Categories
news

Vragen over: optimalisering van geldstromen

Vragen over: optimalisering van geldstromen

Recente berichten

Cashmanagement omvat alles wat bijdraagt aan de optimalisatie van geldstromen. Cashmanagement bestaat uit drie hoofdtaken: liquiditeitenbeheer, geldstromenbeheer en saldobeheer. Hoe zijn hiermee geldstromen te optimaliseren?

Het liquiditeitenbeheer en het maken van een liquiditeitsprognose (tool) is een belangrijk onderdeel van het cashmanagement. Onder liquide middelen vallen de kasmiddelen, de banktegoeden, de tegoeden op girorekeningen, wissels (betalingsopdrachten) en cheques. Het geldstromenbeheer omvat alle activiteiten die nodig zijn om grip te houden op inkomende en uitgaande liquiditeiten. De doelstelling van geldstromenbeheer is het rendement op geldstromen te optimaliseren en is belangrijk om goed te kunnen begroten. Organisaties kunnen optimalisatie bereiken door:

  • het minimaliseren van de kosten van liquiditeitsverplaatsingen;
  • het afwikkelen van resterende geringe geldstromen;
  • het tijdsbeslag van de transacties te verminderen.

De kosten van liquiditeitsverplaatsingen kunnen omlaag door samen te werken met de afdelingen inkoop, verkoop, voorraadbeheer en de crediteuren- en debiteurenadministratie.  

Valutaire nulpositie meest optimaal

Met goed saldobeheer bereikt een organisatie een optimaal saldo van de liquide middelen met als meest perfecte uitkomst de valutaire nulpositie. Bij een valutaire nulpositie, die een organisatie waarschijnlijk nooit helemaal bereikt omdat geld nu eenmaal altijd stroomt, is er geen debetsaldo en geen creditsaldo. Deze positie is vanuit een aantal oogpunten de beste. Staat er een creditsaldo op de rekening-courant, dan kunt u dat overschot beter verplaatsen vanwege lage renteopbrengsten.  De middelen kunnen beter op een  depositorekening worden uitgezet waar rente wordt uitgekeerd. Staat er een debetsaldo op, dan is verplaatsen ook beter omdat de debetrente bij rekening-courant in het algemeen hoger ligt bij andere financieringsvormen.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Werkvereniging begint rechtszaak tegen de Nederlandse staat: ‘Coronasteun oneerlijk verdeeld’

Werkvereniging begint rechtszaak tegen
de Nederlandse staat: ‘Coronasteun oneerlijk verdeeld’

Belangenbehartiger de Werkvereniging vindt dat zelfstandig ondernemers flink benadeeld zijn in coronatijd ten opzichte van werkenden in loondienst.

De Werkvereniging begint een rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden, omdat de belangenbehartiger vindt dat zelfstandigen ‘oneigenlijk en onevenredig zwaarder’ getroffen zijn door de coronamaatregelen. Werkenden in loondienst kregen onterecht meer financiële compensatie dan zelfstandigen, bepleit de vereniging.

De vereniging verstuurt de dagvaarding vrijdag mede namens vier zzp’ers. Om de rechtszaak te bekostigen, heeft de Werkverenging bijna 30.000 euro opgehaald via crowdfunding.

Coronasteun in strijd met gelijkheidsbeginsel

“Terwijl werkenden in loondienst een financiële compensatie kregen op basis van draagkracht, kregen zelfstandig werkenden maximaal bijstandsniveau”, vertelt Roos Wouters van de Werkvereniging. “De Staat erkent dat de gevolgen van de pandemie niet vallen onder normaal ondernemersrisico. Waar de gevolgen voor werkenden in loondienst en zelfstandig werkenden zich in gelijke mate voelen, had de Staat in gelijke mate compensatie moeten verlenen.”

Dat gebeurde niet en dat is volgens de Werkvereniging in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Wouters citeert het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). “De Staat heeft inbreuk gemaakt op respectievelijke vrijheden en rechten op eigendom, professionele status, arbeid en ondernemerschap.”

Mogelijke gevolgen

Als de rechtbank de eisers gelijk geeft, heeft dat in de eerste plaats gevolgen voor toekomstig overheidsbeleid bij pandemieën. Zelfstandigen en werknemers moeten dan volgens dezelfde uitgangspunten compensatie van inkomen uit arbeid moeten krijgen. Verder zouden zelfstandigen die onevenredig financieel benadeeld zijn alsnog aanvullende compensatie kunnen eisen.

