Categorieën
news Uncategorized

FOR beëindigd: Hoe zorg je voor je pensioen als ondernemer?

Per 1 januari 2023 is de opbouw van de fiscale oudedagsreserve (FOR) voor ondernemers in de inkomstenbelasting stopgezet.  Hoe bouw je nu pensioen op als ondernemer? Bij CijferAdvies begrijpen we dat pensioenplanning een cruciaal onderdeel is van jouw financiële toekomst. Daarom delen we graag onze expertise om je te helpen bij het maken van weloverwogen beslissingen. Ontdek de mogelijkheden en creëer een solide pensioenbasis voor een zorgeloze toekomst.

Je kunt bijvoorbeeld jouw opgebouwde oudedagsreserve behouden of overzetten naar een ander pensioenproduct. Bovendien zijn er diverse opties beschikbaar om nieuw pensioenvermogen op te bouwen. Want laten we eerlijk zijn, enkel vertrouwen op de AOW kan onvoldoende zijn om jouw gewenste levensstandaard te behouden.

Wat is de fiscale oudedagsreserve (FOR)?

De fiscale oudedagsreserve (FOR) is van toepassing op ondernemers in een eenmanszaak, vof, maatschap en cv. Ongeveer een derde van de ondernemers maakt gebruik van deze regeling. Hoewel de FOR de naam oudedagsreserve draagt, is het geen daadwerkelijk pensioen. Toch kon er een soort van pensioen als ondernemer mee opgebouwd worden. Bij het sparen voor je pensioen zet je geld opzij voor je oude dag. De FOR is slechts een uitstel van belasting op een deel van de winst van je bedrijf. Het is niet verplicht om het onbelaste deel van de winst apart te zetten op een geblokkeerde bankspaarrekening of een lijfrente te kopen. In de praktijk gebruiken veel ondernemers het geld juist binnen hun onderneming.

Veranderingen na 1 januari 2023

Sinds 1 januari 2023 is het niet langer mogelijk om de FOR verder op te bouwen. Als je al een FOR hebt opgebouwd? Dan kun je deze volgens de oude regels afwikkelen. Je kunt het in sommige gevallen ook behouden of overzetten naar een nieuw pensioen product.

Wat te doen met je bestaande FOR?

Het opgebouwde bedrag in de FOR kan blijven staan, maar het betekent niet dat je automatisch een pensioenregeling hebt. Je kunt ervoor kiezen om pensioen op te bouwen door bijvoorbeeld een lijfrente te kopen of te gaan sparen via een bank. Het bedrag in de FOR neemt dan af met hetzelfde bedrag als je inlegt voor lijfrente of sparen.

Het vrijgekomen bedrag van de FOR wordt bij de winst opgeteld, en de inleg voor de lijfrente of het sparen is aftrekbaar. Hierdoor betaal je per saldo geen belasting op het moment van omzetten. Bij uitkeringen uit de lijfrente of het sparen in de toekomst wordt er wel belasting ingehouden.

Tot het moment dat je stopt met je onderneming, kun je ervoor kiezen om je FOR om te zetten in een lijfrente of bankspaarrekening. Hiervoor is wel contant geld nodig. Als je bij het beëindigen van je onderneming nog een FOR-stand hebt, wordt dat bedrag toegevoegd aan de winst van dat jaar. Je moet dan belasting over dat bedrag betalen.

Soorten pensioenvoorzieningen voor ondernemers

Als ondernemer kun je op verschillende manieren pensioen opbouwen naast je AOW, ook als je al bij een verplicht pensioenfonds bent aangesloten. Je kunt zelf sparen of beleggen, sparen of een pensioenproduct kopen bij een verzekeraar of andere aanbieder. Het kan handig zijn om de hulp in te schakelen van een onafhankelijk financieel adviseur of pensioenadviseur. Je kunt ook zelf verschillende producten en spaarmethoden vergelijken om inzicht te krijgen in het rendement. Hieronder vind je een aantal alternatieve spaarmogelijkheden voor je pensioen. Het is ook mogelijk om deze te combineren voor meer rendement en flexibiliteit.

Privé sparen of beleggen

Bij privé sparen is een deel van het vermogen vrijgesteld van belasting, het zogenaamde heffingsvrij vermogen. Het bedrag boven dit vrijgestelde deel wordt belast in box 3 van de inkomstenbelasting. Het nadeel van privé sparen is dat het vermogen nauwelijks groeit bij een lage rente. Beleggen brengt meer risico met zich mee, maar kan op de lange termijn mogelijk hogere rendementen opleveren.

