Categories
news Uncategorized

‘Accijnsverlaging brandstof wordt waarschijnlijk teruggedraaid per 1 januari 2024’

Het stukje Accijnsverlaging als extra korting op de prijs van brandstof gaat waarschijnlijk weg op 1 januari 2024. Maar de precieze prijzen kunnen nog veranderen door beslissingen die in augustus worden genomen en de bespreking van het Belastingplan 2024 in de Tweede Kamer. Dat heeft staatssecretaris Van Rij gezegd als antwoord op vragen van Kamerleden over de brandstofprijzen vanaf volgend jaar.

Ook gaat de belasting op brandstof aan het begin van elk jaar omhoog volgens een vaste regel. Dit jaar wordt dat verhoogd met 9,9%. In Europa zijn er bepaalde afspraken over de laagste belasting op brandstof. Landen mogen zelf kiezen om meer belasting te vragen. De brandstofprijs in buurlanden bepaalt niet onze prijzen. De regering kijkt naar veel dingen als ze de brandstofprijs vaststellen, zoals geld dat ze nodig hebben, het effect op het milieu en of het mensen aan de grens beïnvloedt.

Reiskostenvergoeding zonder belasting

De vergoeding voor reiskosten zonder belasting geldt voor alle kilometers die je voor je werk rijdt, ook als je bijvoorbeeld met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer gaat. Maar het is wel slim om te kijken naar wat een gemiddelde auto kost per kilometer. Dat hangt af van het soort auto en hoeveel die verbruikt.

Op 1 juli 2023 heeft Van Rij met de Kamer gedeeld wat de kosten zijn van een gemiddelde auto (klasse A tot en met C) in 2022, tussen de € 0,143 en € 0,189 per kilometer. Dat is lager dan de vergoeding van € 0,22 per kilometer die vanaf 2024 geldt. Tijdens de bespreking van het Belastingplan 2023 is gezegd dat ze gaan kijken of de vergoeding in 2024 naar € 0,23 per kilometer kan. Dat kost wel geld, dus ze moeten bedenken hoe ze dat gaan betalen. Daar wordt later in augustus over beslist.

Bron: Kamerbrief en beantwoording vragen van het lid Omtzigt over de brandstofaccijnstarieven per 1 januari 2024 geschoond, nr. 2023-0000188039, Ministerie van Financien, 23 augustus 2023

Categories
news Uncategorized

Zzp’en over de Grens: Handelsregister en Buitenlandse Werkzaamheden

Als zzp’er denk je eraan om in het buitenland te gaan werken. Je wilt Zzp’en over de grens. Maar wat gebeurt er met je bedrijf? Blijft het in Nederland of verhuis je het mee? Hier zijn vijf scenario’s om te beslissen waar je je bedrijf moet registreren als je in of vanuit het buitenland gaat werken.

Zorg voor de juiste registratie

Het is jouw verantwoordelijkheid om je bedrijf correct te registreren in het Handelsregister. Als je in het buitenland gaat werken, moet je controleren of je registratie moet worden aangepast en dit op tijd doen om problemen te voorkomen met instanties zoals de Belastingdienst of wetgeving in het land waar je gaat werken.

Melden bij KVK

Elke week verhuizen veel ondernemers naar het buitenland. Dit kan een tijdelijke verhuizing zijn of zelfs een volledige emigratie. In beide gevallen is het belangrijk dat je bedrijfsregistratie bij het Handelsregister up-to-date blijft.

Wanneer je naar het buitenland verhuist, krijgt de Kamer van Koophandel (KVK) een melding van de gemeente. De KVK zal dan contact met je opnemen om te weten of je bedrijf in Nederland blijft opereren. Het is echter jouw verantwoordelijkheid om te zorgen dat je gegevens correct zijn geregistreerd. Onjuiste of verouderde informatie kan problemen veroorzaken voor je bedrijf, klanten en leveranciers.

Geen activiteiten meer in Nederland

Als je geen activiteiten meer in Nederland hebt, moet je dit aan KVK doorgeven en je uitschrijven uit het Handelsregister. Dit geldt zelfs als je nog steeds Nederlandse klanten hebt. Met een buitenlands bedrijf kun je nog steeds Nederlandse klanten hebben, zonder dat je bij KVK staat geregistreerd.

Voorkom extra kosten

Als je jezelf niet uitschrijft, zal KVK je bedrijf automatisch uitschrijven als er bewijs is dat je geen bedrijf meer in Nederland hebt. Door zelf op tijd uit te schrijven, voorkom je dat je onnodig kosten maakt voor bijvoorbeeld belastingaangiftes, lidmaatschappen en verzekeringen in Nederland.

Werkzaamheden in Nederland

Als je na je verhuizing naar het buitenland af en toe nog in Nederland werkt, bijvoorbeeld voor klussen, blijft je bedrijf geregistreerd in het KVK Handelsregister. Je hebt dan wel een Nederlands bedrijfsadres nodig. Als dat niet mogelijk is, kun je soms toestemming krijgen van bijvoorbeeld een opdrachtgever of boekhouder om hun adres te gebruiken. Je moet daarvoor je buitenlandse privéadres aanmelden bij een van de negentien RNI-loketten (Registratie Niet-Ingezetenen).

Vijf Praktijkvoorbeelden

Hier zijn vijf uitgebreidere voorbeelden van zzp’ers die contact opnamen met KVK over hun verhuizing naar het buitenland:

IT-Consultant

Een IT-consultant verhuist naar Duitsland en blijft op afstand werken voor Nederlandse klanten. Hoewel hij geen fysieke aanwezigheid meer heeft in Nederland, behoudt hij zijn registratie in het KVK Handelsregister. Hij heeft wel een Nederlands bezoekadres nodig om zijn registratie te behouden, bijvoorbeeld van een zakelijke partner in Nederland.

Fotograaf

Een freelance fotograaf emigreert naar Australië en fotografeert voornamelijk evenementen daar. Aangezien al haar werkzaamheden in het buitenland plaatsvinden, moet ze haar bedrijf uitschrijven bij KVK. Ze kan echter nog steeds klanten in Nederland bedienen vanuit Australië en facturen sturen vanuit haar Australische registratie.

