Categorieën
Uncategorized

Europese regels e-commerce

Webshops binnen de EU moeten voldoen aan Europese regels rondom e-commerce. Deze wetten beschermen consumenten, zodat zij veilig kunnen shoppen. Daarnaast zijn er lokaal verschillen, bijvoorbeeld in product eisen en wetgeving van geleverde producten aan buitenlandse klanten. En wanneer is een webwinkel veilig en betrouwbaar?

In dit artikel krijg je uitleg over de Europese regels e-commerce en zakendoen met je webshop binnen de EU, zoals hoe het verbod op geoblocking in de praktijk werkt. Verder lees je meer over product eisen die per land kunnen verschillen en hoe je veilig en zeker zakendoet met je buitenlandse klant.

Crossborder e-commerce

Je webshop draait goed en je bent toe aan een volgende stap. Kijk dan eens over de grens. Met crossborder e-commerce boor je nieuwe markten aan. Want zo doe je niet alleen met Nederlandse klanten zaken, maar ook met klanten in andere EU-landen. De Europese e-commerce-omzet blijft groeien. In 2021 groeide de omzet met 13% en bedroeg de Europese e-commerce 718 miljard euro. Onderzoekers voorspellen een verdere groei van 11% in 2022 tot een waarde van 797 miljard euro. Deze buitenlandse markten hebben Europese en soms lokale wetten en regels voor webshops. Zoek uit aan welke regels je webshop moet voldoen voordat je actief gaat verkopen via crossborder e-commerce.

Veranderende markt

Met de groei van het aantal online aankopen is je Europese klant veeleisender geworden. Klanten verwachten dat je steeds sneller en goedkoper levert. Ook over de grenzen heen. Bepaal voor jezelf of je deze klantverwachtingen kunt waarmaken. Doe dit voordat je actief aan de slag gaat. Het Centre for Market Insights (CMIHvA) onderzocht de belangrijkste veranderingen in crossborder e-commerce in Europa sinds corona. De resultaten van dit onderzoek lees je in deze blog.

Welke landen

Bepaal eerst voor jezelf in welke landen je jouw producten wilt verkopen. Nederlandse ondernemers kijken al snel naar markten dichtbij, zoals Duitsland, België of Frankrijk. Onderzoek van expertgroep shopping tomorrow laat zien dat ook andere Europese landen interessant zijn. Zoals Italië, Polen of Denemarken. In het rapport Cross-border (E)commerce lees je welke landen je kansen bieden. Thuiswinkel.org legt uit hoe je online over de grens verkoopt.

Verbod op geoblocking

Binnen de EU is er een verbod op geoblocking. Door geoblocking zijn online activiteiten gebonden aan een bepaald gebied. Je maakt online informatie bijvoorbeeld alleen beschikbaar voor Nederlandse klanten. Hierdoor krijgen buitenlandse klanten geen toegang tot jouw website. Zij worden op basis van hun IP-adres geblokt.

Europese wetgeving

Europese webshops moeten vanuit Europese wetgeving alle klanten toegang geven tot hun volledige website en diensten. Ongeacht het land van waaruit klanten je website bezoeken. Dit geldt ook wanneer je jouw activiteiten niet specifiek op het land richt waar een klant gevestigd is. Volgens de Europese Commissie mogen webwinkeliers geen consumenten uit andere EU-landen weren. Ook moet je dezelfde prijzen, verzend- en betalingsvoorwaarden gebruiken. Je prijzen mag je bijvoorbeeld niet automatisch aanpassen aan de locatie of het IP-adres van je klant.

In de praktijk

  • Wanneer je Nederlandse webshop bijvoorbeeld een VISA-creditkaart accepteert van Nederlandse klanten geldt dit automatisch ook voor Duitse klanten.
  • Je klanten doorsturen naar een land specifieke website mag alleen met uitdrukkelijke toestemming van je klant. Je mag bijvoorbeeld een Belgische klant niet automatisch doorsturen naar je Belgische webshop.

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) geeft meer informatie over geoblocking.

Verpakkingswetgeving

Via je webshop verstuur je producten naar consumenten in andere EU-lidstaten. Waarschijnlijk zijn deze producten verpakt in karton of plastic. Binnen de EU geldt wetgeving voor het recyclen van product verpakkingen. In 2025 moeten EU-landen 65% van de verpakkingen recyclen. Deze wet geldt niet alleen voor grote bedrijven, maar ook voor kleine webshops die verpakte goederen in andere EU-landen op de markt brengen.

Ieder land handhaaft deze wet op een eigen manier. In Nederland geldt pas een registratieplicht vanaf 50.000 kilogram aan verpakkingsmateriaal. In Duitsland en Frankrijk moet je jouw bedrijf al inschrijven in het register voor de verpakkingen vanaf de eerste gram verpakkingsmateriaal die je als bedrijf op de markt brengt.

Na een eventuele registratie in een andere EU-lidstaat moet je jaarlijks aangifte doen over de hoeveelheid verpakkingen die om je producten zaten. Dan moet je weten hoeveel verpakkingen je in het land verkocht hebt. Houd dit bij vanaf het moment dat je jouw bedrijf geregistreerd hebt. De Europese Commissie heeft een lijst met verantwoordelijke ministeries voor het uitvoeren van de verpakkingswetgeving per EU-land.

Als je de verpakkingswetgeving niet naleeft, kun je een boete ontvangen. De maximale boetes verschillen per land.

WEEE-richtlijn

De WEEE-richtlijn staat voor ‘Waste from Electrical and Electronic Equipment’. Nederland noemt dit de Regeling Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten ofwel Regeling AEEA. Dit zijn EU-regels voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten. Denk aan huishoudelijke apparaten, consumentenapparatuur of speelgoed.

Bij verkoop van deze producten via je webshop ben je verantwoordelijk voor het inzamelen en verwerken van afgedankte producten. Hiervoor heb je een WEEE-registratie nodig. Ieder EU-land heeft een verantwoordelijke organisatie voor het uitvoeren van deze richtlijn.

