Categorieën
news Uncategorized

Rittenregistratie moet echt begin- en eindadres bevatten

Om onder de bijtelling voor de auto van de zaak uit te komen moet een rittenregistratie wel de begin- en eindadressen van de vertrekpunten en bestemmingen bevatten. Zonder deze adressen voldoet de rittenregistratie niet aan de wettelijke eisen en moet er dus rekening worden gehouden met een bijtelling, zo bepaalde onlangs de rechter.

Als een werknemer op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijdt met de auto van de zaak, mag de werkgever de fiscale bijtelling (infographic) voor privégebruik achterwege laten. Voorwaarde is dat de werknemer een sluitende rittenregistratie bijhoudt of op een andere manier geen of beperkt privégebruik kan aantonen. Over deze rittenregistratie ging het in onderstaande zaak.

Rittenregistratie voldeed niet aan wettelijke eisen

Het ging hier om een man met een auto van de zaak. De Belastingdienst had een ‘verklaring geen privégebruik auto’ afgegeven, en daarom liet de werkgever de bijtelling achterwege (verdiepingsartikel). Daarom vroeg de inspecteur de man om een rittenregistratie. Vervolgens voldeed de gepresenteerde rittenregistratie volgens de fiscus niet aan de wettelijke eisen (tool), omdat onder andere de adressen van de vertrekpunten en bestemmingen niet waren opgenomen. Ook waren afwijkingen van de gebruikelijke route niet opgenomen en weken de kilometerstanden af van de garagebonnen. De Belastingdienst legde daarom een naheffingsaanslag met boete op.

Verdiepen in voorwaarden belastingvoordeel

De werknemer gaf in de zaak aan dat hij niet wist dat hij zo nauwkeurig moest zijn met het registreren van de ritten. Maar de rechter vond dat iemand die van een belastingvoordeel wil genieten zich dan ook moet verdiepen in de voorwaarden en administratieve verplichtingen waaraan voldoen moet worden om voor het voordeel in aanmerking te komen. Dat de man dit niet had gedaan was aan hem toe te rekenen. De naheffingsaanslag loonheffingen en de opgelegde boete van € 531 bleven dus in stand.

Rechtbank Den Haag, 20 oktober 2022 (gepubliceerd 5 januari 2023), ECLI (verkort): 11324

Bron: BV Rendement

Categorieën
news Uncategorized

OKR’s: behaal je doelen met Objectives en Key Results

Grote organisaties als Google, Netflix en Samsung werken al jaren met de OKR-methode. Daar noemen ze het een succesvolle methode voor groei of innovatie. Maar met deze doelgerichte en flexibele manier van werken kun je ook als mkb-er je bedrijf op koers houden. Benieuwd wat OKR precies is? En hoe je ermee begint? Hier vind je alles wat je moet weten.

Met OKR’s werk je gestructureerd naar je doelen toe. Daarnaast speel je flexibel in op veranderingen binnen je bedrijf en ontwikkelingen van buitenaf. Zo haal je het maximale uit je onderneming.

Wat is de OKR-methode?

OKR staat voor Objectives & Key Results. Het is een manier van werken binnen je organisatie. Hierbij bepaal je eerst doelstellingen (objectives). Vervolgens koppel je deze doelstellingen aan meetbare resultaten (key results).

In de OKR-methode staan 2 vragen centraal:

  • Wat wil ik bereiken?
  • Hoe ga ik dit bereiken?

Deze vragen gaan over de doelen die belangrijk zijn voor je organisatie. Dit kunnen financiële doelen zijn, maar ze kunnen ook gaan over bijvoorbeeld werksfeer, klantwaardering of snelheid van werken. Je stelt de vragen op bedrijfsniveau, teamniveau en persoonlijk niveau. Door dit op alle 3 niveaus te doen, zorg je dat alle medewerkers naar hetzelfde realistische doel toewerken.

Evalueren is belangrijk bij de OKR-methode. In evaluaties beoordeel je steeds de voortgang, vier je successen en geef je feedback. Hiermee scherp je de doelstellingen aan en kan je bijsturen als dat nodig is. Centraal staat duidelijke communicatie, zodat iedereen weet waar de organisatie naartoe werkt.

Voordelen van de OKR-methode

Hogere betrokkenheid en interne samenwerking

Met de OKR-methode kies je ervoor om resultaten de drijfveer van ieders werk te maken. Als alle activiteiten bijdragen aan het behalen van deze resultaten, werk je naar een gezamenlijk doel. Dit stimuleert betrokkenheid en interne samenwerking van je werknemers. Betrokken werknemers leveren meer op en frauderen minder.

Meer focus en duidelijkheid

Je creëert duidelijkheid door je doelstellingen in kleine, meetbare resultaten op te breken. Alle werknemers weten waar de prioriteiten liggen. Iedereen is steeds op de hoogte van de vooruitgang. Zo maak je het eenvoudiger om je strategie op elk niveau uit te voeren.

Voorbeeld: een winkelier kiest een bepaalde omzetverhoging als doel. Dit wil hij bereiken door bij events extra producten te verkopen. Alle ideeën zijn daar op gericht. Zo biedt hij bijvoorbeeld oranje-artikelen voor Koningsdag en voetbalevenementen aan.

Sneller inspelen op verandering

Bij de OKR-methode kies je voor doelen per kwartaal. Dit maakt je strategie flexibel. Is er een grote verandering binnen je bedrijf, je sector of in de maatschappij? Dan pas je je strategie voor het volgende kwartaal makkelijk aan.

Voorbeeld: een kapper krijgt concurrentie van 2 nieuwe kapperszaken. Hij kiest als nieuw doel dat hij zijn bestaande klanten niet wil kwijtraken, maar juist aan zich wil binden. Daarom gaat hij met een stempelkaart werken. Klanten krijgen hun 10e knipbeurt bij hem gratis.

Hoe pak je het aan?

Om met de OKR-methode te beginnen, bepaal je op 3 niveaus Objectives, Key Results en Initiatives:

  • bedrijfsniveau
  • teamniveau
  • persoonlijk niveau
Objectives

Als eerste formuleer je 3 tot 5 objectives. Dit zijn de langetermijndoelstellingen van de organisatie, het team en de individuen. Je bepaalt de objectives per jaar, maar ook per kwartaal. Op deze manier houd je het hoofddoel in je achterhoofd, maar blijf je ook flexibel als omstandigheden veranderen. Goede objectives zijn concreet, geven richting en sturen naar duidelijke acties.

