Categories
news Uncategorized

Coronabelastingschulden blijven een zorg voor kleine bedrijven

Kleine en middelgrote ondernemingen zoeken steeds vaker hulp bij de Belastingdienst, want zij worstelen met het afbetalen van hun belastingschuld. Staatssecretaris Van Rij werpt licht op de actuele situatie rondom coronabelastingschulden.

De vooruitzichten geven aanleiding tot bezorgdheid: we verwachten dat in de nabije toekomst meer bedrijven een beroep zullen doen op saneringsverzoeken en het aantal faillissementen zal stijgen. Het midden- en kleinbedrijf kampt het meest met betaalachterstanden.

Op 25 september 2023 bedroeg de openstaande schuld in de betalingsregeling nog €13,2 miljard, wat ongeveer 28% is van het oorspronkelijke bedrag waarvoor uitstel was verleend. Er is een groep van 27.000 ondernemers die nog niks hebben afgelost. Deze groep heeft ook nog geen concrete hulpvraag gesteld aan de Belastingdienst of hulpverlenende organisaties. Een deel heeft ook meerdere betalingstermijnen gemist. Een kleinere groep heeft de regeling verloren vanwege het niet nakomen van hun lopende verplichtingen. Later in oktober 2023 verwachten worden er nog eens ongeveer 8.000 intrekkingen verwacht.

Achterstanden in de coronabetalingsregeling

Elf maandelijkse aflossingstermijnen zijn verstreken sinds het begin van de betalingsregeling. Op 1 oktober 2023 hebben ongeveer 60.000 ondernemers (23%) in de coronabetalingsregeling betalingsachterstanden. Staatssecretaris Van Rij doet een oproep aan deze ondernemers die tot nu toe geen actie hebben ondernomen, om contact op te nemen met de Belastingdienst of andere hulpverlenende organisaties voor mogelijke ondersteuning.

Medio november 2023 ontvangt een nieuwe groep van 30.000 ondernemers een waarschuwingsbrief. Dat heeft te maken met structurele betalingsachterstanden in de coronabetalingsregeling of nieuwe verplichtingen. Ze moeten binnen 14 dagen actie ondernemen om intrekking van de coronabetalingsregeling te voorkomen. De brief benadrukt dat ondernemers in alle fasen, inclusief na het dwangbevel, nog steeds hulp kunnen vragen.

Saneringsverzoeken en ontbrekende informatie

Bij saneringsverzoeken van ondernemingen met betalingsproblemen merkt de Belastingdienst op dat in veel gevallen niet alle benodigde gegevens worden verstrekt. De Belastingdienst neemt een soepele houding aan bij de beoordeling van saneringsverzoeken. Ze kunnen alleen niet meewerken aan verzoeken van bedrijven die niet voldoen aan de gestelde voorwaarden in de regelgeving.

De Intensive Care voor ondernemers met schulden

CijferAdvies staat klaar om ondernemers te ondersteunen die worstelen met coronabelastingschulden. Onze missie is om te laten zien dat faillissement niet altijd de enige optie is. Vaak zijn er meer mogelijkheden dan ondernemers zich realiseren. Met de juiste begeleiding en een doordachte aanpak, kunnen bedrijven hun financiële gezondheid herstellen en een solide toekomst opbouwen. We fungeren als de financiële huisarts voor ondernemers, bieden inzichten, advies en ondersteuning om hen door deze uitdagende tijden te loodsen en te helpen hun onderneming nieuw leven in te blazen. Wacht niet tot het te laat is, neem contact met ons op en ontdek wat er voor jouw bedrijf mogelijk is.

Bron: Kamerbrief Stand van zaken coronabelastingschuld, nr. 2023-0000230436, Ministerie van Financiën, 16 oktober 2023

Categories
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: De wetsvoorstellen rondom Vennootschappen, BV’s en Holdings

De wetsvoorstellen Voor Vennootschappen, BV’s en holdings staan op de planning. Tijdens Prinsjesdag 2023 heeft de overheid nieuwe wetsvoorstellen aangekondigd met betrekking tot de Vennootschapsbelasting (VPB). Bovendien wordt het schenken vanuit een vennootschap vereenvoudigd, maar de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) ondergaat aanpassingen. Het thema excessief lenen komt opnieuw in de schijnwerpers te staan.

