Categories
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: Belangrijke Wetsvoorstellen rondom EIA MIA en VAMIL

Investeringen in milieuvriendelijke en energiebesparende bedrijfsmiddelen zijn tegenwoordig een topprioriteit. Om dit te bevorderen, spelen de MIA- en Vamilregelingen (V&A) een cruciale rol in het aanmoedigen van milieu-investeringen door ondernemers.

Hier volgen de drie belangrijkste wetsvoorstellen van het Kabinet met betrekking tot de EIA, MIA en VAMIL die relevant kunnen zijn voor jou als ondernemer:

  1. Uitstel van Vervaldatum voor EIA, MIA en Vamil tot 1 januari 2029
  2. Verhoogde budget voor de MIA blijft sowieso nog twee jaar
  3. EIA-aftrekpercentage daalt naar 40% in 2024

1. Uitstel van Vervaldatum voor EIA, MIA en Vamil tot 1 januari 2029

Deze regelingen waren oorspronkelijk gepland om op 1 januari 2024 te eindigen, maar het Belastingplan 2024 verlengt de termijn tot 1 januari 2029. Dit biedt ondernemers meer tijd om gebruik te maken van de voordelen die deze regelingen bieden.

MIA- en VAMIL-percentages blijven constant in 2024

Voor 2024 blijven de percentages van de MIA ongewijzigd op 27%, 36%, en 45%. Deze regelingen bevorderen investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, maar vergeet niet dat de MIA niet gecombineerd kan worden met de energie-investeringsaftrek (EIA).

Om aanspraak te maken op de MIA-regeling, dien je te investeren in bedrijfsmiddelen die vermeld staan in de Milieulijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Raadpleeg deze lijst en verkrijg extra informatie over de regelingen op www.rvo.nl/miavamil.

2. Verhoogde budget voor de MIA blijft sowieso nog twee jaar

Het verhoogde budget voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) blijft minstens nog twee jaar van kracht, zoals bevestigd door Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. Het demissionaire kabinet gaat een onderzoek uitvoeren om te bepalen of de MIA moet blijven bestaan als fiscale regeling of dat deze omgezet moet worden naar een directe subsidie.

De MIA- en Vamilregelingen zijn ontworpen om investeringen in milieuvriendelijke initiatieven van ondernemers aan te moedigen. De percentages voor de MIA zijn daarom in 2022 aanzienlijk verhoogd en bedragen momenteel 27% (was 13,5%), 36% (was 27%) en 45% (was 36%). Met de Vamil-regeling kunnen investeringen op elk willekeurig moment worden afgeschreven, met een beperking van 75%. Om van deze regelingen gebruik te kunnen maken, dienen bepaalde voorwaarden te worden nageleefd.

MIA en Vamil zijn doeltreffend

Uit de vijfjaarlijkse evaluatie blijkt dat de MIA en Vamil regelingen effectief zijn gebleken. In de periode van 2017 tot 2021 zijn er bijna €11 miljard geïnvesteerd in milieuvriendelijke projecten. Het evaluatierapport bevat het voorstel om het verhoogde budget voor de MIA (gericht op het verduurzamen van het mkb) structureel voort te zetten, met een begroting van €48 miljoen in 2024 en €50 miljoen vanaf 2025. Het kabinet heeft besloten om dit voorstel voor de komende twee jaar te accepteren.

Milieulijst actualiseren

De onderzoekers stellen voor om de doeltreffendheid van belastingvoordelen in vergelijking met directe subsidies, vooral voor de MIA, nader te onderzoeken. Ze bevelen ook aan om de Milieulijst strenger te actualiseren en de uitgifte van goedkeuringen onder te brengen bij RVO. Het kabinet zal werken aan het verbeteren van de Milieulijst en vervolgonderzoek uitvoeren op basis van deze suggesties.

3. EIA-aftrekpercentage daalt naar 40% in 2024

De EIA is bedoeld voor ondernemers die willen investeren in energiezuinige verbeteringen voor hun bedrijf. Het kabinet heeft eerder dit jaar aangekondigd dat zowel het bedrag dat je kunt aftrekken als het maximale investeringsbedrag per bedrijf vanaf 2024 omlaag zouden gaan. In het Belastingplan staat nu dat het percentage wordt verlaagd naar 40%. Hierdoor worden de overschrijdingen van het beschikbare budget in voorgaande jaren verkleind, met €45 miljoen in 2024, €50 miljoen in 2025 en €55 miljoen in 2026.

Voorwaarden om van de EIA te profiteren

Om aanspraak te maken op de EIA zijn er enkele voorwaarden waaraan voldaan moet worden:

  • Het investeringsbedrag moet minimaal €2.500 per bedrijfsmiddel bedragen.
  • Het bedrijfsmiddel mag niet eerder zijn gebruikt.
  • Het bedrijfsmiddel moet vermeld staan op de Energielijst.