Vertaler

Een zelfstandige vertaler verhuist naar Canada en blijft vertaalwerk leveren aan Nederlandse klanten. Omdat al haar werkzaamheden vanuit het buitenland worden uitgevoerd, moet ze zich uitschrijven bij KVK. Ze kan haar activiteiten voortzetten vanuit Canada en Nederlandse klanten blijven bedienen.

Designer

Een grafisch ontwerper verhuist naar Zwitserland en werkt op afstand aan projecten voor Nederlandse opdrachtgevers. Omdat haar werkzaamheden nu buiten Nederland plaatsvinden, moet ze haar registratie bij KVK beëindigen. Ze kan haar diensten aanbieden vanuit Zwitserland en facturen sturen aan Nederlandse klanten vanuit haar Zwitserse bedrijfsregistratie.

E-commerce Ondernemer

De eigenaar van een online winkel in Nederland verhuist naar Italië. Hoewel zijn webwinkel voornamelijk aan Nederlandse klanten verkoopt, moet hij zijn bedrijf uitschrijven bij KVK, aangezien zijn activiteiten niet meer in Nederland plaatsvinden. Hij kan echter ervoor kiezen om zijn webwinkel btw-plichtig te houden in Nederland, afhankelijk van de omzetdrempels.

Algemene Ouderdomswet (AOW)

Ga je volledig in het buitenland werken of ondernemen? Dan vervalt de verplichte verzekering voor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Dat betekent ook dat je dus niet meer meebetaald aan deze verzekering. Ieder jaar dat je in het buitenland werkt zorgt dus ook voor minder AOW. Ben je niet van plan om je hele leven in het buitenland te blijven, dan kan het verstandig zijn om jezelf bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vrijwillig te verzekeren.

Vraag Om Advies

Beschouw je verhuisplannen met je boekhouder en vraag om advies bij de Belastingdienst of ons CijferAdvies-team. Zorg ervoor dat je je gegevens op tijd bij KVK update, zodat je zonder zorgen naar het buitenland kunt gaan.

Categories
news Uncategorized

Verwachting van verplichte AOV in 2024

De regering heeft in samenwerking met werknemers- en werkgeversorganisaties een pensioenakkoord gesloten, waarin een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor ondernemers is opgenomen.

Het wetsvoorstel met betrekking tot het pensioenakkoord zal naar verwachting in het voorjaar van 2024 gereed zijn, volgens de regering. Als het voorstel wordt goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer, zal de wet worden ingevoerd. Belangrijkste kenmerken van de verplichte AOV

De exacte inhoud van de verplichte AOV is nog niet bekend. Het Ministerie van Sociale Zaken werkt momenteel aan de uitwerking van de wet op basis van een adviesrapport van de Stichting van de Arbeid.

Naar verwachting zullen de volgende hoofdlijnen van toepassing zijn:

  • Ondernemers die inkomstenbelasting betalen over de winst uit hun onderneming, zijn verplicht een AOV af te sluiten. Deze verplichting geldt ook voor meewerkende echtgenoten.
  • De jaarlijkse premie bedraagt tussen de 7,5 en 8 procent van het laatst verdiende inkomen. Als het laatstverdiende inkomen hoger is dan 143% van het wettelijk minimumloon, hoeft er geen premie betaald te worden over het meerdere bedrag.
  • De uitkering bij arbeidsongeschiktheid bedraagt 70 procent van het laatst verdiende inkomen (winst uit onderneming). De maximale uitkering is gelijk aan 100 procent van het wettelijk minimumloon.
  • In geval van arbeidsongeschiktheid dient de ondernemer het eerste jaar zelf financieel te overbruggen. Na dit jaar ontvangt de ondernemer de uitkering.
  • De premie is fiscaal aftrekbaar.

Voorbereid zijn op inkomensverlies

De specifieke regels en de datum van invoering van de verplichte AOV zijn nog niet bekend. Ondertussen kan er altijd iets gebeuren waardoor je niet in staat bent om te werken. Het is daarom belangrijk om na te denken over hoe je je financiën regelt in geval van arbeidsongeschiktheid.

AOV voor ondernemers

Met een AOV verzekeren ondernemers zich tegen inkomensverlies als gevolg van ziekte of arbeidsongeschiktheid. Op dit moment is een AOV niet verplicht. Veel zelfstandige ondernemers hebben dan ook geen AOV en hanteren andere oplossingen om het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid te beperken.

Bescherming voor alle werkenden

Een verplichte AOV voor ondernemers zal uiteindelijk alle werkenden in Nederland beschermen tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Dit zal resulteren in minder risico’s en kosten voor de samenleving als geheel.

Categories
news Uncategorized

Het beëindigen van een rechtspersoon via turboliquidatie

Turboliquidatie is de snelste manier om een rechtspersoon, zoals een besloten vennootschap, te beëindigen. Aan het einde van dit jaar zal de nieuwe Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking treden, waardoor schuldeisers de procedure gemakkelijker kunnen controleren.

Wat houdt turboliquidatie in?

Turboliquidatie is een methode om een rechtspersoon te beëindigen. Dit geldt onder andere voor besloten vennootschappen (bv’s), naamloze vennootschappen (nv’s), coöperaties en verenigingen. Turboliquidatie kan echter niet worden toegepast bij eenmanszaken of vennootschappen onder firma (vof’s). Vorig jaar werden ongeveer 50.000 rechtspersonen beëindigd, waarvan meer dan 90% via turboliquidatie.

Onmiddellijke beëindiging zonder activa

Voor turboliquidatie geldt een belangrijke voorwaarde: er mogen geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is meestal het moment waarop het ontbindingsbesluit wordt genomen. Als er geen activa zijn op het moment van ontbinding, wordt de rechtspersoon direct beëindigd. Vanwege de snelle afwikkeling wordt dit proces turboliquidatie genoemd. Het bestuur meldt de ontbinding aan bij de Kamer van Koophandel (KVK).