Merkteken

Op apparaten die je binnen de EU in de handel brengt, breng je een merkteken aan. Dit symbool mag je ook op de verpakking, gebruiksaanwijzing of het garantiebewijs zetten. Het merkteken is een doorgekruiste verrijdbare afvalbak. Zo weten je klanten dat jouw producten niet onder het gewone afval vallen, maar gescheiden ingezameld moet worden.

Lokale eisen

Naast regels voor je webshop zelf, moet je ook aan product eisen en andere lokale regels in het buitenland voldoen als je aan klanten over de grens levert. Wanneer je via je webshop een order uit een ander Europees land ontvangt, ga dan eerst na of je jouw product zomaar mag leveren. Product contactpunten in verschillende landen helpen je hierbij. Zij weten aan welke nationale voorschriften een product moet voldoen en welke organisaties je lokaal verder kunnen informeren.

Een voorbeeld

Via je webshop verkoop je speelgoed en batterijen. Je ontvangt een order uit België en levert het speelgoed met batterijen uit. Na je levering kom je erachter dat de Vlaamse afvalstoffenwet een aanvaardingsplicht voor afgedankte batterijen hanteert. Ondernemers die binnen deze wet als producent of invoerder worden gezien, zijn verantwoordelijk voor het terugnemen van afgedankte batterijen. Hiervoor kun je als ondernemer aansluiten bij een collectief systeem of een individueel aanvaardingsplan opstellen. In België is OVAM de bevoegde instantie voor controle op het naleven van deze plicht. De Nederlandse ondernemer bracht door zijn levering aan een Belgische consument batterijen op de Belgische markt. Het op de markt brengen geldt voor het leveren of ter beschikking stellen, al dan niet tegen betaling. De ondernemer uit dit voorbeeld ontving een boete van 1.800 euro. Hij dacht dat voor de vereiste registratie meer leveringen nodig waren dan één enkele order.

Bescherming consument

Bij koop op afstand zijn consumenten vanuit de wet beschermd. Bijvoorbeeld bij verkoop via internet, telefoon of post. Webwinkeliers hebben een informatieplicht naar hun klanten. Denk aan contactgegevens van je bedrijf, een omschrijving van je aanbod, bedenktijd en betaling.

Vanaf 28 mei 2022 geldt een nieuwe wet voor online verkopen. Binnen deze wet moeten webshops en online platformen klanten beter beschermen. Zo mag je geen valse consumentenbeoordelingen op je website plaatsen en moet je deze beoordelingen voor publicatie controleren op echtheid. Deze wet kent ook een expliciet verbod op tweevoudige kwaliteit. Dit betekent dat een product hetzelfde lijkt, maar toch anders is. Bijvoorbeeld een frisdrank met dezelfde merknaam en bijna dezelfde verpakking. Alleen bevat het product in de ene lidstaat meer suiker dan het product in de andere lidstaat.

Algemene voorwaarden

Met algemene voorwaarden is het voor je klant direct duidelijk hoe het zit met zaken als leveringsvoorwaarden, contractduur, garantie, bedenkingstermijn en betalingstermijn. Denk aan je internationale klant en bied je voorwaarden ook in andere talen zoals Engels en Duits aan. Algemene voorwaarden zijn niet wettelijk verplicht. Je kunt je algemene voorwaarden zelf opstellen, dit door een juridisch adviseur laten doen of voorbeeldteksten van brancheorganisaties gebruiken.

Beveiliging website

Je webshop moet betrouwbaar en beschikbaar zijn. Beveiligingsproblemen vormen een risico voor je bedrijf en klant. En je wilt dat klanten veilig kunnen betalen. Bescherm je webshop daarom tegen betaalfraude.

AVG

De privacywet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geldt voor de hele EU. Internationaal heet de wet General Data Protection Regulation (GDPR). Door de wet AVG heb je verplichtingen bij het verwerken van persoonsgegevens.

Digitale Marktenwet

De Digitale Marktenwet (DMA) regelt toezicht en maatregelen voor de grootste, wereldwijd opererende online platformen met een zogeheten poortwachterspositie binnen Europa. Denk aan de grote vijf zoals Google, Apple, Amazon, Facebook (Meta) en Microsoft. Je wordt als poortwachter aangemerkt als je onder andere minimaal 8 miljard euro omzet draait. Voor de meeste webshops is er niets aan de hand. Wel goed om te weten wat de Digitale Marktenwet voor jou betekent.

Regels webshops

De ACM heeft een overzicht met regels voor webshops in Nederland. Uw Europa biedt aanvullende informatie over wetgeving voor online verkoop in de EU, e-commerce, verkoop op afstand en verkoop buiten verkoopruimten. Lees alles over de start van je eigen webshop.

Meer weten over btw bij e-commerce binnen Europa? Neem dan contact op met een van onze Webshop Specialisten of bezoek Ktjing – de Webshopboekhouder.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
Uncategorized

Kabinet investeert half miljard euro in mkb

Het kabinet heeft in de Miljoenennota 2023 een pakket maatregelen aangekondigd voor het mkb. De invulling van dit pakket is nu afgerond. De voorgenomen verhoging van het tarief in de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor bestelauto’s van ondernemers vanaf 2025 vervalt.

Het kabinet trekt hiervoor in de jaren 2023 tot en met 2027 elk jaar € 500 miljoen uit. Vanaf 2028 is een jaarbedrag van structureel € 600 miljoen beschikbaar.

Het kabinet neemt de volgende maatregelen. Ten eerste intensiveert het kabinet het budget voor de Energie-investeringsaftrek (EIA) en Milieu-investeringsaftrek (MIA). Ten tweede wordt het aantrekkelijker gemaakt voor ondernemers om te investeren, omdat investeringen in nieuw aangewezen bedrijfsmiddelen in 2023 willekeurig mogen worden afgeschreven. Als derde worden ondernemers gestimuleerd om meer te innoveren; speur- en ontwikkelingswerk wordt goedkoper doordat de fiscale regeling WBSO geïndexeerd wordt. Verder verhoogt het kabinet de werkkostenregeling (WKR). Door de aof-premie voor kleine werkgevers te verlagen worden de lasten op arbeid verlaagd. En met een tijdelijke verruiming van het lage inkomensvoordeel worden werkgevers tegemoet gekomen in de verhoging van het wettelijk minimumloon (Wml).  