EIA blijft zeker tot 1 januari 2029

Uit eerdere onderzoeken blijkt dat de Energie-investeringsaftrek (EIA) goed werkt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, hoewel niet iedereen er evenveel baat bij heeft. De onderzoekers stellen voor om de EIA toegankelijker te maken voor kleinere bedrijven. Het kabinet is het hiermee eens en wil de EIA in ieder geval tot 1 januari 2029 voortzetten. Tegen die tijd zal worden besloten of de regeling wordt behouden of vervangen door directe subsidies. In 2024 zal het kabinet de Tweede Kamer informeren over deze beslissing.

Categories
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: Belangrijke Wetsvoorstellen voor Fiscale Aftrekposten

De gebeurtenissen op Prinsjesdag 2023 hebben geleid tot enkele wijzigingen rondom fiscale aftrekposten die van belang zijn voor ondernemers in Nederland. Hoewel er door de politieke situatie geen ingrijpende veranderingen zijn doorgevoerd, zijn er toch enkele aanpassingen die het vermelden waard zijn.

Hier volgen de vier belangrijkste wetsvoorstellen met betrekking tot fiscale aftrekposten die relevant kunnen zijn voor jou als ondernemer:

  1. MKB-Winstvrijstelling Verlaagd
  2. Zelfstandigenaftrek Verminderd
  3. Verhoogde Onbelaste Reiskostenvergoeding
  4. Onveranderde WBSO-Regeling

Wetsvoorstellen rondom fiscale aftrekposten Prinsjesdag 2023

1.MKB-Winstvrijstelling Verlaagd

De MKB-winstvrijstelling, die de belastbare winst vermindert na andere aftrekposten, wordt in 2024 verlaagd van 14% naar 12,7%. Deze regeling zal voornamelijk ondernemers met een relatief hoog inkomen beïnvloeden en wordt automatisch toegepast bij de aangifte inkomstenbelasting.

2.Zelfstandigenaftrek Verminderd

De zelfstandigenaftrek, beschikbaar voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium van minimaal 1.225 uur per jaar, wordt in 2024 met € 1.280 verlaagd tot € 3.750. Deze verlaging zal aanzienlijk meer ondernemers treffen, aangezien het een van de meest voordelige fiscale regelingen is. De zelfstandigenaftrek zal de komende jaren verder afnemen tot € 900 in 2027.

3.Verhoogde Onbelaste Reiskostenvergoeding

Voor ondernemers die hun privéauto zakelijk gebruiken, is er goed nieuws. De onbelaste kilometervergoeding die je mag aftrekken van je winst stijgt in 2024 van 21 naar 23 cent per kilometer. Dit kan leiden tot lagere winsten en dus ook lagere inkomstenbelastingen. Hoewel het om een bescheiden stijging gaat, kan het een compensatie bieden voor de gestegen brandstofprijzen.

4.Onveranderde WBSO-Regeling

De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) blijft ongewijzigd voor 2024. Deze regeling, die innovatieve organisaties ondersteunt, blijft populair onder Nederlandse mkb-ondernemingen. In de eerste schijf van de WBSO kunnen organisaties 32% van hun S&O-loonkosten tot € 350.000 aftrekken van de loonbelasting (40% voor starters). Boven € 350.000 geldt een tarief van 16%.

Dankzij de WBSO kunnen organisaties onderzoek doen naar innovatieve ideeën en projecten. De regeling is populair gebleken, vooral voor investeringen in slimme en duurzame energieoplossingen in 2022. Om in aanmerking te komen voor WBSO-subsidie, moeten organisaties aan bepaalde voorwaarden voldoen en kunnen zij een aanvraag indienen via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Deze wetsvoorstellen zijn bedoeld om het fiscale beleid met betrekking tot motorrijtuigenbelasting te herzien en in lijn te brengen met veranderende behoeften en milieudoelstellingen.

Categories
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: De wetsvoorstellen rondom auto ‘s

In dit artikel lees je over Prinsjesdag 2023: De 6 wetsvoorstellen rondom auto ‘s die relevant kunnen zijn voor jouw als ondernemer:

  1. Vaste voet bpm verhogen
  2. Teruggaaf bpm geldtransport beëindigen
  3. Herziening van Motorrijtuigenbelastingtarieven voor Milieuvriendelijke Brandstoffen en Vrijstelling van MRB voor OV-autobussen
  4. Bijtelling elektrische auto blijft gelijk in 2024
  5. Drempelkorting geldig tot en met 2025
  6. Benzineaccijns

Wetsvoorstellen rondom auto ’s Prinsjesdag 2023

1. Vaste voet bpm verhogen

De Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) bestaat uit twee delen: een vast bedrag en een variabel bedrag. Vanaf 1 januari 2025 zal het vaste bedrag van de BPM met €200 worden verhoogd. Deze wijziging is opgenomen in het Wetsvoorstel Belastingplan 2024.

De BPM is een belasting die wordt geheven bij de registratie van een auto in Nederland, wat betekent dat deze van toepassing is bij de aankoop van een nieuwe auto. De hoogte van de BPM wordt bepaald door zowel een vast bedrag (de vaste voet) als een variabel bedrag, afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dat het de adoptie van emissievrije personenauto’s wil bevorderen en subsidies wil verstrekken voor de aankoop van tweedehands elektrische auto’s. Natuurlijk brengt dit kosten met zich mee. Om deze subsidies te financieren, heeft het kabinet besloten om het vaste bedrag van de BPM vanaf 2025 met €200 te verhogen.