In dit artikel bespreken we de vier meest cruciale wetsvoorstellen van het Kabinet die de Vennootschap, BV en holding raken, en waarvan je als ondernemer op de hoogte moet zijn:

  1. VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024
  2. Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap
  3. Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit
  4. Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

1.VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024

Na een periode van aanzienlijke schommelingen, brengt 2024 wat stabiliteit met zich mee wat betreft de tarieven in de vennootschapsbelasting (VPB). Het lage VPB-tarief blijft gelijk met 2023 op 19% voor winsten tot €200.000. Voor winsten boven deze grens blijft het tarief 25,8%.

De Prinsjesdagstukken geven aan dat er voorlopig geen wijzigingen gepland zijn voor de VPB-tarieven. De ontwikkeling ziet er als volgt uit:

 

2021

2022

2023

2024

Laag tarief

15%

15%

19%

19%

Winstgrens

€45.000

€395.000

€200.000

€200.000

Hoog tarief

25%

25,8%

25,8%

25,8%

Minder winst valt onder het lage VPB-tarief

In 2021 en 2022 heeft de overheid de VPB-tarieven flink aangepast. Het lage tarief werd verlaagd naar 15%. Bovendien kwam er steeds meer winst in aanmerking voor dit lagere tarief, waarvan bijna vier ton in 2022. Afgelopen jaar werden de teugels strakker aangetrokken. De winstgrens werd bijna gehalveerd. Het lage tarief steeg daarnaast in één keer van 15% naar 19%. Voor 2024 lijken er voorlopig geen extra wijzigingen op komst, volgens de begroting. Dit betekent dat het kabinet niet de richtlijnen van het Centraal Planbureau volgt, dat rekent met een laag VPB-tarief van 19,7% en een winstgrens van €170.000.

In 2021 werden VPB-tarieven zelfs op het laatste moment gewijzigd

Het feit dat de begroting voor 2024 geen wijzigingen in de VPB-tarieven laat zien, betekent niet dat er niets kan veranderen. In 2021 wilde het toen demissionaire kabinet in eerste instantie niets veranderen aan de tarieven. Maar tijdens de begrotingsbehandeling wilde de Tweede Kamer alsnog voor €2 miljard aanpassingen aanbrengen. Om dit deels te financieren, werd het hoge VPB-tarief op het laatste moment verhoogd van 25% naar 25,8%. En als er snel een nieuw kabinet wordt gevormd, bestaat de mogelijkheid dat er nog veranderingen worden doorgevoerd in de tarieven voor het komende jaar.

2.Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap

Het kabinet introduceert een eenvoudiger systeem voor direct schenken vanuit een vennootschap. Dit betekent dat giften van de vennootschap aan een ANBI niet langer worden belast in box 2 of met dividendbelasting. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om royale giften vanuit de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder te doen. De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting vervalt, waardoor giften niet meer fiscaal aftrekbaar zijn bij de winstberekening.

Desalniettemin blijven giften van de vennootschap aan een ANBI of SBBI vrijgesteld van schenkbelasting bij de ontvangende instelling. De voorgestelde wijzigingen, van kracht vanaf 1 januari 2024, omvatten: – Giften van de vennootschap aan een ANBI worden niet langer fiscaal aftrekbaar, zelfs niet onder het huidige maximum van 50% van de winst en €100.000. – Dergelijke giften worden niet beschouwd als inkomen in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan of als ze contante donaties als gunsten of bijdragen zijn.

De voorgestelde wijzigingen, die per 1 januari 2024 van kracht worden, omvatten:

  • Giften door een vennootschap aan een ANBI worden niet langer aftrekbaar, zelfs niet als deze minder bedragen dan het huidige wettelijke maximum van 50% van de winst en €100.000.
  • Het bedrag van dergelijke giften zal niet worden beschouwd als inkomen voor de aanmerkelijkbelanghouder in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan, bijvoorbeeld als ze afkomstig zijn van de aanmerkelijkbelanghouder zelf, of wanneer er sprake is van contante donaties als gunsten of bijdragen.

3.Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit

De komende jaren ondergaan de fiscale regels voor bedrijfsopvolging wijzigingen. Het demissionaire kabinet heeft voorlopig 1 januari 2026 vastgesteld als de startdatum voor bepaalde aanpassingen, waaronder de versoepeling van de voorwaarden voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erf- en schenkbelasting.