Als er wel activa aanwezig zijn op het moment van ontbinding, is turboliquidatie niet mogelijk en wordt de rechtspersoon niet direct beëindigd. In dat geval moet je de wettelijk voorgeschreven vereffeningsprocedure volgen, waarvan de stappen in de wet zijn vastgelegd. Als er meer schulden dan activa zijn, kunnen schuldeisers of de ondernemer een faillissement aanvragen.

Wat worden als activa beschouwd?

Onder activa vallen in ieder geval de aanwezige bezittingen binnen een onderneming, zoals:

  • Saldo op bankrekeningen
  • Inventaris en voorraden
  • Onroerend goed
  • Aandelen in andere bedrijven

Daarnaast worden ook vorderingen als activa beschouwd. Dit geldt voor vorderingen waarvan je zeker weet dat je ze nog zult ontvangen, evenals vorderingen die je zou kunnen innen. Voorbeelden van vorderingen zijn onder andere:

  • Uitstaande betalingen van debiteuren
  • Teruggave van waarborgsommen na verhuurperiodes
  • Vergoedingen die voortvloeien uit het beëindigen van een overeenkomst

Het begrip “activa” omvat meer dan je misschien denkt. Wees daarom voorzichtig bij het bepalen of er nog activa aanwezig zijn. Raadpleeg een (bedrijfs)jurist en een accountant voordat je een ontbindingsbesluit neemt.

Zorg voor vereffening activa vóór het moment van ontbinding

Turboliquidatie kan alleen worden toegepast als er geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is vaak het geval bij “lege” rechtspersonen zonder vermogen, zoals holdings die al geruime tijd niet actief zijn.

Turboliquidatie kan echter ook worden toegepast bij actieve rechtspersonen die nog activa hebben. In dat geval moet je de aanwezige activa vóór de ontbinding “vereffenen”. Je verkoopt alle bezittingen en betaalt zoveel mogelijk schuldeisers af. Hierbij houd je rekening met de belangen en rangorde van schuldeisers. Na de vereffening wordt het ontbindingsbesluit genomen.

Niet alle schulden afbetaald?

Heb je niet al je schulden afbetaald? Dat kan voorkomen, maar zelfs dan is turboliquidatie ook mogelijk. Als er (te)veel schulden zijn, kan het overwegen van het niet toepassen van turboliquidatie en het aanvragen van een faillissement een verstandige keuze zijn. Bij een faillissement schakel je een curator in, die veel ervaring heeft met het op de juiste manier afwikkelen van schulden.

Zijn er lopende (arbeids)overeenkomsten?

Als er nog lopende overeenkomsten zijn, zoals huurovereenkomsten of arbeidsovereenkomsten die niet zomaar kunnen worden beëindigd, is turboliquidatie ook geen goede keuze. Als je dit wel doet, loop je het risico dat je als bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld.

Nieuwe regels turboliquidatie

Turboliquidatie kan nadelig zijn voor schuldeisers, omdat ze plotseling te horen krijgen dat een onderneming niet meer bestaat. Bovendien hebben schuldeisers bij turboliquidatie geen inzicht in wat er met de activa is gebeurd. Ze kunnen niet controleren of alle activa op de juiste manier zijn vereffend en of een bestuurder sommige activa (bewust of onbewust) niet heeft gemeld.

Op 15 november 2023 treedt daarom de “Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie” in werking, die turboliquidatie transparanter moet maken voor schuldeisers en misbruik van turboliquidatie moet voorkomen.

De nieuwe regels zorgen ervoor dat het bestuur van de rechtspersoon financieel verantwoordelijk is bij turboliquidatie. Binnen veertien dagen na het ontbindingsbesluit moet het bestuur verschillende (financiële) documenten indienen bij de KVK. Zodra alles is ingediend, informeert het bestuur schuldeisers schriftelijk over de turboliquidatie, waarbij schuldeisers de documenten kunnen raadplegen bij de KVK. Dit stelt hen in staat om een betere beoordeling te maken of ze het eens zijn met de turboliquidatie. De nieuwe wet is tijdelijk en geldt ten minste twee jaar nadat deze in werking is getreden. Er bestaat echter een mogelijkheid dat er daarna een permanente wetgeving komt.

Risico’s bij een turboliquidatie

Turboliquidatie lijkt een snel en eenvoudig proces, maar er kleven ook risico’s aan. Als later blijkt dat er toch activa zijn of dat turboliquidatie (bewust of onbewust) verkeerd is toegepast, kunnen schuldeisers de rechtbank vragen om de vereffening te heropenen. Ze kunnen ook een faillissement aanvragen voor de al beëindigde rechtspersoon.

In sommige gevallen kunnen schuldeisers de voormalige bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen via de rechtbank. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bestuurder opzettelijk onrechtmatig heeft gehandeld, bijvoorbeeld door bepaalde schuldeisers voorrang te geven terwijl anderen eerst betaald hadden moeten worden, zonder rekening te houden met de rangorde van schuldeisers. Een andere situatie is wanneer een bestuurder opzettelijk activa verbergt en toch gebruikmaakt van turboliquidatie.

Het Openbaar Ministerie kan in bepaalde gevallen bij de rechtbank een bestuursverbod aanvragen, waardoor de bestuurder maximaal vijf jaar geen bestuurder mag zijn van enige andere onderneming. Daarnaast ben je strafbaar als je opzettelijk niet voldoet aan de nieuwe verantwoordingsplicht.

Ben je aan het twijfelen over het beëindigen van je onderneming? We kunnen bij CijferAdvies advies geven over de mogelijkheden. Onthoud dat een turboliquidatie niet je enige optie is. Er is meer mogelijk dan je denkt, zoals onze intensive care voor ondernemingen!

Categories
news Uncategorized

De impact van schuldsanering op je bedrijf: Wat je moet weten

Het kan iedere ondernemer overkomen. Je komt onverhoopt in een situatie, waarin schuldsanering je enige optie lijkt. Dit heeft echter gevolgen voor je bedrijf. In veel gevallen zul je moeten stoppen met je eenmanszaak of worden de aandelen van je besloten vennootschap verkocht.