2. Teruggaaf bpm geldtransport beëindigen

Het kabinet wil dat eigenaren van dergelijke voertuigen aan te moedigen om eerder kiezen voor een milieuvriendelijker alternatief. Daarom hebben ze besloten om de regeling stop te zetten, waardoor vanaf 2026 meer mensen voor deze milieuvriendelijke optie zullen kiezen en het belastingstelsel eenvoudiger wordt.

3. Herziening van Motorrijtuigenbelastingtarieven (mrb-tarief) voor Milieuvriendelijke Brandstoffen en Vrijstelling van MRB voor OV-autobussen

Het plan behelst het stopzetten van het verlaagde mrb-tarief vanaf 1 januari 2026, zodat eigenaren van voertuigen die gebruikmaken van milieuvriendelijke brandstoffen voldoende tijd hebben om zich aan te passen. Het Kabinet stelt voor om 1 januari 2030 als begindatum vast te stellen voor het beëindigen van de vrijstelling van MRB voor openbaarvervoerauto’s.

Daarnaast omvat het plan de volgende maatregelen:

  • Het inkorten van de voordelige mrb-tarieven voor kampeerauto’s.
  • Aanpassingen aan de regeling voor oldtimers met betrekking tot mrb.
  • Beëindiging van het kwarttarief mrb voor paardentransport.
  • De invoering van een naheffing voor buitenlandse ingezetenen.

Deze voorgestelde wijzigingen beogen het fiscale beleid met betrekking tot motorrijtuigenbelasting te herzien en aan te passen aan veranderende behoeften en milieudoelstellingen.

4. Bijtelling elektrische auto blijft gelijk in 2024

In 2024 blijft de korting op de bijtelling voor het privégebruik van volledig elektrische auto’s onveranderd op het 6%-punt staan. Dit betekent dat de bijtelling voor het derde opeenvolgende jaar stabiel blijft op 16%. Deze percentages zijn al geruime tijd vastgesteld.

De Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord heeft aanzienlijke invloed gehad op de bijtelling voor het privégebruik van zakelijke auto’s. Deze wet heeft bepaald dat de korting op de bijtelling geleidelijk wordt afgebouwd. Voor het jaar 2024 blijft de huidige korting van 6%-punt echter van kracht, zoals vastgelegd in de wet. Vanaf 2025 treedt er echter een verandering op. Vanaf dat jaar wordt een korting van 5%-punt toegepast, wat betekent dat de bijtelling stijgt van 16% naar 17%.

5. Drempelkorting geldig tot en met 2025

De zogenaamde ‘cap’, het deel van de catalogusprijs waarop de korting van toepassing is, blijft in 2024 opnieuw vastgesteld op €30.000. Deze drempelkorting blijft behouden tot en met 2025. Voor elk bedrag boven deze drempel geldt een bijtellingspercentage van 22%. Vanaf 2026 zal deze vorm van subsidie voor emissievrije auto’s volledig worden afgebouwd, zoals overeengekomen in het Klimaatakkoord.

6. Benzineaccijns

In de begeleidende brief bij het Belastingplan 2024 stelt Van Rij dat, gezien de aanzienlijke inkomstenderving die gepaard gaat met het verlengen van de verlaagde benzineaccijns en gezien de demissionaire status van het Kabinet, er is besloten om de verlaging niet voort te zetten. Dat betekent dat we vanaf 2024 weer meer gaan betalen voor o.a. benzine en diesel.

Categories
news Uncategorized

Hoe kun je zwart werken voorkomen als je een beetje bijklust?

Moet je belasting betalen als je af en toe oppast, klust, of freelancet? Het antwoord is ja. Of je nu bijklust in de horeca, schoonmaakt bij mensen thuis, of je creatieve producten verkoopt, al deze extra inkomsten moeten worden aangegeven bij de Belastingdienst. Het is een misverstand dat een bepaalde hoeveelheid bijverdienen zonder belastingaangifte mag worden gehouden. In deze blog gaan we dieper in op hoe je legaal kunt bijverdienen zonder in de problemen te komen met de belastingdienst en eventuele uitkeringen in gevaar te brengen.

Misverstand over bijverdienen

Er bestaat een misverstand dat zowel ondernemers, werknemers als uitkeringsgerechtigden tot een bepaald bedrag zwart mogen bijverdienen. In werkelijkheid mag je zoveel bijverdienen als je wilt, zolang je dit maar opgeeft bij de inkomstenbelasting. Houd er rekening mee dat extra inkomsten gevolgen kunnen hebben voor de hoogte van eventuele uitkeringen.

Hoeveel belasting je betaalt over deze extra inkomsten hangt af van je persoonlijke situatie en je overige inkomen. Als je een laag inkomen hebt, betaal je weinig of geen belasting over je bijverdiensten.

Aangifte doen voor extra inkomsten

Het bedrag dat je verdient met bijverdiensten moet je aangeven als ‘inkomsten uit overige werkzaamheden’ in je aangifte inkomstenbelasting. Je mag de kosten die je hebt gemaakt in verband met deze bijverdiensten, zoals reiskosten, aftrekken van dit bedrag.

