Categorieën
Nieuws

Aantal zzp’ers in geestelijke gezondheidszorg stijgt

Het aantal ondernemers in de geestelijke gezondheidszorg is de afgelopen vijf jaar toegenomen met 35%, zegt de Kamer van Koophandel (KVK). Stans Damen, woordvoerder van de netwerkvereniging De Nederlandse ggz, ziet vooral het aantal zzp’ers in deze sector toenemen.

Terwijl er in het Nederlandse bedrijfsleven minder startende bedrijven in december vorig jaar waren, nam het aantal starters in de gezondheidszorg juist toe. Er was voornamelijk een groei onder zzp’ers in de geestelijke gezondheidszorg. Het aantal bij KVK ingeschreven ondernemers in deze sector is sinds 2017 met 35% gestegen van: 12.922 naar 17.400.

Aantal ondernemers in geestelijke gezondheidszorg in Nederland (2017-2022):

Aantal ondernemers in geestelijke gezondheidzorg Nederland
Bron: KVK Handelsregister

De ggz-zorg kampt met grote personeelstekorten. De helft van de ggz-organisaties heeft bijna 5.400 uitstaande vacatures, waarvan de helft moeilijk vervulbaar.

Drijfveren zelfstandigen in de zorg

Ondanks het grote aantal vacatures in de branche, stijgt het aantal zelfstandigen binnen deze sectoren. Stans Damen, woordvoerder van de netwerkvereniging De Nederlandse ggz  is niet bekend met de reden waarom dit aantal zo groeit. Wel kan hij een aantal drijfveren bedenken: “Het perspectief op meer vrijheid vinden sommigen aantrekkelijk. Anderen zeggen dat ze als zelfstandige meer kunnen verdienen. Weer anderen kiezen voor het ondernemerschap om hun werkdruk beter te kunnen managen, bijvoorbeeld minder diensten in avonden en weekenden.”

Kosten inhuur van flexkrachten

De groeiende personeelstekorten, een hoog ziekteverzuim en de inzet van flexkrachten leggen een zware druk op bedrijfsresultaten van de ggz-sector, aldus Damen. Vorig jaar kostte de inhuur van flexkrachten de sector in totaal 603 miljoen euro.

  • Leestip: In deze whitepaper staan handige tips en concrete adviezen voor zorgorganisaties om grip op de inhuur te houden.

Afspraken Integraal Zorgakkoord

Een bijkomend probleem is dat de meeste zzp’ers zelf kunnen bepalen wanneer ze werken, zodat onpopulaire diensten open blijven staan. Vaak is dat een doorn in het oog van de vaste krachten.

In het Integraal Zorgakkoord (IZA) wil het kabinet daarover afspraken vastleggen met werkgevers- en werknemersorganisaties en met de zorgverzekeraars. “Zzp’ers in de zorg moeten verplicht meedraaien met avond, nacht- en weekenddiensten. Tarieven worden gekoppeld aan cao-lonen en brancheorganisaties gaan duidelijke regels opstellen over de inzet van zzp’ers om daarmee schijnzelfstandigheid te voorkomen.” Dat staat te lezen in een conceptversie van het Integraal Zorgakkoord (IZA).

Starten als zzp’er in de Zorg

Heb je plannen om als zelfstandige in de geestelijke gezondheidszorg te beginnen? Lees hier waar je volgens de Kamer van Koophandel (KVK) op moet letten bij het starten als zzp’er in de zorg.

Je kunt ook contact op nemen met een van onze CijferAdviseurs die ervaring hebben met zzp’ers in de zorg.

Bron:  Zipconomy

Categorieën
Nieuws

Vragen over: winterbanden en de auto van de zaak

Werknemers aan wie een leaseauto ter beschikking is gesteld, rijden bij natte en winterse weersomstandigheden waarschijnlijk graag op winterbanden. Wie draait er voor de kosten hiervan op en kan het gebruik hiervan verplicht worden?

Werknemers met een auto van de zaak rijden meestal aardig wat kilometers. Het is veilig als ze dat in de wintermaanden op winterbanden doen. Zomerbanden hebben namelijk minder grip op de weg waardoor de remweg langer is en de auto makkelijker kan wegslippen. Het is zaak om de auto van de zaak winterklaar te maken voordat het echt glad wordt. Maar wie zal dat betalen?

Moet de werkgever de winterbanden betalen?