  • Goede objective: Aan het eind van het jaar wil ik minstens 5.000 betalende klanten hebben.
  • Slechte objective: Ik wil dit jaar zo veel mogelijk klanten hebben.
Key Results

Hierna geef je voor de organisatie, je team en individuen invulling aan de key results. Dit zijn de bouwstenen die leiden naar de objectives. Kies voor 2 tot 5 key results per objective. Goede key results zijn meetbaar, ambitieus en beïnvloedbaar.

  • Goed key result: In de eerste 3 maanden van het jaar vind ik 200 betalende klanten via marketing in lokale media.
  • Slecht key result: Met online marketing wil ik zo veel mogelijk mensen bereiken.
Initiatives

De volgende stap is concrete invulling aan de key results geven: de initiatives. Dit is het werk dat je moet doen om de key results te beïnvloeden. Initiatives zijn de taken die een werknemer uitvoert om de belangrijkste resultaten te bereiken.

  • Goed initiative: Elke maand maak ik een nieuwe kortingsactie. Hiermee adverteer ik in lokale weekbladen en verenigingsbladen.
  • Slecht initiative: Eens in de zoveel tijd maak ik een nieuwe kortingsactie.

Heb je moeite om je doelstellingen te bepalen? Gebruik dan de SMART-methode. 

Aan de slag

Overtuigd? Dan is het tijd om aan de slag te gaan. Met de OKR-methode onderneem je flexibel, terwijl je je strategische doelen behaalt. Goede communicatie hierbij is essentieel. Dit doe je door continu te evalueren en je doelen aan te scherpen of aan te passen. Door deze inspraak blijven al je werknemers betrokken. En zo haal je met OKR het beste uit je organisatie.

Ben je van plan om je businessplan aan te passen? Neem dan contact op met onze ondernemersadviseur Adriaan Koppens.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
news Uncategorized

EU-inwoners betalen vanaf 2027 voor CO2-uitstoot rijden en wonen

Inwoners van de Europese Unie gaan betalen voor de broeikasgassen die ze uitstoten. Dat betekent rekeningrijden, of dat er bij elke tankbeurt en als de verwarming wordt aangezet mee moet worden betaald vanwege de schadelijke stoffen die daardoor vrijkomen.

Mensen die hun huis goed isoleren, een warmtepomp aanschaffen of overstappen op een elektrische auto kunnen subsidie krijgen uit een speciaal fonds. Ook komt er geld voor mensen die minder te besteden hebben, ook als gevolg van de inflatie. In dat fonds is ruim € 86 miljard beschikbaar.

De nieuwe klimaatwetten, waarvoor de regeringen van de lidstaten en het voltallige parlement nog wel definitief goedkeuring moeten geven, heeft de EU nodig om de klimaatdoelen te halen. Voor 2030 moet de CO2-uitstoot met 55 procent omlaag, zodat de EU in 2050 helemaal klimaatneutraal kan zijn.

CO2-certificaten

De kern van de maatregelen is het strenger maken en uitbreiden van het succesvolle systeem van CO2-certificaten voor vervuilers. Energiebedrijven en de industrie moesten de afgelopen jaren al zulke vergunningen hebben om broeikasgassen te mogen uitstoten. Elk jaar geeft de EU minder van die rechten uit om de uitstoot omlaag te brengen. Door de schaarste worden ze steeds duurder. Bedrijven moeten door het zogeheten emissiehandelssysteem (ETS) dus minder gaan uitstoten of meer betalen. De onderhandelaars hebben afgesproken om de emissies in de sectoren die onder het Europese emissiehandelssysteem vallen 62 procent terug te dringen voor 2030.

Een markt voor uitstootrechten komt er nu ook voor de broeikasgassen waarvoor het wegverkeer en gebouwen verantwoordelijk zijn. Burgers en bedrijven moeten gaan betalen voor de CO2 uit de uitlaat en de schoorsteen. Dat gaat via energiebedrijven en pompstations. Zij moeten betalen voor emissierechten en rekenen de kosten vervolgens door aan de klant die komt tanken of de gaskachel aanzet.

De EU wil voorkomen dat het zoveel van de eigen bedrijven vraagt dat die eraan onderdoor gaan. Daarom komt er ook een grensbelasting voor de invoer van een aantal klimaatonvriendelijke producten als staal en cement. Dat moet voorkomen dat Europese fabrikanten op de fles gaan of uitwijken naar een minder streng buitenland, wat banen kost en het klimaat niet verder helpt.

Bron: EU-nieuws, 18 december 2022

Bron: Taxence

Categorieën
news Uncategorized

Schulden? De gemeente helpt je vooruit

Lig je wakker van onbetaalde rekeningen of schuldeisers die aan je deur kloppen? Elke ondernemer kan financiële uitdagingen tegenkomen, je bent niet de enige. Zoek hulp, bijvoorbeeld bij de gemeente. Die heeft een wettelijke taak om inwoners met schulden te helpen, ook ondernemers. Lees in dit artikel wat de gemeente voor jou kan doen.

Door een wetswijziging in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is sinds 1 januari 2021 verduidelijkt dat elke natuurlijke persoon met schulden hulp kan krijgen via de gemeente. Dit geldt ook voor ondernemers. Ben je een ondernemer en heb je schulden? Neem contact op met de gemeente waar je woont, die helpt je verder.

Schuldhulpverlening voor ondernemers

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) ondersteunt gemeenten bij het inrichten van schuldhulpverlening aan ondernemers. Jenny Wildenbos, implementatiemanager bij VNG benadrukt: “Elke gemeente heeft de vrijheid om deze wettelijke taak zelf in te vullen. Dit betekent dat er gemeentes zijn die de schuldhulpverlening zelf verzorgen. Maar er zijn ook gemeentes die dit uitbesteden aan een externe partij die gespecialiseerd is in schuldhulpverlening voor ondernemers. Iedere ondernemer heeft recht op schuldhulpverlening van de gemeente, dat staat vast.”

Schuldhulpverlening, wat kun je verwachten?

Hoewel de exacte invulling per gemeente verschilt, ziet de schuldhulpverlening er meestal zo uit:

Een intakegesprek

Na het eerste contact via telefoon, e-mail of bezoek aan de gemeente volgt een intakegesprek. Dat is binnen vier weken. Is er een noodsituatie? Dan volgt het gesprek binnen drie werkdagen.

