Categorieën
news Uncategorized

Belastingdienst kampt met capaciteitstekort voor innen coronabelastingschulden

Volgens de Algemene Rekenkamer staat de Belastingdienst voor een uitdaging: het innen van de resterende coronabelastingschulden. Deze schulden bedragen maar liefst €5,7 miljard. Tijdens de coronapandemie kregen bedrijven en zzp’ers voor een totaalbedrag van €40 miljard aan belastinguitstel, wat destijds cruciaal was voor veel ondernemers om te overleven. Hoewel ondernemers inmiddels zo’n €26 miljard hebben afgelost, blijft een aanzienlijk bedrag onbetaald.

Te weinig capaciteit

Het ontbreekt de Belastingdienst echter aan voldoende capaciteit om deze resterende coronabelastingschulden effectief aan te pakken. De openstaande coronaschulden variëren sterk per onderneming; van €8 tot maar liefst €1,3 miljard. Voornamelijk mkb-bedrijven en zzp’ers in branches zoals de detailhandel, bouw en onderzoek en advies worden hierdoor getroffen. Al voor de uitstelregeling was duidelijk dat een deel van deze schulden mogelijk oninbaar zou zijn. De minister van Financiën ging destijds uit van een bedrag van €2,5 miljard.

Lage prioriteit voor toezicht

Het gebrek aan capaciteit heeft als gevolg dat toezicht momenteel de laagste prioriteit heeft. Dit betekent dat er nauwelijks dwangmaatregelen worden genomen na het versturen van een dwangbevel. Daarnaast beperkt het personeelstekort de mogelijkheid om maatwerk te bieden aan mkb’ers en zzp’ers. Hierdoor bestaat het risico dat ondernemers dieper in de schulden raken, omdat ze zich minder houden aan belastingwet- en regelgeving.

Kunstmatig overeind blijven geen oplossing

Hoewel coulante regelingen kunnen helpen om financieel gezonde ondernemers overeind te houden, kan dit in combinatie met capaciteitstekorten bij de Belastingdienst ook leiden tot het langer kunstmatig overeind houden van niet levensvatbare bedrijven. Staatssecretaris Van Rij erkent de conclusies uit het rapport en geeft aan op termijn invorderingsmaatregelen te willen nemen tegen ondernemers die niet aan hun betalingsverplichtingen voldoen.

Bron: Algemene Rekenkamer, 6 februari 2024

Categorieën
news Uncategorized

Inlichtingenplicht digitale platforms: Zorgen onder tweedehandsverkopers

In de steeds digitaler wordende wereld van tweedehandsverkoop, werpt de inlichtingenplicht voor digitale platforms zijn schaduw over verkopers. Vanaf 2024 loopt elke verkoper die dertig items per jaar verkoopt of een omzet van meer dan €2.000 genereert risico. Je komt dan in beeld bij de Belastingdienst. Dit heeft geleid tot bezorgdheid onder tweedehandsverkopers. Zij vragen zich af waar de grens ligt tussen hobby en handel. Ontdek in dit artikel wat deze veranderingen betekenen en hoe Marktplaats en Vinted pleiten voor duidelijke voorlichting in samenwerking met de Belastingdienst.

Zorgen bij verkopers en pleidooi voor duidelijkheid

Veel tweedehandsverkopers maken zich zorgen over de nieuwe regels en vragen zich af waar de grens ligt tussen het verkopen als hobby en als handel. Volgens de Belastingdienst zijn verkopers die items ‘alleen hobbymatig of in de privésfeer’ verkopen, vrijgesteld van btw of inkomstenbelasting. De kwestie wordt complexer als de verkoop op grotere schaal plaatsvindt met een winstoogmerk. Hier rijst de vraag: wanneer wordt een hobby handel?

Marktplaats pleit voor heldere voorlichting om verkopers te informeren over de belastingverplichtingen. Het bedrijf voert gesprekken met overheidsinstanties en consumentenorganisaties om richtlijnen vast te stellen. Vinted en Marktplaats nemen zelfs het initiatief om verkopers die onder de Europese regelgeving vallen te benaderen voor het doorgeven van vereiste persoonsgegevens, een verplichting onder de nieuwe regels. De roep om duidelijkheid en begeleiding in deze veranderende digitale marktomgeving wordt luider, terwijl verkopers hun plaats proberen te vinden in dit nieuwe fiscale landschap.

Zekerheid voor hobby handelaren met de KOR

Voor hobby handelaren die zich afvragen of ze niet te veel geld verdienen biedt de Kleineondernemersregeling (KOR) mogelijk een oplossing. Deze regeling, gericht op ondernemers met een jaarlijkse omzet tot €20.000, kan een vrijstelling bieden van de btw-plicht. Mochten de digitale marktplaatsen evolueren en de fiscale verplichtingen veranderen? Dan kan de KOR een waardevol instrument zijn om de zorgen van hobby handelaren te verlichten. Het zorgt er ook voor dat je bijvoorbeeld geen omzetbelasting hoeft af te dragen. Het is belangrijk om de voorwaarden van de KOR goed te lezen. Indien nodig kun je professioneel advies inwinnen.

Bron: NOS, 27 januari 2024

Categorieën
news Uncategorized

Groot deel ondernemers onverzekerd tegen uitval of ziekte

Een groot deel van de Nederlandse ondernemers blijkt onverzekerd te zijn tegen uitval. Worden zij ziek of arbeidsongeschikt dan moeten zij het met hun spaargeld redden. 52 procent kan alleen niet langer dan drie maanden zonder inkomen.