Werkgevers zijn niet verplicht om de kosten voor winterbanden te voor hun rekening te nemen. In principe is de bestuurder van de auto namelijk zelf verantwoordelijk voor veilige rijomstandigheden. Winterbanden vallen niet onder de normale autokosten waar de werkgever voor opdraait bij de auto van de zaak, zoals kosten voor brandstof, parkeren en onderhoud.

Wat zijn de gevolgen als de werkgever niet bijdraagt?

Winterbanden verkleinen de kans dat de werknemer door gladheid met de auto van de zaak een aanrijding krijgt en daarbij letsel of schade oploopt. In zo’n geval draait de organisatie op voor de reparatiekosten van de (lease)auto van de zaak en de loondoorbetaling van de werknemer bij arbeidsongeschiktheid. En dat is waarschijnlijk een veel grotere kostenpost dan een set winterbanden.

Wanneer moet de werkgever wel bijdragen?

Soms zijn er in het leasecontract of tussen de werkgever en werknemer afspraken gemaakt over de vergoeding van winterbanden van de leaseauto van de zaak. Verder kan het zo zijn dat werknemers met hun auto van de zaak voor het werk naar het buitenland moeten. In sommige landen – bijvoorbeeld Duitsland en Oostenrijk – zijn winterbanden in de winter verplicht. In dat geval getuigt het zeker van goed werkgeverschap om ervoor te zorgen dat de auto van de werknemer aan de eisen voldoet.

Zijn werkgeversbijdragen aan winterbanden belast loon?

Als de werkgever de kosten van aanschaf, plaatsing en opslag van de winterbanden voor de auto van de zaak voor zijn rekening neemt, zijn dit zogeheten intermediaire kosten. Dat betekent dat er geen loonheffingen over verschuldigd zijn.

Bron: BV Rendement

Categorieën
Nieuws

Zakelijk fietsen: dit levert het op

Wil je het woon-werkverkeer van je personeel verduurzamen? Denk eens aan de fiets. De overheid stimuleert het zakelijk gebruik van de fiets in plaats van auto of openbaar vervoer. Met voordelige regelingen als de ‘Fiets van de zaak’ is dit misschien wel het goede moment om de fiets binnen jouw organisatie definitief op een voetstuk te plaatsen. Hier lees je hoe je dat slim doet en wat een fietsplan je concreet oplevert.

Op dit moment gaat ongeveer een kwart van alle Nederlanders op de fiets naar het werk. De overheid wil dat in 10 jaar tijd 10% meer medewerkers de fiets nemen. Leuk, maar als slimme ondernemer doe je pas investeringen als het je wat oplevert. Wat zijn de directe voordelen van de ‘fiets van de zaak’ voor jouw bedrijf?

Voordelen van zakelijk fietsen

Financieel voordeel

Pakken je medewerkers de fiets dan ben je minder geld kwijt aan brandstof en parkeren. Vier financiële regelingen helpen om de fiets aantrekkelijker te maken voor zowel je medewerker als voor jou.

1. Fiets van de zaak

Je koopt of leaset een fiets voor je medewerker. De fiets mag onbeperkt privé gebruikt worden en je medewerker is niet verplicht om op deze fiets naar het werk te komen. Je betaalt zeven procent bijtelling over de fiets van de zaak.

2. Bruto/nettovergoeding

Je medewerker gebruikt een deel van het bruto inkomen om een fiets van te kopen. Dit is voordelig omdat je medewerker en jij minder loonbelasting en premies betalen over het bruto bedrag dan over het netto salaris.

3. Kilometervergoeding

Je betaalt je medewerker een vergoeding voor de fietskilometers tussen huis en de zaak. Deze vergoeding is tot 19 cent per kilometer onbelast. Vanaf 2023 wordt de onbelaste vergoeding 21 cent. Let op: koop of lease je een fiets voor je werknemer, dan is de kilometervergoeding niet meer onbelast.

4. Renteloze lening

Je leent je werknemer een geldbedrag om een fiets van te kopen. De werknemer kan dit bedrag terugbetalen met de onbelaste kilometervergoeding. De vergoeding wordt dan niet uitbetaald op de rekening van de werknemer, maar gebruikt om de lening af te lossen.

Minder ziekteverzuim werknemers

Fietsen is gezond. Vooral als je werknemers veel achter hun bureau zitten, is te weinig beweging een risico. Meer fietsen past binnen een gezonde leefstijl en zorgt voor minder overgewicht, hart- en vaatziekten en depressieve klachten. Een half uur fietsen per dag vermindert de kans op diabetes bijvoorbeeld met 20%. Fietsende werknemers zijn per jaar 1,3 dagen minder ziek. Daardoor daalt je ziekteverzuim en de kosten en zorgen die daarbij horen.