“Het eerste gesprek is een belangrijk moment”, vertelt Hilda van der Weg, coördinator Geldzaken en ondernemers bij de gemeente Arnhem. “Samen met de ondernemer bepaal ik de ernst van de situatie. Er is ruimte voor emoties als schaamte en stress. Er is ruimte voor het hele verhaal. Vaak bevinden ondernemers met schulden zich in een stressvolle situatie waarbij mogelijk ook in de privésituatie problemen zijn ontstaan. Soms hebben ze een betalingsachterstand voor de huur of hypotheek. Of de partner van de ondernemer is nog helemaal niet op de hoogte van wat er speelt. Ook dan bieden we hulp en schakelen we waar nodig expertise in.”

Vervolgstappen

Na het intakegesprek komt er een plan van aanpak op hoofdlijnen. De gemeente kan dit proces zelf oppakken of uitbesteden aan een externe partij. De gemeente Arnhem werkt bijvoorbeeld samen met Zuidweg & Partners voor het vervolgproces. “Ik draag mijn dossier over en zij houden mij gedurende het proces op de hoogte. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening aan de ondernemer, ook bij uitbesteding”, legt Van der Weg uit.

Jacqueline Zuidweg, oprichter en directeur van Zuidweg & Partners bevestigt de korte lijnen met de gemeente. Zuidweg & Partners stemt haar werkwijze af op de situatie van de ondernemer. “Het is maatwerk. We maken samen een lijst van de schuldeisers en de openstaande bedragen. We onderzoeken welke schuldeisers voorrang hebben. En of we nog met een verhuurder van het bedrijfspand in gesprek kunnen gaan”, vertelt Zuidweg. “Soms ligt de boekhouding vast bij een boekhouder of accountant. Die wil dan geen documenten of gegevens opsturen omdat er rekeningen liggen die niet betaald zijn. We helpen dan om toch alle informatie te verzamelen die nodig is om zaken op orde te krijgen.”

Ook ondersteunt Zuidweg & Partners bij het opzetten van een vrijwillige betalingsregeling waarbij je zelf afspraken maakt met schuldeisers, dit noem je de minnelijke regeling. Als dit niet mogelijk is biedt de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp) mogelijk uitkomst. Dit is een wettelijk schuldsaneringstraject om schulden op te lossen waarvoor je de rechtbank verzoekt om toelating. Naast de minnelijke regeling kan de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) een manier zijn om faillissement te voorkomen. In een WHOA-traject regel je een akkoord via de rechter voor een schuldenregeling met je schuldeisers.

Te vroeg bestaat niet

Laat betalingsachterstanden of schulden niet verder oplopen: te vroeg om hulp vragen bestaat niet, volgens Zuidweg. “Er zijn vaak situaties waarin ik denk: had eerder aan bel getrokken. Dan hadden we samen kunnen voorkomen dat de schulden verder oplopen.” Van der Weg herkent dit. Zij stelt: “Hoe eerder ondernemers met schulden zich melden, hoe beter. Ik zie vaker dat bij ondernemers met schulden de problemen groeien omdat ze bijvoorbeeld hun post niet meer openen. Dan stapelen de problemen zich letterlijk op. Of er is al faillissement aangevraagd terwijl dit niet nodig was. In een eerder stadium zijn er vaak meer, minder vergaande oplossingen mogelijk.”

Zoek hulp

Heb je betalingsachterstanden of schulden? Zoek dan hulp. Neem contact op met de gemeente waar je woont en informeer daar naar schuldhulpverlening voor ondernemers. Of leg je vraag voor aan het KVK Adviesteam. Je kunt ook altijd bij je CijferAdvies kantoor terecht voor schuldhulpverlening.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
news Uncategorized

Factuurfinanciering: stuur een factuur die al is betaald

Het geld staat al op de rekening van je onderneming. En de factuur moet je nog versturen. Hoe doe je dat? Bij factoring koopt een factormaatschappij je uitgaande facturen voor een bepaald bedrag. De factor gaat aansluitend achter het geld aan en incasseert het. Het is dus een voorschot op je debiteuren. Vooruitbetaling kan ook met factuurfinanciering en werkt net iets anders.

Wat is factuurfinanciering?

Bij factuurfinanciering verkoop je openstaande facturen aan een financieringsmaatschappij. Je zorgt wel zelf voor de inning van deze facturen bij je afnemers. Die zien daardoor niet dat een financier de rekening vooruitbetaalt. Ze weten ook niet dat jij hiervoor een financiering voor hebt lopen. Jij blijft voor je zakelijke relatie het vertrouwde aanspreekpunt.

Door de vooruitbetaling komt je werkkapitaal snel in je bedrijf. Daarmee kun je aan je betalingsverplichtingen op de korte termijn voldoen. Bijvoorbeeld leveranciers betalen, salarissen uitkeren, onderhoud uitvoeren en voorraden aanvullen. Je debiteurenbeheer bepaalt hoe snel je klanten het geld van de factuur overmaken. Met dat geld betaal je dan de financier terug.

Hoeveel kost het je?

De kosten van factuurfinanciering verschillen per maatschappij. De kosten hangen af van hun aanpak en of zij daarbij financiële technologie (fintech) gebruiken. Vergelijk de voorwaarden en de rentepercentages.

Twee voorbeelden
  1. De financieringsmaatschappij maakt 90% van het factuurbedrag aan je over. Nadat de betalingstermijn is verlopen, betaal je de financier 100% terug. De financier stort de ingehouden 10% min kosten en rente terug op je bankrekening.
  2. Factuurfinanciering met hulp van fintech. Door financiële technologie ontstaat een veilig transactieproces op een platform. De kosten zijn laag en je gebruikt een eenvoudige ICT-aansluiting. Met slimme data bekijkt de financier de financiële gezondheid van je afnemer. Door klasseindeling wordt bijvoorbeeld 80% van de factuur (verminderd met financieringskosten) aan je uitgekeerd. Na de factuurtermijn vindt verrekening plaats met de hoofdsom en rente aan de financier.

Interessant voor je bedrijf?