Het onderzoek is gedaan door de Hogeschool Utrecht, microfinancier Qredits en ondernemersvereniging Ondernemend Nederland (ONL). De resultaten staan in de Kleinbedrijf (KB) Index.

Ondernemers zijn kwetsbaarder

Het onderzoek laat zien dat er meer dan een miljoen Nederlandse ondernemers onverzekerd en financieel kwetsbaar zijn. Ook keert meer dan de helft zichzelf loon onder het minimumloon uit. Er liggen weinig reserves om een periode langer dan drie maanden te overbruggen. De partner verdiend daarnaast vaak onvoldoende om er langere tijd op terug te vallen.

Ondernemers maken daarnaast weinig gebruik van toeslagen volgens de onderzoekers. In veel gevallen komt dat voornamelijk door onwetendheid. Of de ondernemers denken dat hun inkomen te hoog is. Toch komen ondernemers vaker in aanmerking dan ze denken. Ze moeten volgens de onderzoekspartijen beter geïnformeerd worden door brancheorganisaties, werkgeversverenigingen en de Belastingdienst.

Ondernemersvertrouwen stijgt

Het ondernemersvertrouwen stijgt wel en het aantal ondernemers dat verwacht failliet te gaan daalt. Steeds meer bedrijven lijken ook door te groeien, waarbij vooral starters en ondernemers met personeel de wind mee hebben (ANP). Toch is het belangrijk om na te denken over eventuele vangnetten. Heb je als ondernemer vragen over toeslagen, verzekeringen of andere financiële middelen? Ondernemers die onverzekerd zijn lopen namelijk onnodig risico. Neem daarvoor contact op met je boekhouder of financieel adviseur en voorkom problemen.

Categorieën
news Uncategorized

Helft van de zzp’ers doet de boekhouding zelf en dat is goed nieuws

Uit een onderzoek onder 400 zzp’ers door Boekhouder.nl blijkt dat maar liefst 49,5% van hen de boekhouding zonder hulp van een boekhouder doet. Terwijl januari voor veel zzp’ers een drukke maand is vol administratie. Je bent druk met de btw-aangifte van het laatste kwartaal en de totale balans van het vorige jaar moet worden opgemaakt. Toch kiezen veel zzp’ers ervoor dit zelf te doen.

Boekhoud apps zorgen voor eenvoud

De opkomst van gebruiksvriendelijke boekhoud-apps draagt bij aan deze trend. Veel zzp’ers automatiseren taken zoals het maken van facturen en het doen van de btw-aangifte is hierdoor ook makkelijker. Je wordt hierdoor minder afhankelijk van een boekhouder voor praktische zaken. Hoewel dit de boekhouding vereenvoudigt, zijn er wel kanttekeningen. Met name startende zzp’ers lopen het risico op boekhoudkundige fouten, waardoor er fiscale voordelen worden gemist. In het ergste geval kunnen er boetes vallen.

De rol van boekhouder veranderd

De veranderende rol van boekhouders wordt steeds duidelijker in dit scenario. CijferAdvies ziet zichzelf al steeds meer als een financiële huisarts. We wijzen niet alleen de weg in de cijfers maar fungeren ook als groeipartner voor ondernemers. Daarom juichen we deze verandering ook toe. Hoe beter de ondernemer zijn eigen boekhouding begrijpt, hoe sneller er gefocust kan worden op groei.

Hierdoor ontstaat er een beter begrip tussen beide partijen. Je kunt steeds makkelijker dezelfde taal spreken en snel tot het punt komen. Dus iedereen die meer tijd steekt in zijn eigen boekhouding is volgens ons goed bezig.

Voldoende kennis van boekhouding?

Het is goed dat de zzp’er werkt aan zijn eigen boekhouding, maar bijna driekwart van de zzp’ers zegt voldoende begrip te hebben van boekhoudkundige zaken. Dat is toch wel erg veel. Dit komt onder andere door online boekhoudsoftware, waar een derde van de ondervraagde zzp’ers gebruik van maakt. Het doen van de boekhouding kost nog maar relatief weinig tijd. Meer dan de helft van de zelfstandigen besteedt hooguit een halfuur per week aan boekhouden.

Toch is het goed om in sommige gevallen toch pas op de plaats te nemen. Vooral omdat een ondernemer minder tijd heeft om zich te verdiepen in alle relevante regels, wetten en belastingen. Het onderzoek benadrukt dat het inwinnen van eenmalig advies bij een boekhouder verstandig kan zijn, vooral voor startende zzp’ers. Aangezien er verschillende belastingvoordelen zijn waar startende ondernemers mogelijk recht op hebben, kan een boekhouder waardevol advies geven over het benutten van deze voordelen, zoals de mkb-winstvrijstelling, zelfstandigenaftrek, en startersaftrek.

Categorieën
news Uncategorized

De volgende stap voor je onderneming: Vijf digitale tools die tijd en geld opleveren

Ontdek vijf innovatieve digitale tools in dit artikel die jou als ondernemer tijd en geld opleveren. Of je nu worstelt met toenemende vraag zonder extra personeel of probeert om efficiënter om te gaan je tijd. Tools zijn er om je te helpen tijd en geld te besparen. Dan kun jij je beter kunt focussen op het stimuleren van de groei van je bedrijf.

1. Beheer je klanten met een CRM-systeem 

Klantbeheer gaat een stuk makkelijker wanneer je gebruik maakt van een Customer Relation Management-systeem (CRM-systeem). Hierin kun je klantgegevens beheren, contactmomenten vastleggen en tijd besparen. Het doel van een CRM-systeem is het verkrijgen van inzicht in koopgedrag of de relatie met je klant. De kracht van zo’n systeem komt pas tot zijn recht als je met veel informatie te maken krijgt. Want hoe meer informatie, hoe waardevoller de inzichten worden.