Al tijdens de crisis maakte de Werkvereniging zich zorgen over de beperkte steun voor zzp’ers. Ook vele andere zzp-organisaties vroegen het kabinet om ruimhartiger compensatie. Die kwam er niet. Daarom bereidde de Werkvereniging sinds januari een rechtsgang voor. Lees hier meer over de achtergrond van de zaak.

Ook de Kunstenbond eist compensatie

Eerder deze week stelde de vakbond voor kunstenaars de Staat aansprakelijk voor 1,6 miljard euro schade als gevolg van het coronabeleid. De Kunstenbond vindt namelijk dat de Staat verschillende groepen zzp’er in de culturele en creatieve sector onvoldoende heeft gecompenseerd.

Als het Rijk niet met een voorstel komt voor compensatie, stapt ook de Kunstenbond naar de rechter.

Bron: Zipconomy

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Pas niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek bij beschikking

Pas niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek bij beschikking

Verrekening van de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek is alleen mogelijk als de inspecteur deze niet-gerealiseerde aftrek eerst bij beschikking heeft vastgesteld.

Onderdelen ondernemersaftrek

Ondernemers voor de inkomstenbelasting hebben onder voorwaarden recht op toepassing van de ondernemersaftrek. De ondernemersaftrek bestaat uit de volgende vijf onderdelen:

  • de zelfstandigenaftrek;
  • de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O);
  • de meewerkaftrek;
  • de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid; en
  • de stakingsaftrek.

Urencriterium

Een ondernemer moet in beginsel voldoen aan het zogeheten urencriterium om de ondernemersaftrek te mogen toepassen. Deze voorwaarde geldt alleen niet voor de stakingsaftrek. Het urencriterium houdt in principe in dat de ondernemer minstens 1.225 uren per jaar besteedt aan zijn onderneming. Bovendien moet hij meer dan de helft van zijn totale arbeidstijd besteden aan zijn onderneming, tenzij hij een starter is. Een ondernemer kwalificeert als een starter als hij in één of meer van de voorafgaande vijf kalenderjaren geen ondernemer was. Met betrekking tot de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid geldt een verlicht urencriterium. De ondernemer voldoet aan dit criterium als hij in het jaar minimaal 800 uren besteedt aan zijn onderneming.

Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek bedraagt normaal gesproken €6.310 (bedrag 2022). Voor starters geldt een verhoging van de zelfstandigenaftrek, de zogeheten startersaftrek. Een aanvullende voorwaarde van de startersaftrek is dat de starter in de voorafgaande vijf jaar hooguit twee keer de zelfstandigenaftrek heeft toegepast. Als de ondernemer aan het begin van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, vindt een halvering plaats van de zelfstandigenaftrek. Deze halvering treft ook een eventuele startersaftrek. Verder is van belang dat de zelfstandigenaftrek hoogstens gelijk is aan het bedrag van de winst, tenzij de ondernemer een starter is.

Niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek

Voor zover de ondernemer zijn zelfstandigenaftrek niet volledig kan benutten, is sprake van niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek. De niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek is in de volgende negen kalenderjaren te verrekenen door de zelfstandigenaftrek te verhogen. Deze verhoging is maximaal het bedrag waarmee de winst in dat jaar de zelfstandigenaftrek overtreft. De verrekening van de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek vindt plaats in de volgorde waarin deze niet-gerealiseerde aftrek is ontstaan. Zowel het ontstaan als de verrekening van een niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek moet zijn vastgesteld in een beschikking van de inspecteur. Rechtbank Zeeland-West-Brabant hecht daar veel waarde aan. Zij weigert de verrekening van de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek die niet in een beschikking van de inspecteur is vastgesteld.

Aftrek voor S&O

Ondernemers die in een kalenderjaar 500 of meer uren besteden aan werk dat per S&O-verklaring is aangewezen als S&O, hebben recht op de aftrek voor S&O. Dit onderdeel van de ondernemersaftrek bedraagt €13.360 (bedrag 2022). Is de ondernemer een starter en heeft hij in de voorafgaande periode van vijf jaren hoogstens in twee jaren een S&O-verklaring ontvangen? Dan mag hij de aftrek voor S&O verhogen met €6.684 (bedrag 2022).