Aanpassing dekking vrijstelling BPM bestelauto’s

De voorgenomen verhoging van het mrb-tarief voor bestelauto’s van ondernemers gaat niet door. In plaats daarvan komt een herijking van de forfaits die binnen de bpm gelden bij de import van gebruikte voertuigen. Het gaat hierbij om de actualisatie van de afschrijvingstabel die wordt gebruikt om de actuele waarde van een gebruikt voertuig vast te stellen. Ook wordt het waardeverminderingspercentage bijgesteld. Dit percentage wordt gebruikt bij het vaststellen van de waarde van voertuigen met schade. Om het budgettaire gat verder te dichten wordt de kansspelbelasting met 0,3%-punt verhoogd met ingang van 1 januari 2023 en het tarief van de accijns op rooktabak (shag, pijptabak) met ingang van 1 april 2023 aanvullend verhoogd met € 0,15 per pakje shag (50 gram).

Bron: Ministerie van Financien, 3 november 2022

Bron: Taxence

Categorieën
Uncategorized

Betaal minder belasting via aftrekposten

Wil je minder belasting betalen? Gebruik dan fiscale regelingen en aftrekposten. De rechtsvorm van je onderneming bepaalt welke je mag gebruiken. Hier staan ze voor jou op een rij.

Heb je een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), maatschap of commanditaire vennootschap? Dan ben je ondernemer voor de inkomstenbelasting en kun je ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling gebruiken. De overige regelingen gelden zowel voor ondernemers die inkomstenbelasting betalen, als voor ondernemers met een bv die vennootschapsbelasting betalen. Twijfel je of je een regeling mag toepassen? Raadpleeg dan een adviseur.

Check aangifte coronajaar

Is er iets gewijzigd in je persoonlijke situatie? Controleer de vooraf ingevulde aangifte goed en vul die waar nodig aan. Corona zorgde in 2021 mogelijk voor omzetdaling of verlies. Let daarbij op de volgende aandachtspunten:

  • Sommige ondersteuningsregelingen in 2021, zoals NOW en Tozo zijn belast. Dit kan invloed hebben op het bedrag dat je aan belasting moet betalen en op toeslagen. Andere regelingen zoals TVL zijn onbelast, maar moet je wel vermelden als vrijgestelde winstbestanddelen.
  • Was je inkomen vorig jaar negatief? Dan kun je misschien geld terugkrijgen. De Belastingdienst verrekent het verlies met je positieve inkomsten van de drie voorgaande jaren. Het oudste jaar eerst.
  • Middeling scheelt je misschien geld. Als je in een jaar minder hebt verdiend dan in de twee jaren ervoor, kun je het gemiddelde inkomen over die drie jaren berekenen. Als de belasting voor het gemiddelde inkomen lager is dan in de afzonderlijke jaren en het verschil is groter dan 545 euro, kun je belasting terugkrijgen. De middelingsregeling wordt afgeschaft. Het laatste tijdvak waarvoor je middeling kunt aanvragen is 2022 tot en met 2024.

Aangiftechecklist inkomstenbelasting

Doe soepel en snel aangifte voor de inkomstenbelasting. Na het uitvoeren van 6 checks ben je helemaal klaar voor je aangifte.

Ondernemersaftrek inzetten

Check of je in aanmerking komt voor de ondernemersaftrek. Dit is een bedrag dat je aftrekt van je over een lager bedrag belasting berekent. De ondernemersaftrek kan bestaan uit:

Voor de ondernemersaftrek moet je ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting. Je controleert dit met de OndernemersCheck. Ook moet je voldoen aan het urencriterium van minimaal 1.225 uur.

MKB Winstvrijstelling

Door de MKB Winstvrijstelling is 14% van je winst vrijgesteld van inkomstenbelasting. Je moet de winst eerst verminderen met de ondernemersaftrek. Als mkb’er of zzp’er krijg je MKB Winstvrijstelling automatisch als je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting en belastingaangifte doet.

Bedrijfskosten aftrekken

Je mag de kosten die je voor je onderneming maakt aftrekken als bedrijfskosten of zakelijke kosten. Sommige kosten mag je in één jaar volledig aftrekken, zoals huurkosten. Soms moet je ze spreiden over een aantal jaren zoals de aanschafkosten van een auto. Heb je kosten die zowel een zakelijk- als een privékarakter hebben? Dan mag je alleen het zakelijk deel van de kosten aftrekken. Vaak kun je de btw die je over je bedrijfskosten betaalt, aftrekken in je btw-aangifte. 

Studiekosten waren tot en met de aangifte over 2021 aftrekbaar in de inkomstenbelasting. Vanaf 2022 zijn studiekosten niet meer in je belastingaangifte aftrekbaar. Je kunt nu het STAP-budget van maximaal 1.000 euro aanvragen. Het STAP-budget vervangt de belastingaftrek voor studiekosten.

Afschrijvingen toepassen

Investeer je in bedrijfsmiddelen die je langer gebruikt dan één jaar en is het bedrag hoger is dan 450 euro per bedrijfsmiddel? Bijvoorbeeld nieuwe computers of machines, dan verdeel je de kosten van de investering over het aantal jaren waarin je het bedrijfsmiddel gebruikt. Tijdens de eerste vijf jaar als ondernemer is er de regeling voor willekeurige afschrijving. Als je aan de voorwaarden voldoet, mag je zelf bepalen wanneer en hoe je afschrijft.

Fiscaal gunstig investeren

Sommige investeringen vallen fiscaal gunstig uit omdat ze aftrekbaar zijn. Let op: de regelingen gelden alleen als je ondernemer bent voor de inkomstenbelasting of als je bv of nv ondernemer is voor de vennootschapsbelasting.

Kleineondernemersregeling voor btw (kor regeling omzetbelasting)

Je kunt voor de kleineondernemersregeling (KOR) kiezen als je omzet per kalenderjaar onder de 20.000 euro blijft. Als je meedoet, bereken je geen btw aan je klanten. Je draagt dan ook geen btw af aan de Belastingdienst. Daar staat tegenover dat je de btw over zakelijke kosten en investeringen niet kunt aftrekken. Op een paar uitzonderingen na hoef je geen btw-aangifte meer te doen. Of het voor jou interessant is, hangt van je specifieke bedrijfssituatie af. 