Pak het slim aan

Overtuigd van de voordelen van de zakelijke fiets? Houd rekening met de volgende zaken om de overgang naar de fiets zo gemakkelijk mogelijk te maken voor je medewerkers.

Zorg voor goede fietsvoorzieningen

Maak het voor je werknemers zo prettig mogelijk om met de fiets naar de zaak te komen. Niemand heeft zin om na een fietstocht de hele dag bezweet achter zijn bureau te zitten. Overweeg daarom een omkleedruimte, al dan niet met douches. Ook de mogelijkheid om fietskleding uit te hangen is geen overbodige luxe voor de terugweg.

En dure elektrische fietsen? Die wil je personeel het liefst veilig en overdekt stallen en als het even kan nog opladen ook. Ook daar moet je dus mogelijk geld in investeren. Je kunt voor zulke investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen subsidies aanvragen.

Ten slotte een goedkope maar nuttige oplossing voor acute fietsproblemen: denk ook aan een bandenplaksetje en een fietspomp!

Communiceer over de mogelijkheden

Praat met je medewerkers over de fietsregelingen en de fietsvoorzieningen. Zo zorg je ervoor dat alle medewerkers weten wat de mogelijkheden zijn. Heb je hier hulp bij nodig? Meld je bedrijf aan via het overheidsprogramma ‘Kies de Fiets’ en krijg een gratis toolkit met promotiemateriaal toegestuurd. Je geeft met je aanmelding aan dat je je best doet om 10% meer medewerkers op de fiets te krijgen.

Wees flexibel

Eerlijk is eerlijk: soms is de fiets niet de handigste oplossing. Dat is natuurlijk afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van de werkzaamheden, de privésituatie van je werknemer en de afstand tot het werk. Bied je personeel dus flexibiliteit. Bijvoorbeeld met een mobiliteitskaart waarmee ov, auto en fiets afwisselend te gebruiken zijn.

Wees positief

Stimuleer je medewerkers op een positieve manier om vaker de fiets te pakken. Organiseer bijvoorbeeld een competitie waarbij degene die aan het eind van het jaar de meeste fietskilometers in de benen heeft een prijs wint. Of doe mee met een spaarprogramma waarbij je medewerkers punten sparen voor iedere gefietste kilometer. Deze punten kunnen ze inwisselen voor korting of producten.

Werk samen

Ruimtegebrek, of op zoek naar iemand om de kosten mee te delen? Werk samen met je buurondernemers. Bijvoorbeeld voor het realiseren van fietsenstallingen en kleedruimtes of de aanschaf van laadpalen. Misschien is het wel een optie samen een aantal fietsen of een auto te delen.

Kies de Fiets

Het programma Kies de Fiets bestaat al sinds 2017, dus je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. In bijna elke regio zijn er organisaties die je op weg kunnen helpen. Zij kunnen bijvoorbeeld een mobiliteitsscan bij je uitvoeren. Daarmee brengen ze in kaart wat het reisgedrag van je personeel is. Daarna geven ze advies op maat over wat je kunt doen om je personeel meer te laten fietsen.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
Nieuws

De verplichte AOV voor ondernemers uitgelegd

Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)voor ondernemers. Daar wordt al jaren over gesproken op het nieuws en in de politiek. Maar hoe zit het nu precies? Zit jij straks vast aan een verplichte AOV? Waarschijnlijk wel. Maar zover is het nog niet. In dit artikel lees je wat er op dit moment bekend is over de verplichte AOV voor ondernemers.

Na jarenlang overleg tussen politiek, werkgevers- en werknemersorganisaties is er een pensioenakkoord. Een onderdeel van deze wet is de verplichte AOV voor ondernemers. De invoering daarvan is om meerdere redenen een aantal keer uitgesteld. Naar verwachting treedt de wet in 2027 in werking.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Hoe zorg je ervoor dat je voldoende geld hebt om van te leven wanneer je ziek bent? Een korte ziekteperiode vang je wellicht op met spaargeld. Maar ben je langdurig ziek, dan is dit lastig. Er zijn verschillende manieren om dit op te vangen. Onder andere met een AOV. Hiermee verzeker je jezelf voor een bepaald bedrag per maand waar je van leeft. Een AOV voor ondernemers is op dit moment niet verplicht. De meeste ondernemers hebben er geen.