Wanneer je het systeem in de basis goed opzet kan het invloed hebben op een hoop processen. Denk aan automatische e-mails. Maakt iemand een afspraak via je website en je hebt alles goed staan? Dan komt deze in je CRM-systeem en wordt er een afspraakherinnering gestuurd. Daarnaast kun je ook je marketingactiviteiten beter toespitsen op basis van de inzichten die een CRM oplevert.  

2. Doe je boekhouding online

Het is waarschijnlijk een van de klussen waar je veel tijd aan kwijt bent. Je boekhouding. Van bonnetjes, facturen en andere documenten heb je al snel genoeg. Boekhoudsoftware maakt het werk gewoon makkelijker. Je kunt alles online bewaren en krijgt er overzicht voor terug.

Een digitaal boekhoudsysteem koppelt ook makkelijk aan andere systemen. Het kan zelfs aan je webshop gekoppeld worden. Ga je echt aan de slag met zo’n koppeling? Dan kun je zelfs de kassa en bank koppelen. Voordat je het weet worden je facturen automatisch naar de juiste klant verstuurd. Je kassasysteem uploadt gemakkelijk alle aankopen onder de juiste categorie. Zo wordt boekhouden geen pijnpunt, maar een geautomatiseerd proces.

Boekhoudsoftware zoals e-boekhouden.nl bieden hun diensten vaak aan als abonnement. Je hebt hier behoorlijk wat keuze en het kan van een paar tientjes tot honderden euro’s per jaar kosten. Het hangt uiteindelijk allemaal af van je behoeftes. Vergelijk en kies daarom een programma wat bij jouw bedrijf past.

3. Je personeelsadministratie maar dan makkelijker

Als ondernemer met personeel heb je te maken met urenbriefjes, verlofaanvragen en administratie. Salarisadministratie hoort er ook nog bij. Je hebt misschien geen HR afdeling dus hier zit ligt aardig wat werk. Een HR-tool automatiseert de processen, waardoor werknemers meer dingen zelf kunnen regelen. Het kan je behoorlijk wat tijd en geld schelen door werknemers hier bij te betrekken.  

We zien vaak bij bedrijven die snel groeien dat de organisatie het niet bij kan benen. Dat is niet zo gek, want bepaalde processen ondergaan verandering. Personeelsadministratie wordt lastiger naar mate je meer personeel krijgt. Wees dus op tijd met het optimaliseren van dit proces. Dan verlicht je de druk op dit systeem en houdt je tijd over voor je onderneming.

4. ERP-software voor bedrijfsprocessen 

ERP staat voor Enterprise Resource Planning. De software maakt het mogelijk om verschillende bedrijfsprocessen te verbinden. Het is interessant voor bedrijven die groeien, waardoor er meerdere afdelingen ontstaan. Dankzij de software is het mogelijk om verschillende afdelingen toegang te geven tot de relevante processen. Denk hierbij aan financiële administratie en voorraadbeheer. Het kan de efficiëntie van je medewerkers verbeteren.

Stel je hebt een bedrijf en wat personeel. Er was al een afdeling financiële administratie, maar je groeit. Dus steek je tijd in het opzetten van een marketingafdeling. Nu heb je meerdere afdelingen die naast elkaar moeten werken. Ze hebben alleen wel informatie van elkaar nodig. Een marketeer wil bijvoorbeeld aankoopcijfers hebben voor een campagne. Nu doen ze dat nog via de mail. Dankzij de ERP-software kunnen ze het gewoon opzoeken.

Nu is het aanschaffen en implementeren van ERP-software wel een hele klus. Het wordt bijvoorbeeld vaak op maat gemaakt voor bedrijven. Daarom is het verstandig om aanbieders te vergelijken en advies te vragen over de aanschaf, implementatie en mogelijkheden. Hier is een ERP Overzicht handig voor.

5. Digitale tools helpen bij automatiseren

Je hebt als ondernemer al snel in de smiezen wanneer er routinewerk ontstaat. Het zijn van die werkzaamheden in de onderneming die dagelijks, wekelijks of maandelijks terugkomen. Hier kunnen digitale tools een grote rol spelen. Nu kun je als groeiende ondernemer al dromen over drones, robots en A.I. Maar dat is misschien niet altijd de investering waard. De nieuwste technologie komt altijd met een prijskaartje. Reken dus altijd uit of de investering de tijdsbesparing waard is.

Als groeiende ondernemer liggen de grootste kansen vaak aan de software kant. Goedkoper, makkelijker te implementeren en nog steeds tijdbesparend. Bij CijferAdvies hebben we klanten die al ver zijn met het verbeteren van deze processen. Zo hebben we webshops die bijna hun gehele aankoopproces weten te automatiseren. Andere klanten werken al efficiënter met een CRM-systeem. Daar leren wij ook weer van. Dus onze tip? Kijk in je omgeving of er een ondernemer is waar je van kunt leren. Of neem contact met ons op voor een adviesgesprek.

Categorieën
news Uncategorized

Bedrijfsruimte huren als ondernemer: Hoe werkt dat?

Gaan de zaken goed, of begin je pas net en wil je daarom een bedrijfsruimte huren? Of het nu gaat om een kantoor, praktijk of winkel, het huren van een ruimte heeft zijn voordelen en nadelen. We bespreken in dit artikel de invloed van je investering en de verschillende soorten huurcontracten.