Margeregeling toepassen

Als je in gebruikte goederen handelt, dan mag je mogelijk de margeregeling toepassen. De regeling geldt voor de meeste gebruikte goederen die je zonder btw hebt ingekocht. En ook voor kunst, antiek of verzamelobjecten. Je rekent de btw niet over je omzet, maar over het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs van de goederen: de winstmarge. Als je met winst verkoopt, dan is je winstmarge positief en moet je btw betalen. Verkoop je met verlies? Dan heb je een negatieve winstmarge. Je hoeft dan geen btw te betalen, maar je krijgt ook geen btw terug.

Kosten bedrijfsruimte aftrekken

Welke aftrekposten voor jou gelden, hangt af van je bedrijfsruimte. Voor de Belastingdienst maakt het verschil of je in een pand werkt dat je huurt of gekocht heb of dat je een deel van je eigen woning als werkruimte gebruikt.

Bedrijfsruimte huren

Bij huur van bedrijfsruimte mag je in je aangifte inkomstenbelasting alle kosten aftrekken die je voor deze bedrijfsruimte maakt. Als je de btw van deze kosten aftrekt in je btw-aangifte, dan moet je in je aangifte inkomstenbelasting de kosten exclusief btw opgeven. Trek je de btw niet af in je btw-aangifte? Gebruik in je aangifte inkomstenbelasting de kosten inclusief btw.

Bedrijfsruimte is eigendom

Als de bedrijfsruimte in jouw bezit is, moet je voor de inkomstenbelasting kiezen of het pand ondernemingsvermogen of privévermogen is. Als je je eigen pand helemaal voor je onderneming gebruikt, dan moet je het pand tot je ondernemingsvermogen rekenen. De keuze of de bedrijfsruimte tot het privé- of ondernemingsvermogen hoort, bepaalt welke kosten je mag aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting.

Bedrijfspand kopen

Als je een bedrijfsruimte gaat kopen, is dit een investering. Het kan zijn dat je recht hebt op investeringsaftrek. Ontdek financiering voor je bedrijfspand.

Bedrijfsruimte aan huis

Je woont en werkt in hetzelfde pand. Met de rekenhulp Werkruimte in de woning zie je of je de kosten van je werkruimte aan huis kunt aftrekken.

Autokosten aftrekken

Voor je bedrijf heb je misschien een auto nodig. Die kun je ‘op de zaak kopen’ of je kunt je privéauto ook zakelijk gebruiken. Zakelijk rijden heeft gevolgen voor de inkomstenbelasting en de btw.

Hulp bij belastingen

Een boekhouder, administratie– of belastingdeskundige, een accountant via NBA of SRA of belastingadviseur kan je ondersteunen.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
Uncategorized

Aantal zzp’ers in geestelijke gezondheidszorg stijgt

Het aantal ondernemers in de geestelijke gezondheidszorg is de afgelopen vijf jaar toegenomen met 35%, zegt de Kamer van Koophandel (KVK). Stans Damen, woordvoerder van de netwerkvereniging De Nederlandse ggz, ziet vooral het aantal zzp’ers in deze sector toenemen.

Terwijl er in het Nederlandse bedrijfsleven minder startende bedrijven in december vorig jaar waren, nam het aantal starters in de gezondheidszorg juist toe. Er was voornamelijk een groei onder zzp’ers in de geestelijke gezondheidszorg. Het aantal bij KVK ingeschreven ondernemers in deze sector is sinds 2017 met 35% gestegen van: 12.922 naar 17.400.

Aantal ondernemers in geestelijke gezondheidszorg in Nederland (2017-2022):

Aantal ondernemers in geestelijke gezondheidzorg Nederland
Bron: KVK Handelsregister

De ggz-zorg kampt met grote personeelstekorten. De helft van de ggz-organisaties heeft bijna 5.400 uitstaande vacatures, waarvan de helft moeilijk vervulbaar.

Drijfveren zelfstandigen in de zorg

Ondanks het grote aantal vacatures in de branche, stijgt het aantal zelfstandigen binnen deze sectoren. Stans Damen, woordvoerder van de netwerkvereniging De Nederlandse ggz  is niet bekend met de reden waarom dit aantal zo groeit. Wel kan hij een aantal drijfveren bedenken: “Het perspectief op meer vrijheid vinden sommigen aantrekkelijk. Anderen zeggen dat ze als zelfstandige meer kunnen verdienen. Weer anderen kiezen voor het ondernemerschap om hun werkdruk beter te kunnen managen, bijvoorbeeld minder diensten in avonden en weekenden.”

Kosten inhuur van flexkrachten

De groeiende personeelstekorten, een hoog ziekteverzuim en de inzet van flexkrachten leggen een zware druk op bedrijfsresultaten van de ggz-sector, aldus Damen. Vorig jaar kostte de inhuur van flexkrachten de sector in totaal 603 miljoen euro.

  • Leestip: In deze whitepaper staan handige tips en concrete adviezen voor zorgorganisaties om grip op de inhuur te houden.

Afspraken Integraal Zorgakkoord

Een bijkomend probleem is dat de meeste zzp’ers zelf kunnen bepalen wanneer ze werken, zodat onpopulaire diensten open blijven staan. Vaak is dat een doorn in het oog van de vaste krachten.

In het Integraal Zorgakkoord (IZA) wil het kabinet daarover afspraken vastleggen met werkgevers- en werknemersorganisaties en met de zorgverzekeraars. “Zzp’ers in de zorg moeten verplicht meedraaien met avond, nacht- en weekenddiensten. Tarieven worden gekoppeld aan cao-lonen en brancheorganisaties gaan duidelijke regels opstellen over de inzet van zzp’ers om daarmee schijnzelfstandigheid te voorkomen.” Dat staat te lezen in een conceptversie van het Integraal Zorgakkoord (IZA).

Starten als zzp’er in de Zorg

Heb je plannen om als zelfstandige in de geestelijke gezondheidszorg te beginnen? Lees hier waar je volgens de Kamer van Koophandel (KVK) op moet letten bij het starten als zzp’er in de zorg.

Je kunt ook contact op nemen met een van onze CijferAdviseurs die ervaring hebben met zzp’ers in de zorg.

