Categorieën
news

Met name Vpb en btw zorgen voor toename belastinginkomsten overheid

Met name Vpb en btw zorgen voor toename belastinginkomsten overheid

De overheidsinkomsten stegen het eerste halfjaar met 12%, oftewel €22 miljard ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Ruim €17 miljard van de toename kwam uit belastingen en wettelijke premies. Met name de vennootschapsbelasting en de btw droegen bij aan deze toename, respectievelijk met bijna €7 miljard en bijna €5 miljard. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de overheidsfinanciën.

Ook stegen de inkomsten uit de loon- en inkomstenheffing met €4 miljard. De opbrengsten uit de energiebelasting namen daarentegen door lagere tarieven en iets minder verbruik met €1 miljard af. De overige inkomsten namen met €4 miljard toe. Hogere aardgasprijzen hebben geleid tot €3 miljard meer aan opbrengsten uit aardgas.

De overheid realiseerde in de eerste helft van 2022 een overschot van ruim €10 miljard. Halverwege vorig jaar was er nog een tekort van €13 miljard. De overheidsschuld kwam aan het eind van het eerste halfjaar van 2022 uit op € 458 miljard, 9 miljard meer dan aan het begin van het jaar.

Na twee coronajaren met tekorten schrijft de overheid weer zwarte cijfers over het eerste halfjaar. Wel worden in de tweede helft van 2022 extra uitgaven van de overheid verwacht. De miljoenennota 2023 van het ministerie van Financiën gaat uit van een tekort van €8,5 miljard voor heel 2022.

Bron: CBS, 23 september 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Eén op de drie zzp’ers gaat op werkvakantie

Eén op de drie zzp’ers gaat op werkvakantie

Zzp’ers combineren hun werk steeds vaker met vakantie, blijkt uit een enquête van online bank Knab. Waarom doen zij dit en hoe pak je het slim aan?

Eén op de drie zzp’ers is in 2022 op een werkvakantie geweest of is dat nog van plan, blijkt uit een onderzoek van Knab onder 1100 zzp’ers. Ze werken in zo’n periode gemiddeld tweeënhalve week vanuit het buitenland.

Even ontspannen

Door de krappe arbeidsmarkt hebben zzp’ers vaak veel werk. Dan is het natuurlijk ook belangrijk om op vakantie te gaan en uit te rusten. 85% van de ondervraagden geeft dan ook aan dat ze een vakantie nodig hebben voor hun mentale gezondheid. Een kwart van de zzp’ers is wel bang om werk mis te lopen tijdens hun vakantie. Een werkvakantie is dan een oplossing.

Coronacrisis

Sinds de coronacrisis is het een stuk normaler om op afstand te werken. Het maakt veel opdrachtgevers niet meer uit of je nu op het kantoor werkt of vanaf een vakantieadres. 87% van alle zzp’ers die op afstand werken zegt dat zijn werkgever hier soepeler in is sinds de crisis.

Werkvakanties niet geschikt voor iedereen

Toch kan niet iedereen zijn werk goed combineren met vakantie. 64% van de ondervraagden kan zijn opdracht (deels) op afstand uitvoeren, maar er zijn grote verschillen tussen sectoren. In de IT-sector kan 90% van de zzp’ers zijn werk vanaf een vakantieadres doen. In de bouw en horeca is dat een stuk minder. Daar kunnen respectievelijk 30 en 37 procent van de zzp’ers op afstand werken.

Tips om zelf op werkvakantie te gaan

Als je van plan bent op werkvakantie te gaan zijn er veel dingen waar je rekening mee moet houden. Wij zetten daarom een aantal tips op een rij voor een succesvolle werkvakantie:

  1. Bedenk je eerst op welke manier jij het liefst je dag indeelt. Werk je liever halve dagen, zodat je de rest van de dag vakantie kunt vieren? Of past het beter bij jou om volledige werkdagen af te wisselen met volledig vrije dagen? Denk daarbij niet alleen aan de aard van je werk, maar ook aan de manier waarop jij het best kunt ontspannen.
  2. Bepaal hoeveel uur jij wilt (of moet) werken op vakantie. Tijdens een werkvakantie wil je genoeg tijd hebben om te ontspannen en je omgeving te ontdekken. Ga dus niet fulltime door met werken zoals je thuis doet.
  3. Wees realistisch over welke dagen je wel en niet kunt werken. Ben je bijvoorbeeld de eerste dag lang aan het rijden voordat je op je bestemming bent? Dikke kans dat er dan van werken weinig terecht komt.
  4. Selecteer je accommodatie op basis van wat jij nodig hebt om je werk te doen. Bijvoorbeeld goede WiFi, airconditioning, een extra werkkamer in je AirBnb of een coworkingspace in de buurt van je hotel. Er bestaan ook speciale accommodaties voor werkvakanties en digitale nomaden.
    Extra tip: wil je zeker weten dat je WiFi goed is? Vraag de verhuurder om een screenshot van een speedtest.
  5. Laat je opdrachtgever(s) weten hoe het zit met jouw beschikbaarheid en bereikbaarheid in je werkvakantie. Welke dagen of dagdelen werk je, welke niet? Denk ook aan het tijdsverschil als je afspraken plant.
  6. Communiceer jouw werkschema duidelijk met je reisgezelschap om teleurstelling en frustratie te voorkomen. Laat weten wanneer je werkt en dus liever niet gestoord wilt worden, en wanneer je het leuk vindt om samen op pad te gaan.

Bron: Zipconomy

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Europees Parlement stemt in met Europees minimumloon

Europees Parlement stemt in met Europees minimumloon

Het Europees Parlement heeft op 14 september ingestemd met de Richtlijn toereikende minimumlonen in de Europese Unie, waarin minimumvoorschriften staan voor de hoogte van het minimumloon. Lidstaten hebben twee jaar de tijd om deze richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.