Sparen of fiscaal pensioensparen

Bij sparen voor pensioen kun je maandelijks een bedrag sparen dat je tot een bepaald maximumbedrag kunt aftrekken van de belasting. Het saldo op je bankspaarrekening is vrijgesteld van belasting in box 3 van de inkomstenbelasting. Je kunt zelf de start van periodieke uitkeringen bepalen, maar deze moeten uiterlijk vijf jaar na de AOW-leeftijd van de rekeninghouder beginnen. Tot die tijd blijft het geld vaststaan.

Sparen via een commerciële pensioenaanbieder

Commerciële aanbieders, zoals verzekeringsmaatschappijen, bieden verschillende pensioenproducten aan. Denk hierbij aan lijfrentes, koopsompolissen en zzp-pensioenen. Bij een zzp-pensioen fungeert de inleg ook als buffer bij arbeidsongeschiktheid. Als je arbeidsongeschikt raakt, kun je het zzp-pensioen laten uitkeren om van te leven.

Zorg voor pensioenopbouw

Als je nog niet bent begonnen met het opbouwen van pensioen, is het raadzaam om te berekenen of alleen AOW voldoende is om je levensstijl na je pensionering voort te zetten. Ongeacht je leeftijd geldt: hoe eerder je begint met pensioenopbouw, hoe gemakkelijker het is om voldoende pensioenvermogen op te bouwen om later van te kunnen rondkomen of zelfs eerder met pensioen te gaan.

Wil je meer weten over pensioenopbouw?

Wil je jouw opgebouwde pensioenstatus bekijken? Bezoek Mijnpensioenoverzicht.nl voor een overzichtelijk inzicht. Bij CijferAdvies staan we klaar om je te helpen bij het plannen van een solide pensioen.

Categorieën
news Uncategorized

Een stabiel en betrouwbaar provinciebestuur voor ondernemers

Als ondernemer wil je kunnen vertrouwen op een stabiel en betrouwbaar provinciaal bestuur. Helaas blijkt uit een recente peiling namens ondernemersorganisaties dat het vertrouwen ontbreekt. Twee derde van de ondernemingen is ontevreden over de stabiliteit en betrouwbaarheid van de politiek. De resultaten zijn gebaseerd op een groep van 2.075 ondervraagde ondernemers die representatief is voor ondernemend Nederland, volgens de onderzoekers. Het onderzoek vond plaats in het kader van de verkiezingen die plaatsvonden op 15 maart.

Afgelopen vijf jaar was een neerwaartse spiraal

Uit het onderzoek komen een aantal bevindingen naar voren die geen vrolijk beeld schetsen. Zo ziet maar 68% een toekomst voor zijn onderneming in Nederland. Van de ondervraagden waren dan ook 62% het eens of volledig een met de stelling dat het ondernemersklimaat in de afgelopen vijf jaar verslechterd is. Dat is ook niet gek aangezien de afgelopen vijf jaar zwaar waren. De zorgen zijn ook niet nieuw. Ondernemers wijzen al geruime tijd op dit probleem. Nog niet zo lang geleden hebben MKB-Nederland en VNO-NCW nog in de tweede kamer gepleit voor stabieler en voorspelbaarder fiscaal beleid.

Toch gaat er geen massale uittocht komen. Uit de cijfers blijkt dat maar 13% overweegt om helemaal of deels te vertrekken. 10% overweegt om serieus te stoppen met de onderneming.

Tekorten, hoge kosten, regeldruk en stress

De ondernemers zitten soms met hun handen in het haar. Het onderzoek geeft ook aan dat het kabinet het op minimaal zes onderwerpen heeft af laten weten. Denk hierbij aan onderwerpen als regeldruk (33%), tekort aan personeel (30%), energietransitie en woningbouw (beide 21%) en toegang tot het stroomnet plus wegen/bereikbaarheid (allebei 16%). Deze onderwerpen hebben direct invloed op het ondernemersklimaat en verdienen meer aandacht van het provinciaal bestuur.

De ontwikkelingen die het meest drukken op het gemoed van de ondernemers bevinden zich in de zes onderwerpen. Denk hierbij aan: tekort aan personeel (53%), regeldruk en trage vergunningsverlening (50%), energiekosten (39%), belastingen en premies (38%) en verduurzaming/energietransitie (24%).

