije vergoeding . Deze regeling blijft vooral aantrekkelijk voor bedrijven die hoogopgeleide buitenlandse werknemers aantrekken.

Tip van CijferAdvies: Overweeg om gebruik te maken van deze regeling als je internationale talenten aantrekt. Zorg ervoor dat je voldoet aan de salarisnorm die per 2027 wordt verhoogd.

6. Tariefskorting voor emissievrije personenauto’s

Rijd je op dit moment een emissievrije personenauto dan betaal je geen motorrijtuigenbelasting. Dat gaat vanaf 2025 veranderen. Vanaf dan wordt er een tariefskorting van 75% ingevoerd. Vanaf 2026 wordt deze korting verlaagd naar 25%.

Doordat emissievrije voertuigen vaak zwaarder zijn door de accu’s, zou het belastingvoordeel zonder deze korting wegvallen. Daarom wordt er zo geprobeerd om de extra belasting van de zwaardere elektrische auto’s te compenseren. De regering wil met deze maatregel de verkoop van elektrische voertuigen stimuleren. Het kabinet heeft aangekondigd om in 2025 te evalueren of de korting van 25% voldoende is om de verkoop van emissievrije voertuigen te stimuleren.

Let op: Deze regeling is nog niet definitief en zal naar verwachting later in 2024 in een wetsvoorstel worden opgenomen. Houd deze ontwikkeling goed in de gaten.

7. Afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting

Vanaf 1 januari 2025 wordt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting afgeschaft. Dit betekent dat giften vanuit je vennootschap niet langer aftrekbaar zijn. Deze worden nu belast als dividend en moeten worden opgegeven in box 2.

Tip van CijferAdvies: Overweeg om giften voortaan vanuit privé te doen. In box 1 blijft de giftenaftrek voorlopig nog bestaan. Dit kan belastingvoordeel opleveren, zeker als je regelmatig bijdraagt aan goede doelen.

Ondersteun je goede doelen door middel van sponsoring of reclame? In dat geval worden deze kosten niet gezien als giften, maar als zakelijke kosten. Dit betekent dat ze, net als andere bedrijfskosten, gewoon aftrekbaar blijven van de winst. Dit geldt ook voor uitgaven die je doet in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO).

8. Invoering van een derde schijf in de inkomstenbelasting

Er wordt een nieuwe belastingtariefschijf ingevoerd in 2025. Dit zorgt vooral voor lastenverlichting bij middeninkomens, aangezien de eerste schijf omlaag gaat naar 35,82%. Deze maatregel kan vooral invloed hebben op ondernemers die hun inkomsten via box 1 laten belasten.

9. Geen verlaging van het box 3-tarief

Ondanks eerdere verwachtingen, blijft het box 3-tarief in 2025 op 36%. Dit betekent dat er voorlopig geen verlichting komt voor spaarders en beleggers.

10. Strengere earningsstrippingmaatregel

Vanaf 2025 kun je minder rente aftrekken bij vastgoedstructuren, vooral als deze aan derden worden verhuurd. De earningsstrippingmaatregel beperkt renteaftrekken en wordt binnenkort aangescherpt. Dit kan gevolgen hebben voor ondernemers in de vastgoedsector.

Wat betekent Prinsjesdag 2024 voor jouw onderneming?

Prinsjesdag 2024 introduceert diverse veranderingen die de fiscale spelregels voor ondernemers zullen aanpassen. Het is belangrijk om deze wijzigingen goed te begrijpen en tijdig maatregelen te nemen. Of je nu te maken hebt met de bedrijfsopvolgingsregeling, investeert in vastgoed of emissievrije voertuigen overweegt, de nieuwe fiscale regels bieden kansen én uitdagingen.

Neem contact op met CijferAdvies om te bespreken hoe jij het meeste kunt halen uit de nieuwe fiscale maatregelen en om je onderneming klaar te maken voor een fiscaal gezonde toekomst. Maak vrijblijvend een afspraak met een van onze CijferAdviseurs en maak kennis met boekhouding 2.0.

Meer informatie: Voor een volledig overzicht van alle fiscale wijzigingen kun je terecht op de officiële website van de overheid: rijksoverheid.nl.

Categorieën
Fiscale optimalisatie Nieuws Notariële Zaken & Rechtsvormen

Kleineondernemersregeling (KOR) flexibeler vanaf 2025: Wat je moet weten

Vanaf 1 januari 2025 treden er belangrijke veranderingen in werking in de kleineondernemersregeling (KOR). Deze aanpassingen zullen de regels versoepelen voor zowel nationale als internationale ondernemers. Heb je als Nederlander een jaarlijkse om zet tot €20.000 per jaar? Dan kom je in aanmerking voor deze regeling. We bespreken de veranderingen en leggen uit waarom de KOR interessant kan zijn voor jou als (startende) ondernemer.

Wat is de Kleineondernemersregeling (KOR)?

De KOR is een belastingregeling die kleine ondernemers helpt om vrijgesteld te worden van het berekenen en afdragen van btw, mits de jaaromzet onder een bepaalde grens blijft. Deze regeling vermindert administratieve lasten en biedt financiële voordelen. Momenteel geldt de regeling voor ondernemers met een omzet tot €20.000 per jaar. Wie zich aanmeldt, hoeft geen btw in rekening te brengen bij klanten, maar mag ook geen btw aftrekken over kosten. Het starten van je onderneming kan hierdoor een stuk soepeler verlopen.

Waarom worden de regels van de KOR aangepast?