In de richtlijn staan minimumvoorschriften die ervoor moeten zorgen dat minimumlonen in alle EU-landen een fatsoenlijke levensstandaard voor werknemers garanderen. In de meeste lidstaten met nationale wettelijke minimumlonen zijn de minimumlonen te laag in vergelijking met andere lonen of om een waardig leven te kunnen leiden, zo staat in toelichting bij de Richtlijn. 

Twee jaar de tijd voor implementatie

Het voorstel van de Europese Commissie voor de Richtlijn voor toereikende minimumlonen is onlangs goedgekeurd door het Europees Parlement. In juni 2022 bereikten het Europees Parlement en de Europese Raad al een voorlopig akkoord over de richtlijn. Naar verwachting zal de Europese Raad het akkoord later in september formeel goedkeuren. De lidstaten hebben dan twee jaar de tijd om deze in nationaal recht om te zetten. 

Minimumloon van € 14 per uur in Nederland

Op basis van de richtlijn moeten lidstaten beoordelen of het minimumloon in hun land voldoende is voor een fatsoenlijke levensstandaard. Daarbij moeten ze onder meer rekening houden met sociaaleconomische omstandigheden, koopkracht en de loonverdeling in het land. Ook kan een lidstaat het minimumloon toetsen aan internationale normen, zoals 60% van het mediane brutoloon en 50% van het gemiddelde brutoloon. Voor Nederland zou dit waarschijnlijk een minimumloon van € 14 per uur betekenen. Maar het is niet zo dat deze richtlijn de hoogte van het Nederlands minimumloon voorschrijft. Lidstaten hebben de autonomie om het minimumloon zelf vast te blijven stellen, zo benadrukte minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eerder in een Kamerbrief (pdf). De implementatie van de richtlijn loopt in Nederland parallel aan het kabinetsvoornemen om het minimumloon te verhogen

Positie werknemers verbeteren

De richtlijn is bedoeld om de positie van werknemers en vakbonden te verbeteren bij onderhandelingen over de collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Lidstaten met een cao-dekking van lager dan 80% moeten een actieplan opstellen zodat een hoger percentage van de werkende bevolking onder een cao valt. Ook moeten EU-landen een handhavingssysteem opzetten, inclusief monitoring en goede informatievoorziening over het minimumloon.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Wetsvoorstel Belastingplan 2023

Wetsvoorstel Belastingplan 2023

Het Belastingplan 2023 en overige Prinsjesdagstukken zijn op dinsdag 20 september 2022 door minister Kaag aangeboden aan de Tweede Kamer.

Het pakket Belastingplan 2023 bestaat uit zeven wetsvoorstellen

Wetsvoorstel Belastingplan 2023

Het kabinet wil in 2023 de belasting op een inkomen uit werk (box1) tot € 73.071 verlagen van 37,07% naar 36,93%. De arbeidskorting wordt jaarlijks verhoogd.

Box 3

Het huidige tarief in box 3 wordt met 1%-punt per jaar verhoogd naar 34% in 2025 en met ingang van 1 januari 2023 wordt het heffingvrije vermogen verhoogd van € 50.650 naar € 57.000. Voor partners wordt het heffingvrije vermogen daarmee verhoogd van € 101.300 naar € 114.000. Vanaf 2026 gaat het nieuwe stelsel voor box 3 in.

Verhogen onbelaste reiskostenvergoeding

Gelet op de stijging van de kosten en het feit dat het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding sinds 2006 niet is gewijzigd, is het kabinet van plan om het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2023 te verhogen tot € 0,21 per kilometer.

Uitfaseren oudedagsreserve

Een ondernemer voor de inkomstenbelasting (bijv. een vennoot in een vof) kan een deel van zijn winst reserveren om een oudedagsreserve (FOR) te vormen. Daarvan kan later een lijfrente worden aangekocht. Dit zorgt ervoor dat de ondernemer op latere leeftijd nog inkomsten heeft. De belastingheffing wordt dan uitgesteld totdat de lijfrente-uitkeringen worden ontvangen. Omdat de FOR niet altijd wordt gebruikt zoals deze bedoeld is, wordt de FOR uitgefaseerd. Dit betekent dat er vanaf 2023 geen bedragen meer aan de FOR mogen worden toegevoegd.

Verlagen zelfstandigenaftrek

In het coalitieakkoord is afgesproken om de afbouw van de zelfstandigenaftrek, zoals geregeld in het Belastingplan 2020 en het Belastingplan 2021, te versnellen en verder door te trekken. In de augustusbesluitvorming is besloten om versneld af te bouwen en het bedrag verder te verlagen. Met de afbouw van de zelfstandigenaftrek wordt beoogd het verschil in fiscale behandeling tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. De afbouw is zo vormgegeven dat de zelfstandigenaftrek met ingang van 2023 in verschillende stappen (inclusief de eerdere afbouw van de zelfstandigenaftrek op basis van het Belastingplan 2020 en het Belastingplan 2021) wordt verlaagd van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. De verhoging van de zelfstandigenaftrek voor starters, de zogenoemde startersaftrek, blijft overigens ongewijzigd (€ 2.123)

Afschaffen middelingsregeling

Afschaffen van de middelingsregeling per 1 januari 2023, maar nog wel met overgangsrecht voor jaren na 2022, mits ook 2022 in het middelingstijdvak wordt betrokken. Dit betekent dat middelen over een middelingstijdvak met alleen kalenderjaren vanaf 2023 niet meer mogelijk is. Het laatste tijdvak waarover nog kan worden gemiddeld omvat derhalve de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024. Daarna is er voor belastingplichtigen geen mogelijkheid meer om een tegemoetkoming te krijgen voor progressienadelen als gevolg van de verschillende tarieven in box 1. Dit zal met name invloed hebben op belastingplichtigen die te maken hebben met veel (grote) inkomensschommelingen en belastingplichtigen die incidenteel een hoger inkomen genieten door bijvoorbeeld een nabetaling. Zij verliezen het voordeel dat de middelingsregeling momenteel biedt.