Meewerkaftrek

Een ondernemer met een partner die in het desbetreffende jaar zonder enige vergoeding minstens 525 uren arbeid verricht in zijn onderneming, mag de meewerkaftrek toepassen. De meewerkaftrek bedraagt:

  • 1,25% van de winst als de partner minstens 525 maar nog geen 875 uren in de onderneming heeft gewerkt;
  • 2% van de winst als de partner minstens 875 maar nog geen 1225 uren in de onderneming heeft gewerkt;
  • 3% van de winst als de partner minstens 1225 maar nog geen 1750 uren in de onderneming heeft gewerkt; en
  • 4% van de winst als de partner 1750 of meer uren in de onderneming heeft gewerkt.

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid

Startende ondernemers die recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, niet voldoen aan het normale urencriterium maar wel aan het verlichte urencriterium, hebben recht op de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Van een arbeidsongeschiktheidsuitkering is sprake als de ondernemer een uitkering ontvangt op grond van de Wet WIA, WAO, Waz, of Wajong. De uitkering mag ook zijn gebaseerd op een buitenlandse regeling die met de eerder genoemde regelingen is te vergelijken. Als de ondernemer de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid in geen van de vijf voorgaande jaren heeft toegepast, bedraagt deze aftrek €12.000. Heeft de ondernemer in de voorafgaande vijf jaar de aftrek in één respectievelijk twee jaren toegepast? Dan bedraagt de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid €8.000 respectievelijk €4.000. De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid is hooguit gelijk aan het bedrag dat de ondernemer aan winst heeft genoten.

Stakingsaftrek

Als een ondernemer een of meer ondernemingen volledig staakt, heeft hij recht op een aftrek ter grootte van de stakingswinst, maar maximaal €3.630. Dit bedrag geldt per leven. Heeft de ondernemer bijvoorbeeld eerder een stakingsaftrek van €1.000 genoten? Dan is bij een volgende staking zijn stakingsaftrek maximaal €2.630. Als een volledige staking achterwege blijft als gevolg van een doorschuiving, waarbij wel de oudedagsreserve vrijvalt, kan de stakingsaftrek ook gelden. Maar in de volgende gevallen geldt als aanvullende voorwaarde dat de ondernemer de desbetreffende onderneming minstens drie jaar voor zijn rekening heeft gedreven:

  • De doorschuiving vindt plaats bij een ontbinding van de huwelijksgemeenschap.
  • Er is sprake van een doorschuiving van de onderneming bij overlijden van de ondernemer.
  • De doorschuiving vindt plaats aan een ondernemer die die onderneming voortzet.

Wet: art. 3.63.743.763.773.783.78a en 3.79 Wet IB 2001

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 juni 2022 (gepubliceerd 5 juli 2022), ECLI:NL:RBZWB:2022:3599, 21/631 en 21/632

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Fiscale opties om vermogensongelijkheid te verkleinen

Fiscale opties om vermogensongelijkheid te verkleinen

De verdeling van vermogen in Nederland is schever dan gedacht, en het fiscale beleid vergroot de ongelijkheid. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek, dat de politiek ook wat beleidsopties aan de hand doet om de verschillen te verkleinen. Het zal niet verbazen dat vermogen daarbij zwaarder belast wordt.

Om in kaart te brengen hoe het gesteld is met de verdeling van vermogen in Nederland heeft het kabinet eerder opdracht gegeven voor een onderzoek. Dit rapport is nu klaar. Eén van de conclusies is dat de vermogensverdeling schever is dan eerder gedacht, omdat er nieuwe gegevens zijn over aandelenbelangen. Het onderzoeksteam becijfert nu dat 26% van het totale vermogen in Nederland in handen is van 1% van de huishoudens.

Fiscaal beleid vergroot vermogensverschillen

Het inkomen van deze groep van 1% is ook duidelijk anders dan de rest van de Nederlandse huishoudens. Waar bij de meeste Nederlanders het inkomen vooral bestaat uit loon, is dit voor de top 1% vooral inkomen uit aanmerkelijk belang. Uit aandelen in een onderneming dus. De belastingdruk voor de 1% huishoudens met het meeste vermogen is ook lager. Dat komt doordat vermogen minder zwaar belast wordt dan arbeid.
Verder noemen de onderzoekers drie redenen waarom het fiscale beleid de verschillen in vermogen tussen huishoudens vergroot:

  • Het inkomen van verschillende typen ‘werkenden’ – werknemers, zelfstandig ondernemers en directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) – wordt verschillend belast. Het idee van de stelselwijziging in 2001 was juist om dit gelijk te trekken, maar deze doelstelling is uit zicht geraakt.
  • De bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF), die opvolgers een flinke vrijstelling in de erf- en schenkbelasting geeft. Hierdoor blijft logischerwijs meer vermogen behouden.
  • De ‘fiscale subsidiëring’ van de eigen woning en van pensioenopbouw. Ter illustratie: woningbezitters hebben gemiddeld 14 keer meer vermogen dan huurders.