Overwegingen bij het huren van bedrijfsruimte

Het huren van een bedrijfsruimte biedt flexibiliteit, aangezien het opzeggen van een huurcontract vaak makkelijker is dan het verkopen van een pand. Bovendien neemt de verhuurder meestal het groot onderhoud voor zijn rekening. Dit scheelt je meteen een grote initiële investering. Maar huren betekent ook afhankelijkheid van de verhuurder. Denk bijvoorbeeld aan jaarlijkse stijgingen van huurprijzen en beperkte mogelijkheden tot tussentijdse opzegging. Het verbouwen of verduurzamen van het pand gaat ook niet zonder overleg met de verhuurder.

Flexibele alternatieven

Naast het huren van een bedrijfspand, zijn er diverse flexibele alternatieven beschikbaar. Denk hierbij aan het huren van een stoel in een kapsalon, het openen van een pop-up locatie, of het kiezen voor een flexibele werkplek in een bedrijfsverzamelgebouw waar je faciliteiten deelt met andere zelfstandigen. Afhankelijk van je situatie kun je soms beter gebruik maken van deze mogelijkheden.

De regels voor het huren van een bedrijfsruimte

Bij het (ver)huren van bedrijfsruimte gelden diverse regels, afhankelijk van het soort ruimte dat je huurt.

Optie 1. Publiek toegankelijke middenstandsbedrijfsruimte

Sommige panden, zoals winkels of horecapanden, zijn voor publiek toegankelijk. De eerste huurperiode duurt vijf jaar en kan daarna met vijf jaar worden verlengd. Tijdens deze periodes kan de verhuurder het huurcontract niet opzeggen. Jij kunt alleen het huurcontract van jouw kant ook niet opzeggen. Wil je de huurperiode verkorten? Dit kan door in het eerste huurcontract een kortere periode af te spreken. Voor zowel verhuurder als huurder geldt dezelfde opzegperiode na het eerste contract. Het tweede contract geldt automatisch voor vijf jaar.

Optie 2. Overige bedrijfsruimte

Dit omvat bijvoorbeeld opslagruimtes of kantoren. Hier kun je in overleg met de verhuurder zelf de huurperiode en contractduur bepalen. Overige bedrijfsruimtes kennen geen vaste huurperiode waarbij de verhuurder niet kan opzeggen. Je hebt wel ontruimingsbescherming, waardoor je bij de rechter om één jaar uitstel kunt vragen als de verhuurder de huur opzegt.

Energie label C is verplicht voor kantoren

Kantoorgebouwen met een oppervlakte groter dan honderd vierkante meter zijn verplicht om te beschikken over energielabel C of hoger. Indien dit niet het geval is, mag de ruimte niet gebruikt worden. Het is de verantwoordelijkheid van de verhuurder of eigenaar van het gebouw om ervoor te zorgen dat het aan deze specifieke eisen voldoet.

Wat hoort er in een huurcontract?

Je wilt zorgen voor een schriftelijk huurcontract. Download modelcontracten bij de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ). Voeg foto’s van de ruimte toe aan het contract als bewijs van de oorspronkelijke staat. Bij het opstellen van het contract is het raadzaam een bedrijfsmakelaar of jurist in te schakelen om duidelijke afspraken te maken en mogelijke conflicten met de verhuurder te voorkomen. Hiervoor kun je eventueel gebruik maken van onze Associate Partners.

Belangrijke onderwerpen in het huurcontract zijn:

  • Beschrijving en oppervlakte van de ruimte
  • Huurprijs en betaaltermijnen
  • Bestemming van het pand
  • Huurperiode en opzegtermijn
  • Mogelijkheden tot verlenging na afloop van de huurperiode

Daarnaast zijn er afspraken over:

  • Servicekosten
  • Onderhoud
  • Onderverhuur
  • Jaarlijkse huurverhogingen
  • Gemeentelijke belastingen
  • Betaling van nutsvoorzieningen (gas, water, licht)

Huurprijs vergelijken en bestemmingsplan controleren

Bepaal de huurprijs door de tarieven van vergelijkbare ruimtes in de buurt te onderzoeken. Voor het afsluiten van het contract kun je nog over de prijs onderhandelen. Achteraf de huurprijs aanpassen gaat via een procedure. Dus onderhandel van tevoren! Makelaars gebruiken een wettelijke rekenmethode voor het vaststellen van de huurprijs voor commerciële ruimtes en vergelijken deze met andere panden.

Voordat je het huurcontract ondertekent, controleer je het bestemmingsplan bij de gemeente om te verzekeren dat je bedrijfsactiviteiten in het pand zijn toegestaan. Informeer ook naar eventuele ontwikkelings- of herinrichtingsplannen van het gebied. Deze plannen kunnen gevolgen hebben voor je bedrijfsomzet.

Indeplaatsstelling: Het overnemen van een huurcontract

Bij het overnemen van een bedrijf in een middenstandsbedrijfsruimte kun je het huurcontract van de verkoper overnemen, wat bekend staat als ‘indeplaatsstelling‘. Dit bespaart je onderhandelingen over de huurprijs en voorwaarden en voorkomt dat de verhuurder de huurprijs voor jou als nieuwe huurder verhoogt.

Btw over de huurprijs?

Bij het huren van bedrijfsruimte is de huur doorgaans vrijgesteld van omzetbelasting (btw). Hoewel dit voor jou soms een nadeel kan zijn omdat je dan de btw op onderhoudskosten niet kunt terugvragen bij de Belastingdienst. Het is wel mogelijk om af te spreken om toch btw over de huur te betalen. Als je zelf btw-plichtig bent dan vormt dit geen nadeel aangezien je de betaalde btw op de huur kunt terugvorderen.