Actualiseren leegwaarderatio

Het  kabinet is van plan om de leegwaarderatio te blijven hanteren met geactualiseerde percentages, op basis van genoemd onderzoek van SEO. Daarnaast is het kabinet voornemens om deze percentages in de toekomst actueel te houden.

Aanpassen culturele multiplier voor partners

Per 1 januari 2023 de wettekst in lijn brengen met de huidige uitvoeringspraktijk. Dat wil zeggen dat voor de toepassing van de multiplier de culturele giften van fiscale partners worden samengevoegd en dit bedrag vervolgens wordt verhoogd met 25%, maar ten hoogste met € 1.250.

Uitfaseren IACK

In lijn met het coalitieakkoord wordt de IACK vanaf 2025 afgeschaft, behalve voor ouders met (een of meer) kinderen die vóór 1 januari 2025 zijn geboren. De regering heeft – zoals hiervoor is aangestipt – ervoor gekozen de IACK niet in één keer geheel af te schaffen, maar de IACK gefaseerd over de periode 1 januari 2025 tot en met 31 december 2036 af te schaffen door ouders van kinderen die zijn geboren vóór 1 januari 2025 nog wel in aanmerking te laten komen voor het recht op de IACK (overgangsrecht). Vanaf 1 januari 2037 hebben alle kinderen geboren vóór 1 januari 2025 de leeftijd van 12 jaar bereikt en bestaat daardoor voor geen enkele ouder nog recht op de IACK.

Afbouw algemene heffingskorting met verzamelinkomen

Met de voorgestelde maatregel wordt de afbouw niet langer uitsluitend afhankelijk van de hoogte van het inkomen uit werk en woning, maar van het verzamelinkomen, dat bestaat uit het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) verminderd met het daarin begrepen te conserveren inkomen.

Repareren overgangsrecht scholingsaftrek

Reparatie van het overgangsrecht met terugwerkende kracht vanaf het moment dat de fiscale aftrek van scholingsuitgaven is afgeschaft, zijnde per 1 januari 2022. Door deze reparatie blijven alle relevante bepalingen die voorheen van toepassing waren op de aftrek van de hierboven omschreven (forfaitaire) aftrek van toepassing. Daarmee wordt de wettekst in lijn gebracht met het doel om bij de afschaffing het reeds bestaande overgangsrecht in zijn toenmalige vorm te continueren.

Oudedagsverplichting aanwenden ter verkrijging van een lijfrente

Voorheen konden dga’s een pensioenvoorziening opbouwen in hun eigen bv. Toen dit werd afgeschaft, kon een deel van het pensioen worden omgezet in een oudedagsverplichting (ODV). Voordat een ODV tot uitkering komt, kan de dga er een lijfrente van kopen. Omdat in de praktijk de wens bestond om een lijfrente aan te kopen nadat de ODV-uitkeringen zijn gestart (ook als al vijf jaar zijn verstreken na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt), zijn hiervoor goedkeuringen afgegeven. Deze goedkeuringen, inclusief de daarin gestelde voorwaarden, worden nu in de wet opgenomen. 

Introduceren twee schijven box 2

Als dekking voor het rechtsherstel dat op grond van het arrest van 24 december 202142 over box 3 moet worden geboden, worden de lasten in box 2 van de inkomstenbelasting verhoogd. Voorgesteld wordt om per 2024 twee schijven te introduceren in het box 2-tarief. In de huidige situatie is sprake van één vlaktarief dat geldt voor het gehele bedrag aan belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2 van de inkomstenbelasting. Dit tarief bedraagt 26,9% in 2022. Voorgesteld wordt om per 2024 twee schijven te introduceren in box 2 met een basistarief van 24,5% voor de eerste € 67.000 (bedrag 2024) aan inkomsten per belastingplichtige en een tarief van 31% voor het meerdere.

Vervallen uitzondering op gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups

De regeling vervalt per 1 januari 2023. Bij de invoering van de regeling is aangegeven dat overgangsrecht zou worden opgenomen voor bestaande gevallen in het geval dat de regeling zou worden afgeschaft. Aanmerkelijkbelanghouder(s) die in 2022 al gebruikma(a)k(t)en van de regeling, kunnen daarom op grond van het onderhavige wetsvoorstel de regeling blijven toepassen. De voorwaarden voor de tegemoetkoming zoals die op 31 december 2022 gelden, blijven in dat geval gelden voor de resterende duur waarin de aanmerkelijkbelanghouder nog gebruik kan maken van de tegemoetkoming. Concreet zijn dit de kalenderjaren 2023 en 2024, afhankelijk van in welk kalenderjaar de regeling voor het eerst door de belastingplichtige is toegepast.

Beperken 30%-regeling

In de Voorjaarsnota 2022 is aangekondigd dat de 30%-regeling voor ingekomen werknemers per 1 januari 2024 wordt beperkt tot de zogenoemde Balkenende-norm. In 2022 bedraagt deze WNT-norm € 216.000 op jaarbasis. Aftopping binnen de 30%-regeling komt dus aan de orde als de grondslag voor de 30%-regeling hoger is dan € 216.000. Beoogd is dat de aftoppingsmaatregel per 1 januari 2024 in werking treedt. Er wordt een overgangsregeling voorgesteld op basis waarvan voor ingekomen werknemers bij wie de 30%- regeling over het laatste loontijdvak van 2022 is toegepast, geldt dat de aftopping van de 30%- regeling pas toepassing vindt vanaf 1 januari 2026. Voor deze groep ingekomen werknemers geldt dat bij aanvang van toepassing van de 30%-regeling nog niet definitief vaststond dat het binnen de regeling maximaal in aanmerking te nemen bedrag vanaf 1 januari 2024 zou worden afgetopt.

Verlagen schijfgrens vennootschapsbelasting naar € 200.000 en verhogen laag tarief naar 19%

De schijfgrens in de vennootschapsbelasting (Vpb) wordt verlaagd van € 395.000 naar € 200.000 vanaf 1 januari 2023. Hierdoor betalen bedrijven met ingang van 1 januari 2023 het hoge Vpb-tarief van 25,8% vanaf een belastbaar bedrag van meer dan € 200.000. Daarnaast wordt voorgesteld het tarief voor een belastbaar bedrag tot en met € 200.000 te verhogen van 15% naar 19%.