Op Prinsjesdag presenteerde het demissionaire kabinet een apart wetsvoorstel om deze aanpassingen in de fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging vast te leggen. De wijzigingen in de BOR van de Successiewet en de doorschuifregeling (DSR) van de inkomstenbelasting zijn opgesplitst in twee delen: een deel dat ingaat in 2024 en 2025, en een ander deel dat pas in 2026 van kracht wordt.

Aanpassing van de Bezitseis en Voortzettingseis in de BOR

In het Belastingplan van 2025, dat volgend jaar op Prinsjesdag wordt gepresenteerd, zullen de volgende ingrepen van toepassing zijn:

  • Vanaf 2026 geldt de BOR en DSR alleen nog voor reguliere aandelen, niet langer voor bijvoorbeeld opties op aandelen of winstbewijzen.
  • De bezitseis en voortzettingseis in de BOR worden aangepast. Momenteel vereist de BOR dat de opvolger de onderneming minstens 5 jaar voortzet. Bij schenking van een onderneming moet de schenker minstens 5 jaar eigenaar zijn geweest, en bij een erfenis is dat 1 jaar. Het kabinet overweegt nog hoe deze versoepeling er precies uit zal zien.
  • Het aanpakken van ongewenste constructies rondom de BOR staat eveneens op

    de agenda.

4.Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

Voorheen maakten veel directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) gebruik van de mogelijkheid om geld uit hun vennootschap op te nemen via leningen of rekening-courantboekingen in plaats van dividenduitkeringen. Hierdoor hoefden DGA’s geen directe belasting te betalen, zoals bij dividenduitkeringen of het opnemen van een hoger salaris. Vanaf het belastingjaar 2023 belast de Belastingdienst echter dergelijke schulden.

Kort gezegd houdt deze wet in dat als de DGA en zijn partner samen op 31 december van enig jaar meer dan €700.000 aan schulden hebben bij de vennootschap, het extra bedrag wordt beschouwd als fictief dividend en onderworpen is aan 26,9% aanmerkelijk belangheffing.

Wijzigingen in 2024

Het Belastingplan 2024 bevat verdere aanpassingen aan de Wet Excessief Lenen. Een belangrijke verandering is dat een conserverende aanslag wordt opgelegd als een belastingplichtige na emigratie overmatige leningen aangaat bij een buitenlandse vennootschap. Er zijn ook wijzigingen met betrekking tot de verdeling van het maximale bedrag bij het beëindigen van een fiscaal partnerschap.

Categories
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: Belangrijke Wetsvoorstellen rondom EIA MIA en VAMIL

Investeringen in milieuvriendelijke en energiebesparende bedrijfsmiddelen zijn tegenwoordig een topprioriteit. Om dit te bevorderen, spelen de MIA- en Vamilregelingen (V&A) een cruciale rol in het aanmoedigen van milieu-investeringen door ondernemers.

Hier volgen de drie belangrijkste wetsvoorstellen van het Kabinet met betrekking tot de EIA, MIA en VAMIL die relevant kunnen zijn voor jou als ondernemer:

  1. Uitstel van Vervaldatum voor EIA, MIA en Vamil tot 1 januari 2029
  2. Verhoogde budget voor de MIA blijft sowieso nog twee jaar
  3. EIA-aftrekpercentage daalt naar 40% in 2024

1. Uitstel van Vervaldatum voor EIA, MIA en Vamil tot 1 januari 2029

Deze regelingen waren oorspronkelijk gepland om op 1 januari 2024 te eindigen, maar het Belastingplan 2024 verlengt de termijn tot 1 januari 2029. Dit biedt ondernemers meer tijd om gebruik te maken van de voordelen die deze regelingen bieden.

MIA- en VAMIL-percentages blijven constant in 2024

Voor 2024 blijven de percentages van de MIA ongewijzigd op 27%, 36%, en 45%. Deze regelingen bevorderen investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen, maar vergeet niet dat de MIA niet gecombineerd kan worden met de energie-investeringsaftrek (EIA).

Om aanspraak te maken op de MIA-regeling, dien je te investeren in bedrijfsmiddelen die vermeld staan in de Milieulijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Raadpleeg deze lijst en verkrijg extra informatie over de regelingen op www.rvo.nl/miavamil.