Voordelen van de AOV

Met een verplichte AOV voor ondernemers zijn alle werkenden in Nederland beschermd tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Dat zorgt voor minder risico’s en lagere kosten voor de samenleving. Daarnaast hebben ondernemers meer financiële zekerheid als werken niet lukt. Ook kunnen verzekeraars ondernemers dan niet meer uitsluiten. Bijvoorbeeld ondernemers met een risicovol beroep.

Nadelen van de AOV

Niet alle organisaties zijn blij met de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Sommigen verwachten een te hoge premie, het bedrag dat je maandelijks betaalt, waardoor ondernemers financieel in de knel komen. Anderen vinden dat ondernemers zelf verantwoordelijk zijn een oplossing te zoeken om risico’s te verkleinen. Ondernemers weten zelf het beste wat past bij hun situatie.

De verplichte AOV in de praktijk

Hoe de verplichte AOV er voor jou uitziet is nog niet bekend. De wetten en regels worden op dit moment uitgewerkt op basis van een adviesrapport. Het is niet bekend of adviezen worden overgenomen in de nieuwe wet.

Nog even wachten

De precieze regels en het moment waarop de verplichte AOV in werking treedt is niet bekend. In de tussentijd kan jou wel iets overkomen waardoor je niet kunt werken. Bedenk daarom hoe jij je financiën regelt wanneer je arbeidsongeschikt raakt.

Heb je vragen over de AOV of arbeidsongeschiktheid? Neem contact op met jouw CijferAdviseur!

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
Nieuws

Antwoorden over Belastingplan: pensioen, BTW en box 3

Zzp’ers krijgen al vanaf 1 januari 2023 met terugwerkende kracht meer ruimte voor hun pensioenopbouw. Dat bevestigt staatssecretaris Van Rij van Financiën in antwoorden op vragen over het Belastingplan 2023. Ook gaat hij in op onder meer het 0% BTW-tarief op zonnepanelen, box 3 van de inkomstenbelasting en de vliegbelasting.

Afgelopen Prinsjesdag heeft het kabinet weer een karrenvracht aan plannen en belastingwijzigingen gepresenteerd. Al die plannen roepen uiteraard ook vragen op in het parlement, en staatssecretaris Van Rij heeft nu weer 66 pagina’s aan antwoorden naar de Tweede Kamer gestuurd.

Pensioenopbouw voor zzp’ers

De bewindsman gaat onder meer in op de mogelijkheden voor pensioenopbouw voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen, zoals zzp’ers. Zelfstandig ondernemers hebben hierover aan de bel getrokken, vanwege het uitstel van de Wet toekomst pensioenen (WTP). Deze wet regelt onder meer dat zelfstandigen meer ruimte krijgen om pensioen op te bouwen, maar de invoering is uitgesteld naar 1 juli 2023. Tegelijkertijd wordt de opbouw van een oudedagsreserve voor zelfstandigen al per 1 januari 2023 aan banden gelegd. Daar dreigde dus een gat te ontstaan. Maar Van Rij bevestigt nu dat als de WTP op 1 juli ingaat, er terugwerkende kracht komt voor het deel dat de mogelijkheden voor pensioenopbouw verruimt. Op de situatie dat de WTP nog verder wordt uitgesteld gaat Van Rij niet in, omdat het kabinet een invoering per 1 juli 2023 ‘realistisch’ vindt.

Overbruggingswet voor box 3 van de inkomstenbelasting

In de Tweede Kamer leven ook veel vragen over de zogenoemde peildatumarbitrage rondom box 3. Het kabinet wil vanaf 2026 een nieuw stelsel invoeren voor deze heffing, en tot die tijd geldt er een overbruggingswet. Daarbij wordt er voor de heffing gerekend met verschillende rendementspercentages voor onder meer spaargeld en beleggingen. Dat percentage is voor spaargeld vooralsnog lager dan voor beleggingen. Kamerleden vrezen daarom dat belastingplichtigen rond het peilmoment van 1 januari tijdelijk beleggingen verkopen en dat geld op een spaarrekening zetten, waardoor de heffing dus lager uitvalt.
Van Rij denkt echter dat het zo’n vaart niet zal lopen met de arbitrage. Er zit al een antimisbruikregeling in de wet. Die zorgt er kort gezegd voor dat verschuivingen van bijvoorbeeld beleggingen naar spaargeld binnen drie maanden rond de peildatum worden genegeerd. Bij een omzetting van beleggingen naar spaargeld op pakweg 5 december wordt het geld dus gewoon als belegging aangeslagen. Van Rij wil de periode van drie maanden niet verlengen, omdat dit op gespannen voet staat met het eigendomsrecht van belastingplichtigen. Een verlenging zou ook niet veel méér helpen tegen arbitrage.