Afschaffen en verlagen van de schenkingsvrijstelling eigen woning

De verhoogde vrijstelling eigen woning (EW) vervalt per 1 januari 2024. In samenhang met de verlaging per 1 januari 2023 en afschaffing per 1 januari 2024 wordt voorgesteld de huidige spreidingsmogelijkheid te laten vervallen voor schenkingen EW die voor het eerst in 2023 worden gedaan en de spreidingsmogelijkheid voor schenkingen EW die in 2022 zijn gedaan, te beperken tot twee jaar. Dit laatste betekent concreet dat een bij een schenking in 2022 onbenut gebleven deel van de maximumvrijstelling nog kan worden benut voor een schenking in 2023, maar niet meer voor een schenking in 2024. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het wel mogelijk blijft de voor het eerst in 2022 ontvangen schenkingen EW uiterlijk 31 december 2024 te besteden.

Verhogen algemene tarief overdrachtsbelasting van 8% naar 10,4%

In het coalitieakkoord is afgesproken om het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting met ingang van 1 januari 2023 te verhogen van 8% naar 9%. Daarnaast wordt in het kader van de Voorjaars- en Augustusbesluitvorming voorgesteld om het algemene tarief verder te verhogen tot 10,4%.

Algemeen btw-tarief op lachgaspatronen

Als gevolg van de voorgestelde maatregel geldt het algemene btw-tarief ongeacht de aanwending van het lachgas door de afnemer (behoudens de toepassing van een specifieke uitzondering voor de levering van lachgas dat kwalificeert als geneesmiddel).

Btw-nultarief op de levering en installatie van zonnepanelen

De vermindering van administratieve en uitvoeringslasten voor zonnepaneelhouders en de Belastingdienst is de voornaamste doelstelling van de introductie van een btw-nultarief op de levering en installatie van zonnepanelen en zonnepanelen als dakbedekking op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. Daarnaast is te verwachten dat deze administratieve lastenverlichting stimulerend werkt op de aanschaf van zonnepanelen.

Beëindigen vrijstelling bpm bestelauto’s ondernemers, aanpassing grondslag bpm bestelauto’s en verhoging van het tarief in de motorrijtuigenbelasting voor bestelauto’s ondernemers

Het kabinet wil de vrijstelling in de Wet BPM 1992 voor een bestelauto van de ondernemer (ondernemersvrijstelling) met ingang van 1 januari 2025 afschaffen. Verder wordt de grondslag voor bestelauto’s omgezet naar CO2-uitstoot. Voor de inschrijving van bestelauto’s is daarmee voortaan bpm verschuldigd afhankelijk van de CO2-uitstoot. Hiermee wordt de grondslag in de bpm voor bestelauto’s gelijkgetrokken met die voor personenauto’s. Daarnaast wordt het tarief van de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor bestelauto’s van ondernemers verhoogd. Een ondernemer betaalt voor een bestelauto een verlaagd tarief.

Ondernemers kunnen tot en met 31 december 2024 gebruikmaken van de vrijstelling voor een bestelauto en daar ook ongewijzigd gebruik van blijven maken als wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen die aan de vrijstelling zijn verbonden. Als wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen voor vrijstelling hoeft gedurende de nog niet verstreken duur van de vijfjaarsperiode het vrijgestelde bedrag aan bpm niet te worden (terug)betaald bij verkoop van de bestelauto aan een particulier. Voorts regelen de overgangsbepalingen dat een ondernemer die een gebruikte bestelauto importeert, afhankelijk van de datum eerste toelating, de ondernemersvrijstelling kan toepassen. Daarmee wordt voorkomen dat een geïmporteerde bestelauto zwaarder wordt belast, dan een vergelijkbare binnenlandse bestelauto.

Aanscherpen CO2-heffing industrie

De voorgestelde wetswijziging bestaat uit drie onderdelen.

  • Herijking reductiefactor op basis van de nieuwe benchmarks die binnen het Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS) worden gebruikt;
  • Aanscherping reductiefactor CO2-heffing industrie op basis van het coalitieakkoord;
  • Herijking tarief op basis van de tariefstudie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Samenhangende wijzigingen Wet belastingen op milieugrondslag en Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie

Het kabinet neemt voor 2023 een aantal incidentele maatregelen vanwege de hoge energieprijzen. Daartoe stelt het kabinet wijzigingen voor in de energiebelasting. Het gaat om een incidentele verlaging van de energiebelasting voor aardgas en elektriciteit en een tijdelijke hogere belastingvermindering in de energiebelasting. De stijging van de energierekening van huishoudens en het midden- en kleinbedrijf (mkb) wordt op deze manier gedempt. Vanwege de hoge energieprijzen temporiseert het kabinet maatregelen uit het coalitieakkoord die betrekking hebben op de energiebelasting. De verhoging van het tarief op aardgas en de verlaging van het tarief voor elektriciteit als klimaatprikkel in de energiebelasting worden doorgevoerd vanaf 2024 in plaats van 2023. In het coalitieakkoord is ook afgesproken dat een bijmengverplichting voor groen gas wordt geïntroduceerd. Hiervoor is een wetsvoorstel in voorbereiding. Omdat de kosten van de consumptie van aardgas zullen stijgen bij de introductie van de verplichting, verhoogt het kabinet de belastingvermindering per 1 januari 2023. Verder stelt de regering voor het energiebelastingstelsel te vereenvoudigen. De tarieven voor de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) worden opgenomen in de energiebelasting.