Voor ondernemers die de Kleineondernemersregeling (KOR) gebruiken, geldt dat zij de btw niet kunnen terugvorderen. In dat geval is overleggen om zonder btw te huren een optie.

De kosten voor het huren van je bedrijfsruimte vormen bedrijfskosten en mogen worden afgetrokken bij je aangifte inkomstenbelasting. Wil je meer advies over het slim omgaan met btw bij het huren van bedrijfsruimte? CijferAdvies staat klaar om je te helpen bij het vinden van de beste aanpak voor jouw specifieke situatie.

Categorieën
news Uncategorized

Privé auto zakelijk gebruiken? Ontdek hoe je de btw slim aftrekt

Wil je de privé auto zakelijk gebruiken? De grens tussen zakelijk en privé vervaagt wanneer je als ondernemer je eigen auto gebruikt voor bedrijfsdoeleinden. Sta je voor raadsels over de btw op brandstofkosten en de aftrekbaarheid van de btw bij zakelijk autogebruik? In dit artikel duiken we dieper in de btw en leggen we je haarfijn uit hoe je de fiscale voordelen optimaal benut wanneer je je privéauto voor zakelijke doeleinden inzet.

De privé auto zakelijk gebruiken

De kosten van autorijden zijn al hoog genoeg. Maar wist je dat je de btw over het zakelijke gebruik van je privéauto kunt terugkrijgen? Hoe werkt dit precies? Kort gezegd, bij het zakelijk inzetten van je privéauto kun je de btw over de zakelijke kilometers terugvorderen. Dit kan op twee manieren:

  1. Door het zakelijke en privégebruik te registreren in je administratie.
  2. Via een BTW-correctie voor privégebruik.

Het draait allemaal om het aantonen van je zakelijke kilometers, waardoor je precies weet hoeveel btw je kunt aftrekken. Laten we beide methoden eens nader bekijken.

Methode 1: Vaststellen van zakelijk en privégebruik via administratie

Het is mogelijk om de verhouding tussen zakelijk en privégebruik van je auto bij te houden. Hoeveel kilometers zijn zakelijk en hoeveel zijn privé gereden? Stel dat je 60% van de tijd de auto privé gebruikt en 40% voor zakelijke doeleinden, dan is 40% (het zakelijke deel) van de btw op de autokosten aftrekbaar. Uiteraard dien je wel te kunnen bewijzen dat je daadwerkelijk dit percentage aan zakelijk gebruik hebt gehaald. Maar hoe pak je dat aan?

Betrouwbare kilometerregistratie

Een nauwkeurige kilometeradministratie is essentieel om het onderscheid tussen zakelijk en privégebruik van je auto vast te stellen. Dit kan met een rittenregistratie-app of handmatige documentatie, zolang het voldoet aan de eisen van de Belastingdienst.

Een andere methode is het bijhouden van reiskosten die je bij klanten in rekening brengt. Zo creëer je een overzicht van je zakelijke kilometers. Door het verschil te berekenen tussen de begin- en eindstand van je kilometerstand en je zakelijke kilometers, bepaal je hoeveel btw van je privéauto zakelijk aftrekbaar is

Alternatieve administratie

De Belastingdienst biedt ruimte om zonder strikte rittenregistratie de verhouding tussen zakelijk en privégebruik aan te tonen. Dit vereist andere bewijsstukken uit je administratie, zoals:

  • Type onderneming
  • Zakelijke doelen van de auto
  • Functie van de auto-gebruiker

Het is cruciaal dat je de Belastingdienst overtuigend inzicht geeft in de verdeling tussen zakelijk en privégebruik.

Een voorbeeld

Stel dat je jaarlijks 20.000 kilometer zakelijk rijdt met je privéauto, op een totaal van 40.000 kilometer. In dat jaar heb je uitgegeven:

  • € 4.500 aan brandstof (met €945 btw)
  • € 1.200 aan onderhoud (met €252 btw)

De btw die je kunt terugvorderen voor zakelijk gebruik van je privéauto bedraagt dan €1.197,50. Belangrijk: indien een deel van je omzet vrijgesteld is van btw, dien je de btw over de zakelijke autokosten naar verhouding aan te passen.

Methode 2: BTW-correctie voor privégebruik

Als je geen gedetailleerde administratie bijhoudt voor het privégebruik van je auto, kun je toch de btw op bijvoorbeeld onderhoud en brandstof terugvorderen. Hoe? In eerste instantie mag je alle btw aftrekken. Aan het einde van het jaar pas je een BTW-correctie toe voor het privégebruik van de auto: 1,5% van de catalogusprijs van de auto, inclusief bpm en btw.

Laten we zeggen dat je een auto aanschaft voor €35.000, inclusief btw en bpm. Je hebt de btw op de aanschaf, onderhoud en het gebruik van de auto al afgetrokken. In dit scenario betaal je (1,5% van %35.000 =) €525 aan btw. Als je de auto echter pas na 1 juli in gebruik neemt, hoef je slechts zes maanden btw te betalen, dus €262,50.

Reiskostenvergoeding aftrekken

Handig om te onthouden: vanaf 2024 kun je voor zakelijke ritten met je privéauto 0,23 cent per kilometer aftrekken. Het is echter belangrijk op te merken dat je dan geen autokosten mag aftrekken van je winst. Wel kun je een deel van de btw terugvorderen, ofwel via de BTW-correctie of op basis van de aantoonbare verhouding tussen privé- en zakelijk gebruik.

Hoe kan jij het beste zakelijk rijden?