BTW op zonnepanelen, kilometerheffing en vliegbelasting

In de antwoorden gaat Van Rij ook nog in op andere fiscale zaken:

  • Het BTW-tarief van 0% op zonnepanelen valt niet door te trekken naar combinatieproducten, zoals een zonnewering met zonnecellen. Zulke producten zijn niet aan te merken als ‘zonnepanelen’ en mogen daarom van de Europese richtlijn niet onder een 0%-tarief vallen. Zonnepanelen die ook dakbedekking zijn (zoals speciale dakpannen) op woningen vallen wél onder het 0%-tarief, aldus Van Rij.
  • Het kabinet komt ‘later dit najaar’ met wat meer duidelijkheid rondom het systeem van betalen per kilometer voor automobilisten dat vanaf 2030 moet gaan gelden. Het kabinet deelt dan de resultaten van onderzoeken naar hoe de tariefstructuur eruit moet zien en wat er nodig is om te komen tot een waterdichte kilometerregistratie.
  • Het kabinet wil de belasting op vliegtickets niet ingewikkelder maken dan die nu is. Daarom is Van Rij geen voorstander van een systeem waarbij veel vliegers steeds méér belasting betalen en ook niet van een onderscheid naar de afstand van de vlucht. Wel wil het kabinet onderzoeken of passagiers die een ‘specifiek combinatieticket’ voor trein en vliegtuig vrijgesteld kunnen worden van vliegbelasting. Dit zou namelijk passagiers kunnen stimuleren om voor kortere afstanden de trein te nemen en daarna met het vliegtuig verder te reizen.

Bron: BV Rendement

Categorieën
Nieuws

Afronding coronamaatregelen vraagt nog veel werk van Belastingdienst, UWV en RVO

Afronding coronamaatregelen vraagt nog veel werk van Belastingdienst, UWV en RVO. De afronding van de maatregelen ter ondersteuning van de ondernemers tijdens de coronacrisis vergt na twee jaar nog veel van RVO, UWV en de Belastingdienst.

Dit schrijven de ministers Adriaansens, Van Gennip en Schouten en staatssecretaris Van Rij in een brief met daarin een voortgangsrapportage van het steunpakket tijdens de coronacrisis. In de rapportage ligt de nadruk op de meest omvangrijke regelingen: TVL, NOW en belastinguitstel.

Belastinguitstel

Per 30 september 2022 is de totale openstaande belastingschuld bij ondernemers die gebruik maken van het versoepelde uitstel van betaling € 20,3 miljard. Van het oorspronkelijke bedrag aan uitstel was op 30 september 2022 ruim de helft reeds afgelost. Een beperkt aantal grote ondernemingen is verantwoordelijk voor het gros van de uitstaande belastingschuld, terwijl er veel kleinere IB-ondernemers zijn met een beperkte schuld. Ten opzichte van de vorige monitoringsbrief is vooral de schuld bij middelgrote bedrijven afgenomen.

Er zijn ca 2.000 ondernemers die de afgelopen maanden een saneringsverzoek hebben gedaan, hoofdzakelijk via schuldhulpverlening, de minnelijke schuldsanering. Er is nog geen effect te zien van de tijdelijke versoepeling van het saneringsbeleid, waarbij de Belastingdienst tijdelijk afziet van de preferentie positie als schuldeiser.

TVL

De periode tot wanneer ondernemers kunnen vaststellen is voor de twee lopende vaststellingsronden verlengd om ondernemers langer de tijd te geven om hun vaststelling in te dienen. Voor de TVL1, TVL Q4 2020, TVL Q1 2021, TVL Q2 2021 en TVL Q3 2021 is het niet meer mogelijk een vaststellingsverzoek in te dienen. Binnen deze openstellingen heeft 98% van de aanvragers een vaststellingsverzoek ingediend. Bij ondernemers die géén vaststellingsverzoek hebben ingediend, wordt nu overgegaan tot een ambtshalve vaststelling. Dit houdt in dat RVO de vaststelling uitvoert met de gegevens zoals die bekend zijn bij de Belastingdienst. Op dit moment staat er € 101 miljoen aan betalingsregelingen open bij 11.400 ondernemers. Tot dusver wordt op ongeveer 3% van de TVL-besluiten (verlening en vaststelling) bezwaar aangetekend.