Als je bijverdient en je doet hier geen aangifte van, dan moet je alsnog belasting betalen als de Belastingdienst hierachter komt. Daarnaast riskeer je een boete.

Bijverdienen en inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KVK)

Als je zo nu en dan bijverdient, is het meestal niet nodig om je in te schrijven bij de Kamer van Koophandel (KVK). Maar het kan voorkomen dat je toch wel erg lekker begint bij te verdienen. Wie weet is een bedrijf starten en gebruik maken van de KOR regeling dan juist interessant. Bespaart je ook een hoop gedoe met de belastingdienst.

Categories
news Uncategorized

Aanvraagtermijn voor toeslagen 2022 sluit op 1 september 2023

Het is opmerkelijk dat één op de drie ondernemers geen huur- of zorgtoeslag aanvraagt, hoewel dit met terugwerkende kracht kan worden gedaan. Ondernemers hebben ook recht op deze toeslagen. Dus heb je dit nog niet gedaan? De deadline voor het aanvragen van huur- en zorgtoeslag voor 2022 is 1 september 2023. Voor kinderopvangtoeslag geldt een termijn van drie maanden voor aanvraag.

Zowel particulieren als ondernemers die recht hebben op zorg- en huurtoeslag voor 2022 moeten deze vóór 1 september 2023 aanvragen. Individuen die gebruikmaken van een intermediair en die onder de becon-regeling vallen met hun inkomstenbelastingaangifte, hebben even lang uitstel voor de genoemde toeslagen in 2022 als voor hun inkomstenbelastingaangifte in 2022. Als dit uitstel afloopt vóór 1 september 2023, dan wordt deze datum tevens de uiterste aanvraagdatum voor de toeslagen in 2022.

Benieuwd of je recht hebt op huur- of zorgtoeslag voor 2022?

Bij de Dienst Toeslagen kun je een proefberekening maken om te bepalen of je in aanmerking komt voor huur- of zorgtoeslag voor het jaar 2022. Je kunt ook altijd contact op nemen met je CijferAdviseur die deze toeslagen bij je IB gelijk aan kan vragen.

Bron: Dienst Toeslagen en Belastingdienst brochure Beconregeling 2022

Categories
news Uncategorized

‘Accijnsverlaging brandstof wordt waarschijnlijk teruggedraaid per 1 januari 2024’

Het stukje Accijnsverlaging als extra korting op de prijs van brandstof gaat waarschijnlijk weg op 1 januari 2024. Maar de precieze prijzen kunnen nog veranderen door beslissingen die in augustus worden genomen en de bespreking van het Belastingplan 2024 in de Tweede Kamer. Dat heeft staatssecretaris Van Rij gezegd als antwoord op vragen van Kamerleden over de brandstofprijzen vanaf volgend jaar.

Ook gaat de belasting op brandstof aan het begin van elk jaar omhoog volgens een vaste regel. Dit jaar wordt dat verhoogd met 9,9%. In Europa zijn er bepaalde afspraken over de laagste belasting op brandstof. Landen mogen zelf kiezen om meer belasting te vragen. De brandstofprijs in buurlanden bepaalt niet onze prijzen. De regering kijkt naar veel dingen als ze de brandstofprijs vaststellen, zoals geld dat ze nodig hebben, het effect op het milieu en of het mensen aan de grens beïnvloedt.

Reiskostenvergoeding zonder belasting

De vergoeding voor reiskosten zonder belasting geldt voor alle kilometers die je voor je werk rijdt, ook als je bijvoorbeeld met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer gaat. Maar het is wel slim om te kijken naar wat een gemiddelde auto kost per kilometer. Dat hangt af van het soort auto en hoeveel die verbruikt.

Op 1 juli 2023 heeft Van Rij met de Kamer gedeeld wat de kosten zijn van een gemiddelde auto (klasse A tot en met C) in 2022, tussen de € 0,143 en € 0,189 per kilometer. Dat is lager dan de vergoeding van € 0,22 per kilometer die vanaf 2024 geldt. Tijdens de bespreking van het Belastingplan 2023 is gezegd dat ze gaan kijken of de vergoeding in 2024 naar € 0,23 per kilometer kan. Dat kost wel geld, dus ze moeten bedenken hoe ze dat gaan betalen. Daar wordt later in augustus over beslist.

Bron: Kamerbrief en beantwoording vragen van het lid Omtzigt over de brandstofaccijnstarieven per 1 januari 2024 geschoond, nr. 2023-0000188039, Ministerie van Financien, 23 augustus 2023

Categories
news Uncategorized

Zzp’en over de Grens: Handelsregister en Buitenlandse Werkzaamheden

Als zzp’er denk je eraan om in het buitenland te gaan werken. Je wilt Zzp’en over de grens. Maar wat gebeurt er met je bedrijf? Blijft het in Nederland of verhuis je het mee? Hier zijn vijf scenario’s om te beslissen waar je je bedrijf moet registreren als je in of vanuit het buitenland gaat werken.