Wanneer je te maken krijgt met betalingsachterstanden en oplopende schulden, dan kom je niet direct in aanmerking voor de Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). In eerste instantie dien je een minnelijk traject te doorlopen, waarbij de gemeente helpt bij het treffen van betalingsregelingen voor deze problematische schulden.

Als dit niet succesvol blijkt te zijn, kan de rechter je toelaten tot de Wsnp. Er wordt dan een bewindvoerder aangesteld die verantwoordelijk is voor het beheer van je inkomen, het verstrekken van leefgeld en het maken van afspraken met schuldeisers over betalingsregelingen. Na een periode van 18 maanden in de Wsnp ben je vrij van schulden.

Dit vormt een belangrijk verschil met een persoonlijk faillissement, waarbij schuldeisers ook na afwikkeling van het faillissement nog steeds betaling kunnen eisen.

Wsnp en de invloed op je bedrijf

Als je te maken hebt met problematische schulden, zowel persoonlijk als binnen je bedrijf, kom je mogelijk in aanmerking voor de Wsnp. Dit geldt met name voor ondernemingen met een rechtsvorm waarbij je persoonlijk aansprakelijk bent, zoals een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), maatschap of commanditaire vennootschap (cv). Wanneer je wordt toegelaten tot de schuldsanering, zul je doorgaans moeten stoppen met je bedrijf.

Als aandeelhouder van een besloten vennootschap (bv) of bestuurder van een vereniging, coöperatie of stichting, ben je doorgaans niet persoonlijk verantwoordelijk voor de schulden van deze organisaties. Hierdoor kun je geen gebruik maken van de schuldsanering voor deze schulden. Echter, als je te maken hebt met problematische privéschulden, kom je wel in aanmerking voor de Wsnp. Dit kan echter gevolgen hebben voor je positie als bestuurder en zelfs resulteren in het verlies van je bv.

Wsnp en eenmanszaak

Wanneer je als gevolg van privéschulden of schulden binnen je eenmanszaak in de Wsnp terechtkomt, zal de rechter meestal besluiten dat je je bedrijf moet beëindigen. In het geval dat je wel door mag gaan met je eenmanszaak, dien je je inkomen uit het bedrijf te gebruiken om schulden af te lossen.

Als de rechter beslist dat je eenmanszaak moet worden stopgezet, dien je op alternatieve wijze zoveel mogelijk schulden af te betalen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren met behulp van inkomsten uit een baan.

Wsnp en maat of vennoot

Wanneer je wordt toegelaten tot de schuldsanering, dien je doorgaans te stoppen als maat of vennoot. Dit betekent automatisch het einde van de vof, cv of maatschap, tenzij er bij de oprichting andere afspraken zijn gemaakt. Als er slechts één maat of vennoot overblijft, zal het samenwerkingsverband altijd eindigen. In sommige gevallen kan de rechter echter toestaan dat je maat of vennoot blijft. Hierdoor blijft ook het samenwerkingsverband bestaan. De bewindvoerder moet vervolgens toestemming geven voor elke beslissing die je als maat of vennoot neemt, bijvoorbeeld wanneer de maatschap, vof of cv een nieuwe opdracht aangaat.

Je kunt toegang tot de schuldsanering aanvragen vanwege problematische privéschulden. Echter, voor schulden binnen de maatschap, vof of cv kun je ook een beroep doen op de Wsnp. Je bent namelijk persoonlijk aansprakelijk bent voor deze schulden. Elke maat of vennoot kan individueel een verzoek tot toelating tot de Wsnp indienen.

Wsnp en bv

Een bv heeft een eigen rechtspersoonlijkheid, maar het is toch mogelijk dat je je bedrijf verliest wanneer je in de Wsnp terechtkomt vanwege persoonlijke schulden. Dit komt doordat de bewindvoerder aandelen van je bv, die in privébezit zijn, mag verkopen. Als je ook bestuurder bent van het bedrijf, bepalen de nieuwe eigenaren of je kunt aanblijven. De opbrengst van de verkoop wordt gebruikt om de schulden af te lossen.

Doordat een bv een eigen rechtspersoonlijkheid heeft, ben je niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf. Dit geldt voor aandeelhouders en meestal ook voor bestuurders. Echter, als bestuurders niet adequaat omgaan met hun verantwoordelijkheden, kunnen zij wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. De bv is niet verantwoordelijk voor privéschulden.

Wsnp en bestuurder

Wanneer je in de Wsnp zit, mag je doorgaans bestuurder blijven van een vereniging, coöperatie of stichting, tenzij de statuten aangeven dat een bestuurder niet in de schuldsanering mag verkeren. Statuten vormen de regels van een vereniging, coöperatie of stichting.

Deze rechtsvormen zijn niet verantwoordelijk voor je privéschulden. Mocht de vereniging, coöperatie of stichting te maken krijgen met problematische schulden of failliet gaan, dan heeft dit geen persoonlijke gevolgen voor jou. Echter, als je niet adequaat omgaat met je verantwoordelijkheden als bestuurder, kan je wel persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Categories
news Uncategorized

FOR beëindigd: Hoe zorg je voor je pensioen als ondernemer?

Per 1 januari 2023 is de opbouw van de fiscale oudedagsreserve (FOR) voor ondernemers in de inkomstenbelasting stopgezet.  Hoe bouw je nu pensioen op als ondernemer? Bij CijferAdvies begrijpen we dat pensioenplanning een cruciaal onderdeel is van jouw financiële toekomst. Daarom delen we graag onze expertise om je te helpen bij het maken van weloverwogen beslissingen. Ontdek de mogelijkheden en creëer een solide pensioenbasis voor een zorgeloze toekomst.

Je kunt bijvoorbeeld jouw opgebouwde oudedagsreserve behouden of overzetten naar een ander pensioenproduct. Bovendien zijn er diverse opties beschikbaar om nieuw pensioenvermogen op te bouwen. Want laten we eerlijk zijn, enkel vertrouwen op de AOW kan onvoldoende zijn om jouw gewenste levensstandaard te behouden.