Als je producten of diensten levert aan de zakelijke markt, verkoop je vaak op rekening. Je krijgt dan geen directe betalingen binnen. Daardoor ontstaat een mogelijk geldtekort in je bedrijf. Dat geld heb je wel nodig om je onderneming draaiend te houden. Dan is factuurfinanciering interessant. Bovendien krijg je van de meeste leveranciers een paar procent factuurkorting als je binnen een week betaalt. Dat levert je extra voordeel op.

In Nederland lopen door de hoge inflatie de betalingstermijnen voor het mkb op. Je bedrijf kan daardoor financiële problemen krijgen. Het kasgeld raakt op en er is geen geld voor de nieuwe inkoop of maandelijkse kosten. Factuurfinanciering biedt een oplossing voor het haperende betaalgedrag.

Richtlijnen bij goedkeuring

Aanbieders van factuurfinanciering willen je graag als klant. Houd er rekening mee dat deze geldverstrekkers voorwaarden stellen om de deal van beide kanten interessant te houden. Branche, financieringsbedrag, jaarcijfers onderneming, historie bedrijf, klantverscheidenheid, gemiddeld factuurbedrag en het aantal maandfacturen beïnvloeden de voorwaarden. Met een nauwkeurige jaarlijkse verslaglegging kun je die gegevens vlug onderzoeken of aanleveren.

Drie tips
  1. Bij factuurfinanciering geldt geen maandelijks minimumbedrag. Daarom gebruik je deze financieringsvorm als die voor jou het beste uitkomt. Dat geeft je flexibiliteit.
  2. Verdiep je in de mogelijkheden en de voorwaarden van aanbieders van factuurfinanciering.
  3. Een alternatief voor factuurfinanciering is een kortlopend zakelijk krediet. Dan betaal je rente over het opgenomen deel. Met de lening dek je de tijd af tussen levering van je product en betaling door je afnemer.

Wat kun je nog meer doen om het geld van je klanten binnen te krijgen? Goed debiteurenbeheer levert je geld op

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
news Uncategorized

Geen STAP-budget in januari 2023 vanwege misbruikaanpak

Werknemers die in januari 2023 een aanvraag willen doen voor het STAP-budget om een opleiding of cursus te kunnen volgen, komen van een koude kermis thuis. Het kabinet heeft namelijk besloten om het eerste subsidietijdvak van 2023 te schrappen.

Er is veel ophef rondom de subsidieregeling voor Stimulering van de Arbeidsmarktpositie (STAP). Deze subsidie – waarmee zowel werkenden als niet-werkenden € 1.000 kunnen aanvragen voor een opleiding, cursus of training – zou onder meer veelvuldig worden gebruikt voor opleidingen die onvoldoende iemands arbeidsmarktpositie verbeteren. Het kabinet kondigde daarom eerder al aan maatregelen te nemen tegen ‘misbruik en oneigenlijk gebruik’. Onderdeel van de aanpak is dat de zogenoemde Toetsingskamer onderzoekt of opleidingen voldoen aan het doel en de voorwaarden van de STAP-regeling en dat zo nodig een subsidiebetaling wordt stopgezet. Dit heeft inmiddels geleid tot een rechtszaak. Het kabinet meldt dat op basis van deze rechterlijke uitspraak het komende subsidieaanvraagtijdvak van januari-februari wordt overgeslagen.

Subsidiegeld eerste tijdvak STAP gaat niet verloren

Kort gezegd oordeelde de rechter dat het feit dat de Toetsingskamer een opleiding onderzoekt, nog geen reden is om een opleider geen subsidie te betalen. Om te voorkomen dat de overheid hierdoor in 2023 onnodig scholing gaat subsidiëren die niet aan de voorwaarden voldoet, heeft het kabinet besloten het eerstvolgende aanvraagtijdvak pas op dinsdag 28 februari 2023 te openen. In de tussentijd kan de Toetsingskamer verder met de onderzoeken en worden er een aantal andere maatregelen geïmplementeerd om het scholingsaanbod arbeidsmarktgerichter te maken en misbruik te voorkomen. Zo komt er een maximumaantal subsidietoekenningen per opleiding. Het kabinet verdeelt het subsidiebudget van het eerste tijdvak over de andere vijf tijdvakken van 2023.

Overbruggingsregeling voor EVC-procedures

Ander nieuws is dat er een aparte overbruggingsregeling is gepubliceerd voor STAP-budget voor erkenning van verworven competenties (EVC). Via een EVC-procedure zijn kennis en vaardigheden die in de praktijk zijn opgedaan, officieel te erkennen met een ervaringscertificaat. Het STAP-budget was bij de start van de regeling niet gelijk aan te vragen voor een EVC-procedure.
De overbruggingsregeling maakt een aanvraag mogelijk vanaf 22 mei 2023 (09.00 uur) en is van toepassing op EVC-procedures die zijn gestart en afgerond in de periode van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2023. De subsidieaanvraag verloopt via Uitvoering Van Beleid SZ

Bron: BV Rendement

Categorieën
news Uncategorized

Met een sluitende rittenregistratie ben je goed op weg

Werknemers of ondernemers die in een auto van de zaak rijden kunnen onder de bijtelling uitkomen als zij bewijzen dat er minder dan 500 kilometer privé met de auto van de zaak is gereden. Dit kan onder meer door een sluitende rittenregistratie bij te houden. Wat komt daar bij kijken?

Alleen als een auto van de zaak op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé gebruikt wordt, mag de werkgever de fiscale bijtelling (infographic) voor privégebruik achterwege laten. Voorwaarde is dat er een sluitende rittenregistratie bijgehouden wordt of je moet op een andere manier geen of beperkt privégebruik aantonen. De bewijslast hiervoor ligt bij de werkgever of ondernemer. Het is dan ook verstandig om daar voor de aanschaf over na te denken. Een pen en papier systeem in de auto wordt nog veel gebruikt. Op basis van de kilometerstand houd je dan alles bij. Maar tegenwoordig zijn er ook gewoon apps en technologische oplossingen beschikbaar.

Aan welke vereisten voldoet een sluitend bewijs?

De Belastingdienst controleert streng op de auto van de zaak. Als blijkt dat een rittenregistratie niet klopt zal de fiscus bij de werkgever gaan naheffen en daar kunnen ook boetes bij komen kijken. Nou op die manier wil jij het jaar niet afsluiten. Dus zorg ervoor dat de sluitende rittenregistratie goed bijgehouden wordt. BV Rendement heeft een goede tool waar informatie in te vinden is over de bewijslast en regels.