Peiling geeft aan dat er te weinig oog is voor ondernemers

De grootste zorgen liggen niet altijd aan de politiek. Maar er wordt volgens ondernemers te weinig gedaan door openbaar bestuur om het ondernemen makkelijk te maken. 66% is het oneens of volledig oneens met de stelling ‘ik ben tevreden over de betrouwbaarheid en stabiliteit van politiek en bestuur’. Dat is een grote groep. Aangezien 96% zegt politieke besluiten enigszins of veel invloed hebben op bedrijfsmatige keuzes, werkt instabiel bestuur direct door in onzekerheid in de bedrijfsvoering. Het is dus aan de nieuwe provinciebesturen om stabiel beleid te maken en woord te houden, zodat ondernemers weer vertrouwen kunnen hebben in het provinciaal bestuur.

Categorieën
news Uncategorized

Geen STAP-budget in januari 2023 vanwege misbruikaanpak

Werknemers die in januari 2023 een aanvraag willen doen voor het STAP-budget om een opleiding of cursus te kunnen volgen, komen van een koude kermis thuis. Het kabinet heeft namelijk besloten om het eerste subsidietijdvak van 2023 te schrappen.

Er is veel ophef rondom de subsidieregeling voor Stimulering van de Arbeidsmarktpositie (STAP). Deze subsidie – waarmee zowel werkenden als niet-werkenden € 1.000 kunnen aanvragen voor een opleiding, cursus of training – zou onder meer veelvuldig worden gebruikt voor opleidingen die onvoldoende iemands arbeidsmarktpositie verbeteren. Het kabinet kondigde daarom eerder al aan maatregelen te nemen tegen ‘misbruik en oneigenlijk gebruik’. Onderdeel van de aanpak is dat de zogenoemde Toetsingskamer onderzoekt of opleidingen voldoen aan het doel en de voorwaarden van de STAP-regeling en dat zo nodig een subsidiebetaling wordt stopgezet. Dit heeft inmiddels geleid tot een rechtszaak. Het kabinet meldt dat op basis van deze rechterlijke uitspraak het komende subsidieaanvraagtijdvak van januari-februari wordt overgeslagen.

Subsidiegeld eerste tijdvak STAP gaat niet verloren

Kort gezegd oordeelde de rechter dat het feit dat de Toetsingskamer een opleiding onderzoekt, nog geen reden is om een opleider geen subsidie te betalen. Om te voorkomen dat de overheid hierdoor in 2023 onnodig scholing gaat subsidiëren die niet aan de voorwaarden voldoet, heeft het kabinet besloten het eerstvolgende aanvraagtijdvak pas op dinsdag 28 februari 2023 te openen. In de tussentijd kan de Toetsingskamer verder met de onderzoeken en worden er een aantal andere maatregelen geïmplementeerd om het scholingsaanbod arbeidsmarktgerichter te maken en misbruik te voorkomen. Zo komt er een maximumaantal subsidietoekenningen per opleiding. Het kabinet verdeelt het subsidiebudget van het eerste tijdvak over de andere vijf tijdvakken van 2023.

Overbruggingsregeling voor EVC-procedures

Ander nieuws is dat er een aparte overbruggingsregeling is gepubliceerd voor STAP-budget voor erkenning van verworven competenties (EVC). Via een EVC-procedure zijn kennis en vaardigheden die in de praktijk zijn opgedaan, officieel te erkennen met een ervaringscertificaat. Het STAP-budget was bij de start van de regeling niet gelijk aan te vragen voor een EVC-procedure.
De overbruggingsregeling maakt een aanvraag mogelijk vanaf 22 mei 2023 (09.00 uur) en is van toepassing op EVC-procedures die zijn gestart en afgerond in de periode van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2023. De subsidieaanvraag verloopt via Uitvoering Van Beleid SZ

Bron: BV Rendement

Categorieën
news Uncategorized

Het minnelijk traject, voor ondernemers met schulden

Kun je je schulden niet meer betalen als ondernemer? Maak dan gebruik van een schuldenregeling. Een minnelijk traject is zo’n regeling. Hiermee onderzoek je eerst of je zelf je problemen kunt oplossen. Daarna maak je afspraken met je schuldeisers om je schulden buiten de rechter om binnen 36 maanden zoveel mogelijk af te lossen. Je gemeente of een gespecialiseerde schuldhulporganisatie helpen je hiermee. Lees hoe de regeling werkt en hoe jij er gebruik van maakt om van je schulden af te komen.