Wat is de fiscale oudedagsreserve (FOR)?

De fiscale oudedagsreserve (FOR) is van toepassing op ondernemers in een eenmanszaak, vof, maatschap en cv. Ongeveer een derde van de ondernemers maakt gebruik van deze regeling. Hoewel de FOR de naam oudedagsreserve draagt, is het geen daadwerkelijk pensioen. Toch kon er een soort van pensioen als ondernemer mee opgebouwd worden. Bij het sparen voor je pensioen zet je geld opzij voor je oude dag. De FOR is slechts een uitstel van belasting op een deel van de winst van je bedrijf. Het is niet verplicht om het onbelaste deel van de winst apart te zetten op een geblokkeerde bankspaarrekening of een lijfrente te kopen. In de praktijk gebruiken veel ondernemers het geld juist binnen hun onderneming.

Veranderingen na 1 januari 2023

Sinds 1 januari 2023 is het niet langer mogelijk om de FOR verder op te bouwen. Als je al een FOR hebt opgebouwd? Dan kun je deze volgens de oude regels afwikkelen. Je kunt het in sommige gevallen ook behouden of overzetten naar een nieuw pensioen product.

Wat te doen met je bestaande FOR?

Het opgebouwde bedrag in de FOR kan blijven staan, maar het betekent niet dat je automatisch een pensioenregeling hebt. Je kunt ervoor kiezen om pensioen op te bouwen door bijvoorbeeld een lijfrente te kopen of te gaan sparen via een bank. Het bedrag in de FOR neemt dan af met hetzelfde bedrag als je inlegt voor lijfrente of sparen.

Het vrijgekomen bedrag van de FOR wordt bij de winst opgeteld, en de inleg voor de lijfrente of het sparen is aftrekbaar. Hierdoor betaal je per saldo geen belasting op het moment van omzetten. Bij uitkeringen uit de lijfrente of het sparen in de toekomst wordt er wel belasting ingehouden.

Tot het moment dat je stopt met je onderneming, kun je ervoor kiezen om je FOR om te zetten in een lijfrente of bankspaarrekening. Hiervoor is wel contant geld nodig. Als je bij het beëindigen van je onderneming nog een FOR-stand hebt, wordt dat bedrag toegevoegd aan de winst van dat jaar. Je moet dan belasting over dat bedrag betalen.

Soorten pensioenvoorzieningen voor ondernemers

Als ondernemer kun je op verschillende manieren pensioen opbouwen naast je AOW, ook als je al bij een verplicht pensioenfonds bent aangesloten. Je kunt zelf sparen of beleggen, sparen of een pensioenproduct kopen bij een verzekeraar of andere aanbieder. Het kan handig zijn om de hulp in te schakelen van een onafhankelijk financieel adviseur of pensioenadviseur. Je kunt ook zelf verschillende producten en spaarmethoden vergelijken om inzicht te krijgen in het rendement. Hieronder vind je een aantal alternatieve spaarmogelijkheden voor je pensioen. Het is ook mogelijk om deze te combineren voor meer rendement en flexibiliteit.

Privé sparen of beleggen

Bij privé sparen is een deel van het vermogen vrijgesteld van belasting, het zogenaamde heffingsvrij vermogen. Het bedrag boven dit vrijgestelde deel wordt belast in box 3 van de inkomstenbelasting. Het nadeel van privé sparen is dat het vermogen nauwelijks groeit bij een lage rente. Beleggen brengt meer risico met zich mee, maar kan op de lange termijn mogelijk hogere rendementen opleveren.

Sparen of fiscaal pensioensparen

Bij sparen voor pensioen kun je maandelijks een bedrag sparen dat je tot een bepaald maximumbedrag kunt aftrekken van de belasting. Het saldo op je bankspaarrekening is vrijgesteld van belasting in box 3 van de inkomstenbelasting. Je kunt zelf de start van periodieke uitkeringen bepalen, maar deze moeten uiterlijk vijf jaar na de AOW-leeftijd van de rekeninghouder beginnen. Tot die tijd blijft het geld vaststaan.

Sparen via een commerciële pensioenaanbieder

Commerciële aanbieders, zoals verzekeringsmaatschappijen, bieden verschillende pensioenproducten aan. Denk hierbij aan lijfrentes, koopsompolissen en zzp-pensioenen. Bij een zzp-pensioen fungeert de inleg ook als buffer bij arbeidsongeschiktheid. Als je arbeidsongeschikt raakt, kun je het zzp-pensioen laten uitkeren om van te leven.

Zorg voor pensioenopbouw

Als je nog niet bent begonnen met het opbouwen van pensioen, is het raadzaam om te berekenen of alleen AOW voldoende is om je levensstijl na je pensionering voort te zetten. Ongeacht je leeftijd geldt: hoe eerder je begint met pensioenopbouw, hoe gemakkelijker het is om voldoende pensioenvermogen op te bouwen om later van te kunnen rondkomen of zelfs eerder met pensioen te gaan.

Wil je meer weten over pensioenopbouw?

Wil je jouw opgebouwde pensioenstatus bekijken? Bezoek Mijnpensioenoverzicht.nl voor een overzichtelijk inzicht. Bij CijferAdvies staan we klaar om je te helpen bij het plannen van een solide pensioen.

Categories
news Uncategorized

5 tips voor de aangifte inkomstenbelasting 2022

De aangifte inkomstenbelasting 2022 komt er weer aan! Hoewel het invullen van de aangifte voor veel ondernemers geen favoriete bezigheid is, hoeft het geen stressvolle ervaring te zijn. In dit artikel delen we een aantal tips en tricks om de aangifte inkomstenbelasting 2022 zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Tip 1: Zorg voor structuur

Allereerst is het belangrijk om de juiste documenten en informatie bij de hand te hebben. Zorg ervoor dat je alle relevante inkomsten- en aftrekposten verzamelt, zoals loonstroken, jaaropgaven, facturen, bonnen en bankafschriften. Zo voorkom je dat je achteraf nog iets moet aanvullen of corrigeren. Het is handig om hiervoor een goede mappenstructuur aan te maken. Hierdoor vind je alles makkelijk terug.