Je kunt ook gebruik maken van je online boekhoudprogramma in sommige gevallen. Het is helemaal handig als je dit in overleg met je boekhouder doet, want dan kan het ontzettend snel geboekt worden. En natuurlijk zijn er ook apps beschikbaar die de km bijhouden op basis van route en navigatiesystemen.

Ook rol spelen bij BTW

De rittenregistratie kan naast dat het voor de loonheffingen speelt ook een rol spelen bij de BTW. Een ondernemer voor de BTW moet namelijk een correctie voor de auto van de zaak voor privégebruik opnemen in de laatste BTW-aangifte van het jaar. Hiervoor kan hij een sluitende kilometerregistratie gebruiken of een forfait hanteren. Het opstellen van deze registratie kan goedkoper uitpakken voor de BTW.  Meer over deze correctie is hier (verdiepingsartikel) te lezen.

Bron: BV Rendement

Categorieën
news Uncategorized

UBL-facturen: minder fouten en sneller betaald

Je hoort de term UBL-facturen steeds vaker vanuit je boekhoudpakket of een klant die erom vroeg. Maar wat is het En hoe zorgt een ander bestandsformaat ervoor dat er minder fouten worden gemaakt en je sneller betaald krijgt? Dat en meer vind je hieronder.

Wat is een UBL-factuur?

Een UBL-factuur is een factuur die opgemaakt is in Universal Business Language. Een UBL-factuur is een XML-bestand (.xml) met een speciaal bestandsformaat voor elektronisch factureren. 

Verstuur je met je boekhoudpakket je factuur, dan kun je die als pdf- en UBL-bestand versturen. Je klant leest de pdf, het boekhoudprogramma leest het UBL. Dat programma kan die UBL-factuur dan automatisch inboeken, waardoor je sneller betaald krijgt. 

Hoe werkt UBL-factureren?

In de UBL-factuur heeft alle factuurinformatie een vaste plek. Aan deze informatie wordt automatisch een stukje code gehangen. Boekhoudprogramma’s kunnen die code lezen, de factuurgegevens herkennen en zo automatisch op de juiste manier inboeken in de administratie. 

Dit geldt voor facturen die jij verzendt, maar ook voor facturen die je ontvangt. Handmatig inboeken hoeft niet meer, waardoor de verwerkingstijd veel korter is. Je kunt zelf UBL-facturen versturen met je boekhoudprogramma. Vaak moet je dit aanzetten in de instellingen. 

Voordelen UBL-facturen

Door deze vorm van factureren kunnen boekhoudprogramma’s automatisch gegevens verwerken, zonder dat daar menselijk handelen tussen zit. Dit zorgt er niet alleen voor dat er minder menselijke fouten worden gemaakt in je administratie, maar heeft ook andere voordelen:

  • Sneller betaald. Grootste voordeel: facturen worden sneller betaald, omdat de factuur sneller ingeboekt is. 
  • Efficiënter. Je haalt een stap weg uit het facturatieproces, waardoor je minder tijd kwijt bent aan facturen verwerken. 
  • Nauwkeuriger. Factuurdata wordt door boekhoudprogramma’s automatisch herkend en verwerkt. Geen kans op tikfouten bij het overtikken van bedragen of invoeren van rekeningnummers. 

Peppol en UBL-facturen

Werk je veel samen met de overheid of ben je internationaal ondernemer? Dan loont het om te kijken naar PEPPOL (Pan-European PUBLic Procurement On-Line). Dit is een AVG-proof, streng beveiligd netwerk in de Europese Unie. Je kunt je boekhoudprogramma hierop aansluiten, zodat je internationaal UBL-facturen kunt uitwisselen. 

Voor je toegang krijgt tot PEPPOL moet je een strenge controle ondergaan. Maar zodra jij en je klant allebei in PEPPOL staan, dan kun je ook internationale UBL-facturen versturen die automatisch in het boekhoudprogramma worden verwerkt. Facturen kwijtraken kan niet meer en ook heb je geen last meer van spookfacturen. Werk je veel met de overheid? E-facturen vanuit PEPPOL moeten geaccepteerd worden door de overheid. 

UBL factureren ontvangen

Wil je zelf werken met met UBL-facturen? Dan heb je een boekhoudprogramma nodig. Moet je nog een boekhoudprogramma kiezen? Kies er dan een met UBL-ready-functie. Dan werkt het programma met de UBL-standaard, waardoor het niet alleen .xml bestanden kan versturen, maar ook herkennen. Zo ben je zelf dus ook minder tijd kwijt met het verwerken van inkooporders, facturen en herinneringen.

Bron: MKB servicedesk

Categorieën
news Uncategorized

Het minnelijk traject, voor ondernemers met schulden

Kun je je schulden niet meer betalen als ondernemer? Maak dan gebruik van een schuldenregeling. Een minnelijk traject is zo’n regeling. Hiermee onderzoek je eerst of je zelf je problemen kunt oplossen. Daarna maak je afspraken met je schuldeisers om je schulden buiten de rechter om binnen 36 maanden zoveel mogelijk af te lossen. Je gemeente of een gespecialiseerde schuldhulporganisatie helpen je hiermee. Lees hoe de regeling werkt en hoe jij er gebruik van maakt om van je schulden af te komen.

Wsnp of minnelijke regeling

In Nederland zijn er diverse manieren om als ondernemer van je schulden af te komen. Het bekendst is de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Voordat je een beroep doet op de Wsnp, moet je eerst proberen of je er samen met je schuldeisers uitkomt met onderlinge afspraken buiten de rechter om. Een minnelijke regeling heet dat. Lukt zo’n afspraak in eerste instantie niet omdat schuldeisers niet meewerken en dit onredelijk is? Dan kun je de rechter vragen een dwangakkoord aan je schuldeisers op te leggen waar ze akkoord mee moeten gaan. Lukt dat ook niet, dan kun je een beroep doen op de Wsnp.