Ontdek de beste aanpak voor jouw situatie bij het zakelijk rijden van je auto. CijferAdvies helpt je om de optimale methode te bepalen voor het aftrekken van btw op autokosten, afgestemd op jouw specifieke omstandigheden. De Belastingdienst heeft tools ontwikkeld om de BTW-aftrek te berekenen, maar het begrijpen van de juiste methode kan complex zijn. Wij staan klaar om je te begeleiden en te adviseren, zodat je vol vertrouwen de juiste keuzes kunt maken.

Categorieën
news Uncategorized

Deadline btw-aangifte gemist?

De belastingdienst teleurstellen is altijd vervelend. Het gaat namelijk vaak gepaard met boetes. Dus heb je de deadline btw-aangifte gemist? Dan ligt een boete op de loer, want als ondernemer moet je per maand, kwartaal of jaar belasting afdragen. Toch hoef je niet altijd een boete te betalen. Laten we eens uitzoeken hoe dat zit.

Maximaal mogelijke boetes

Het overkomt meer ondernemers dan je denkt. Zo waren er volgens de Belastingdienst in het tweede kwartaal van dit jaar zo’n 140.000 ondernemers te laat. Die hebben de deadline btw-aangifte gemist. Nu stuurt de fiscus tegenwoordig een sms’je of e-mail. Er wordt bijvoorbeeld aanbevolen om de aangifte van het derde kwartaal alsnog in te leveren. Lever die uiterlijk voor 7 november 2023 in en betaal direct de verschuldigde btw.

Ben je te laat met je aangifte, dan kost dat €68. Maar dat staat volgens de fiscus los van de betaling. Dus ben je te laat met je aangifte én betaal je ook de BTW niet? Dan volgt er ook nog eens een boete voor betaalverzuim. En dat kan dus oplopen tot €5.514.

Niet direct een ramp, maar wel opletten

Gelukkig is er een manier om deze boete te voorkomen. Er geldt namelijk een coulancetermijn van 7 dagen na de uiterste inleverdatum. Als de aangifte binnen die termijn binnenkomt, volgt er geen boete. Daarom roept de Belastingdienst in het bericht ondernemers op om uiterlijk 7 november de aangifte in te dienen. Niet toevallig dus 7 dagen na de deadline van 31 oktober 2023.

Het is niet meteen een ramp als een ondernemer een paar dagen te laat is. Toch is het belangrijk om op te letten, want verzuimboetes stapelen zich op als de ondernemer vaker deadlines mist. Een uitzondering hierop is de zogeheten suppletieaangifte voor de BTW. Als een ondernemer ontdekt dat er te weinig (of te veel) BTW is afgedragen, moet hij tijdig zo’n suppletieaangifte indienen. Als de Belastingdienst later vaststelt dat de ondernemer dit ten onrechte niet heeft gedaan, volgt er hoe dan ook een boete.

Kiezen voor de kleineondernemersregeling (KOR)

Om boetes te vermijden, is het natuurlijk het beste om tijdig aangifte te doen en de verschuldigde BTW voor de deadline af te dragen (dat kan tegenwoordig eenvoudig via iDeal). Voor ondernemers met een relatief beperkte BTW omzet is er ook de optie van de Kleineondernemersregeling (KOR). Ondernemers die in een jaar onder de €20.000 omzet blijven, komen mogelijk in aanmerking voor deze regeling. Deelnemers aan de KOR hoeven geen uitgebreide BTW-administratie bij te houden en ook geen BTW-aangifte in te dienen. Echter, de KOR-deelnemer mag ook geen BTW in aftrek brengen.

Het is een keuze die voor drie jaar geldt, dus ondernemers die op termijn een aanzienlijke investering verwachten inclusief BTW aftrek moeten wellicht twee keer nadenken over deelname. Ondernemers die de KOR met ingang van 2024 willen toepassen, moeten zich uiterlijk 2 december 2023 melden bij de Belastingdienst.

Wil je meer advies over financiële strategieën en administratieve optimalisatie? CijferAdvies staat klaar om je te begeleiden. Neem contact op voor een gratis gesprek en ontdek hoe wij je onderneming kunnen ondersteunen.

Categorieën
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: De wetsvoorstellen rondom Vennootschappen, BV’s en Holdings

De wetsvoorstellen Voor Vennootschappen, BV’s en holdings staan op de planning. Tijdens Prinsjesdag 2023 heeft de overheid nieuwe wetsvoorstellen aangekondigd met betrekking tot de Vennootschapsbelasting (VPB). Bovendien wordt het schenken vanuit een vennootschap vereenvoudigd, maar de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) ondergaat aanpassingen. Het thema excessief lenen komt opnieuw in de schijnwerpers te staan.

In dit artikel bespreken we de vier meest cruciale wetsvoorstellen van het Kabinet die de Vennootschap, BV en holding raken, en waarvan je als ondernemer op de hoogte moet zijn:

  1. VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024
  2. Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap
  3. Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit
  4. Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

1.VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024

Na een periode van aanzienlijke schommelingen, brengt 2024 wat stabiliteit met zich mee wat betreft de tarieven in de vennootschapsbelasting (VPB). Het lage VPB-tarief blijft gelijk met 2023 op 19% voor winsten tot €200.000. Voor winsten boven deze grens blijft het tarief 25,8%.