Tip 2: De automatische verdeling van aftrekposten tussen fiscale partners

Een andere tip is het schuiven met aftrekposten tussen fiscale partners. Hiervoor was aanvankelijk een nieuw snufje ingebouwd in het aangifteprogramma voor 2022, maar deze functionaliteit bleek niet helemaal foutloos te werken en is daarom eerder uitgezet. Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft laten weten dat de functie ook niet meer terugkeert voor de aangifte over 2022. Voor de aangifte inkomstenbelasting over 2023 zal de functionaliteit wel weer beschikbaar zijn.

Tip 3: Gebruik de handige tools die beschikbaar zijn

Om ervoor te zorgen dat je geen voordelen misloopt, kun je gebruikmaken van de toolbox ‘Stap voor stap door de aangifte inkomstenbelasting’ van Rendement. Deze toolbox geeft uitleg over aftrekposten en aandachtspunten die je wellicht nog niet kende. De Kamer van Koophandel heeft ook een tool beschikbaar voor het berekenen van je inkomstenbelasting. En zo zijn er vast nog wel meer te vinden.

Tip 4: Er zijn aftrekposten beschikbaar!

Het is goed om te weten dat er diverse aftrekposten zijn waar je als ondernemer recht op kunt hebben, zoals de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek en de investeringsaftrek. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van deze mogelijkheden en dat je ze op de juiste manier verwerkt in je aangifte.

Tip 5: De algemene aandachtspunten

Hieronder vind je nog enkele algemene aandachtspunten:

  • Voor ondernemers is het belangrijk om op te letten bij gemengde kosten. Dit zijn kosten die zowel zakelijk als privé gebruikt worden. Voor 2022 zijn kosten tot € 4.800 niet aftrekbaar.
  • De forfaitaire rendementspercentages voor box 3 over 2022 zijn bekendgemaakt. Voor spaargeld is dit 0,00% en voor schulden 2,28%.
  • Het is alleen nog in 2022 mogelijk om geld toe te voegen aan de oudedagsreserve. Vanaf 2023 is dit niet meer mogelijk.
  • Heb je in 2022 een uitkering ontvangen uit de startersvariant van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)? Dan moet je deze tegemoetkoming tot het inkomen rekenen. Dit geldt niet voor andere TVL-uitkeringen.

Tot slot is het altijd verstandig om je aangifte inkomstenbelasting te laten controleren door een expert. Een belastingadviseur of boekhouder kan je helpen om eventuele fouten op te sporen en te corrigeren. Ze kunnen je ook advies geven over mogelijke besparingen.

Categories
news Uncategorized

5 belastingaangifte tips waar CijferAdvies bij helpt

Of je nu een eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), maatschap of commanditaire vennootschap hebt… je krijgt te maken met inkomstenbelasting. En waar je de inkomstenbelasting ook laat doen, tussen 1 maart en 1 mei moet het gedaan zijn. Mocht er uitstel nodig zijn dan wordt dit vóór 1 mei geregeld. Dan heb je tot 1 september de tijd, wat soms wel zo handig kan zijn.

Een groot deel van de aangifte wordt door de Belastingdienst ingevuld. Maar als ondernemer hoor je het zakelijke gedeelte zelf in te vullen. Hier komen verschillende aftrekposten en regelingen aan bod, zodat je uiteindelijk minder inkomstenbelasting betaalt.

2022 behoort tot de coronajaren

We willen toch nog even vermelden dat je belastingaangifte van 2022 nog onder de coronaregels valt. Dit betekent dat er extra aandachtspunten zijn vanwege de vele maatregelen die de overheid heeft ingevoerd. Controleer dus op tijd of je aangifte die regelingen toepast. Corona zorgde bijvoorbeeld voor omzetdaling of verlies.

  • Heb je ondersteuning ontvangen uit de NOW? Die ondersteuning is belast. Dat kan invloed hebben op het bedrag dat je af moet staan aan de Belastingdienst. Over andere regelingen zoals de TVL wordt geen belasting berekent. Toch moeten deze wel vermeld worden als vrijgestelde winstbestanddelen.
  • De deadline voor belastingaangifte is 1 mei. Als je voor 1 april aangifte doet hoor je al voor 1 juli wat je kwijt bent of verdient. Negatief inkomen in 2022 wordt verrekent met inkomen van de drie voorgaande jaren. Hierdoor kun je mogelijk geld terugkrijgen. Dat begint bij drie jaar (2019) en bij meer verlies dan winst in dat jaar wordt het 2020 en/of 2021.
  • Het is mogelijk om via middeling geld te besparen. Heb je in 2022 minder verdiend dan de voorgaande jaren? Dan kun je het gemiddelde inkomen over die drie jaren berekenen. Is de belasting voor dat gemiddelde inkomen lager dan in de afzonderlijke jaren en het verschil groter dan 545 euro? Mooi, dan kun je belasting terugkrijgen.
  • Het kan zijn dat je vanwege corona het betalen van je hypotheekrente hebt uitgesteld. Hierdoor valt het aftrekbare rentebedrag misschien lager uit. Dat bedrag hangt wel af van je hypotheekverstrekker. Maar niet betaalde rente kun je ook niet aftrekken.
1. Ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling

Wil je gebruik maken van de beschikbare ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling? Dan is het verstandig om van te voren de Ondernemerscheck te doen. Met deze check krijg je te zien hoe je belastingaangifte moet doen. Moet je aangifte doen als ondernemer? Moet je het winstgedeelte invullen? En heb je misschien recht op ondernemersaftrek en andere aftrekposten?