Bron:  Zipconomy

Categorieën
Uncategorized

Vragen over: winterbanden en de auto van de zaak

Werknemers aan wie een leaseauto ter beschikking is gesteld, rijden bij natte en winterse weersomstandigheden waarschijnlijk graag op winterbanden. Wie draait er voor de kosten hiervan op en kan het gebruik hiervan verplicht worden?

Werknemers met een auto van de zaak rijden meestal aardig wat kilometers. Het is veilig als ze dat in de wintermaanden op winterbanden doen. Zomerbanden hebben namelijk minder grip op de weg waardoor de remweg langer is en de auto makkelijker kan wegslippen. Het is zaak om de auto van de zaak winterklaar te maken voordat het echt glad wordt. Maar wie zal dat betalen?

Moet de werkgever de winterbanden betalen?

Werkgevers zijn niet verplicht om de kosten voor winterbanden te voor hun rekening te nemen. In principe is de bestuurder van de auto namelijk zelf verantwoordelijk voor veilige rijomstandigheden. Winterbanden vallen niet onder de normale autokosten waar de werkgever voor opdraait bij de auto van de zaak (toolbox), zoals kosten voor brandstof, parkeren en onderhoud.

Wat zijn de gevolgen als de werkgever niet bijdraagt?

Winterbanden verkleinen de kans dat de werknemer door gladheid met de auto van de zaak een aanrijding krijgt en daarbij letsel of schade oploopt. In zo’n geval draait de organisatie op voor de reparatiekosten van de (lease)auto van de zaak en de loondoorbetaling van de werknemer bij arbeidsongeschiktheid. En dat is waarschijnlijk een veel grotere kostenpost dan een set winterbanden.

Wanneer moet de werkgever wel bijdragen?

Soms zijn er in het leasecontract of tussen de werkgever en werknemer afspraken gemaakt over de vergoeding van winterbanden van de leaseauto van de zaak. Verder kan het zo zijn dat werknemers met hun auto van de zaak voor het werk naar het buitenland moeten. In sommige landen – bijvoorbeeld Duitsland en Oostenrijk – zijn winterbanden in de winter verplicht. In dat geval getuigt het zeker van goed werkgeverschap om ervoor te zorgen dat de auto van de werknemer aan de eisen voldoet.

Zijn werkgeversbijdragen aan winterbanden belast loon?

Als de werkgever de kosten van aanschaf, plaatsing en opslag van de winterbanden voor de auto van de zaak voor zijn rekening neemt, zijn dit zogeheten intermediaire kosten. Dat betekent dat er geen loonheffingen over verschuldigd zijn.

Bron: BV Rendement

Categorieën
Uncategorized

Zakelijk fietsen: dit levert het op

Wil je het woon-werkverkeer van je personeel verduurzamen? Denk eens aan de fiets. De overheid stimuleert het zakelijk gebruik van de fiets in plaats van auto of openbaar vervoer. Met voordelige regelingen als de ‘Fiets van de zaak’ is dit misschien wel het goede moment om de fiets binnen jouw organisatie definitief op een voetstuk te plaatsen. Hier lees je hoe je dat slim doet en wat een fietsplan je concreet oplevert.

Op dit moment gaat ongeveer een kwart van alle Nederlanders op de fiets naar het werk. De overheid wil dat in 10 jaar tijd 10% meer medewerkers de fiets nemen. Leuk, maar als slimme ondernemer doe je pas investeringen als het je wat oplevert. Wat zijn de directe voordelen van de ‘fiets van de zaak’ voor jouw bedrijf?

Voordelen van zakelijk fietsen

Financieel voordeel

Pakken je medewerkers de fiets dan ben je minder geld kwijt aan brandstof en parkeren. Vier financiële regelingen helpen om de fiets aantrekkelijker te maken voor zowel je medewerker als voor jou.

1. Fiets van de zaak

Je koopt of leaset een fiets voor je medewerker. De fiets mag onbeperkt privé gebruikt worden en je medewerker is niet verplicht om op deze fiets naar het werk te komen. Je betaalt zeven procent bijtelling over de fiets van de zaak.

2. Bruto/nettovergoeding

Je medewerker gebruikt een deel van het bruto inkomen om een fiets van te kopen. Dit is voordelig omdat je medewerker en jij minder loonbelasting en premies betalen over het bruto bedrag dan over het netto salaris.

3. Kilometervergoeding

Je betaalt je medewerker een vergoeding voor de fietskilometers tussen huis en de zaak. Deze vergoeding is tot 19 cent per kilometer onbelast. Vanaf 2023 wordt de onbelaste vergoeding 21 cent. Let op: koop of lease je een fiets voor je werknemer, dan is de kilometervergoeding niet meer onbelast.

4. Renteloze lening

Je leent je werknemer een geldbedrag om een fiets van te kopen. De werknemer kan dit bedrag terugbetalen met de onbelaste kilometervergoeding. De vergoeding wordt dan niet uitbetaald op de rekening van de werknemer, maar gebruikt om de lening af te lossen.

Minder ziekteverzuim werknemers

Fietsen is gezond. Vooral als je werknemers veel achter hun bureau zitten, is te weinig beweging een risico. Meer fietsen past binnen een gezonde leefstijl en zorgt voor minder overgewicht, hart- en vaatziekten en depressieve klachten. Een half uur fietsen per dag vermindert de kans op diabetes bijvoorbeeld met 20%. Fietsende werknemers zijn per jaar 1,3 dagen minder ziek. Daardoor daalt je ziekteverzuim en de kosten en zorgen die daarbij horen.

Pak het slim aan

Overtuigd van de voordelen van de zakelijke fiets? Houd rekening met de volgende zaken om de overgang naar de fiets zo gemakkelijk mogelijk te maken voor je medewerkers.

Zorg voor goede fietsvoorzieningen

Maak het voor je werknemers zo prettig mogelijk om met de fiets naar de zaak te komen. Niemand heeft zin om na een fietstocht de hele dag bezweet achter zijn bureau te zitten. Overweeg daarom een omkleedruimte, al dan niet met douches. Ook de mogelijkheid om fietskleding uit te hangen is geen overbodige luxe voor de terugweg.