Gemeente of schuldhulpbureau

Op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) verlenen gemeenten schuldhulp aan particulieren en ondernemers met problematische schulden. Problematisch is het als je je zakelijke én privé rekeningen niet meer kunt betalen, en als schuldeisers dreigen met beslaglegging op je huis of goederen of met het aanvragen van je faillissement. Zwaagstra geeft aan: “De minnelijke regeling geldt voor natuurlijke personen zoals eigenaren van een eenmanszaak, zzp’ers, vennoten van een vennootschap onder firma, en directeur -groot aandeelhouders van een besloten vennootschap die door het bedrijf privé in de problemen zitten. Ondernemers met schulden kunnen ook direct naar een commerciële schuldhulpverlener gaan in plaats van naar de gemeente. De kosten voor de schuldhulp financier je dan meestal zelf, bijvoorbeeld via familie. Ga je naar de gemeente dan nemen die doorgaans de kosten voor een traject voor hun rekening. Gemeenten schakelen vaak ook schuldhulpbureaus in. De ervaring leert dat een traject via de gemeente vaak langer duurt.”

Intakegesprek

Na je aanmelding bij de gemeente of schuldhulpbureau volgt er een intakegesprek. Aanmelden kan telefonisch, via email of soms via Whatsapp. Tijdens dit gesprek geef je aan hoe hoog je schulden zijn, wie de schuldeisers zijn en zoek je samen uit welke aanpak het beste bij je situatie past. Lukt het niet om met ingrepen van bijvoorbeeld een boekhouder of een ondernemerscoach uit de financiële problemen te komen? Dan heb je gespecialiseerde hulp nodig. De gemeente schakelt hiervoor meestal ook specialisten in. Volgens Zwaagstra duurt het in normale gevallen een half jaar tot een jaar voordat alle afspraken met schuldeisers rond zijn en je met aflossing of betaling aan schuldeisers start.

Actieplan

Samen met de gemeente of schuldhulporganisatie maak je een actieplan. Hiermee ga je aan de slag om je schuldensituatie aan te pakken. Een belangrijk instrument uit dit actieplan is het minnelijk akkoord. Je brengt eerst nauwkeurig je schulden in kaart. De schuldhulpverlener moet een compleet overzicht hebben welke schulden daadwerkelijk afbetaald moeten worden om te beslissen om het bedrijf voort te zetten of om te stoppen. Denk hierbij aan belastingschulden, leveranciersschulden of die van zakelijke pand- en hypotheekrechten op bijvoorbeeld een bedrijfspand of op goederen en inventaris. Dit overzicht is belangrijk om te bepalen of je eventueel gebruik kunt maken van een saneringskrediet van de gemeente. Hiermee financier je je schuld door middel van een lening van de gemeente en betaal je je schuldeisers. Dit kan alleen als je bedrijf levensvatbaar is en er genoeg inkomsten te verwachten zijn. Geeft de gemeente geen lening dan moet je sparen om de schuldeisers stukje bij beetje af te betalen. De schuldhulpverlener stelt hiervoor een afbetalingsplan/akkoord op en legt dit voor aan de schuldeisers.

Zwaagstra benadrukt het belang van openheid van zaken. “Wees vanaf het begin volledig open en transparant over je financiën en verzwijg niets. Komt in een later stadium bijvoorbeeld naar boven dat er toch nog ergens vermogen is, dan kan dat alle plannen en latere afspraken met schuldeisers in de war gooien en ben je na alle inspanningen weer terug bij af. Ook is het zaak om schuldeisers niet te voor te trekken. Komen andere schuldeisers daar achter, dan werken ze niet meer mee aan een akkoord.”

Stoppen met je onderneming

Is de conclusie dat je moet stoppen omdat je onderneming niet levensvatbaar is? Dan onderzoekt de schuldhulpverlener hoeveel je van die schulden kunt terugbetalen aan je schuldeisers aan de hand van je persoonlijke en te verwachten situatie. Heb je of krijg je bijvoorbeeld een baan en ontvang je daaruit inkomsten? Het minnelijk akkoord houdt in dat geval in dat de schuldhulpverlener een voorstel aan de schuldeisers doet hoeveel je kunt sparen om in drie jaar zoveel mogelijk van je schulden af te lossen. Je krijgt een bedrag op bijstandsniveau om je vaste lasten te betalen en om van te leven. De rest gebruik je voor de aflossing aan je schuldeisers. Daarnaast doet de schuldhulpverlener een voorstel aan de schuldeisers om de rest van de schulden volledig kwijt te schelden na deze drie jaar. Finale kwijting heet dat. Gaan de schuldeisers hiermee akkoord, dan kun je beginnen met aflossen.

Doorgaan met je onderneming

Is je bedrijf levensvatbaar? Dit betekent dat je nu en in de toekomst voldoende inkomsten uit je bedrijf hebt om zakelijk en privé je vaste lasten te betalen. Ook moet er een bedrag overblijven voor de aflossing van schulden of lening. Dan onderzoekt de schuldhulpverlener hoeveel je kunt terugbetalen uit je bedrijfsinkomsten. Via de gemeente probeer je een lening voor de schulden te krijgen, een saneringskrediet. Met deze lening kun je de schulden, of een deel daarvan, direct aflossen. Dit hangt af van hoe hoog de lening is die je krijgt. Deze lening los je in termijnen af aan de gemeente met rente. Je bent dan wel van je schuldeisers af en je hebt grip en zicht op je financiële situatie omdat je alleen nog maar met de gemeente te maken hebt. Voor het eventuele restant van de schulden, probeert de schuldhulpverlener finale kwijting bij de schuldeisers te regelen. Gaan de schuldeisers akkoord met het voorstel? Dan kun je verder met ondernemen, je schulden betalen en aflossen bij de gemeente.

Dwangakkoord

De kans bestaat dat één of meerdere schuldeisers niet mee willen werken aan het voorstel van de schuldhulpverlener. Ze zijn niet verplicht om mee te werken. Het kan zijn dat de onderlinge relatie tussen jou en de schuldeisers ernstig is verstoord door je (financiële) situatie. Ook kunnen de schuldeisers het aangeboden bedrag of de aflossing te laag vinden en daardoor zelf in de problemen komen. Is dat het geval dan gaat een minnelijk akkoord niet door, want alle schuldeisers moeten meewerken. Wijzen één of meerdere schuldeisers het voorstel af, dan kun je bij de rechter een verzoek indienen om weigerachtige schuldeisers te dwingen om mee te doen. Een dwangakkoord heet dat. De rechter beoordeelt of de weigerende schuldeisers goede redenen hebben om het voorstel af te slaan. Zijn er geen goede redenen, dan beslist de rechter dat weigerende schuldeisers toch met het voorstel akkoord moeten gaan en kan het traject van start. Een dwangakkoord kan alleen worden opgelegd als het merendeel van de schuldeisers wél akkoord is gegaan.