Ondernemersaftrek wordt van je winst afgehaald. Dit onderdeel kan uit verschillende onderdelen bestaan. Je komt in aanmerking als uit de check blijkt dat je ondernemer bent. Een van de belangrijkste criteria is het aantal uren dat je aan je bedrijf besteed. Je moet minimaal 1.225 uur aan je onderneming besteden. Vervolgens zijn er verschillende aftrekregeling zoals:

  • De zelfstandigenaftrek is een jaarlijkse aftrek van een vast bedrag. De Startersaftrek is een extra aftrek in drie van de eerste vijf jaar van de onderneming.
  • WBSO staat voor Wet bevordering Speur en Ontwikkelingswerk en is een aftrek voor onderzoekswerk bij innovatie.
  • De stakingsaftrek is een aftrek van een vast bedrag als je met je bedrijf stopt.

Door de MKB-winstvrijstelling mag je nog 14% aftrekken van de winst af na ondernemersaftrek. Voor de MKB-winstvrijstelling geldt het urencriterium niet. Je moet wel ondernemer zijn volgens de criteria van de inkomstenbelasting.

2. Investeringsaftrek en afschrijven

Bij investeringen in bedrijfsmiddelen kun je via de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek een bedrag van de winst aftrekken. De regeling geldt als je in een boekjaar minimaal 2.600 euro investeert en per bedrijfsmiddel minimaal 450 euro. Daarnaast kun je bedrijfsmiddelen afschrijven. Je verdeelt de kosten van bedrijfsmiddelen over het aantal jaren dat je ze gebruikt. Voor starters geldt een speciale regeling. Onder voorwaarden bepaal je zelf het tempo en bedrag van afschrijven.

3. Zakelijk vermogen

Het saldo van je zakelijke bankrekening hoort op de balans van je onderneming. Het gaat dan om geld dat nodig is als werkkapitaal of voor een investering. Het telt niet mee voor je vermogen in box 3. Daar is privévermogen boven 50.650 euro per persoon belast in 2022. In 2023 is dit 57.000 euro. Blijvend overtollige liquide middelen moet je wel van zakelijk naar privé halen.

4. Kostenaftrek voor gemengde kosten

Maak je kosten voor relatiegeschenken, studiereizen en congressen? Of voor zakenlunches of een consumptie? Dan is alleen het bedrag boven de drempel van 5.100 euro aftrekbaar. Je mag er ook voor kiezen om 80% (in de vennootschapsbelasting 73,5%) van de door jou gemaakte gemengde kosten af te trekken. Je hebt dan niets met de drempel te maken. Lees meer over de aftrek van kosten.

5. Toeslagen

Een toeslag is een tegemoetkoming in de kosten die je in jouw situatie hebt. Er zijn toeslagen voor de huurkosten van je woning, zorgtoeslag, kindgebondenbudget en kinderopvangtoeslag. Je inkomen bepaalt de hoogte van de toeslag. Voor de eerste drie toeslagen telt je vermogen ook mee. Als je gebruik kunt maken van de ondernemersaftrek is je toetsingsinkomen lager. Je komt dan eerder in aanmerking voor een toeslag. Meer informatie en een proefberekening vind je op toeslagen.nl.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categories
news Uncategorized

Als zzp’er in loondienst, waar let je op?

De inkomsten uit je eigen bedrijf lopen terug en je wil snel iets bijverdienen. Een baan naast je werk als zzp’er biedt uitkomst. Waar let je op?

Als zzp’er ben je wendbaar en flexibel: je past je makkelijk aan als dat nodig is. Bijvoorbeeld met een (parttime) baan in loondienst als je extra inkomsten nodig hebt. Dan combineer je het werk als zzp’er met een baan in loondienst. De extra inkomsten uit loondienst geven je meer lucht, zodat je kunt blijven ondernemen. Zoek een baan bij een werkgever die niet je opdrachtgever is. Lees hier waar je op moet letten en kies wat voor jou het meest gunstig is.

Loonheffing en loonheffingskorting

Bij je nieuwe werkgever ontvang je salaris en krijg je daarom te maken met loonheffingen en loonheffingskortingen. Voordat je aan de slag gaat bij je werkgever, vul je het formulier Model Opgaaf gegevens voor de loonheffingen in. Als je daarvoor kiest, houdt je werkgever automatisch loonheffing in op je bijverdiensten uit loondienst. Loonheffing bestaat uit loonbelasting en premie volksverzekeringen en is een voorheffing.

Bij loonheffingskorting heb je twee keuzes: je werkgever past de loonheffingskorting toe op je salaris, of niet. Kies je voor de weg via je werkgever? Dan wordt minder loonbelasting en premie volksverzekeringen ingehouden. Je houdt zo meer loon over. Het gaat om algemene heffingskorting en arbeidskorting. Laat je de heffingskorting niet via je werkgever lopen? Dan wordt dit bij je aangifte inkomstenbelasting recht getrokken. Je krijgt dus altijd de heffingskortingen waar je recht op hebt.

Loonheffingskorting krijg je maar bij één werkgever tegelijk. Heb je naast je eenmanszaak meerdere banen tegelijk? Vraag de loonheffingskorting dan maar bij één werkgever aan.

Salaris op je privérekening

Je inkomsten uit je bedrijf staan los van je privé-inkomsten. Laat daarom je salaris op je privérekening storten en niet op je zakelijke rekening of de privérekening die je gebruikt voor je bedrijf. Zo scheid je eenvoudig de verschillende geldstromen.

Hogere belastingschijf inkomstenbelasting

Komt je totale inkomen uit je bedrijf plus je inkomen uit loondienst boven de 73.031 euro? Dan kom je in de hogere inkomstenbelastingschijf van 49,50%. Voor inkomen tot 73.031 euro is het inkomstenbelastingtarief 36,93% (tarieven 2023, niet-pensioengerechtigden).

Urencriterium inkomstenbelasting

Als je in loondienst gaat werken, heb je waarschijnlijk minder tijd om in je eigen bedrijf te steken. Dit kan gevolgen hebben voor de ondernemersaftrek. Bepaal daarom of je nog steeds recht hebt op ondernemersaftrek. En zo ja, hoeveel uur je in loondienst kunt werken, zonder dat je het recht op ondernemersaftrek verliest. 