2. Verhoogde budget voor de MIA blijft sowieso nog twee jaar

Het verhoogde budget voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) blijft minstens nog twee jaar van kracht, zoals bevestigd door Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. Het demissionaire kabinet gaat een onderzoek uitvoeren om te bepalen of de MIA moet blijven bestaan als fiscale regeling of dat deze omgezet moet worden naar een directe subsidie.

De MIA- en Vamilregelingen zijn ontworpen om investeringen in milieuvriendelijke initiatieven van ondernemers aan te moedigen. De percentages voor de MIA zijn daarom in 2022 aanzienlijk verhoogd en bedragen momenteel 27% (was 13,5%), 36% (was 27%) en 45% (was 36%). Met de Vamil-regeling kunnen investeringen op elk willekeurig moment worden afgeschreven, met een beperking van 75%. Om van deze regelingen gebruik te kunnen maken, dienen bepaalde voorwaarden te worden nageleefd.

MIA en Vamil zijn doeltreffend

Uit de vijfjaarlijkse evaluatie blijkt dat de MIA en Vamil regelingen effectief zijn gebleken. In de periode van 2017 tot 2021 zijn er bijna €11 miljard geïnvesteerd in milieuvriendelijke projecten. Het evaluatierapport bevat het voorstel om het verhoogde budget voor de MIA (gericht op het verduurzamen van het mkb) structureel voort te zetten, met een begroting van €48 miljoen in 2024 en €50 miljoen vanaf 2025. Het kabinet heeft besloten om dit voorstel voor de komende twee jaar te accepteren.

Milieulijst actualiseren

De onderzoekers stellen voor om de doeltreffendheid van belastingvoordelen in vergelijking met directe subsidies, vooral voor de MIA, nader te onderzoeken. Ze bevelen ook aan om de Milieulijst strenger te actualiseren en de uitgifte van goedkeuringen onder te brengen bij RVO. Het kabinet zal werken aan het verbeteren van de Milieulijst en vervolgonderzoek uitvoeren op basis van deze suggesties.

3. EIA-aftrekpercentage daalt naar 40% in 2024

De EIA is bedoeld voor ondernemers die willen investeren in energiezuinige verbeteringen voor hun bedrijf. Het kabinet heeft eerder dit jaar aangekondigd dat zowel het bedrag dat je kunt aftrekken als het maximale investeringsbedrag per bedrijf vanaf 2024 omlaag zouden gaan. In het Belastingplan staat nu dat het percentage wordt verlaagd naar 40%. Hierdoor worden de overschrijdingen van het beschikbare budget in voorgaande jaren verkleind, met €45 miljoen in 2024, €50 miljoen in 2025 en €55 miljoen in 2026.

Voorwaarden om van de EIA te profiteren

Om aanspraak te maken op de EIA zijn er enkele voorwaarden waaraan voldaan moet worden:

  • Het investeringsbedrag moet minimaal €2.500 per bedrijfsmiddel bedragen.
  • Het bedrijfsmiddel mag niet eerder zijn gebruikt.
  • Het bedrijfsmiddel moet vermeld staan op de Energielijst.

EIA blijft zeker tot 1 januari 2029

Uit eerdere onderzoeken blijkt dat de Energie-investeringsaftrek (EIA) goed werkt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, hoewel niet iedereen er evenveel baat bij heeft. De onderzoekers stellen voor om de EIA toegankelijker te maken voor kleinere bedrijven. Het kabinet is het hiermee eens en wil de EIA in ieder geval tot 1 januari 2029 voortzetten. Tegen die tijd zal worden besloten of de regeling wordt behouden of vervangen door directe subsidies. In 2024 zal het kabinet de Tweede Kamer informeren over deze beslissing.

Categories
news Uncategorized

‘Accijnsverlaging brandstof wordt waarschijnlijk teruggedraaid per 1 januari 2024’

Het stukje Accijnsverlaging als extra korting op de prijs van brandstof gaat waarschijnlijk weg op 1 januari 2024. Maar de precieze prijzen kunnen nog veranderen door beslissingen die in augustus worden genomen en de bespreking van het Belastingplan 2024 in de Tweede Kamer. Dat heeft staatssecretaris Van Rij gezegd als antwoord op vragen van Kamerleden over de brandstofprijzen vanaf volgend jaar.