En dure elektrische fietsen? Die wil je personeel het liefst veilig en overdekt stallen en als het even kan nog opladen ook. Ook daar moet je dus mogelijk geld in investeren. Je kunt voor zulke investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen subsidies aanvragen.

Ten slotte een goedkope maar nuttige oplossing voor acute fietsproblemen: denk ook aan een bandenplaksetje en een fietspomp!

Communiceer over de mogelijkheden

Praat met je medewerkers over de fietsregelingen en de fietsvoorzieningen. Zo zorg je ervoor dat alle medewerkers weten wat de mogelijkheden zijn. Heb je hier hulp bij nodig? Meld je bedrijf aan via het overheidsprogramma ‘Kies de Fiets’ en krijg een gratis toolkit met promotiemateriaal toegestuurd. Je geeft met je aanmelding aan dat je je best doet om 10% meer medewerkers op de fiets te krijgen.

Wees flexibel

Eerlijk is eerlijk: soms is de fiets niet de handigste oplossing. Dat is natuurlijk afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van de werkzaamheden, de privésituatie van je werknemer en de afstand tot het werk. Bied je personeel dus flexibiliteit. Bijvoorbeeld met een mobiliteitskaart waarmee ov, auto en fiets afwisselend te gebruiken zijn.

Wees positief

Stimuleer je medewerkers op een positieve manier om vaker de fiets te pakken. Organiseer bijvoorbeeld een competitie waarbij degene die aan het eind van het jaar de meeste fietskilometers in de benen heeft een prijs wint. Of doe mee met een spaarprogramma waarbij je medewerkers punten sparen voor iedere gefietste kilometer. Deze punten kunnen ze inwisselen voor korting of producten.

Werk samen

Ruimtegebrek, of op zoek naar iemand om de kosten mee te delen? Werk samen met je buurondernemers. Bijvoorbeeld voor het realiseren van fietsenstallingen en kleedruimtes of de aanschaf van laadpalen. Misschien is het wel een optie samen een aantal fietsen of een auto te delen.

Kies de Fiets

Het programma Kies de Fiets bestaat al sinds 2017, dus je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. In bijna elke regio zijn er organisaties die je op weg kunnen helpen. Zij kunnen bijvoorbeeld een mobiliteitsscan bij je uitvoeren. Daarmee brengen ze in kaart wat het reisgedrag van je personeel is. Daarna geven ze advies op maat over wat je kunt doen om je personeel meer te laten fietsen.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
news Uncategorized

De verplichte AOV voor ondernemers uitgelegd

Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)voor ondernemers. Daar wordt al jaren over gesproken op het nieuws en in de politiek. Maar hoe zit het nu precies? Zit jij straks vast aan een verplichte AOV? Waarschijnlijk wel. Maar zover is het nog niet. In dit artikel lees je wat er op dit moment bekend is over de verplichte AOV voor ondernemers.

Na jarenlang overleg tussen politiek, werkgevers- en werknemersorganisaties is er een pensioenakkoord. Een onderdeel van deze wet is de verplichte AOV voor ondernemers. De invoering daarvan is om meerdere redenen een aantal keer uitgesteld. Naar verwachting treedt de wet in 2027 in werking.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Hoe zorg je ervoor dat je voldoende geld hebt om van te leven wanneer je ziek bent? Een korte ziekteperiode vang je wellicht op met spaargeld. Maar ben je langdurig ziek, dan is dit lastig. Er zijn verschillende manieren om dit op te vangen. Onder andere met een AOV. Hiermee verzeker je jezelf voor een bepaald bedrag per maand waar je van leeft. Een AOV voor ondernemers is op dit moment niet verplicht. De meeste ondernemers hebben er geen.

Voordelen van de AOV

Met een verplichte AOV voor ondernemers zijn alle werkenden in Nederland beschermd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Dat zorgt voor minder risico’s en lagere kosten voor de samenleving. Daarnaast hebben ondernemers meer financiële zekerheid als werken niet lukt. Ook kunnen verzekeraars ondernemers dan niet meer uitsluiten. Bijvoorbeeld ondernemers met een risicovol beroep.

Nadelen van de AOV

Niet alle organisaties zijn blij met de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Sommigen verwachten een te hoge premie, het bedrag dat je maandelijks betaalt, waardoor ondernemers financieel in de knel komen. Anderen vinden dat ondernemers zelf verantwoordelijk zijn een oplossing te zoeken om risico’s te verkleinen. Ondernemers weten zelf het beste wat past bij hun situatie.

De verplichte AOV in de praktijk

Hoe de verplichte AOV er voor jou uitziet is nog niet bekend. De wetten en regels worden op dit moment uitgewerkt op basis van een adviesrapport. Het is niet bekend of adviezen worden overgenomen in de nieuwe wet.

Nog even wachten

De precieze regels en het moment waarop de verplichte AOV in werking treedt is niet bekend. In de tussentijd kan jou wel iets overkomen waardoor je niet kunt werken. Bedenk daarom hoe jij je financiën regelt wanneer je arbeidsongeschikt raakt.

Heb je vragen over de AOV of arbeidsongeschiktheid? Neem contact op met jouw CijferAdviseur!

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
Uncategorized

Antwoorden over Belastingplan: pensioen, BTW en box 3

Zzp’ers krijgen al vanaf 1 januari 2023 met terugwerkende kracht meer ruimte voor hun pensioenopbouw. Dat bevestigt staatssecretaris Van Rij van Financiën in antwoorden op vragen over het Belastingplan 2023. Ook gaat hij in op onder meer het 0% BTW-tarief op zonnepanelen, box 3 van de inkomstenbelasting en de vliegbelasting.

Afgelopen Prinsjesdag heeft het kabinet weer een karrenvracht aan plannen en belastingwijzigingen gepresenteerd. Al die plannen roepen uiteraard ook vragen op in het parlement, en staatssecretaris Van Rij heeft nu weer 66 pagina’s aan antwoorden naar de Tweede Kamer gestuurd.