NOW

Van de tot dusver verwerkte vaststellingen van de NOW-1 t/m 5 resulteert in totaal ongeveer 55% in een nabetaling en 45% in een terugvordering. Bij de NOW-1 en -2, waarvan de vaststelling ondertussen het verst gevorderd is, is deze verhouding ongeveer 30% nabetaling en 70% terugvordering. In totaal zijn er circa 11.000 bezwaren ingediend voor de NOW 1-5. De uitkomst van de afhandeling laat voor alle tranches ongeveer hetzelfde beeld zien: 40-50% is gegrond verklaard, 20-30% ongegrond verklaard, en de overige bezwaren zijn ingetrokken of niet ontvankelijk verklaard.

RVO, UWV en de Belastingdienst werken aan de laatste fase van de uitvoering: het vaststellen en het eventueel nabetalen of terugvorderen van subsidie en het in goede banen leiden van het terugbetalen van uitgestelde belastingen. Deze afronding vergt, ruim twee jaar na de uitbraak van het coronavirus, nog veel werk van deze uitvoerders.

Bron: Taxence

Categorieën
Nieuws

Regelingen voor ondernemers bij hoge energierekening

Regelingen voor ondernemers bij hoge energierekening

De hoge energieprijzen raken iedereen in Nederland, ook ondernemers. Voor het grootste deel van het mkb komt er daarom een prijsplafond. Daardoor betaal je minder voor je energie tot een bepaald verbruik. Heb je een energie-intensief bedrijf? Dan krijg je via de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK) mogelijk steun bij het betalen van je energierekening. Daarnaast trekt het kabinet meer geld uit om te stimuleren dat bedrijven verduurzamen. Lees hier wat er op dit moment bekend is over de energiemaatregelen.

Energie prijsplafond

Verbruik je jaarlijks minder dan 5.000 m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit? Dan krijg je in 2023 hulp bij het betalen van je energierekening in de vorm van een prijsplafond. Je betaalt een aangepast maximumtarief over je verbruik tot 1.200 m3 gas en 2.900 KWh elektriciteit. Over alles wat je daarboven verbruikt betaal je de marktprijs. Voor aardgas betaal je straks 1,45 euro per m3 en voor elektriciteit 0,40 eurocent per kWh tot het maximumverbruik. Het prijsplafond geldt van 1 januari tot en met 31 december 2023. In november en december 2022 krijg je 190 euro korting per maand op je energierekening.

Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK)

Ondernemers die jaarlijks meer dan 5.000 m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit verbruiken en bij wie minimaal 12,5 procent van de omzet bestaat uit energiekosten, komen vanaf 1 november 2022 in aanmerking voor de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK). Via deze regeling krijg je een deel van het bedrag dat je meer bent gaan betalen voor energie teruggestort. Het bedrag waar je recht op hebt wordt berekend aan de hand van een drempelprijs van €1,19 per m3 gas en €0,35 per kWh elektriciteit. Betaal jij volgens jouw energiecontract meer dan deze bedragen? Je krijgt hier 50 procent van terug, tot een maximumbedrag van 160.000 euro.

Voorwaarden TEK

Om in aanmerking te komen voor TEK moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Je bedrijf verbruikt jaarlijks meer dan 5.000 m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit;
  • Minimaal 12,5 procent van je omzet gaat naar energiekosten;
  • Je bedrijf voldoet aan de Europese mkb-definitie:
    • Je hebt minder dan 250 werknemers
    • Je jaaromzet is maximaal €50 miljoen
    • Je jaarbalans is maximaal €43 miljoen
  • Je bedrijf staat ingeschreven in het KVK Handelsregister.

TEK is tijdelijk

De TEK-regeling biedt tijdelijke ondersteuning en is bedoeld voor de energiekosten in de periode van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. Op dit moment kun je nog geen TEK aanvragen. Je kunt de eerste steun waarschijnlijk vanaf het tweede kwartaal van 2023 aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Lukt het je niet om de periode tot je eerste aanvraag financieel te overbruggen? Als je voldoet aan de voorwaarden van TEK dan kun je belastinguitstel voor je omzetbelasting en loonheffing aanvragen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst maakt de precieze details en voorwaarden hierover later bekend. Wel is al duidelijk dat het verlenen van belastinguitstel gaat om individueel maatwerk.

