Volgens de Algemene Rekenkamer staat de Belastingdienst voor een uitdaging: het innen van de resterende coronabelastingschulden. Deze schulden bedragen maar liefst €5,7 miljard. Tijdens de coronapandemie kregen bedrijven en zzp’ers voor een totaalbedrag van €40 miljard aan belastinguitstel, wat destijds cruciaal was voor veel ondernemers om te overleven. Hoewel ondernemers inmiddels zo’n €26 miljard hebben afgelost, blijft een aanzienlijk bedrag onbetaald.
Te weinig capaciteit
Het ontbreekt de Belastingdienst echter aan voldoende capaciteit om deze resterende coronabelastingschulden effectief aan te pakken. De openstaande coronaschulden variëren sterk per onderneming; van €8 tot maar liefst €1,3 miljard. Voornamelijk mkb-bedrijven en zzp’ers in branches zoals de detailhandel, bouw en onderzoek en advies worden hierdoor getroffen. Al voor de uitstelregeling was duidelijk dat een deel van deze schulden mogelijk oninbaar zou zijn. De minister van Financiën ging destijds uit van een bedrag van €2,5 miljard.
Lage prioriteit voor toezicht
Het gebrek aan capaciteit heeft als gevolg dat toezicht momenteel de laagste prioriteit heeft. Dit betekent dat er nauwelijks dwangmaatregelen worden genomen na het versturen van een dwangbevel. Daarnaast beperkt het personeelstekort de mogelijkheid om maatwerk te bieden aan mkb’ers en zzp’ers. Hierdoor bestaat het risico dat ondernemers dieper in de schulden raken, omdat ze zich minder houden aan belastingwet- en regelgeving.
Kunstmatig overeind blijven geen oplossing
Hoewel coulante regelingen kunnen helpen om financieel gezonde ondernemers overeind te houden, kan dit in combinatie met capaciteitstekorten bij de Belastingdienst ook leiden tot het langer kunstmatig overeind houden van niet levensvatbare bedrijven. Staatssecretaris Van Rij erkent de conclusies uit het rapport en geeft aan op termijn invorderingsmaatregelen te willen nemen tegen ondernemers die niet aan hun betalingsverplichtingen voldoen.