Pensioenopbouw voor zzp’ers

De bewindsman gaat onder meer in op de mogelijkheden voor pensioenopbouw voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen, zoals zzp’ers. Zelfstandig ondernemers hebben hierover aan de bel getrokken, vanwege het uitstel van de Wet toekomst pensioenen (WTP). Deze wet regelt onder meer dat zelfstandigen meer ruimte krijgen om pensioen op te bouwen, maar de invoering is uitgesteld naar 1 juli 2023. Tegelijkertijd wordt de opbouw van een oudedagsreserve voor zelfstandigen al per 1 januari 2023 aan banden gelegd. Daar dreigde dus een gat te ontstaan. Maar Van Rij bevestigt nu dat als de WTP op 1 juli ingaat, er terugwerkende kracht komt voor het deel dat de mogelijkheden voor pensioenopbouw verruimt. Op de situatie dat de WTP nog verder wordt uitgesteld gaat Van Rij niet in, omdat het kabinet een invoering per 1 juli 2023 ‘realistisch’ vindt.

Overbruggingswet voor box 3 van de inkomstenbelasting

In de Tweede Kamer leven ook veel vragen over de zogenoemde peildatumarbitrage rondom box 3. Het kabinet wil vanaf 2026 een nieuw stelsel invoeren voor deze heffing, en tot die tijd geldt er een overbruggingswet. Daarbij wordt er voor de heffing gerekend met verschillende rendementspercentages voor onder meer spaargeld en beleggingen. Dat percentage is voor spaargeld vooralsnog lager dan voor beleggingen. Kamerleden vrezen daarom dat belastingplichtigen rond het peilmoment van 1 januari tijdelijk beleggingen verkopen en dat geld op een spaarrekening zetten, waardoor de heffing dus lager uitvalt.
Van Rij denkt echter dat het zo’n vaart niet zal lopen met de arbitrage. Er zit al een antimisbruikregeling in de wet. Die zorgt er kort gezegd voor dat verschuivingen van bijvoorbeeld beleggingen naar spaargeld binnen drie maanden rond de peildatum worden genegeerd. Bij een omzetting van beleggingen naar spaargeld op pakweg 5 december wordt het geld dus gewoon als belegging aangeslagen. Van Rij wil de periode van drie maanden niet verlengen, omdat dit op gespannen voet staat met het eigendomsrecht van belastingplichtigen. Een verlenging zou ook niet veel méér helpen tegen arbitrage.

BTW op zonnepanelen, kilometerheffing en vliegbelasting

In de antwoorden gaat Van Rij ook nog in op andere fiscale zaken:

  • Het BTW-tarief van 0% op zonnepanelen valt niet door te trekken naar combinatieproducten, zoals een zonnewering met zonnecellen. Zulke producten zijn niet aan te merken als ‘zonnepanelen’ en mogen daarom van de Europese richtlijn niet onder een 0%-tarief vallen. Zonnepanelen die ook dakbedekking zijn (zoals speciale dakpannen) op woningen vallen wél onder het 0%-tarief, aldus Van Rij.
  • Het kabinet komt ‘later dit najaar’ met wat meer duidelijkheid rondom het systeem van betalen per kilometer voor automobilisten dat vanaf 2030 moet gaan gelden. Het kabinet deelt dan de resultaten van onderzoeken naar hoe de tariefstructuur eruit moet zien en wat er nodig is om te komen tot een waterdichte kilometerregistratie.
  • Het kabinet wil de belasting op vliegtickets niet ingewikkelder maken dan die nu is. Daarom is Van Rij geen voorstander van een systeem waarbij veel vliegers steeds méér belasting betalen en ook niet van een onderscheid naar de afstand van de vlucht. Wel wil het kabinet onderzoeken of passagiers die een ‘specifiek combinatieticket’ voor trein en vliegtuig vrijgesteld kunnen worden van vliegbelasting. Dit zou namelijk passagiers kunnen stimuleren om voor kortere afstanden de trein te nemen en daarna met het vliegtuig verder te reizen.

Bron: BV Rendement

Categorieën
Uncategorized

Afronding coronamaatregelen vraagt nog veel werk van Belastingdienst, UWV en RVO

Afronding coronamaatregelen vraagt nog veel werk van Belastingdienst, UWV en RVO. De afronding van de maatregelen ter ondersteuning van de ondernemers tijdens de coronacrisis vergt na twee jaar nog veel van RVO, UWV en de Belastingdienst.

Dit schrijven de ministers Adriaansens, Van Gennip en Schouten en staatssecretaris Van Rij in een brief met daarin een voortgangsrapportage van het steunpakket tijdens de coronacrisis. In de rapportage ligt de nadruk op de meest omvangrijke regelingen: TVL, NOW en belastinguitstel.

Belastinguitstel

Per 30 september 2022 is de totale openstaande belastingschuld bij ondernemers die gebruik maken van het versoepelde uitstel van betaling € 20,3 miljard. Van het oorspronkelijke bedrag aan uitstel was op 30 september 2022 ruim de helft reeds afgelost. Een beperkt aantal grote ondernemingen is verantwoordelijk voor het gros van de uitstaande belastingschuld, terwijl er veel kleinere IB-ondernemers zijn met een beperkte schuld. Ten opzichte van de vorige monitoringsbrief is vooral de schuld bij middelgrote bedrijven afgenomen.

Er zijn ca 2.000 ondernemers die de afgelopen maanden een saneringsverzoek hebben gedaan, hoofdzakelijk via schuldhulpverlening, de minnelijke schuldsanering. Er is nog geen effect te zien van de tijdelijke versoepeling van het saneringsbeleid, waarbij de Belastingdienst tijdelijk afziet van de preferentie positie als schuldeiser.

TVL

De periode tot wanneer ondernemers kunnen vaststellen is voor de twee lopende vaststellingsronden verlengd om ondernemers langer de tijd te geven om hun vaststelling in te dienen. Voor de TVL1, TVL Q4 2020, TVL Q1 2021, TVL Q2 2021 en TVL Q3 2021 is het niet meer mogelijk een vaststellingsverzoek in te dienen. Binnen deze openstellingen heeft 98% van de aanvragers een vaststellingsverzoek ingediend. Bij ondernemers die géén vaststellingsverzoek hebben ingediend, wordt nu overgegaan tot een ambtshalve vaststelling. Dit houdt in dat RVO de vaststelling uitvoert met de gegevens zoals die bekend zijn bij de Belastingdienst. Op dit moment staat er € 101 miljoen aan betalingsregelingen open bij 11.400 ondernemers. Tot dusver wordt op ongeveer 3% van de TVL-besluiten (verlening en vaststelling) bezwaar aangetekend.