Zorg voor de juiste registratie

Het is jouw verantwoordelijkheid om je bedrijf correct te registreren in het Handelsregister. Als je in het buitenland gaat werken, moet je controleren of je registratie moet worden aangepast en dit op tijd doen om problemen te voorkomen met instanties zoals de Belastingdienst of wetgeving in het land waar je gaat werken.

Melden bij KVK

Elke week verhuizen veel ondernemers naar het buitenland. Dit kan een tijdelijke verhuizing zijn of zelfs een volledige emigratie. In beide gevallen is het belangrijk dat je bedrijfsregistratie bij het Handelsregister up-to-date blijft.

Wanneer je naar het buitenland verhuist, krijgt de Kamer van Koophandel (KVK) een melding van de gemeente. De KVK zal dan contact met je opnemen om te weten of je bedrijf in Nederland blijft opereren. Het is echter jouw verantwoordelijkheid om te zorgen dat je gegevens correct zijn geregistreerd. Onjuiste of verouderde informatie kan problemen veroorzaken voor je bedrijf, klanten en leveranciers.

Geen activiteiten meer in Nederland

Als je geen activiteiten meer in Nederland hebt, moet je dit aan KVK doorgeven en je uitschrijven uit het Handelsregister. Dit geldt zelfs als je nog steeds Nederlandse klanten hebt. Met een buitenlands bedrijf kun je nog steeds Nederlandse klanten hebben, zonder dat je bij KVK staat geregistreerd.

Voorkom extra kosten

Als je jezelf niet uitschrijft, zal KVK je bedrijf automatisch uitschrijven als er bewijs is dat je geen bedrijf meer in Nederland hebt. Door zelf op tijd uit te schrijven, voorkom je dat je onnodig kosten maakt voor bijvoorbeeld belastingaangiftes, lidmaatschappen en verzekeringen in Nederland.

Werkzaamheden in Nederland

Als je na je verhuizing naar het buitenland af en toe nog in Nederland werkt, bijvoorbeeld voor klussen, blijft je bedrijf geregistreerd in het KVK Handelsregister. Je hebt dan wel een Nederlands bedrijfsadres nodig. Als dat niet mogelijk is, kun je soms toestemming krijgen van bijvoorbeeld een opdrachtgever of boekhouder om hun adres te gebruiken. Je moet daarvoor je buitenlandse privéadres aanmelden bij een van de negentien RNI-loketten (Registratie Niet-Ingezetenen).

Vijf Praktijkvoorbeelden

Hier zijn vijf uitgebreidere voorbeelden van zzp’ers die contact opnamen met KVK over hun verhuizing naar het buitenland:

IT-Consultant

Een IT-consultant verhuist naar Duitsland en blijft op afstand werken voor Nederlandse klanten. Hoewel hij geen fysieke aanwezigheid meer heeft in Nederland, behoudt hij zijn registratie in het KVK Handelsregister. Hij heeft wel een Nederlands bezoekadres nodig om zijn registratie te behouden, bijvoorbeeld van een zakelijke partner in Nederland.

Fotograaf

Een freelance fotograaf emigreert naar Australië en fotografeert voornamelijk evenementen daar. Aangezien al haar werkzaamheden in het buitenland plaatsvinden, moet ze haar bedrijf uitschrijven bij KVK. Ze kan echter nog steeds klanten in Nederland bedienen vanuit Australië en facturen sturen vanuit haar Australische registratie.

Vertaler

Een zelfstandige vertaler verhuist naar Canada en blijft vertaalwerk leveren aan Nederlandse klanten. Omdat al haar werkzaamheden vanuit het buitenland worden uitgevoerd, moet ze zich uitschrijven bij KVK. Ze kan haar activiteiten voortzetten vanuit Canada en Nederlandse klanten blijven bedienen.

Designer

Een grafisch ontwerper verhuist naar Zwitserland en werkt op afstand aan projecten voor Nederlandse opdrachtgevers. Omdat haar werkzaamheden nu buiten Nederland plaatsvinden, moet ze haar registratie bij KVK beëindigen. Ze kan haar diensten aanbieden vanuit Zwitserland en facturen sturen aan Nederlandse klanten vanuit haar Zwitserse bedrijfsregistratie.

E-commerce Ondernemer

De eigenaar van een online winkel in Nederland verhuist naar Italië. Hoewel zijn webwinkel voornamelijk aan Nederlandse klanten verkoopt, moet hij zijn bedrijf uitschrijven bij KVK, aangezien zijn activiteiten niet meer in Nederland plaatsvinden. Hij kan echter ervoor kiezen om zijn webwinkel btw-plichtig te houden in Nederland, afhankelijk van de omzetdrempels.

Algemene Ouderdomswet (AOW)

Ga je volledig in het buitenland werken of ondernemen? Dan vervalt de verplichte verzekering voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Dat betekent ook dat je dus niet meer meebetaald aan deze verzekering. Ieder jaar dat je in het buitenland werkt zorgt dus ook voor minder AOW. Ben je niet van plan om je hele leven in het buitenland te blijven, dan kan het verstandig zijn om jezelf bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vrijwillig te verzekeren.