Je hebt recht op ondernemersaftrek als je inkomsten uit je bedrijf vallen onder ‘winst uit onderneming’. Ondernemersaftrek bestaat uit zelfstandigenaftrek en eventueel startersaftrek. En je moet minimaal 1.225 uur per kalenderjaar werken in je eigen bedrijf. De Belastingdienst legt uit wat valt onder werken in je eigen bedrijf. Werk je langer dan vijf jaar als zzp’er? Dan moet je per kalenderjaar meer tijd besteden aan je bedrijf dan aan je werk in loondienst.

Kleineondernemersregeling en omzetbelasting

Naast inkomstenbelasting, heb je als ondernemer te maken met omzetbelasting (btw). Blijft je omzet onder 20.000 euro per jaar? Dan kun je kiezen voor de kleineondernemersregeling (KOR). Met de KOR ben je voor drie jaar vrijgesteld van btw. Zo lang je omzet onder 20.000 euro per jaar blijft, wordt de KOR drie jaar achtereen toegepast. Dit kan gunstig zijn als je bijvoorbeeld diensten levert aan particulieren die geen btw kunnen verrekenen. Bij dezelfde verkoopprijs wordt je winstmarge groter. Je kunt ook kiezen om je tarief gedeeltelijk naar beneden bij te stellen, zodat jij en je klant profiteren. 

Heb je veel zakelijke klanten? Van de KOR mag je geen btw op inkopen en zakelijke kosten terugvragen. Je inkoopprijs wordt hoger, want je telt de btw mee. Als je dezelfde winstmarge wilt houden, moet je jouw verkoopprijs-zonder-btw verhogen. Dan wordt je product dus duurder en minder interessant voor je klant. 

Komt je omzet weer boven 20.000 euro? Dan stopt de KOR direct en moet je btw in rekening brengen en afdragen. Lees meer over de voorwaarden op de website van de Belastingdienst.

Afspraken met je werkgever

Maak afspraken met je werkgever over je inzetbaarheid. Daarmee voorkom je vervelende situaties. Werk je vaste dagen per week of kun je jouw werktijden zelf invullen? En mag je bijvoorbeeld een beperkt aantal zakelijke telefoontjes aannemen? Liggen de werkzaamheden voor je nieuwe werkgever in het verlengde van de werkzaamheden voor je eigen bedrijf? Maak dan afspraken met je werkgever over opdrachten die je wel of niet aanneemt voor je eigen onderneming. Neem mee in de onderhandeling of er een concurrentiebeding of een relatiebeding in je arbeidscontract komt. Zo’n beding kan je beperken in je werk als zelfstandige. Het kan ook duidelijkheid verschaffen, zodat je weet waar je aan toe bent.

Hulp bij heroriëntatie

Weet je niet goed welke baan je wilt zoeken? Dan kun je begeleiding krijgen van een regionaal mobiliteitsteam (RMT) bij heroriëntatie op een baan in loondienst. De hulp kan bestaan uit onder andere loopbaanadvies, scholing en praktijkleren. Er zijn 35 RMT’s verspreid over heel Nederland.

Zzp naast loondienst

Is je situatie precies andersom: je bent nu in loondienst en je wilt daarnaast werken als zzp’er? Dat kan ook. Bespreek wel eerst met je werkgever of hij extra werkzaamheden als zzp’er bij een andere opdrachtgever toestaat. Check of je een concurrentiebeding of relatiebeding hebt getekend en wat daar precies in staat. Pas je werkzaamheden als zzp’er hierop aan. Door je extra inkomsten kun je in een hoger tarief van de inkomstenbelasting terechtkomen. Ontdek wat parttime ondernemen inhoudt.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categories
news Uncategorized

Rittenregistratie moet echt begin- en eindadres bevatten

Om onder de bijtelling voor de auto van de zaak uit te komen moet een rittenregistratie wel de begin- en eindadressen van de vertrekpunten en bestemmingen bevatten. Zonder deze adressen voldoet de rittenregistratie niet aan de wettelijke eisen en moet er dus rekening worden gehouden met een bijtelling, zo bepaalde onlangs de rechter.

Als een werknemer op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé rijdt met de auto van de zaak, mag de werkgever de fiscale bijtelling (infographic) voor privégebruik achterwege laten. Voorwaarde is dat de werknemer een sluitende rittenregistratie bijhoudt of op een andere manier geen of beperkt privégebruik kan aantonen. Over deze rittenregistratie ging het in onderstaande zaak.

Rittenregistratie voldeed niet aan wettelijke eisen

Het ging hier om een man met een auto van de zaak. De Belastingdienst had een ‘verklaring geen privégebruik auto’ afgegeven, en daarom liet de werkgever de bijtelling achterwege (verdiepingsartikel). Daarom vroeg de inspecteur de man om een rittenregistratie. Vervolgens voldeed de gepresenteerde rittenregistratie volgens de fiscus niet aan de wettelijke eisen (tool), omdat onder andere de adressen van de vertrekpunten en bestemmingen niet waren opgenomen. Ook waren afwijkingen van de gebruikelijke route niet opgenomen en weken de kilometerstanden af van de garagebonnen. De Belastingdienst legde daarom een naheffingsaanslag met boete op.

Verdiepen in voorwaarden belastingvoordeel

De werknemer gaf in de zaak aan dat hij niet wist dat hij zo nauwkeurig moest zijn met het registreren van de ritten. Maar de rechter vond dat iemand die van een belastingvoordeel wil genieten zich dan ook moet verdiepen in de voorwaarden en administratieve verplichtingen waaraan voldoen moet worden om voor het voordeel in aanmerking te komen. Dat de man dit niet had gedaan was aan hem toe te rekenen. De naheffingsaanslag loonheffingen en de opgelegde boete van € 531 bleven dus in stand.

Rechtbank Den Haag, 20 oktober 2022 (gepubliceerd 5 januari 2023), ECLI (verkort): 11324

Bron: BV Rendement