Voor huishoudens komt er een prijsplafond voor gas en elektriciteit. De korting die een gemiddeld huishouden hiermee krijgt, schat het kabinet “omgeven met onzekerheden” over een jaar op € 2280. Het plan gaat uit van een gemiddeld energiegebruik. Dat is 1200 m3 gas en 2400 kWh elektriciteit per jaar. Het kabinet denkt aan een plafond van zo’n 1,50 euro voor een kuub gas en van 70 cent voor een kWh elektra. Voor het verbruik boven de 1200 m3 en 2400 kWh betalen huishoudens wel gewoon het volle pond. Het kabinet werkt nog aan een pakket voor het midden- en kleinbedrijf.

Verhogen vliegbelasting

Het kabinet wil de vliegbelasting verhogen met als doel om vanaf 2023 extra opbrengsten van € 400 miljoen te genereren. Gelijktijdig wordt het vliegen op korte afstanden ontmoedigd omdat de vliegbelasting relatief zwaarder drukt op tickets voor deze bestemmingen. Hiervoor wordt het tarief van de vliegbelasting met ingang van 1 januari 2023 verhoogd met € 17,95. Omdat het huidige tarief van € 7,947 jaarlijks wordt geïndexeerd, komt het nieuwe tarief inclusief indexatie en verhoging uit op € 26,43 per vertrekkende passagier. De structuur van de vliegbelasting blijft ongewijzigd.

Verhogen tabaksaccijns

Een zodanige verhoging van de tabaksaccijns dat de gemiddelde verkoopprijs voor een pakje sigaretten van twintig stuks in 2024 op ongeveer € 10 uitkomt. Dit gebeurt in twee gelijke, opvolgende stappen. Het tarief van accijns op rooktabak (vooral shag) per kilogram wordt met ingang van dezelfde datum in absolute zin gelijk verhoogd als het tarief van de accijns van 1000 sigaretten. De accijns op sigaren wordt eveneens verhoogd.

Verlengen verlaagde accijnstarieven op ongelode benzine, diesel en LPG

Een verlenging van de verlaagde accijnstarieven zoals die van toepassing zijn sinds 1 april 2022 te tot en met 30 juni 2023. De verlaging bedraagt per liter voor ongelode benzine 17,3 cent, diesel 11,1 cent en voor LPG 4,1 cent. Daartoe worden de wettelijke voorgeschreven jaarlijkse indexatie en de in de Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord opgenomen verhoging van het accijnstarief voor diesel uitgesteld tot 1 juli 2023.

Verhogen verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken

De verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken verhogen resulterend in een extra budgettaire opbrengst van € 300 miljoen. Hiervoor wordt in de Wet verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken (Wvad) met ingang van 1 januari 2023 het tarief per hectoliter alcoholvrije drank verhoogd met € 11,37 naar € 20,20. Er geldt een uitzondering voor mineraalwater.

Het laagste tarief in de bieraccijns (voor de lichte bieren) komt overeen met het tarief van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Om ervoor te zorgen dat voor lichte bieren minimaal eenzelfde tarief blijft gelden als voor frisdrank, zal het laagste accijnstarief op bier met ingang van 2023 en 2024 met dezelfde bedragen worden verhoogd als het tarief op alcoholvrije dranken. Dit betreft een klein aandeel van de totale bierconsumptie.

Uitzonderen toeslagpartnerbegrip en medebewonerschap huurtoeslag bij particuliere opvang ontheemde Oekraïners

Er wordt een wetsvoorstel voorbereid door de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid (SZW) om ontheemde Oekraïners aanspraak te geven op kinderopvangtoeslag. Daarnaast wordt in dat wetsvoorstel de bepaling uit de Wet kinderopvang afgeschaft dat een ouder geen aanspraak heeft op kinderopvangtoeslag als de toeslagpartner zich buiten de Europese Unie (EU), Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland bevindt (mits aan de overige geldende voorwaarden wordt voldaan). Ook wordt door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) een wetsvoorstel ingediend om ontheemde Oekraïners aanspraak te geven op huurtoeslag.

Uitzonderen toeslagpartnerbegrip voor personen die wegens huiselijk geweld naar de opvang zijn gevlucht

Het kabinet stelt voor dat een getrouwd persoon die in de opvang verblijft op verzoek niet meer als toeslagpartner wordt aangemerkt voor de duur van het verblijf aldaar. Om toepassing van deze uitzondering kan verzocht worden door degene die in de opvang verblijft, eventueel met behulp van de in de opvang aanwezig hulpverlening.

Inkomensbeleid Caribisch Nederland

Wat betreft de koopkrachtmaatregelen voor 2023 wordt er voor Caribisch Nederland een tweetal fiscale maatregelen doorgevoerd. In de eerste plaats is dat het continueren van de per 1 april 2022 doorgevoerde accijnsverlaging op benzine. In de tweede plaats betreft dat het beleidsmatig verhogen van de belastingvrije som met 500 USD.

In een nota van wijziging zijn ook een aantal maatregelen opgenomen.

Officiële stukken Belastingplan 2023

Belastingplan 2023

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Online afspraak maken met Belastingdienst is nu ook mogelijk

Online afspraak maken
met Belastingdienst is nu ook mogelijk

Het is nu mogelijk om zelf online een gratis afspraak te maken voor persoonlijke hulp bij een belastingkantoor of steunpunt. Dit kan via de contactpagina van de website van de Belastingdienst.

“Dit kanaal voorziet duidelijk in een behoefte om zélf regie te voeren over het contact met de Belastingdienst. Het verlaagt óók de drempel daartoe”, aldus de Belastingdienst.

Sneller persoonlijke hulp op locatie

Bij het online maken van een afspraak staan mensen niet in de wachtrij, waardoor ook andere contactkanalen van de Belastingdienst, zoals de BelastingTelefoon, worden ontlast. De wachttijd bij de BelastingTelefoon is op bepaalde momenten langer dan mensen gewend zijn.

Vanaf nu is het mogelijk, voor iedereen die dat wil, om zelf online een afspraak te maken. Mensen die liever via de BelastingTelefoon een afspraak maken, kunnen hier ook nog steeds terecht.

Meer informatie: contactpagina van Belastingdienst.nl.