Vraag Om Advies

Beschouw je verhuisplannen met je boekhouder en vraag om advies bij de Belastingdienst of ons CijferAdvies-team. Zorg ervoor dat je je gegevens op tijd bij KVK update, zodat je zonder zorgen naar het buitenland kunt gaan.

Categories
news Uncategorized

Verwachting van verplichte AOV in 2024

De regering heeft in samenwerking met werknemers- en werkgeversorganisaties een pensioenakkoord gesloten, waarin een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor ondernemers is opgenomen.

Het wetsvoorstel met betrekking tot het pensioenakkoord zal naar verwachting in het voorjaar van 2024 gereed zijn, volgens de regering. Als het voorstel wordt goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer, zal de wet worden ingevoerd. Belangrijkste kenmerken van de verplichte AOV

De exacte inhoud van de verplichte AOV is nog niet bekend. Het Ministerie van Sociale Zaken werkt momenteel aan de uitwerking van de wet op basis van een adviesrapport van de Stichting van de Arbeid.

Naar verwachting zullen de volgende hoofdlijnen van toepassing zijn:

  • Ondernemers die inkomstenbelasting betalen over de winst uit hun onderneming, zijn verplicht een AOV af te sluiten. Deze verplichting geldt ook voor meewerkende echtgenoten.
  • De jaarlijkse premie bedraagt tussen de 7,5 en 8 procent van het laatst verdiende inkomen. Als het laatstverdiende inkomen hoger is dan 143% van het wettelijk minimumloon, hoeft er geen premie betaald te worden over het meerdere bedrag.
  • De uitkering bij arbeidsongeschiktheid bedraagt 70 procent van het laatst verdiende inkomen (winst uit onderneming). De maximale uitkering is gelijk aan 100 procent van het wettelijk minimumloon.
  • In geval van arbeidsongeschiktheid dient de ondernemer het eerste jaar zelf financieel te overbruggen. Na dit jaar ontvangt de ondernemer de uitkering.
  • De premie is fiscaal aftrekbaar.

Voorbereid zijn op inkomensverlies

De specifieke regels en de datum van invoering van de verplichte AOV zijn nog niet bekend. Ondertussen kan er altijd iets gebeuren waardoor je niet in staat bent om te werken. Het is daarom belangrijk om na te denken over hoe je je financiën regelt in geval van arbeidsongeschiktheid.

AOV voor ondernemers

Met een AOV verzekeren ondernemers zich tegen inkomensverlies als gevolg van ziekte of arbeidsongeschiktheid. Op dit moment is een AOV niet verplicht. Veel zelfstandige ondernemers hebben dan ook geen AOV en hanteren andere oplossingen om het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid te beperken.

Bescherming voor alle werkenden

Een verplichte AOV voor ondernemers zal uiteindelijk alle werkenden in Nederland beschermen tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Dit zal resulteren in minder risico’s en kosten voor de samenleving als geheel.

Categories
news Uncategorized

Het beëindigen van een rechtspersoon via turboliquidatie

Turboliquidatie is de snelste manier om een rechtspersoon, zoals een besloten vennootschap, te beëindigen. Aan het einde van dit jaar zal de nieuwe Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking treden, waardoor schuldeisers de procedure gemakkelijker kunnen controleren.

Wat houdt turboliquidatie in?

Turboliquidatie is een methode om een rechtspersoon te beëindigen. Dit geldt onder andere voor besloten vennootschappen (bv’s), naamloze vennootschappen (nv’s), coöperaties en verenigingen. Turboliquidatie kan echter niet worden toegepast bij eenmanszaken of vennootschappen onder firma (vof’s). Vorig jaar werden ongeveer 50.000 rechtspersonen beëindigd, waarvan meer dan 90% via turboliquidatie.

Onmiddellijke beëindiging zonder activa

Voor turboliquidatie geldt een belangrijke voorwaarde: er mogen geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is meestal het moment waarop het ontbindingsbesluit wordt genomen. Als er geen activa zijn op het moment van ontbinding, wordt de rechtspersoon direct beëindigd. Vanwege de snelle afwikkeling wordt dit proces turboliquidatie genoemd. Het bestuur meldt de ontbinding aan bij de Kamer van Koophandel (KVK).

Als er wel activa aanwezig zijn op het moment van ontbinding, is turboliquidatie niet mogelijk en wordt de rechtspersoon niet direct beëindigd. In dat geval moet je de wettelijk voorgeschreven vereffeningsprocedure volgen, waarvan de stappen in de wet zijn vastgelegd. Als er meer schulden dan activa zijn, kunnen schuldeisers of de ondernemer een faillissement aanvragen.

Wat worden als activa beschouwd?

Onder activa vallen in ieder geval de aanwezige bezittingen binnen een onderneming, zoals:

  • Saldo op bankrekeningen
  • Inventaris en voorraden
  • Onroerend goed
  • Aandelen in andere bedrijven

Daarnaast worden ook vorderingen als activa beschouwd. Dit geldt voor vorderingen waarvan je zeker weet dat je ze nog zult ontvangen, evenals vorderingen die je zou kunnen innen. Voorbeelden van vorderingen zijn onder andere:

  • Uitstaande betalingen van debiteuren
  • Teruggave van waarborgsommen na verhuurperiodes
  • Vergoedingen die voortvloeien uit het beëindigen van een overeenkomst

Het begrip “activa” omvat meer dan je misschien denkt. Wees daarom voorzichtig bij het bepalen of er nog activa aanwezig zijn. Raadpleeg een (bedrijfs)jurist en een accountant voordat je een ontbindingsbesluit neemt.