Wsnp of minnelijke regeling

In Nederland zijn er diverse manieren om als ondernemer van je schulden af te komen. Het bekendst is de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Voordat je een beroep doet op de Wsnp, moet je eerst proberen of je er samen met je schuldeisers uitkomt met onderlinge afspraken buiten de rechter om. Een minnelijke regeling heet dat. Lukt zo’n afspraak in eerste instantie niet omdat schuldeisers niet meewerken en dit onredelijk is? Dan kun je de rechter vragen een dwangakkoord aan je schuldeisers op te leggen waar ze akkoord mee moeten gaan. Lukt dat ook niet, dan kun je een beroep doen op de Wsnp.

Gemeente of schuldhulpbureau

Op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) verlenen gemeenten schuldhulp aan particulieren en ondernemers met problematische schulden. Problematisch is het als je je zakelijke én privé rekeningen niet meer kunt betalen, en als schuldeisers dreigen met beslaglegging op je huis of goederen of met het aanvragen van je faillissement. Zwaagstra geeft aan: “De minnelijke regeling geldt voor natuurlijke personen zoals eigenaren van een eenmanszaak, zzp’ers, vennoten van een vennootschap onder firma, en directeur -groot aandeelhouders van een besloten vennootschap die door het bedrijf privé in de problemen zitten. Ondernemers met schulden kunnen ook direct naar een commerciële schuldhulpverlener gaan in plaats van naar de gemeente. De kosten voor de schuldhulp financier je dan meestal zelf, bijvoorbeeld via familie. Ga je naar de gemeente dan nemen die doorgaans de kosten voor een traject voor hun rekening. Gemeenten schakelen vaak ook schuldhulpbureaus in. De ervaring leert dat een traject via de gemeente vaak langer duurt.”

Intakegesprek

Na je aanmelding bij de gemeente of schuldhulpbureau volgt er een intakegesprek. Aanmelden kan telefonisch, via email of soms via Whatsapp. Tijdens dit gesprek geef je aan hoe hoog je schulden zijn, wie de schuldeisers zijn en zoek je samen uit welke aanpak het beste bij je situatie past. Lukt het niet om met ingrepen van bijvoorbeeld een boekhouder of een ondernemerscoach uit de financiële problemen te komen? Dan heb je gespecialiseerde hulp nodig. De gemeente schakelt hiervoor meestal ook specialisten in. Volgens Zwaagstra duurt het in normale gevallen een half jaar tot een jaar voordat alle afspraken met schuldeisers rond zijn en je met aflossing of betaling aan schuldeisers start.

Actieplan

Samen met de gemeente of schuldhulporganisatie maak je een actieplan. Hiermee ga je aan de slag om je schuldensituatie aan te pakken. Een belangrijk instrument uit dit actieplan is het minnelijk akkoord. Je brengt eerst nauwkeurig je schulden in kaart. De schuldhulpverlener moet een compleet overzicht hebben welke schulden daadwerkelijk afbetaald moeten worden om te beslissen om het bedrijf voort te zetten of om te stoppen. Denk hierbij aan belastingschulden, leveranciersschulden of die van zakelijke pand- en hypotheekrechten op bijvoorbeeld een bedrijfspand of op goederen en inventaris. Dit overzicht is belangrijk om te bepalen of je eventueel gebruik kunt maken van een saneringskrediet van de gemeente. Hiermee financier je je schuld door middel van een lening van de gemeente en betaal je je schuldeisers. Dit kan alleen als je bedrijf levensvatbaar is en er genoeg inkomsten te verwachten zijn. Geeft de gemeente geen lening dan moet je sparen om de schuldeisers stukje bij beetje af te betalen. De schuldhulpverlener stelt hiervoor een afbetalingsplan/akkoord op en legt dit voor aan de schuldeisers.

Zwaagstra benadrukt het belang van openheid van zaken. “Wees vanaf het begin volledig open en transparant over je financiën en verzwijg niets. Komt in een later stadium bijvoorbeeld naar boven dat er toch nog ergens vermogen is, dan kan dat alle plannen en latere afspraken met schuldeisers in de war gooien en ben je na alle inspanningen weer terug bij af. Ook is het zaak om schuldeisers niet te voor te trekken. Komen andere schuldeisers daar achter, dan werken ze niet meer mee aan een akkoord.”