Voorbeelden TEK

Hoeveel steun je krijgt via de TEK is volledig afhankelijk van jouw bedrijfssituatie en energieverbruik. Onderstaande voorbeelden laten zien hoeveel TEK je in verschillende verbruikssituaties krijgt. In deze voorbeelden wordt uitgegaan van de marktprijs van 13 oktober 2022: €2,71 per m3 gas en €0,78 per kWh elektriciteit.

 

Traditionele bakkerij

Schade- en herstelbedrijf

Gasverbruik (m³)

40.000

25.000

Elektriciteitsverbruik (kWh)

30.000

50.000

Totale energiekosten (euro)

131.800

106.750

Vergoeding TEK (euro)

36.850

29.750

% van totale energiekosten

28

27,9

Kabinet zet in op verduurzamen

Hoe duurzamer je bedrijf, hoe minder energie je verbruikt en hoe minder afhankelijk je bent van prijsschommelingen op de energiemarkt. Om ondernemers te helpen verduurzamen introduceert het kabinet de BMKB-Groen regeling. Met deze regeling krijg je een borgstelling tot maximaal 67,5 procent van een krediet dat je aanvraagt om te verduurzamen. Dat betekent dat de overheid garant staat voor maximaal 67,5 procent van je lening. Je kunt daardoor bij de bank meer lenen dan je op basis van je onderpand krijgt. Je gebruikt de BMKB-Groen voor investeringen waarmee je je bedrijfspand of bedrijfsmiddelen verduurzaamt.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
Nieuws

Onderzoek: Niet contractvorm of kosten, maar ervaring leidend bij keuze werkgevers voor werknemer of zzp’er

Onderzoek: Niet contractvorm of kosten, maar ervaring leidend bij keuze werkgevers voor werknemer of zzp’er

CBS deed onderzoek naar de motieven van werkgevers om wel of geen zzp’ers in te huren. Die blijken enigszins anders te zijn dan verwacht.

Werkgevers laten zich bij de keus tussen het aannemen van een werknemer of het inhuren van een zzp’er veel minder leiden door de factor ‘type contract’ dan vaak wordt gedacht. Ook de factor prijs speelt een ondergeschikte rol. Dat blijkt uit de CBS-studie “Keuzes van werkgevers bij de inzet van zzp’ers”.

“De focus in het huidige debat over de arbeidsmarkt ligt sterk bij de keuze voor een bepaald type contract. Echter, de belangrijkste conclusie die getrokken kan worden uit dit onderzoek is dat werkgevers de factor ‘type contract’ lang niet zo belangrijk vinden als de kennis en werkervaring van een kandidaat”, zo concluderen de CBS onderzoekers Lian Kösters en Wendy Smits.

Sterker nog, de studie laat zien dat werkgevers in het algemeen minder voorkeur hebben voor zzp’ers dan voor vaste of tijdelijke werknemers. Het is vooral de hoeveelheid werkervaring die ervoor zorgt dat werkgevers soms toch kiezen voor het inhuren van een zzp’er.

Zzp’ers hebben gemiddeld ook een hogere opleiding en meer werkervaring dan de gemiddeld werknemer, zo blijkt uit een (andere) CBS cijfers (zie ook: De zzp’ers bestaat wel).

Kernactiviteit of specialisme

Voor werkzaamheden die onderdeel zijn van de kerntaken van een organisaties, geven werkgevers de voorkeur aan werknemers op basis van een vast contract. Dat geldt zeker voor werkzaamheden waar veel inwerktijd voor nodig is en ook waar een groter afbreukrisico is als de werkzaamheden niet goed worden uitgevoerd. Dan wordt liever een vaste werknemer gekozen en juist niet een zzp’er.

Wanneer zzp’ers toch worden ingehuurd voor kernactiviteiten, dan heeft dat meestal vooral te maken met de voorkeur van de werkenden zelf. Schaarste op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat werkgevers, ondanks hun voorkeur voor werknemers in loondienst, zich gedwongen voelen om te werken met zzp’ers voor die kernactiviteiten.

Aan de andere kant lijkt het erop dat bij werkzaamheden waarvoor specialistische kennis nodig is, werkgevers er juist wel eerder voor kiezen om een zzp’er in te huren. Dat geldt ook als duidelijk is dat de ‘arbeidsvraag’ van korte duur of eenmalig is.