De Prinsjesdagstukken geven aan dat er voorlopig geen wijzigingen gepland zijn voor de VPB-tarieven. De ontwikkeling ziet er als volgt uit:

 

2021

2022

2023

2024

Laag tarief

15%

15%

19%

19%

Winstgrens

€45.000

€395.000

€200.000

€200.000

Hoog tarief

25%

25,8%

25,8%

25,8%

Minder winst valt onder het lage VPB-tarief

In 2021 en 2022 heeft de overheid de VPB-tarieven flink aangepast. Het lage tarief werd verlaagd naar 15%. Bovendien kwam er steeds meer winst in aanmerking voor dit lagere tarief, waarvan bijna vier ton in 2022. Afgelopen jaar werden de teugels strakker aangetrokken. De winstgrens werd bijna gehalveerd. Het lage tarief steeg daarnaast in één keer van 15% naar 19%. Voor 2024 lijken er voorlopig geen extra wijzigingen op komst, volgens de begroting. Dit betekent dat het kabinet niet de richtlijnen van het Centraal Planbureau volgt, dat rekent met een laag VPB-tarief van 19,7% en een winstgrens van €170.000.

In 2021 werden VPB-tarieven zelfs op het laatste moment gewijzigd

Het feit dat de begroting voor 2024 geen wijzigingen in de VPB-tarieven laat zien, betekent niet dat er niets kan veranderen. In 2021 wilde het toen demissionaire kabinet in eerste instantie niets veranderen aan de tarieven. Maar tijdens de begrotingsbehandeling wilde de Tweede Kamer alsnog voor €2 miljard aanpassingen aanbrengen. Om dit deels te financieren, werd het hoge VPB-tarief op het laatste moment verhoogd van 25% naar 25,8%. En als er snel een nieuw kabinet wordt gevormd, bestaat de mogelijkheid dat er nog veranderingen worden doorgevoerd in de tarieven voor het komende jaar.

2.Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap

Het kabinet introduceert een eenvoudiger systeem voor direct schenken vanuit een vennootschap. Dit betekent dat giften van de vennootschap aan een ANBI niet langer worden belast in box 2 of met dividendbelasting. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om royale giften vanuit de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder te doen. De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting vervalt, waardoor giften niet meer fiscaal aftrekbaar zijn bij de winstberekening.

Desalniettemin blijven giften van de vennootschap aan een ANBI of SBBI vrijgesteld van schenkbelasting bij de ontvangende instelling. De voorgestelde wijzigingen, van kracht vanaf 1 januari 2024, omvatten: – Giften van de vennootschap aan een ANBI worden niet langer fiscaal aftrekbaar, zelfs niet onder het huidige maximum van 50% van de winst en €100.000. – Dergelijke giften worden niet beschouwd als inkomen in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan of als ze contante donaties als gunsten of bijdragen zijn.

De voorgestelde wijzigingen, die per 1 januari 2024 van kracht worden, omvatten:

  • Giften door een vennootschap aan een ANBI worden niet langer aftrekbaar, zelfs niet als deze minder bedragen dan het huidige wettelijke maximum van 50% van de winst en €100.000.
  • Het bedrag van dergelijke giften zal niet worden beschouwd als inkomen voor de aanmerkelijkbelanghouder in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan, bijvoorbeeld als ze afkomstig zijn van de aanmerkelijkbelanghouder zelf, of wanneer er sprake is van contante donaties als gunsten of bijdragen.

3.Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit

De komende jaren ondergaan de fiscale regels voor bedrijfsopvolging wijzigingen. Het demissionaire kabinet heeft voorlopig 1 januari 2026 vastgesteld als de startdatum voor bepaalde aanpassingen, waaronder de versoepeling van de voorwaarden voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erf- en schenkbelasting.

Op Prinsjesdag presenteerde het demissionaire kabinet een apart wetsvoorstel om deze aanpassingen in de fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging vast te leggen. De wijzigingen in de BOR van de Successiewet en de doorschuifregeling (DSR) van de inkomstenbelasting zijn opgesplitst in twee delen: een deel dat ingaat in 2024 en 2025, en een ander deel dat pas in 2026 van kracht wordt.

Aanpassing van de Bezitseis en Voortzettingseis in de BOR

In het Belastingplan van 2025, dat volgend jaar op Prinsjesdag wordt gepresenteerd, zullen de volgende ingrepen van toepassing zijn:

  • Vanaf 2026 geldt de BOR en DSR alleen nog voor reguliere aandelen, niet langer voor bijvoorbeeld opties op aandelen of winstbewijzen.
  • De bezitseis en voortzettingseis in de BOR worden aangepast. Momenteel vereist de BOR dat de opvolger de onderneming minstens 5 jaar voortzet. Bij schenking van een onderneming moet de schenker minstens 5 jaar eigenaar zijn geweest, en bij een erfenis is dat 1 jaar. Het kabinet overweegt nog hoe deze versoepeling er precies uit zal zien.
  • Het aanpakken van ongewenste constructies rondom de BOR staat eveneens op

    de agenda.

4.Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

Voorheen maakten veel directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) gebruik van de mogelijkheid om geld uit hun vennootschap op te nemen via leningen of rekening-courantboekingen in plaats van dividenduitkeringen. Hierdoor hoefden DGA’s geen directe belasting te betalen, zoals bij dividenduitkeringen of het opnemen van een hoger salaris. Vanaf het belastingjaar 2023 belast de Belastingdienst echter dergelijke schulden.

Kort gezegd houdt deze wet in dat als de DGA en zijn partner samen op 31 december van enig jaar meer dan €700.000 aan schulden hebben bij de vennootschap, het extra bedrag wordt beschouwd als fictief dividend en onderworpen is aan 26,9% aanmerkelijk belangheffing.

Wijzigingen in 2024

Het Belastingplan 2024 bevat verdere aanpassingen aan de Wet Excessief Lenen. Een belangrijke verandering is dat een conserverende aanslag wordt opgelegd als een belastingplichtige na emigratie overmatige leningen aangaat bij een buitenlandse vennootschap. Er zijn ook wijzigingen met betrekking tot de verdeling van het maximale bedrag bij het beëindigen van een fiscaal partnerschap.