Stoppen met je onderneming

Is de conclusie dat je moet stoppen omdat je onderneming niet levensvatbaar is? Dan onderzoekt de schuldhulpverlener hoeveel je van die schulden kunt terugbetalen aan je schuldeisers aan de hand van je persoonlijke en te verwachten situatie. Heb je of krijg je bijvoorbeeld een baan en ontvang je daaruit inkomsten? Het minnelijk akkoord houdt in dat geval in dat de schuldhulpverlener een voorstel aan de schuldeisers doet hoeveel je kunt sparen om in drie jaar zoveel mogelijk van je schulden af te lossen. Je krijgt een bedrag op bijstandsniveau om je vaste lasten te betalen en om van te leven. De rest gebruik je voor de aflossing aan je schuldeisers. Daarnaast doet de schuldhulpverlener een voorstel aan de schuldeisers om de rest van de schulden volledig kwijt te schelden na deze drie jaar. Finale kwijting heet dat. Gaan de schuldeisers hiermee akkoord, dan kun je beginnen met aflossen.

Doorgaan met je onderneming

Is je bedrijf levensvatbaar? Dit betekent dat je nu en in de toekomst voldoende inkomsten uit je bedrijf hebt om zakelijk en privé je vaste lasten te betalen. Ook moet er een bedrag overblijven voor de aflossing van schulden of lening. Dan onderzoekt de schuldhulpverlener hoeveel je kunt terugbetalen uit je bedrijfsinkomsten. Via de gemeente probeer je een lening voor de schulden te krijgen, een saneringskrediet. Met deze lening kun je de schulden, of een deel daarvan, direct aflossen. Dit hangt af van hoe hoog de lening is die je krijgt. Deze lening los je in termijnen af aan de gemeente met rente. Je bent dan wel van je schuldeisers af en je hebt grip en zicht op je financiële situatie omdat je alleen nog maar met de gemeente te maken hebt. Voor het eventuele restant van de schulden, probeert de schuldhulpverlener finale kwijting bij de schuldeisers te regelen. Gaan de schuldeisers akkoord met het voorstel? Dan kun je verder met ondernemen, je schulden betalen en aflossen bij de gemeente.

Dwangakkoord

De kans bestaat dat één of meerdere schuldeisers niet mee willen werken aan het voorstel van de schuldhulpverlener. Ze zijn niet verplicht om mee te werken. Het kan zijn dat de onderlinge relatie tussen jou en de schuldeisers ernstig is verstoord door je (financiële) situatie. Ook kunnen de schuldeisers het aangeboden bedrag of de aflossing te laag vinden en daardoor zelf in de problemen komen. Is dat het geval dan gaat een minnelijk akkoord niet door, want alle schuldeisers moeten meewerken. Wijzen één of meerdere schuldeisers het voorstel af, dan kun je bij de rechter een verzoek indienen om weigerachtige schuldeisers te dwingen om mee te doen. Een dwangakkoord heet dat. De rechter beoordeelt of de weigerende schuldeisers goede redenen hebben om het voorstel af te slaan. Zijn er geen goede redenen, dan beslist de rechter dat weigerende schuldeisers toch met het voorstel akkoord moeten gaan en kan het traject van start. Een dwangakkoord kan alleen worden opgelegd als het merendeel van de schuldeisers wél akkoord is gegaan.

“In de praktijk leidt 75 procent van alle minnelijke regelingen tot succes. Meer dan 50 procent van deze minnelijke akkoorden komt uiteindelijk tot stand door een dwangakkoord. Waarbij meer dan 95 procent van de aangevraagde dwangakkoorden wordt toegewezen. Een krachtig instrument dus om schulden op te lossen. De overige 25% van de minnelijke akkoorden die niet lukt, gaat door naar de Wsnp procedure”, aldus Zwaagstra.

Waar kijkt de rechter naar bij het toewijzen van een dwangakkoord:

  • Is het voorstel goed gedocumenteerd en gebaseerd op betrouwbare cijfers
  • Is het voorstel getoetst of opgesteld door een onafhankelijk en deskundige partij zoals een gemeentelijke kredietbank of professionele schuldhulporganisatie
  • Is duidelijk dat het aanbod het maximale is wat je van de schuldenaar kan vragen
  • Levert het dwangakkoord minimaal hetzelfde op als een Wsnp procedure
  • Als een schuldeiser niet het volledige deel krijgt, kom hij dan in de problemen
  • Wat is het aandeel van de weigerachtige schuldeiser op de totale schuld

Wsnp

Lukt een minnelijk akkoord niet en verleent de rechter ook geen dwangakkoord? Pas dan kun je Wsnp aanvragen bij de rechter. Dit kan ook met een verklaring van deskundigen of de gemeente dat een minnelijk traject op voorhand niet kansrijk is. Omdat er bijvoorbeeld helemaal geen kans is om schuldeisers over de streep te trekken. In de meeste gevallen moet je stoppen met je onderneming als je tot de Wsnp wordt toegelaten.