In het algemeen is het verder zo dat de complexiteit van het belastingstelsel het aanlokkelijk maakt om – legale – belastingconstructies op te zetten. Daarbij geldt dat meer vermogende huishoudens ook meer middelen hebben om gebruik te maken van deze mogelijkheden.

Voorstellen voor belastingmaatregelen

De onderzoekers dragen in het rapport ook een aantal beleidsrichtingen aan om de vermogensongelijkheid terug te dringen. Zo hebben zij drie pakketten aan belastingmaatregelen samengesteld die de drie hierboven genoemde verschilvergroters aanpakken. Een voor de hand liggende maatregel is het afschaffen van de vrijstelling in de BOF. Voor het meer gelijktrekken van de heffing bij verschillende typen werkenden stellen de onderzoekers maatregelen voor die grote impact hebben op met name dga’s. Zo is één van de maatregelen om de fiscale voordelen voor lenen bij de eigen bv af te schaffen. Schulden van dga’s bij de eigen bv, inclusief leningen voor een eigen woning, zouden dan volledig belast zijn in box 2 van de inkomstenbelasting. Dat gaat veel verder dan de aanpak van ‘excessieve’ leningen van dga’s bij hun eigen bv waar het kabinet nu aan werkt. Ook het afschaffen van het lage tarief in de vennootschapsbelasting (nu 15% tot € 395.000 winst) zit in dit pakket.
Om het beleidsmakers nog wat makkelijker te maken hebben de onderzoekers ook een lijst opgesteld met ‘opmerkelijke belastingconstructies’ die mogelijk zijn in het huidige belastingstelsel. Die zou de overheid eventueel gericht aan kunnen pakken.

Terugdringen vermogensongelijkheid wens politiek

Politiek Den Haag zit nadrukkelijk te wachten op het onderzoek dat nu is opgeleverd. Het kabinet heeft nog geen officiële reactie gegeven op het rapport, die volgt op Prinsjesdag, waarschijnlijk inclusief maatregelen om de ongelijkheid aan te pakken. Minister Van Gennip van Sociale Zaken heeft bijvoorbeeld al laten weten dat ‘we iets moeten leren’ van de conclusies over de vermogensongelijkheid. Premier Rutte heeft eerder dit jaar laten weten dat hij op dit rapport wilde wachten vóór hij gaat kijken naar manieren om de vermogensongelijkheid te verkleinen. Ook in de Tweede Kamer leeft sterk de wens om vermogens zwaarder te belasten. Bij het debat over de Voorjaarsnota heeft de Kamer al een motie aangenomen die de regering verzoekt om de belasting op winst en vermogen te verhogen om met de opbrengst de belasting op arbeid te kunnen verlagen.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Meer privacy voor eenmanszaken

Meer privacy voor eenmanszaken

Wie als ondernemer start, moet zich inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Vaak is het vestigingsadres hetzelfde als het privéadres van de ondernemer. Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat pleit voor het afschermen van deze gegevens voor álle eenmanszaken.

Tot nu toe konden eenmanszaken (tool) alleen bij dreiging hun vestigingsadres laten afschermen. Daar komt verandering in zoals geformuleerd in het voorstel Datavisie Handelsregister, een nieuwe visie op de mate van openbaarheid van gegevens uit het Handelsregister. Niet alleen de veiligheid maar ook de privacy van ondernemers moet meer worden gewaarborgd dan nu het geval is. De stappen die eerder op dit gebied zijn gezet, zoals het invoeren van de non-mailing indicator, de Wet acquisitiefraude en het omzetten van de opt out via het ‘bel me niet’-register naar een wettelijk toestemmingsvereiste in de Telecommunicatiewet, hebben de overlast nog niet voldoende verminderd. Telefoonnummers en e-mailadressen worden nog steeds ingezet voor commerciële doeleinden, tot ergernis van veel ondernemers.