De Europese Unie (EU) werkt aan het stroomlijnen en vereenvoudigen van belastingregels binnen de lidstaten. De aanpassing van de KOR past binnen deze bredere aanpak en heeft als doel om de regeling toegankelijker te maken. Vooral voor ondernemers die ook in andere EU-landen actief zijn, komt er een nieuwe mogelijkheid: de EU-KOR.

Belangrijkste wijzigingen in de KOR per 1 januari 2025

De wijzigingen die in 2025 ingaan, bieden meer flexibiliteit voor ondernemers en vereenvoudigen de deelname aan de Kleineondernemersregeling. De belangrijkste veranderingen zijn:

  • Geen verplichte deelnameperiode van drie jaar meer: Op dit moment moeten ondernemers zich voor minimaal drie jaar vastleggen bij deelname aan de KOR. Vanaf 2025 vervalt deze verplichting. Je kunt je op elk gewenst moment af en aanmelden.
  • Snellere her aanmelding: Als je je afmeldt voor de KOR, hoef je niet meer drie jaar te wachten voordat je je opnieuw kunt aanmelden. Je kunt je op elk moment aanmelden voor het nieuwe jaar, zonder lange uitsluitingsperiode.
  • Aanmelden en afmelden via Mijn Belastingdienst Zakelijk: Het wordt eenvoudiger om je aan te melden of af te melden via het portaal van de Belastingdienst.
  • Einde KOR voor buitenlandse ondernemers: Voor ondernemers die niet in Nederland wonen maar wel een vaste btw-inrichting in Nederland hebben, vervalt de mogelijkheid om gebruik te maken van de KOR. In plaats daarvan kunnen zij mogelijk de nieuwe EU-KOR gebruiken.

Wat is de EU-KOR?

Naast de nationale Kleineondernemersregeling introduceert de Belastingdienst in 2025 de EU-KOR, een Europese variant van de regeling. Dit biedt ondernemers die zaken doen in meerdere EU-landen de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een btw-vrijstelling in verschillende landen. Dit is natuurlijk vooral handig voor ondernemers die een klein bedrijf runnen en in meerdere landen actief zijn.

Hoe werkt de EU-KOR?

  • Maximale jaaromzet: Voor deelname aan de EU-KOR mag je totale jaaromzet binnen de EU niet hoger zijn dan €100.000.
  • Btw-vrijstelling in meerdere landen: Je kunt zelf kiezen voor welke EU-landen je de btw-vrijstelling wilt toepassen. Dit betekent dat je geen btw hoeft te berekenen in die landen, maar ook geen btw kunt terugvorderen over gemaakte kosten.
  • Kwartaalrapportages: Bij deelname aan de EU-KOR moet je per kwartaal een opgave doen van je totale EU-omzet bij de Nederlandse Belastingdienst.

Hoe kan de KOR en EU-KOR je helpen?

De nieuwe EU-KOR biedt een vereenvoudiging voor ondernemers die internationaal opereren. Het administratief vereenvoudigen van de btw-registratie binnen de EU kan ondernemers veel tijd en moeite besparen. Vooral voor bedrijven met beperkte internationale activiteiten kan deze regeling aantrekkelijk zijn.

Door de versoepeling van de regels kunnen ondernemers beter inspelen op veranderende bedrijfsomstandigheden. Waar je eerder vastzat aan een strikte termijn van drie jaar, biedt de nieuwe Kleineondernemersregeling en EU-KOR meer flexibiliteit en keuzemogelijkheden. Dit betekent dat je je BTW-administratie sneller kunt aanpassen aan de behoeften van jouw bedrijf.

Voor wie is de nieuwe KOR van belang?

  • Startende ondernemers: Als startende ondernemer is het goed om te weten dat de nieuwe KOR en EU-KOR de drempel verlaagt om van de regeling gebruik te maken. Je kunt snel schakelen wanneer jouw omzet groeit of verandert.
  • Buitenlandse ondernemers: Als je buiten Nederland woont, maar wel een vaste inrichting in Nederland hebt, kun je vanaf 2025 geen gebruik meer maken van de KOR. In dat geval is het belangrijk om te onderzoeken of de EU-KOR voor jou interessant is.
  • Mkb’ers en zzp’ers met internationale activiteiten: Werk je in meerdere EU-landen, dan is de EU-KOR een goede oplossing om eenvoudiger aan je btw-verplichtingen te voldoen zonder dat je in ieder land apart een registratie moet hebben.

Wat moet je nu doen?

De Belastingdienst stuurt ondernemers die momenteel gebruikmaken van de Kleineondernemersregeling een brief met uitleg over de wijzigingen en hoe deze van toepassing kunnen zijn. Ben je aan het overwegen om gebruik te maken van de KOR? Het is begrijpelijk dat je twijfelde over het inzetten van de KOR. Je zat er immers 3 jaar aan vast. Maar dankzij de nieuwe flexibiliteit kan het een stuk interessanter zijn om de regeling uit te proberen.

Wil je weten of de KOR of EU-KOR voor jouw onderneming geschikt is? De website van de Belastingdienst biedt een vragenlijst om te bepalen of je in aanmerking komt voor de regeling. Ook kun je daar direct nagaan wat de gevolgen zijn van deelname aan de Kleineondernemersregeling of EU-KOR.

Meer weten?

De wijzigingen in de KOR en de introductie van de EU-KOR vanaf 2025 maken het voor kleine ondernemers eenvoudiger en flexibeler om gebruik te maken van btw-vrijstellingen. Of je nu nationaal of internationaal zaken doet, het is belangrijk om deze veranderingen te begrijpen en te bepalen of ze aansluiten bij jouw bedrijfsstrategie. Bij CijferAdvies kunnen we je helpen met het begrijpen van de nieuwe regels en de impact die dit heeft op jouw bedrijf. Neem gerust contact met ons op voor meer informatie!