Zorg voor vereffening activa vóór het moment van ontbinding

Turboliquidatie kan alleen worden toegepast als er geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is vaak het geval bij “lege” rechtspersonen zonder vermogen, zoals holdings die al geruime tijd niet actief zijn.

Turboliquidatie kan echter ook worden toegepast bij actieve rechtspersonen die nog activa hebben. In dat geval moet je de aanwezige activa vóór de ontbinding “vereffenen”. Je verkoopt alle bezittingen en betaalt zoveel mogelijk schuldeisers af. Hierbij houd je rekening met de belangen en rangorde van schuldeisers. Na de vereffening wordt het ontbindingsbesluit genomen.

Niet alle schulden afbetaald?

Heb je niet al je schulden afbetaald? Dat kan voorkomen, maar zelfs dan is turboliquidatie ook mogelijk. Als er (te)veel schulden zijn, kan het overwegen van het niet toepassen van turboliquidatie en het aanvragen van een faillissement een verstandige keuze zijn. Bij een faillissement schakel je een curator in, die veel ervaring heeft met het op de juiste manier afwikkelen van schulden.

Zijn er lopende (arbeids)overeenkomsten?

Als er nog lopende overeenkomsten zijn, zoals huurovereenkomsten of arbeidsovereenkomsten die niet zomaar kunnen worden beëindigd, is turboliquidatie ook geen goede keuze. Als je dit wel doet, loop je het risico dat je als bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld.

Nieuwe regels turboliquidatie

Turboliquidatie kan nadelig zijn voor schuldeisers, omdat ze plotseling te horen krijgen dat een onderneming niet meer bestaat. Bovendien hebben schuldeisers bij turboliquidatie geen inzicht in wat er met de activa is gebeurd. Ze kunnen niet controleren of alle activa op de juiste manier zijn vereffend en of een bestuurder sommige activa (bewust of onbewust) niet heeft gemeld.

Op 15 november 2023 treedt daarom de “Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie” in werking, die turboliquidatie transparanter moet maken voor schuldeisers en misbruik van turboliquidatie moet voorkomen.

De nieuwe regels zorgen ervoor dat het bestuur van de rechtspersoon financieel verantwoordelijk is bij turboliquidatie. Binnen veertien dagen na het ontbindingsbesluit moet het bestuur verschillende (financiële) documenten indienen bij de KVK. Zodra alles is ingediend, informeert het bestuur schuldeisers schriftelijk over de turboliquidatie, waarbij schuldeisers de documenten kunnen raadplegen bij de KVK. Dit stelt hen in staat om een betere beoordeling te maken of ze het eens zijn met de turboliquidatie. De nieuwe wet is tijdelijk en geldt ten minste twee jaar nadat deze in werking is getreden. Er bestaat echter een mogelijkheid dat er daarna een permanente wetgeving komt.

Risico’s bij een turboliquidatie

Turboliquidatie lijkt een snel en eenvoudig proces, maar er kleven ook risico’s aan. Als later blijkt dat er toch activa zijn of dat turboliquidatie (bewust of onbewust) verkeerd is toegepast, kunnen schuldeisers de rechtbank vragen om de vereffening te heropenen. Ze kunnen ook een faillissement aanvragen voor de al beëindigde rechtspersoon.

In sommige gevallen kunnen schuldeisers de voormalige bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen via de rechtbank. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bestuurder opzettelijk onrechtmatig heeft gehandeld, bijvoorbeeld door bepaalde schuldeisers voorrang te geven terwijl anderen eerst betaald hadden moeten worden, zonder rekening te houden met de rangorde van schuldeisers. Een andere situatie is wanneer een bestuurder opzettelijk activa verbergt en toch gebruikmaakt van turboliquidatie.

Het Openbaar Ministerie kan in bepaalde gevallen bij de rechtbank een bestuursverbod aanvragen, waardoor de bestuurder maximaal vijf jaar geen bestuurder mag zijn van enige andere onderneming. Daarnaast ben je strafbaar als je opzettelijk niet voldoet aan de nieuwe verantwoordingsplicht.

Ben je aan het twijfelen over het beëindigen van je onderneming? We kunnen bij CijferAdvies advies geven over de mogelijkheden. Onthoud dat een turboliquidatie niet je enige optie is. Er is meer mogelijk dan je denkt, zoals onze intensive care voor ondernemingen!

Categories
news Uncategorized

De impact van schuldsanering op je bedrijf: Wat je moet weten

Het kan iedere ondernemer overkomen. Je komt onverhoopt in een situatie, waarin schuldsanering je enige optie lijkt. Dit heeft echter gevolgen voor je bedrijf. In veel gevallen zul je moeten stoppen met je eenmanszaak of worden de aandelen van je besloten vennootschap verkocht.