Bron: Belastingdienst, 16 september 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Betalen bij schade? Met deze verzekeringen voorkom je dat

Betalen bij schade? Met deze verzekeringen voorkom je dat

Stel een klant struikelt over een losliggend snoer in je kantoor. Hierdoor breekt die een been en kan tijdelijk niet werken. Of je geeft een verkeerd advies dat je opdrachtgever in de problemen brengt. Als ondernemer moet je de schade betalen die je tijdens je werk veroorzaakt. Lees hier hoe je met een bedrijfs- of beroepsaansprakelijkheidsverzekering grote financiële problemen voorkomt.

Een privé aansprakelijkheidsverzekering dekt geen schade die je maakt tijdens het werken in je eigen bedrijf. Overweeg deze zakelijke aansprakelijkheidsverzekeringen af te sluiten om hoge kosten bij schade te voorkomen:

  • Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering

Verzekert je bedrijf en eventueel personeel tegen schade aan anderen of aan spullen van anderen tijdens het werken in je bedrijf.

  • Beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Dekt schade door beroepsfouten: fouten die je tijdens je werk maakt. Vaak gaat het om een verkeerd advies dat je je klant geeft.

Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering (AVB)

Een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering noem je ook wel een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB). Deze verzekering dekt:

  • schade aan spullen (materiële schade). Iemands laptop gaat bijvoorbeeld kapot doordat je je koffie erop morst.
  • schade (verwonding) aan personen (letselschade). Iemand breekt een pols doordat die uitglijdt over een losliggend tapijt in je kantoor.
  • schade die indirect door een ongeluk ontstaat (financiële gevolgschade). Iemand kan bijvoorbeeld niet meer werken en verliest daardoor inkomen.

Barbara Stoopman van Nouveau Consultancy adviseert ondernemers over hoe ze financiële risico’s kunnen beperken. “Samen met de ondernemer breng ik de risico’s in kaart. Zo komen er zaken boven tafel waar je misschien niet direct aan denkt. Cybercrime bijvoorbeeld, een datalek, nieuwkomers in je markt of veranderende wetgeving.”

Stoopman vindt een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering de basis voor elke ondernemer. Soms zijn aanvullende verzekeringen nodig, zoals een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. “Je moet er niet aan denken dat je een hoge schadeclaim krijgt. Dat kan grote financiële gevolgen hebben voor jou en je bedrijf.”

Bedrijfsaansprakelijkheid: voorbeelden uit de praktijk

Er kan van alles misgaan in je bedrijf. In de voorbeelden hieronder dekt een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering de schade, zodat je niet zelf hoeft te betalen:

  • Karin ontvangt klanten in haar coachingspraktijk. Door een losliggend snoer valt een klant. Die breekt zijn heup en kan wekenlang niet volledig werken. Er is sprake van letselschade en financiële schade.

Gevolg: de klant stelt Karin aansprakelijk. Karin moet de medische kosten en het verlies van inkomen van de klant vergoeden.

  • Abdul is timmerman en laat zijn boormachine vallen op de houten vloer van een klant. Een deel van de vloer moet vervangen worden. In dit geval is er materiële schade.

Gevolg: de klant stelt Abdul aansprakelijk en hij moet de rekening van de reparatie betalen.

  • James importeert onder zijn eigen merk haarverf, maar de samenstelling van de verf is niet in orde. Klanten krijgen een allergische reactie. Er is sprake van letselschade.

Gevolg: klanten stellen James aansprakelijk. James moet de medische kosten van zijn klanten betalen.

Wat kost een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering?

KVK-adviseurs horen van ondernemers vaak dat ze een AVB heel duur vinden. Zo’n verzekering is een uitgave, maar kan uiteindelijk hoge kosten schelen. De schade aan een laptop kun je misschien zelf betalen. Maar een claim bij letselschade kan flink oplopen.

Wat bepaalt de premie?

Hoe hoog de premie van je bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering is hangt af van:

  • het beroep dat je uitoefent.
  • de omzet van je bedrijf.
  • of en hoeveel personeel je in dienst hebt.

Met deze gegevens schat de verzekeringsmaatschappij in hoe groot de kans is dat je schade veroorzaakt en hoe hoog de kosten daarvan kunnen oplopen. Hoe groter je risico, hoe hoger je premie. Een loodgieter of timmerman betaalt voor een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering gemiddeld zo’n 500 euro per jaar. Ben je coach of consultant? Dan is de premie ongeveer 150 euro per jaar.

Een AVB sluit je af bij verzekeringsmaatschappijen, onafhankelijke verzekeringsadviseurs, banken of brancheorganisaties. Online bereken je eenvoudig je premie. Of je gebruikt een vergelijkingswebsite.

“Je kunt je voor alles verzekeren, maar verzeker je niet failliet”, adviseert Stoopman. “Laat je goed adviseren. Een adviseur kijkt naar je risico’s en verder dan alleen verzekeringen: goede contracten, algemene voorwaarden, het hele plaatje.”

Niet verplicht, wel verstandig

Je bent niet wettelijk verplicht om een AVB af te sluiten. Maar in de praktijk is het soms noodzakelijk, volgens Stoopman. “Een opdrachtgever kan eisen dat je een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering hebt. Je toont dit aan door je polis te laten zien. Geen aansprakelijkheidsverzekering? Dat betekent vaak geen opdracht.”

Tip: werk je samen met andere zzp’ers aan een opdracht en stuur jij de factuur? Check of de zzp’ers die je inhuurt hun bedrijfsaansprakelijkheid op orde hebben. Anders kan de opdrachtgever jou aansprakelijk stellen bij schade, omdat jij eindverantwoordelijk bent.

Beroepsaansprakelijkheidsverzekering (BAV)

Een beroepsaansprakelijkheidsverzekering dekt schade door beroepsfouten. Ben je advocaat, arts, architect of accountant? Dan is de beroepsaansprakelijkheidsverzekering zelfs verplicht. Ook voor andere beroepen is een BAV afsluiten verstandig. Bijvoorbeeld voor consultants of adviseurs. Als je een beroepsfout maakt, kan dit voor hoge financiële gevolgschade of vermogensschade zorgen bij je klant. Vermogensschade betekent dat iemand door het gevolg van de schade minder winst maakt of minder geld heeft. De BAV dekt dit risico.