NOW

Van de tot dusver verwerkte vaststellingen van de NOW-1 t/m 5 resulteert in totaal ongeveer 55% in een nabetaling en 45% in een terugvordering. Bij de NOW-1 en -2, waarvan de vaststelling ondertussen het verst gevorderd is, is deze verhouding ongeveer 30% nabetaling en 70% terugvordering. In totaal zijn er circa 11.000 bezwaren ingediend voor de NOW 1-5. De uitkomst van de afhandeling laat voor alle tranches ongeveer hetzelfde beeld zien: 40-50% is gegrond verklaard, 20-30% ongegrond verklaard, en de overige bezwaren zijn ingetrokken of niet ontvankelijk verklaard.

RVO, UWV en de Belastingdienst werken aan de laatste fase van de uitvoering: het vaststellen en het eventueel nabetalen of terugvorderen van subsidie en het in goede banen leiden van het terugbetalen van uitgestelde belastingen. Deze afronding vergt, ruim twee jaar na de uitbraak van het coronavirus, nog veel werk van deze uitvoerders.

Bron: Kamerbrief met voortgangsrapportage steunpakket coronacrisis (NOW, TVL en fiscale steun). nr. DGBI-TOP / 22436787 22518662, Ministerie EZK, SZW en Financien, 21 oktober 2022

Bron: Taxence

Categorieën
news

Regelingen voor ondernemers bij hoge energierekening

Regelingen voor ondernemers bij hoge energierekening

De hoge energieprijzen raken iedereen in Nederland, ook ondernemers. Voor het grootste deel van het mkb komt er daarom een prijsplafond. Daardoor betaal je minder voor je energie tot een bepaald verbruik. Heb je een energie-intensief bedrijf? Dan krijg je via de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK) mogelijk steun bij het betalen van je energierekening. Daarnaast trekt het kabinet meer geld uit om te stimuleren dat bedrijven verduurzamen. Lees hier wat er op dit moment bekend is over de energiemaatregelen.

Energie prijsplafond

Verbruik je jaarlijks minder dan 5.000 m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit? Dan krijg je in 2023 hulp bij het betalen van je energierekening in de vorm van een prijsplafond. Je betaalt een aangepast maximumtarief over je verbruik tot 1.200 m3 gas en 2.900 KWh elektriciteit. Over alles wat je daarboven verbruikt betaal je de marktprijs. Voor aardgas betaal je straks 1,45 euro per m3 en voor elektriciteit 0,40 eurocent per kWh tot het maximumverbruik. Het prijsplafond geldt van 1 januari tot en met 31 december 2023. In november en december 2022 krijg je 190 euro korting per maand op je energierekening.

Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK)

Ondernemers die jaarlijks meer dan 5.000 m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit verbruiken en bij wie minimaal 12,5 procent van de omzet bestaat uit energiekosten, komen vanaf 1 november 2022 in aanmerking voor de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK). Via deze regeling krijg je een deel van het bedrag dat je meer bent gaan betalen voor energie teruggestort. Het bedrag waar je recht op hebt wordt berekend aan de hand van een drempelprijs van €1,19 per m3 gas en €0,35 per kWh elektriciteit. Betaal jij volgens jouw energiecontract meer dan deze bedragen? Je krijgt hier 50 procent van terug, tot een maximumbedrag van 160.000 euro.

Voorwaarden TEK

Om in aanmerking te komen voor TEK moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Je bedrijf verbruikt jaarlijks meer dan 5.000 m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit;
  • Minimaal 12,5 procent van je omzet gaat naar energiekosten;
  • Je bedrijf voldoet aan de Europese mkb-definitie:
    • Je hebt minder dan 250 werknemers
    • Je jaaromzet is maximaal €50 miljoen
    • Je jaarbalans is maximaal €43 miljoen
  • Je bedrijf staat ingeschreven in het KVK Handelsregister.

TEK is tijdelijk

De TEK-regeling biedt tijdelijke ondersteuning en is bedoeld voor de energiekosten in de periode van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. Op dit moment kun je nog geen TEK aanvragen. Je kunt de eerste steun waarschijnlijk vanaf het tweede kwartaal van 2023 aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Lukt het je niet om de periode tot je eerste aanvraag financieel te overbruggen? Als je voldoet aan de voorwaarden van TEK dan kun je belastinguitstel voor je omzetbelasting en loonheffing aanvragen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst maakt de precieze details en voorwaarden hierover later bekend. Wel is al duidelijk dat het verlenen van belastinguitstel gaat om individueel maatwerk.

Voorbeelden TEK

Hoeveel steun je krijgt via de TEK is volledig afhankelijk van jouw bedrijfssituatie en energieverbruik. Onderstaande voorbeelden laten zien hoeveel TEK je in verschillende verbruikssituaties krijgt. In deze voorbeelden wordt uitgegaan van de marktprijs van 13 oktober 2022: €2,71 per m3 gas en €0,78 per kWh elektriciteit.

 

Traditionele bakkerij

Schade- en herstelbedrijf

Gasverbruik (m³)

40.000

25.000

Elektriciteitsverbruik (kWh)

30.000

50.000

Totale energiekosten (euro)

131.800

106.750

Vergoeding TEK (euro)

36.850

29.750

% van totale energiekosten

28

27,9

Kabinet zet in op verduurzamen

Hoe duurzamer je bedrijf, hoe minder energie je verbruikt en hoe minder afhankelijk je bent van prijsschommelingen op de energiemarkt. Om ondernemers te helpen verduurzamen introduceert het kabinet de BMKB-Groen regeling. Met deze regeling krijg je een borgstelling tot maximaal 67,5 procent van een krediet dat je aanvraagt om te verduurzamen. Dat betekent dat de overheid garant staat voor maximaal 67,5 procent van je lening. Je kunt daardoor bij de bank meer lenen dan je op basis van je onderpand krijgt. Je gebruikt de BMKB-Groen voor investeringen waarmee je je bedrijfspand of bedrijfsmiddelen verduurzaamt.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.