Maatregelen om de privacy en veiligheid ondernemers te verbeteren

Na een eerste verkenning in 2021 en een aantal expertsessies in 2022 ligt het voorstel nu bij de Tweede Kamer. In de Datavisie Handelregister worden een aantal maatregelen genoemd:

  • afschermen van e-mailadressen en telefoonnummers
  • afschermen van adresgegevens van alle eenmanszaken
  • afschermen van de registratie Verenigingen van Eigenaren
  • terugdringen van commercieel gebruik van gegevens uit het Handelsregister

Alle eenmanszaken kunnen straks dus op verzoek hun vestigingsadres afschermen. Ondernemers moeten hiervoor wel een alternatief postadres opgeven, zoals een postbus. Vooruitlopend hierop heeft de minister de Kamer van Koophandel al opdracht gegeven om dit in de praktijk zo snel mogelijk uit te voeren.

Nadelen van minder openbare gegevens in het Handelsregister

De inperking van de openbare gegevens heeft ook nadelige kanten. Het wordt moeilijker om objectieve gegevens over een onderneming op te sporen. Ondernemers zouden hierdoor sneller in zee kunnen gaan met minder betrouwbare organisaties. Om meer gegevens te verkrijgen zullen ondernemers meer moeite moeten doen en mogelijk hogere kosten moeten maken dan nu het geval is. In de Datavisie Handelsregister (pdf) wordt er gepleit voor een scherpere controle door de kamer van Koophandel. Het beleidsvoorstel moet vanaf september 2022 nog breed beoordeeld worden voordat wetswijzigingen en technische aanpassingen in gang worden gezet. Ook de financiële consequenties worden dan verder in kaart gebracht.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Bootstrapping, wat is dat?

Bootstrapping, wat is dat?

Bootstrapping is zonder externe financiering investeringen doen of een bedrijf starten. Of geld organiseren door je zakelijke kosten en persoonlijke uitgaven te beperken. Een soort ‘roeien met de riemen die je hebt’. De term komt van het Engelse woord ‘bootstrap’, het leren lusje aan een laars zodat je ‘m makkelijker kunt aantrekken.

Bootstrapping kent 2 kanten. Het is ten eerste een strategie om maximaal voordeel te halen uit beschikbare bronnen. Dit is een relevante strategie als je een onderneming start. Denk bijvoorbeeld aan ondernemen vanuit je eigen huis, inkomen uit loondienst en spaargeld gebruiken voor de start en je familie en vrienden onbetaald laten helpen in je onderneming. Bootstrapping is daarnaast ook een manier om kosten te besparen. Dit is vooral relevant als je hoge kosten maakt of weinig financiële ruimte hebt. Denk bijvoorbeeld aan bedrijfsruimte delen met andere ondernemers. Of bedrijfsmiddelen zoals machines, auto’s en gereedschap lenen of huren in plaats van kopen. En als je koopt, dan tweedehands en niet nieuw.

Voordelen van bootstrapping

Bootstrapping heeft een aantal voordelen:

  • Bootstrapping voorkomt hoge schulden voor jouw (jonge) onderneming en beperkt je rentekosten.
  • Bootstrapping zorgt ervoor dat je zeggenschap houdt over je onderneming en aandelen omdat je geen financiering nodig hebt.
  • Bootstrapping kan jouw ondernemerscompetenties stimuleren omdat je strategische relaties aangaat en omdat je ervaring krijgt met nieuwe kanten van ondernemerschap.
  • Bootstrapping kan jouw kredietwaardigheid vergroten omdat je zonder schulden je onderneming ontwikkelt.

Nadelen van bootstrapping

Aan bootstrapping kleven ook risico’s. Zo heeft de duur van bootstrapping gevolgen voor de levensverwachting van je onderneming. Hoe langer je bootstrappingsmethoden toepast om jouw onderneming te financieren, hoe kleiner de overlevingskansen worden. Dit heeft een aantal oorzaken:

  • Langdurige bootstrapping zorgt ervoor dat je onderneming geen grote investeringen kan doen. Daardoor reageer je niet of niet op tijd op kansen die zich voordoen.
  • Langdurige bootstrapping maakt het lastiger om weerbaar te zijn in slechte tijden of in onvoorziene omstandigheden. Dat komt omdat je veel bootstrappingsmiddelen maar een paar keer of tot een bepaalde tijd in kunt zetten.
  • Je moet met je onderneming soms snelheid kunnen maken. Bijvoorbeeld om een kans te pakken of bedreiging te verhelpen. Dit bereik je met investeringen of verhoging van de bedrijfskosten. Bijvoorbeeld voor inzet van personeel.