Categorieën
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: Belangrijke Wetsvoorstellen rondom EIA MIA en VAMIL

Investeringen in milieuvriendelijke en energiebesparende bedrijfsmiddelen zijn tegenwoordig een topprioriteit. Om dit te bevorderen, spelen de MIA- en Vamilregelingen (V&A) een cruciale rol in het aanmoedigen van milieu-investeringen door ondernemers.

Hier volgen de drie belangrijkste wetsvoorstellen van het Kabinet met betrekking tot de EIA, MIA en VAMIL die relevant kunnen zijn voor jou als ondernemer:

  1. Uitstel van Vervaldatum voor EIA, MIA en Vamil tot 1 januari 2029
  2. Verhoogde budget voor de MIA blijft sowieso nog twee jaar
  3. EIA-aftrekpercentage daalt naar 40% in 2024

1. Uitstel van Vervaldatum voor EIA, MIA en Vamil tot 1 januari 2029

Deze regelingen waren oorspronkelijk gepland om op 1 januari 2024 te eindigen, maar het Belastingplan 2024 verlengt de termijn tot 1 januari 2029. Dit biedt ondernemers meer tijd om gebruik te maken van de voordelen die deze regelingen bieden.

MIA- en VAMIL-percentages blijven constant in 2024

Voor 2024 blijven de percentages van de MIA ongewijzigd op 27%, 36%, en 45%. Deze regelingen bevorderen investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, maar vergeet niet dat de MIA niet gecombineerd kan worden met de energie-investeringsaftrek (EIA).

Om aanspraak te maken op de MIA-regeling, dien je te investeren in bedrijfsmiddelen die vermeld staan in de Milieulijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Raadpleeg deze lijst en verkrijg extra informatie over de regelingen op www.rvo.nl/miavamil.

2. Verhoogde budget voor de MIA blijft sowieso nog twee jaar

Het verhoogde budget voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) blijft minstens nog twee jaar van kracht, zoals bevestigd door Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. Het demissionaire kabinet gaat een onderzoek uitvoeren om te bepalen of de MIA moet blijven bestaan als fiscale regeling of dat deze omgezet moet worden naar een directe subsidie.

De MIA- en Vamilregelingen zijn ontworpen om investeringen in milieuvriendelijke initiatieven van ondernemers aan te moedigen. De percentages voor de MIA zijn daarom in 2022 aanzienlijk verhoogd en bedragen momenteel 27% (was 13,5%), 36% (was 27%) en 45% (was 36%). Met de Vamil-regeling kunnen investeringen op elk willekeurig moment worden afgeschreven, met een beperking van 75%. Om van deze regelingen gebruik te kunnen maken, dienen bepaalde voorwaarden te worden nageleefd.

MIA en Vamil zijn doeltreffend

Uit de vijfjaarlijkse evaluatie blijkt dat de MIA en Vamil regelingen effectief zijn gebleken. In de periode van 2017 tot 2021 zijn er bijna €11 miljard geïnvesteerd in milieuvriendelijke projecten. Het evaluatierapport bevat het voorstel om het verhoogde budget voor de MIA (gericht op het verduurzamen van het mkb) structureel voort te zetten, met een begroting van €48 miljoen in 2024 en €50 miljoen vanaf 2025. Het kabinet heeft besloten om dit voorstel voor de komende twee jaar te accepteren.

Milieulijst actualiseren

De onderzoekers stellen voor om de doeltreffendheid van belastingvoordelen in vergelijking met directe subsidies, vooral voor de MIA, nader te onderzoeken. Ze bevelen ook aan om de Milieulijst strenger te actualiseren en de uitgifte van goedkeuringen onder te brengen bij RVO. Het kabinet zal werken aan het verbeteren van de Milieulijst en vervolgonderzoek uitvoeren op basis van deze suggesties.

3. EIA-aftrekpercentage daalt naar 40% in 2024

De EIA is bedoeld voor ondernemers die willen investeren in energiezuinige verbeteringen voor hun bedrijf. Het kabinet heeft eerder dit jaar aangekondigd dat zowel het bedrag dat je kunt aftrekken als het maximale investeringsbedrag per bedrijf vanaf 2024 omlaag zouden gaan. In het Belastingplan staat nu dat het percentage wordt verlaagd naar 40%. Hierdoor worden de overschrijdingen van het beschikbare budget in voorgaande jaren verkleind, met €45 miljoen in 2024, €50 miljoen in 2025 en €55 miljoen in 2026.

Voorwaarden om van de EIA te profiteren

Om aanspraak te maken op de EIA zijn er enkele voorwaarden waaraan voldaan moet worden:

  • Het investeringsbedrag moet minimaal €2.500 per bedrijfsmiddel bedragen.
  • Het bedrijfsmiddel mag niet eerder zijn gebruikt.
  • Het bedrijfsmiddel moet vermeld staan op de Energielijst.

EIA blijft zeker tot 1 januari 2029

Uit eerdere onderzoeken blijkt dat de Energie-investeringsaftrek (EIA) goed werkt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, hoewel niet iedereen er evenveel baat bij heeft. De onderzoekers stellen voor om de EIA toegankelijker te maken voor kleinere bedrijven. Het kabinet is het hiermee eens en wil de EIA in ieder geval tot 1 januari 2029 voortzetten. Tegen die tijd zal worden besloten of de regeling wordt behouden of vervangen door directe subsidies. In 2024 zal het kabinet de Tweede Kamer informeren over deze beslissing.