Beroepsaansprakelijkheid: voorbeelden uit de praktijk

In deze voorbeelden dekt een beroepsaansprakelijkheidsverzekering de financiële gevolgschade:

  • Chris is architect en heeft een fout gemaakt bij de berekening van de breedte van een garagedeur van een gebouw. Auto’s kunnen de garage niet inrijden.

Gevolg: De aannemer stelt Chris aansprakelijk. Chris moet de kosten betalen voor het aanpassen van de garagedeur. Daarnaast moet hij de schade betalen van een winkel in het gebouw. Doordat hun klanten niet in de garage konden parkeren zijn ze omzet misgelopen.

  • Tim is zelfstandig wijkverpleegkundige en schat verkeerd in welke hulp een hoogbejaarde mevrouw nodig heeft. Daardoor krijgt deze mevrouw een lager budget om zorg in te kopen en moet zij meer zelf betalen.

Gevolg: De cliënt stelt Tim aansprakelijk. Tim moet betalen voor de zorg die de cliënt niet vergoed krijgt.

  • Jamila is boekhouder en doet de btw-aangifte voor haar klanten. Ze is te laat met een aangifte waardoor haar klant een boete moet betalen aan de Belastingdienst.

Gevolg: De klant stelt Jamila aansprakelijk voor het bedrag van de boete.

Wat kost een beroepsaansprakelijkheidsverzekering?

De hoogte van de premie is afhankelijk van het beroep dat je uitoefent en de omzet van je bedrijf. Een financieel adviseur zonder personeel betaalt gemiddeld 150 euro per maand voor een AVB. Heb je wel personeel? Dan is je risico hoger en dus zal je premie hoger zijn. Verzekeraars eisen vaak dat je je aansprakelijkheid beperkt door algemene voorwaarden te gebruiken.

Premie aftrekbaar

De premie die je betaalt voor je zakelijke verzekeringen zijn zakelijke kosten. Dit betekent dat je deze kosten bij de aangifte inkomstenbelasting of winstaangifte mag aftrekken van je omzet. Neem deze kosten ook mee in de berekening van je uurtarief.

SBI-code en verzekeringen

In het KVK Handelsregister staat welke activiteiten je uitvoert en wat je SBI-code is. Zorg ervoor dat je SBI-code past bij wat je doet als zzp’er. Verzekeraars gebruiken je SBI-code voor de berekening van je premie. Maak je schade die niet past bij de activiteiten die je volgens je SBI-code uitvoert, dan dekt de verzekering dit niet.

Voorbeeld: je hebt een webshop ingeschreven bij KVK, maar je plaatst ook weleens een keuken. Bij het plaatsen van een keuken veroorzaak je schade. Dit is niet gedekt omdat het plaatsen van keukens niet onder je hoofdactiviteit valt.

Voer je vaak verschillende werkzaamheden uit? Meld dit bij KVK en bij je verzekeraar. KVK registreert dan ook je andere werkzaamheden. De verzekeraar kan je premie daarop aanpassen. Zo weet je zeker dat schade bij al je werkzaamheden gedekt is.

Ontdek wat de negen meest voorkomende misvattingen over verzekeringen zijn en waarom ze niet kloppen.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Nederland hamert op snelle invoering minimumtarief VPB

Nederland hamert op snelle invoering minimumtarief VPB

De invoering van een minimumtarief van 15% in de vennootschapsbelasting (VPB) in de Europese Unie dreigt in het slop te raken. Nederland en nog vier Europese lidstaten voeren daarom de druk op om voort te maken.

De internationale gemeenschap heeft vorig jaar afspraken gemaakt over de belasting van grote multinationals. Bijna 140 landen hebben toen hun handtekening gezet onder een plan dat uit twee pijlers bestaat (artikel).

Minimumtarief van 15% en herverdeling winsten

De ene pijler is de invoering van een wereldwijd minimumtarief in de VPB van 15% voor multinationals met een omzet van minimaal €750 miljoen. En de tweede pijler behelst de ‘herverdeling’ van de winsten van multinationals over landen, waardoor ook zij een belastinggraantje kunnen meepikken van de winsten die multinationals wereldwijd maken. Deze pijler geldt voor multinationals met een jaaromzet van meer dan €20 miljard.

Lidstaten willen invoering per 2023

Hoewel er internationaal dus overeenstemming is, verloopt de invoering van de plannen in de Europese Unie moeizaam. In principe is namelijk instemming van alle lidstaten nodig voor de invoering. Eerder heeft Polen zijn bezwaren laten varen, maar nu ligt Hongarije dwars. Dat is voor Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje reden om de druk op te voeren. In een verklaring stellen de vijf EU-lidstaten dat zij ‘alle mogelijke juridische middelen’ zullen inzetten om het minimumtarief in te voeren met ingang van 2023, als de lidstaten de komende weken niet gezamenlijk tot overeenstemming komen. Zo kent de EU een procedure die ‘versterkte samenwerking’ heet, waarbij een deel van de lidstaten het tarief toch gezamenlijk zou kunnen invoeren. Ook kan een individueel land het tarief eventueel via nationale wetgeving invoeren.

Belasting ook van belang voor begroting Nederland

Hoe het verdergaat met het minimumtarief kan ook invloed hebben op de Nederlandse begroting. Het kabinet heeft zich namelijk tot doel gesteld om deze regeerperiode jaarlijks €1 miljard aan extra VPB-opbrengsten binnen te halen. Daarbij was ook deels gerekend op extra inkomsten uit plannen voor het belasten van multinationals. Maar omdat de besluitvorming in de EU zo traag verliep, dreigde er in 2023 een VPB-gat te ontstaan. Daarom heeft het kabinet al in de Voorjaarsnota besloten om de VPB-opbrengsten op een andere manier op te schroeven: in 2023 gaat de winstgrens voor het lage VPB-tarief omlaag naar €200.000.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Extra geld voor wie de energierekening niet meer kan betalen

Extra geld voor wie de energierekening niet meer kan betalen

Het kabinet werkt aan een fonds waarmee mensen moeten worden geholpen die hun oplopende energierekening niet meer kunnen betalen. Ook kijkt het kabinet naar een plan voor mkb’ers die veel energie gebruiken. Dit bevestigen Haagse bronnen naar aanleiding van berichtgeving door de NOS.