Checklist

Wil je zelf bootstrapping toepassen? Gebruik dan de Checklist Bootstrapping en ontdek wat voor jou de mogelijkheden zijn.

Meer succes met je financieringsaanvraag

Overweeg je toch financiering? Via het stroomschema financiering selecteer je vooraf een financieringsvorm zodat je bij een passende financier aanklopt. Bekijk de criteria van financiers voordat je een aanvraag indient. Pas eventueel vooraf je bedrijfsvoering aan. Als je minder scoort op een bepaald criterium, zoek dan naar alternatieven.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Minister Van Gennip stuurt Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt

Minister Van Gennip stuurt
Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt

Minister Van Gennip heeft de Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet wil dat oproepcontracten, zoals het nulurencontract verdwijnen en vervangen worden door basiscontracten.

Het kabinet werkt via vijf thema’s aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt:

  • Het aangaan van duurzame arbeidsrelaties stimuleren binnen wendbare ondernemingen en het beter reguleren van tijdelijke contracten en driehoeksrelaties.
  • Een gelijker speelveld tussen werknemer en zelfstandige, meer duidelijke en opeisbare regels en handhaving .
  • Altijd uitzicht op nieuw werk (via leven lang ontwikkelen en een goede arbeidsmarktinfrastructuur).
  • Aanpassingen in de arbeidsongeschiktheidswetgeving (WIA).
  • Meedoen aan de basis van de arbeidsmarkt.

De komende maanden zullen de verschillende deelonderwerpen verder worden uitgewerkt. In de brief hoofdlijnenarbeidsmarkt worden met name de eerste twee thema’s verder uiteengezet .

Duurzame arbeidsrelaties

Om meer zekerheid te bieden aan werknemers met flexibele contracten stelt het kabinet dat structureel werk in principe wordt georganiseerd op basis van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd, in lijn met het uitgangspunt van de SER. Dit is ook om tot meer duurzame arbeidsrelaties te komen. Daarom worden de volgende vier maatregelen uitgewerkt:

  • Oproepcontracten en min-max-contracten gaan in hun huidige vorm verdwijnen en worden vervangen door basiscontracten, zodat er meer werkzekerheid en roosterzekerheid komt.
  • Uitzendcontracten worden verder gereguleerd zodat de positie van uitzendkrachten wordt verbeterd. Ook moet er tenminste sprake zijn van gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden ten opzichte van de werknemers die direct in dienst zijn.
  • Opeenvolgende tijdelijke contracten (draaideurflex) worden tegengegaan door de pauze in de keten te schrappen. Een aparte regeling voor seizoenswerk wordt onderzocht.
  • Een arbeidscommissie om de toegang tot het recht te verbeteren, dit is een uitwerking van de commissie Roemer.

Wendbare ondernemingen

Het kabinet werkt met de sociale partners maatregelen uit die duurzame arbeidsrelaties en wendbaarheid van ondernemingen samen op laten gaan. Deze maatregelen zijn complex; begin 2023 zullen de volgende maatregelen of alternatieven verder zijn uitgewerkt om het aangaan van duurzame arbeidsrelaties aantrekkelijker te maken.

  • Het bevorderen dat werknemers van werk-naar-werk worden begeleid na beëindiging van het arbeidscontract.
  • Deeltijd-WW.
  • Het verbeteren van de regeling rondom loondoorbetaling bij ziekte door in het tweede jaar in te zetten op terugkeer bij een andere werkgever.

Gelijk speelveld tussen contractvormen en
duidelijkere regels

Het kabinet wil een adequaat beschermingsniveau voor alle werkenden, oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegengaan, zorgen voor de solidariteit binnen de sociale zekerheid en het fiscale stelsel en de wet- en regelgeving verbeteren zodat er meer duidelijkheid komt over contractvormen. Deze kabinetsperiode wordt daarom:

  • Ingezet op een gelijker speelveld tussen contractvormen. Onder meer door de komst van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen (op zijn vroegst tussen 2027 en 2029), mogelijkheden pensioen op te bouwen voor zelfstandigen en beperking van de zelfstandigenaftrek. Het kabinet bouwt de maximale zelfstandigenaftrek verder af tot €1.200 in 2030.
  • Meer duidelijkheid geboden over de vraag wanneer werk gedaan moet worden door een werknemer of verricht mag worden door een zelfstandige. Met name het begrip ‘gezag’ zal verduidelijkt worden; ook komt er een zogenaamd rechtsvermoeden. Dat betekent dat de werkgever voortaan bewijs moet leveren dat er geen sprake is van een dienstverband. In plaats van dat de werkende moet aantonen dat er sprake is van een dienstverband.
  • Het toezicht en de handhaving op schijnzelfstandigheid verbeterd, waarbij het handhavingsmoratorium uiterlijk 1 januari 2025 wordt afgeschaft.  