Kosten onderschikte rol

De geïnterviewde werkgevers geven verder aan dat de factor ‘prijs’ maar beperkt gebruikt wordt in om de verschillende contracttypen met elkaar te vergelijken. Daar waar de kosten wel werden gebruikt om te vergelijken, beoordeelde men de kosten verschillend. Zo vonden een aantal werkgevers zzp’ers duurder dan vaste werknemers en gaven er daarom niet de voorkeur aan, maar andere werkgevers vonden zzp’ers juist goedkoper. Dat komt volgens de onderzoekers omdat de wet- en regelgeving rondom de verschillende contracttypen niet voor alle werkgevers duidelijk is.

Bron: Zipconomy

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
Nieuws

Oproep voor Europese regels aanpak schijnzelfstandigheid bij platformwerk

Oproep voor Europese regels aanpak schijnzelfstandigheid bij platformwerk

Minister Van Gennip heeft samen met zeven andere lidstaten een brief ondertekend om aan te dringen op Europese regels om schijnzelfstandigheid bij platformwerk tegen te gaan.

Ook in Europees verband wordt erkend dat ‘schijnzelfstandigheid’ bij platformwerk moet worden aangepakt. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie en gebrekkige (sociale) bescherming voor werkenden die daar wel recht op hebben. Daarom wordt er aan een Europese richtlijn gewerkt die platformwerkers onder andere helpt om gemakkelijker hun status van werknemer op te eisen. Met de voorgestelde regelgeving zijn platforms, en niet werknemers, straks verantwoordelijk om aan te tonen of iemand daadwerkelijk als zzp’er werkt of in een normaal dienstverband zit. Een belangrijke stap om die werkenden beter te beschermen. De uitwerking van deze regeling krijg nu vorm. Minister Van Gennip wil daarom met andere lidstaten het belang van de urgentie om snel tot goede en effectieve regels te komen onderstrepen.

Bron: Rijksoverheid

Bron: Taxence

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.
Categorieën
Nieuws

Aantal faillissementen stijgt met 77% in 2023

Aantal faillissementen stijgt met 77% in 2023

Het aantal faillissementen in Nederland neemt dit jaar naar verwachting met 9% toe en zal in 2023 met maar liefst 77% stijgen. De grootste oorzaak hiervan is het beëindigen van de steunmaatregelen van de rijksoverheid. Dit is de conclusie van kredietverzekeraar Atradius naar aanleiding van recent onderzoek.

De verwachting is dat het aantal faillissementen volgend jaar terugkomt op het niveau van voor de coronapandemie. Een deel van de ondernemingen die met overheidssteun (tool) in leven zijn gehouden, zullen het alsnog niet redden, aldus de kredietverzekeraar. Na een sterke afname van het aantal faillissementen in 2020 en 2021, en een kleine stijging in 2022, zijn de vooruitzichten voor 2023 aanzienlijk slechter. Het verwachte aantal faillissementen in 2023 ligt nog wel fors lager dan de piek in 2013: 4.100 tegenover 12.500 ondernemingen.

Hoge energieprijzen zorgen voor uitdagingen

Door de steunpakketten van de overheid is de liquiditeitspositie (tool) van menig onderneming verbeterd. Daardoor steeg het aantal faillissementen na het stopzetten van deze overheidssteun in het tweede kwartaal van dit jaar niet meteen. Vanaf 1 oktober moeten de belastingschulden echter worden terugbetaald. Samen met de hoge energieprijzen kan dit voor veel ondernemingen tot de nodige uitdagingen leiden.

Wereldwijde stijging van 51% in het vooruitzicht

De verwachting is dat het aantal faillissementen wereldwijd in 2022 met 17% stijgt. In 2023 ligt een stijging van 51% het vooruitzicht. Dit jaar is er sprake van een sterke stijging in het aantal faillissementen in landen zoals Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Australië. Deze landen waren al aan het terugkeren naar de normale situatie van voor de coronapandemie. Voor landen waar het aantal faillissementen dit jaar nog laag was, stijgt het aantal faillissementen juist in 2023. De stijging is het sterkst in Zuid-Korea (+124%), Nieuw-Zeeland (+88%), de Verenigde Staten (+81%), Nederland (+77%), Hong Kong (+76%) en Singapore (+76%).

Bron: BV Rendement

De CijferWijzer

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief met het laatste nieuws op
het gebied van ondernemen, financiële zaken en administratie.