“In de praktijk leidt 75 procent van alle minnelijke regelingen tot succes. Meer dan 50 procent van deze minnelijke akkoorden komt uiteindelijk tot stand door een dwangakkoord. Waarbij meer dan 95 procent van de aangevraagde dwangakkoorden wordt toegewezen. Een krachtig instrument dus om schulden op te lossen. De overige 25% van de minnelijke akkoorden die niet lukt, gaat door naar de Wsnp procedure”, aldus Zwaagstra.

Waar kijkt de rechter naar bij het toewijzen van een dwangakkoord:

  • Is het voorstel goed gedocumenteerd en gebaseerd op betrouwbare cijfers
  • Is het voorstel getoetst of opgesteld door een onafhankelijk en deskundige partij zoals een gemeentelijke kredietbank of professionele schuldhulporganisatie
  • Is duidelijk dat het aanbod het maximale is wat je van de schuldenaar kan vragen
  • Levert het dwangakkoord minimaal hetzelfde op als een Wsnp procedure
  • Als een schuldeiser niet het volledige deel krijgt, kom hij dan in de problemen
  • Wat is het aandeel van de weigerachtige schuldeiser op de totale schuld

Wsnp

Lukt een minnelijk akkoord niet en verleent de rechter ook geen dwangakkoord? Pas dan kun je Wsnp aanvragen bij de rechter. Dit kan ook met een verklaring van deskundigen of de gemeente dat een minnelijk traject op voorhand niet kansrijk is. Omdat er bijvoorbeeld helemaal geen kans is om schuldeisers over de streep te trekken. In de meeste gevallen moet je stoppen met je onderneming als je tot de Wsnp wordt toegelaten.

Soms blijven schuldenaren steken in het minnelijk traject. Om ook voor hen de toegang tot de Wsnp laagdrempeliger te maken, bestaat sinds 1 mei 2021 de mogelijkheid om rechtstreeks naar een specifieke groep bewindvoerders te stappen. Zij kunnen, na een mislukt minnelijk traject, ook een dwangakkoord of toegang tot de Wsnp aanvragen. Het aanvragen van een dwangakkoord door een Wsnp-bewindvoerder was al langer mogelijk, sinds 1 mei is er ook een pilot gestart voor de Wnsp-aanvraag. De Raad voor Rechtsbijstand vergoedt de kosten van deze procedures.

Wsnp is een wettelijke regeling waarbij een bewindvoerder aan de slag gaat om met schuldeisers afspraken te maken om de schulden af te lossen. Dit is een duurder traject omdat een bewindvoerder betaald moet worden en er gerechtelijke kosten zijn. Deze kosten betaal je uit wat je spaart, hierdoor ontvangen schuldeisers minder. Een rechter-commissaris controleert je bewindvoerder. Heb je een klacht over je Wsnp-traject, dan kun je terecht bij deze rechter-commissaris. Daarnaast ben je beperkt in je handelingsvrijheid en mag je bijvoorbeeld geen nieuwe schulden maken. Je moet je houden aan de afspraken die je met de bewindvoerder hebt gemaakt en hem op de hoogte houden van al je financiële ontwikkelingen. Je krijgt een vrij te laten bedrag om je vaste lasten te betalen en om van te leven. Dat is op bijstandsniveau. De rest van je inkomen wordt gebruikt om af te lossen. Dit traject duurt meestal 3 jaar, soms 5 jaar. Na deze termijn kun je zonder schulden en met een schone lei weer verder.

Update WSNP: De Tweede kamer is bezig met een wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de WSNP. Dit voorstel verlaagt de drempel om toegang te krijgen tot de WSNP. 

  • Op dit moment krijgen mensen die binnen tien jaar na een eerder WSNP-traject opnieuw in problematische schulden komen geen toegang tot de WSNP. Het voorstel geeft aan dat de rechter de mogelijkheid krijgt om mensen ook binnen die tien jaar wel opnieuw toe te laten tot de WSNP als zij buiten hun schuld opnieuw in financiële problemen zijn gekomen.
  • Als je problematische schulden hebt, moet je de afgelopen 5 jaar ‘te goeder trouw’ zijn geweest bij het ontstaan of onbetaald laten van je schulden. Je hebt met goede en eerlijke bedoelingen geld geleend of uitgegeven en daarbij rekening gehouden met ál je inkomsten en uitgaven. Deze periode wordt verkort naar 3 jaar. 

Wanneer de aanpassingen in werking treden is nog niet bekend.

Belastingdienst

De Belastingdienst staat sinds 2021 ook open voor minnelijke schuldregelingen voor ondernemers. Dit was daarvoor alleen mogelijk voor particulieren. De Belastingdienst controleert bij het oplossen van de belastingschulden wel extra op de levensvatbaarheid van je bedrijf bij een schuldenvoorstel. Het meewerken van de Belastingdienst maakt de kans van slagen om al je schulden op te lossen groter.
Van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 neemt de Belastingdienst genoegen met een lagere opbrengst bij een minnelijk regeling. Tijdens deze periode neemt de Belastingdienst een concurrente positie in, in plaats van een voorrangspositie. De reden hiervoor is dat overige schuldeisers dan makkelijker akkoord gaan met een minnelijke regeling.

Hulp

Heb je problematische schulden of heb je signalen dat het op korte termijn financieel misgaat? Praat erover en kom zo snel mogelijk in actie. Gebruik het stappenplan of neem contact op met je gemeente of met een schuldhulpbureau (zoals CijferAdvies) om te onderzoeken wat je situatie is en welke mogelijkheden je hebt om je problemen op te lossen.

Een andere mogelijkheid om je schuldenprobleem op te lossen is via de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Bekijk de routekaart.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
news Uncategorized

Energiebesparingsplicht: dit moet je voor 2023 regelen

Verbruikt jouw bedrijf meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 gas? Dan moet je alle energiebesparende maatregelen nemen die je binnen 5 jaar kunt terugverdienen. Heb je een kantoorpand, dan moet je vanaf 2023 zelfs minimaal energielabel C hebben. Voorkom boetes of verplichte sluiting van je kantoor en ga direct aan de slag met onderstaande maatregelen. Wat kun je zelf oppakken en wat moet je laten uitvoeren?