Bron: Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt, Ministerie SZW, nr. 2022-0000148422, 5 juli 2022

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Kabinet wil aflossingstermijn belasting niet verlengen

Kabinet wil aflossingstermijn
belasting niet verlengen

Het kabinet houdt vast aan de maximale termijn van 5 jaar voor het terugbetalen van belastingschulden die zijn uitgesteld in verband met de coronacrisis. Wel kunnen ondernemers onder voorwaarden op enige flexibiliteit rekenen, zoals per kwartaal terugbetalen in plaats van per maand.

Tijdens de coronacrisis hebben ondernemers gretig gebruikgemaakt van de mogelijkheid om hun belastingrekeningen even te laten liggen. Inmiddels is de regeling gesloten en kunnen ondernemers alleen nog regulier uitstel van betaling (artikel) aanvragen.

Ondernemers willen langere aflostermijn

Uit de meest recente inventarisatie van het ministerie van Financiën blijkt dat er nog voor een slordige € 21 miljard aan uitgestelde belastingen openstaat. Die schuld is verdeeld over ruim 279.000 ondernemingen, maar er zitten grote verschillen tussen de opgebouwde schulden per onderneming.
Voor alle ondernemers die nog een uitgestelde schuld hebben openstaan bij de fiscus geldt dat zij uiterlijk vanaf 1 oktober 2022 moeten starten met het aflossen van die schuld. Daarvoor krijgen zij maximaal 5 jaar de tijd. In een recente internetconsultatie over de coronaschulden riepen verschillende ondernemers op om die maximumtermijn te verlengen. Het aflossingsbedrag weegt namelijk zo zwaar op de bedrijfsvoering dat er (te) weinig ruimte overblijft om te ondernemen.

Aflossen per kwartaal en betaalpauze

Maar het kabinet gaat dus niet mee in die oproep, blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer. De regering blijft erbij dat de regeling al zeer genereus is, en daarnaast is het simpelweg beleid om geen generieke coronasteun meer te geven. Wel wil het kabinet in de kern gezonde ondernemingen enigszins tegemoet komen door wat flexibiliteit in te bouwen:

  • Ondernemers kunnen de maandelijkse aflossingsbedragen per kwartaal betalen in plaats van per maand.
  • Ondernemers kunnen een incidentele betaalpauze (één keer gedurende maximaal drie maanden) aanvragen. De totale aflossingstermijn verandert hierdoor dus niet. De bedragen die tijdens de pauze niet zijn betaald worden opgeteld bij de resterende termijnen en dus gaat het maandbedrag omhoog.

Schriftelijk verzoeken om toepassing

Ondernemingen die hiervoor in aanmerking willen komen moeten allereerst blijven voldoen aan hun nieuwe belastingverplichtingen. Daarnaast moeten zij schriftelijk verzoeken om de uitzonderingen toe te passen. Uit dat verzoek moet blijken dat er aflossingsproblemen zijn. Wat daarbij geldt als voldoende onderbouwing, heeft het kabinet (nog) niet ingevuld. Verder wijst het kabinet ook nadrukkelijk op de maatregel dat de Belastingdienst zich vanaf 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 soepeler zal opstellen bij het afspreken van saneringsakkoorden voor ondernemingen.

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

Generatie Z wil werken als zelfstandig ondernemer of bij klein bedrijf

Generatie Z wil werken als zelfstandig
ondernemer of bij klein bedrijf

Generatie Z voelt het meest voor een carrière in het MKB en het zelfstandig ondernemerschap. Dit blijkt uit internationaal onderzoek onder 3.000 jongeren tussen de 17 en 27 jaar, waaronder 1.000 Nederlandse respondenten.

Eigen baas zijn spreekt in Nederland 23 procent van de jongeren aan. Ongeveer 1 op de 3 Nederlandse en Engelse jongeren wil het liefst in het MKB aan de slag. In Duitsland is dit 22 procent, op de voet gevolgd door zelfstandig ondernemerschap (21 procent).