Soms blijven schuldenaren steken in het minnelijk traject. Om ook voor hen de toegang tot de Wsnp laagdrempeliger te maken, bestaat sinds 1 mei 2021 de mogelijkheid om rechtstreeks naar een specifieke groep bewindvoerders te stappen. Zij kunnen, na een mislukt minnelijk traject, ook een dwangakkoord of toegang tot de Wsnp aanvragen. Het aanvragen van een dwangakkoord door een Wsnp-bewindvoerder was al langer mogelijk, sinds 1 mei is er ook een pilot gestart voor de Wnsp-aanvraag. De Raad voor Rechtsbijstand vergoedt de kosten van deze procedures.

Wsnp is een wettelijke regeling waarbij een bewindvoerder aan de slag gaat om met schuldeisers afspraken te maken om de schulden af te lossen. Dit is een duurder traject omdat een bewindvoerder betaald moet worden en er gerechtelijke kosten zijn. Deze kosten betaal je uit wat je spaart, hierdoor ontvangen schuldeisers minder. Een rechter-commissaris controleert je bewindvoerder. Heb je een klacht over je Wsnp-traject, dan kun je terecht bij deze rechter-commissaris. Daarnaast ben je beperkt in je handelingsvrijheid en mag je bijvoorbeeld geen nieuwe schulden maken. Je moet je houden aan de afspraken die je met de bewindvoerder hebt gemaakt en hem op de hoogte houden van al je financiële ontwikkelingen. Je krijgt een vrij te laten bedrag om je vaste lasten te betalen en om van te leven. Dat is op bijstandsniveau. De rest van je inkomen wordt gebruikt om af te lossen. Dit traject duurt meestal 3 jaar, soms 5 jaar. Na deze termijn kun je zonder schulden en met een schone lei weer verder.

Update WSNP: De Tweede kamer is bezig met een wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de WSNP. Dit voorstel verlaagt de drempel om toegang te krijgen tot de WSNP. 

  • Op dit moment krijgen mensen die binnen tien jaar na een eerder WSNP-traject opnieuw in problematische schulden komen geen toegang tot de WSNP. Het voorstel geeft aan dat de rechter de mogelijkheid krijgt om mensen ook binnen die tien jaar wel opnieuw toe te laten tot de WSNP als zij buiten hun schuld opnieuw in financiële problemen zijn gekomen.
  • Als je problematische schulden hebt, moet je de afgelopen 5 jaar ‘te goeder trouw’ zijn geweest bij het ontstaan of onbetaald laten van je schulden. Je hebt met goede en eerlijke bedoelingen geld geleend of uitgegeven en daarbij rekening gehouden met ál je inkomsten en uitgaven. Deze periode wordt verkort naar 3 jaar. 

Wanneer de aanpassingen in werking treden is nog niet bekend.

Belastingdienst

De Belastingdienst staat sinds 2021 ook open voor minnelijke schuldregelingen voor ondernemers. Dit was daarvoor alleen mogelijk voor particulieren. De Belastingdienst controleert bij het oplossen van de belastingschulden wel extra op de levensvatbaarheid van je bedrijf bij een schuldenvoorstel. Het meewerken van de Belastingdienst maakt de kans van slagen om al je schulden op te lossen groter.
Van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 neemt de Belastingdienst genoegen met een lagere opbrengst bij een minnelijk regeling. Tijdens deze periode neemt de Belastingdienst een concurrente positie in, in plaats van een voorrangspositie. De reden hiervoor is dat overige schuldeisers dan makkelijker akkoord gaan met een minnelijke regeling.

Hulp

Heb je problematische schulden of heb je signalen dat het op korte termijn financieel misgaat? Praat erover en kom zo snel mogelijk in actie. Gebruik het stappenplan of neem contact op met je gemeente of met een schuldhulpbureau (zoals CijferAdvies) om te onderzoeken wat je situatie is en welke mogelijkheden je hebt om je problemen op te lossen.

Een andere mogelijkheid om je schuldenprobleem op te lossen is via de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Bekijk de routekaart.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)