Om de opwarming van de aarde zoveel mogelijk tegen te gaan wil Nederland voor 2030 55% minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. In 2050 is dit zelfs 95% minder. Ondernemers krijgen daarom met steeds meer maatregelen te maken. De energiebesparingsplicht is daar een van en geldt als je bedrijf meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 gas per jaar verbruikt. Ter vergelijking: dat is meer dan twintig keer het elektriciteits- en gasverbruik van een gemiddeld Nederlands huishouden. Verbruik je minder, dan geldt deze plicht niet voor jou.

Energiebesparingsplicht 2023

Vanaf 2023 moet ieder kantoorpand van minimaal 100 m2 verplicht energielabel C hebben. Heb je dat niet, dan mag je het pand niet meer als kantoor gebruiken en kun je een boete krijgen van maximaal 81.000 euro. “Er worden boetes uitgedeeld uit aan bedrijven die na verschillende waarschuwingen nog steeds niet voldoen aan de energiebesparingsplicht”, aldus Rob van der Rijt, oprichter van Klimaatplein.com.

Gemeenten controleren of ondernemers aan de energiebesparingsplicht voldoen. Het kabinet heeft daar extra geld voor vrijgemaakt. Heeft jouw kantoorpand nog geen energielabel C? Zorg dat je concrete plannen om te verduurzamen klaar hebt liggen. De kans is dan groter dat je bij een controle van de gemeente eerst een waarschuwing krijgt in plaats van een boete. “En als je kunt aantonen dat je van plan bent om grootschalig te renoveren, dan zijn uitzonderingen mogelijk”, zegt Rob van der Rijt, oprichter van Klimaatplein.com. “Het is bijvoorbeeld niet rendabel om nu je verlichting te vervangen door ledverlichting als je over 2 jaar je hele pand gaat renoveren, waarmee je in een keer van energielabel G naar A gaat.”

Informatieplicht energiebesparing

Geldt de energiebesparingsplicht voor jou? Dan heb je sinds 2019 ook een informatieplicht. Je geeft een keer in de vier jaar door welke energiebesparende maatregelen je hebt genomen. Dit doe je via het eLoket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Erkende maatregelenlijst

Welke energiebesparende maatregelen je moet nemen is afhankelijk van je bedrijfstak. Op de website van RVO vind je erkende maatregelenlijsten voor energiebesparing voor 19 bedrijfstakken. Daarin staat waaraan je met jouw bedrijf moet voldoen.

Let op: investeringen in het vergroenen van energie, bijvoorbeeld in zonnepanelen of een warmtepomp gelden niet als energiebesparend. Je vermindert daarmee namelijk niet je energieverbruik. Alle goedgekeurde maatregelen dragen actief bij aan het verminderen van je elektriciteits- en/of aardgasverbruik.

Energiebesparende maatregelen nemen

Een aantal maatregelen kun je zelf uitvoeren, voor andere zul je externe hulp moeten inschakelen. Hiervoor geldt: hoe sneller je deze inplant hoe beter. Er is namelijk een groot tekort aan installatiemonteurs en de verwachting is dat dit de komende jaren verdubbelt tot 40.000 mensen, meldt Nu.nl. Door de tekorten in de branche lopen wachttijden op.

Zelf uitvoeren

Met een paar relatief eenvoudige ingrepen maak je je bedrijf een stuk duurzamer. En bespaar je direct op je energieverbruik.

Plaats tijdschakelaars

Plaats tijdschakelaars op je verlichting en ventilatie- en stookinstallaties. Zo zorg je dat je het bedrijfspand niet onnodig verwarmt en koelt buiten werktijden. En branden er geen lampen terwijl niemand aan het werk is.

Tijdschakelaars kun je ook toevoegen op andere apparatuur, zoals kopieermachines en printers. Die staan vaak dag en nacht aan, terwijl oudere machines ook in ruststand ongemerkt flink wat energie verbruiken.

Bespaar op verlichting

Vervang je verlichting door energiezuinige ledverlichting. Ledlampen gaan langer mee en verbruiken 5 keer minder stroom dan halogeen. Plaats bewegingssensors zodat je ruimtes die niemand gebruikt niet onnodig verlicht.

Voorkom tocht

Heb je een pand waar bezoekers of medewerkers veel in- en uitlopen? Plaats dan deurdrangers op buitendeuren zodat ze na gebruik automatisch sluiten.

Heb je een winkelpand, dan kun je ook op je energiekosten besparen door de deur dicht te houden. Uit verschillende tests van brancheorganisatie INretail blijkt dat die besparing kan oplopen tot veertig procent én dat een gesloten deur er niet voor zorgt dat klanten wegblijven.

Laten uitvoeren

Voor complexe of specialistische energiebesparingsmaatregelen heb je vakmensen nodig.

Bedrijfspand isoleren

Is je bedrijfspand niet goed geïsoleerd, dan verdwijnt veel warmte of kou via de muren. Laat daarom je spouwmuur isoleren. Daarnaast zorg je met goede isolatie van je warmwaterleidingen voor vermindering van warmteverlies.

Vervang dubbel glas

Laat enkel of dubbel glas vervangen door hoogrendementsglas. Zijn je kozijnen ook toe aan vervanging? Kies dan voor HR+++ glas. Dit driedubbele glas isoleert het allerbest, maar is niet te plaatsen in dubbel glas kozijnen. Zijn je kozijnen nog goed, dan kun je kiezen voor HR++ glas. Dit isoleert veel beter dan normaal dubbel glas en kun je gewoon in je huidige kozijnen laten plaatsen.

Maak gebruik van energiesubsidie

Investeer je met je bedrijf in energiebesparende maatregelen, kijk dan of je gebruik kunt maken van de regeling energie-investeringsaftrek (EIA). Met deze regeling kun je 45,5% van de investeringskosten van de energiebesparende maatregelen aftrekken van je winst. Hiermee verlaagt je fiscale winst, wat gemiddeld een voordeel van 11% oplevert. Houd er rekening mee dat de EIA alleen geldt voor maatregelen die voorkomen op de goedgekeurde energielijst van RVO en alleen in te zetten is voor investeringen van minstens 2.500 euro. Bekijk alle voorwaarden bij RVO.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)