Bakkersbedrijven met energiekosten die tien keer zo hoog uitpakken zijn geen uitzondering meer. De nieuwe regeling gaat alleen gelden voor mensen die dit jaar een nieuw energiecontract moeten afsluiten of hebben afgesloten met variabele, hogere tarieven. De verwachting is dat het overgrote deel van de mensen binnenkort zo’n contract met variabele tarieven heeft. De details van het fonds worden nog uitgewerkt. Een lastig punt is bijvoorbeeld om te bepalen wie precies voor de steun in aanmerking komt. De ministerraad zal er waarschijnlijk deze week nog een besluit over nemen. Het is de bedoeling dat de financiële steun nog dit jaar kan worden verstrekt aan mensen die in grote problemen komen.

Bron: NOS, 12 september 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Jaarlijkse compensatie voor kosten eHerkenning

Jaarlijkse compensatie voor kosten eHerkenning

Ondernemers die aangifte moeten doen via eHerkenning krijgen jaarlijks een compensatie voor het inlogmiddel van € 22,40 tot het moment dat er een nieuw inlogmiddel wordt ingevoerd. Dit heeft staatssecretaris Van Rij van Financiën op Kamervragen geantwoord.

De Belastingdienst laat steeds meer aangiftes lopen via het nieuwe portaal Mijn Belastingdienst Zakelijk, en om daar binnen te komen is eHerkenning verplicht. De loonaangifte en de aangifte vennootschapsbelasting lopen al een paar jaar via dit nieuwe portaal, en sinds dit jaar geldt dat ook voor de BTW-aangifte van bv’s. Op de eHerkenning is echter de nodige kritiek, omdat het geld kost om de digitale sleutel aan te schaffen in tegenstelling tot DigiD. Dat ondernemingen moeten betalen om iets te doen wat verplicht is, namelijk aangifte doen, stuit menigeen tegen de borst. Eenmanszaken kunnen wel blijven inloggen met DigiD.

Hoge Raad moet verplichting beoordelen

In juni van dit jaar gaf de advocaat-generaal (A-G) aan dat de Hoge Raad moet beoordelen of het digitale inlogmiddel eHerkenning verplicht gesteld kan worden voor de aangifte. In tegenstelling tot de rechtbank denkt de A-G namelijk dat de wettelijke basis voor die verplichting er wél is. Die rechtbank had namelijk geconcludeerd dat er geen wettelijke basis was voor het feit dat een bv moest betalen om aangifte te kunnen doen.

Vergoeding van € 22,40 krijgen

Over het oordeel van de A-G zijn Kamervragen gesteld en in een brief heeft Van Rij gezegd dat ondernemers die eHerkenning alleen inzetten voor het doen van aangifte een keer per jaar een vergoeding kunnen krijgen van € 22,40. Dit is het bedrag dat eHerkenning kost bij de goedkoopste aanbieder. Het kabinet is nog druk doende met het zoeken naar een nieuw publiek inlogmiddel. Zolang dat er niet is kunnen ondernemers dus een compensatie voor de kosten van eHerkenning krijgen.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
news

Aflossingstermijn coronabelastingschulden naar zeven jaar

Aflossingstermijn coronabelastingschulden naar zeven jaar

Het kabinet verlengt de aflossingstermijn van de coronabelastingschuld van vijf naar zeven jaar. Het gaat hierbij om in de kern gezonde ondernemingen met een schuld van meer dan €10.000.

Het kabinet herkent dat de nood bij sommige mkb-bedrijven met belastingschulden hoog is en wil hiermee in de kern gezonde ondernemingen lucht geven door de aflossingstermijn te verlengen. Ook wordt het mogelijk voor ondernemers om eenmalig een betaalpauze van drie maanden in te lassen en om per kwartaal te betalen in plaats van per maand. 

Een drietal groepen komt niet in aanmerking voor extra verlening van de betalingsregeling:

  1. bedrijven die gebruik hebben gemaakt van het belastinguitstel, maar er financieel niet slecht voorstaan;
  2. bedrijven die een hoge (corona)belastingschuld hebben opgebouwd, maar de jaren voorafgaand aan corona niet of nauwelijks winst hebben gemaakt;
  3. bedrijven met een openstaande (corona)belastingschuld lager dan € 10.000.

Verzoek bij Belastingdienst

Voor de verlenging moeten ondernemers een verzoek indienen bij de Belastingdienst. Hieruit moet blijken dat de schuld niet binnen vijf jaar afgelost kan worden, maar wel binnen zeven jaar. De Belastingdienst toetst het verzoek op basis van de aangeleverde gegevens. Bij een schuld vanaf €50.000 wordt meer onderbouwing gevraagd dan bij een schuld tussen €10.000 – €50.000. Een verzoek kan de hele looptijd van de betalingsregeling aangevraagd worden. 

De verlenging van de betalingsregeling leidt er toe dat een deel van de totale openstaande schuld maximaal twee jaar later wordt afgelost. Afgelopen voorjaar werd al bekend dat er rekening mee wordt gehouden dat 30% van de totale schuld niet terugbetaald kan worden. De verlenging van de betalingsregeling leidt er naar verwachting niet toe dat dit percentage toe- of afneemt. Voor de begroting zijn de gevolgen daardoor beperkt.

Bron: Kamerbrief over vormgeving versoepeling betalingsregeling (corona)belastingschuld, nr. 2022-0000218933, Ministerie van Financien, 8 september 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.