Wanneer je te maken krijgt met betalingsachterstanden en oplopende schulden, dan kom je niet direct in aanmerking voor de Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). In eerste instantie dien je een minnelijk traject te doorlopen, waarbij de gemeente helpt bij het treffen van betalingsregelingen voor deze problematische schulden.

Als dit niet succesvol blijkt te zijn, kan de rechter je toelaten tot de Wsnp. Er wordt dan een bewindvoerder aangesteld die verantwoordelijk is voor het beheer van je inkomen, het verstrekken van leefgeld en het maken van afspraken met schuldeisers over betalingsregelingen. Na een periode van 18 maanden in de Wsnp ben je vrij van schulden.

Dit vormt een belangrijk verschil met een persoonlijk faillissement, waarbij schuldeisers ook na afwikkeling van het faillissement nog steeds betaling kunnen eisen.

Wsnp en de invloed op je bedrijf

Als je te maken hebt met problematische schulden, zowel persoonlijk als binnen je bedrijf, kom je mogelijk in aanmerking voor de Wsnp. Dit geldt met name voor ondernemingen met een rechtsvorm waarbij je persoonlijk aansprakelijk bent, zoals een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), maatschap of commanditaire vennootschap (cv). Wanneer je wordt toegelaten tot de schuldsanering, zul je doorgaans moeten stoppen met je bedrijf.

Als aandeelhouder van een besloten vennootschap (bv) of bestuurder van een vereniging, coöperatie of stichting, ben je doorgaans niet persoonlijk verantwoordelijk voor de schulden van deze organisaties. Hierdoor kun je geen gebruik maken van de schuldsanering voor deze schulden. Echter, als je te maken hebt met problematische privéschulden, kom je wel in aanmerking voor de Wsnp. Dit kan echter gevolgen hebben voor je positie als bestuurder en zelfs resulteren in het verlies van je bv.

Wsnp en eenmanszaak

Wanneer je als gevolg van privéschulden of schulden binnen je eenmanszaak in de Wsnp terechtkomt, zal de rechter meestal besluiten dat je je bedrijf moet beëindigen. In het geval dat je wel door mag gaan met je eenmanszaak, dien je je inkomen uit het bedrijf te gebruiken om schulden af te lossen.

Als de rechter beslist dat je eenmanszaak moet worden stopgezet, dien je op alternatieve wijze zoveel mogelijk schulden af te betalen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren met behulp van inkomsten uit een baan.

Wsnp en maat of vennoot

Wanneer je wordt toegelaten tot de schuldsanering, dien je doorgaans te stoppen als maat of vennoot. Dit betekent automatisch het einde van de vof, cv of maatschap, tenzij er bij de oprichting andere afspraken zijn gemaakt. Als er slechts één maat of vennoot overblijft, zal het samenwerkingsverband altijd eindigen. In sommige gevallen kan de rechter echter toestaan dat je maat of vennoot blijft. Hierdoor blijft ook het samenwerkingsverband bestaan. De bewindvoerder moet vervolgens toestemming geven voor elke beslissing die je als maat of vennoot neemt, bijvoorbeeld wanneer de maatschap, vof of cv een nieuwe opdracht aangaat.

Je kunt toegang tot de schuldsanering aanvragen vanwege problematische privéschulden. Echter, voor schulden binnen de maatschap, vof of cv kun je ook een beroep doen op de Wsnp. Je bent namelijk persoonlijk aansprakelijk bent voor deze schulden. Elke maat of vennoot kan individueel een verzoek tot toelating tot de Wsnp indienen.

Wsnp en bv

Een bv heeft een eigen rechtspersoonlijkheid, maar het is toch mogelijk dat je je bedrijf verliest wanneer je in de Wsnp terechtkomt vanwege persoonlijke schulden. Dit komt doordat de bewindvoerder aandelen van je bv, die in privébezit zijn, mag verkopen. Als je ook bestuurder bent van het bedrijf, bepalen de nieuwe eigenaren of je kunt aanblijven. De opbrengst van de verkoop wordt gebruikt om de schulden af te lossen.

Doordat een bv een eigen rechtspersoonlijkheid heeft, ben je niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf. Dit geldt voor aandeelhouders en meestal ook voor bestuurders. Echter, als bestuurders niet adequaat omgaan met hun verantwoordelijkheden, kunnen zij wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. De bv is niet verantwoordelijk voor privéschulden.

Wsnp en bestuurder

Wanneer je in de Wsnp zit, mag je doorgaans bestuurder blijven van een vereniging, coöperatie of stichting, tenzij de statuten aangeven dat een bestuurder niet in de schuldsanering mag verkeren. Statuten vormen de regels van een vereniging, coöperatie of stichting.

Deze rechtsvormen zijn niet verantwoordelijk voor je privéschulden. Mocht de vereniging, coöperatie of stichting te maken krijgen met problematische schulden of failliet gaan, dan heeft dit geen persoonlijke gevolgen voor jou. Echter, als je niet adequaat omgaat met je verantwoordelijkheden als bestuurder, kan je wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.