Dit blijkt uit een onderzoek van Zenjob, een digitale uitzenddienst die sinds vorig jaar ook in Nederland actief is. Het jobplatform deed onderzoek onder 3.000 jongeren uit Duitsland, Engeland en Nederland. Er deden 1.000 Nederlandse jongeren mee tussen de 17 en 27 jaar.

Opvallend is dat in al deze landen de meeste interesse is voor een carrière in het MKB. Maar ook het zelfstandig ondernemerschap scoort in alle landen hoog. Start-ups zijn minder populair: in zowel Nederland, Duitsland als Engeland ziet slechts 10 procent zichzelf hier in de toekomst werken.

Frederik Fahning, medeoprichter en managing director van Zenjob: “Jongeren hebben in de huidige arbeidsmarkt zelf de touwtjes in handen. Zij bepalen waar en wanneer ze werken – dat is het werken van de toekomst.”

Zelfstandig ondernemer worden

In Nederland zegt 23 procent van de jongeren graag zelfstandig ondernemer te willen worden. Van degenen die al ervaring als zelfstandige hebben opgedaan, wil 39 procent dit in de toekomst blijven. In Duitsland en Engeland zijn de cijfers vergelijkbaar.

Zelf de controle hebben over je werkleven wint in populariteit, merken ze ook bij Zenjob. Op het platform kunnen studenten en side jobbers – mensen die naast hun baan extra geld verdienen door middel van bijbaantjes – zelf bepalen waar en wanneer ze werken.

Werken op eigen voorwaarden

Uit de Job Preference Survey die Zenjob afgelopen maart onder de eigen database uitvoerde, bleek dat mensen hun shifts 2 tot 7 dagen van tevoren inplannen. Dit toont aan dat mensen graag de vrijheid hebben om te beslissen waar en wanneer zij willen werken.

Frederik Fahning legt uit: “We zien een groeiend aantal mensen dat de controle over hun eigen werk wil hebben. Work-Life balance begint een nieuwe betekenis te krijgen, waarbij werk het persoonlijke leven volgt en niet andersom. Dit betekent niet dat jonge mensen niet willen werken. Het tegendeel is waar, maar ze willen steeds meer op hun eigen voorwaarden werken.”

Gen Z heeft de touwtjes in handen

Volgens Fahning bevinden jonge mensen zich door het huidige personeelstekort in een voordeelpositie. “Gen Z is de best opgeleide generatie in de geschiedenis en heeft nu alle ruimte om te ontdekken wat echt bij ze past. Ze hoeven niet direct voor een vaste baan te kiezen, maar kunnen overal van proeven zonder zich direct vast te leggen. Zelf de touwtjes in handen hebben – dat is het werken van de toekomst.”

Start-ups scoren opvallend laag

Opvallend is dat in zowel Nederland, Duitsland als Engeland er weinig animo is voor werken in de start-upwereld. In alle landen geeft ongeveer 10 procent hier de voorkeur aan. “In tijden van onzekerheid is de meerderheid van de generatie op zoek naar stabiliteit – wat start-ups in hun beginjaren natuurlijk niet kunnen bieden. Ze vormen een omgeving veel potentie voor de toekomst, maar wel een met meer risico’s”, zegt Frederik Fahning.

Bron: Zipconomy

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categories
news

‘Vanaf 2025 alleen nog elektrische zakelijke leaseauto’s’

‘Vanaf 2025 alleen nog elektrische
zakelijke leaseauto’s’

Het kabinet wil vanaf 2025 alleen nog elektrische zakelijke leaseauto’s meldt De Telegraaf.

Staatssecretaris Vivianne Heijnen bereidt regelgeving voor. De maatregel is volgens de bronnen nodig om de CO2-reductiedoelen te halen. Bovendien levert minder verbranding van fossiele brandstoffen ook een positief effect in de stikstofreductieplannen, redeneert het kabinet.

“Door de zakelijke autovloot versneld te vergroenen kan een belangrijke stap gezet worden,” zegt een goed ingevoerde bron. Met het verplicht vergroenen van de zakelijke leasemarkt wil het kabinet op kortere termijn ook de tweedehandsmarkt voor elektrische auto’s vergroten. De zakelijke leaseauto’s lopen in dat geval tien jaar voor op de rest van de markt. In 2035 wordt het vanuit de EU verplicht om enkel nog uitstootvrije auto’s te verkopen.

Bron: Telegraaf, 29 juni 2022/Autoweek

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.