Ook gaat de belasting op brandstof aan het begin van elk jaar omhoog volgens een vaste regel. Dit jaar wordt dat verhoogd met 9,9%. In Europa zijn er bepaalde afspraken over de laagste belasting op brandstof. Landen mogen zelf kiezen om meer belasting te vragen. De brandstofprijs in buurlanden bepaalt niet onze prijzen. De regering kijkt naar veel dingen als ze de brandstofprijs vaststellen, zoals geld dat ze nodig hebben, het effect op het milieu en of het mensen aan de grens beïnvloedt.

Reiskostenvergoeding zonder belasting

De vergoeding voor reiskosten zonder belasting geldt voor alle kilometers die je voor je werk rijdt, ook als je bijvoorbeeld met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer gaat. Maar het is wel slim om te kijken naar wat een gemiddelde auto kost per kilometer. Dat hangt af van het soort auto en hoeveel die verbruikt.

Op 1 juli 2023 heeft Van Rij met de Kamer gedeeld wat de kosten zijn van een gemiddelde auto (klasse A tot en met C) in 2022, tussen de € 0,143 en € 0,189 per kilometer. Dat is lager dan de vergoeding van € 0,22 per kilometer die vanaf 2024 geldt. Tijdens de bespreking van het Belastingplan 2023 is gezegd dat ze gaan kijken of de vergoeding in 2024 naar € 0,23 per kilometer kan. Dat kost wel geld, dus ze moeten bedenken hoe ze dat gaan betalen. Daar wordt later in augustus over beslist.

Bron: Kamerbrief en beantwoording vragen van het lid Omtzigt over de brandstofaccijnstarieven per 1 januari 2024 geschoond, nr. 2023-0000188039, Ministerie van Financien, 23 augustus 2023

Categories
news Uncategorized

Het beëindigen van een rechtspersoon via turboliquidatie

Turboliquidatie is de snelste manier om een rechtspersoon, zoals een besloten vennootschap, te beëindigen. Aan het einde van dit jaar zal de nieuwe Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking treden, waardoor schuldeisers de procedure gemakkelijker kunnen controleren.

Wat houdt turboliquidatie in?

Turboliquidatie is een methode om een rechtspersoon te beëindigen. Dit geldt onder andere voor besloten vennootschappen (bv’s), naamloze vennootschappen (nv’s), coöperaties en verenigingen. Turboliquidatie kan echter niet worden toegepast bij eenmanszaken of vennootschappen onder firma (vof’s). Vorig jaar werden ongeveer 50.000 rechtspersonen beëindigd, waarvan meer dan 90% via turboliquidatie.

Onmiddellijke beëindiging zonder activa

Voor turboliquidatie geldt een belangrijke voorwaarde: er mogen geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is meestal het moment waarop het ontbindingsbesluit wordt genomen. Als er geen activa zijn op het moment van ontbinding, wordt de rechtspersoon direct beëindigd. Vanwege de snelle afwikkeling wordt dit proces turboliquidatie genoemd. Het bestuur meldt de ontbinding aan bij de Kamer van Koophandel (KVK).

Als er wel activa aanwezig zijn op het moment van ontbinding, is turboliquidatie niet mogelijk en wordt de rechtspersoon niet direct beëindigd. In dat geval moet je de wettelijk voorgeschreven vereffeningsprocedure volgen, waarvan de stappen in de wet zijn vastgelegd. Als er meer schulden dan activa zijn, kunnen schuldeisers of de ondernemer een faillissement aanvragen.

Wat worden als activa beschouwd?

Onder activa vallen in ieder geval de aanwezige bezittingen binnen een onderneming, zoals:

  • Saldo op bankrekeningen
  • Inventaris en voorraden
  • Onroerend goed
  • Aandelen in andere bedrijven

Daarnaast worden ook vorderingen als activa beschouwd. Dit geldt voor vorderingen waarvan je zeker weet dat je ze nog zult ontvangen, evenals vorderingen die je zou kunnen innen. Voorbeelden van vorderingen zijn onder andere:

  • Uitstaande betalingen van debiteuren
  • Teruggave van waarborgsommen na verhuurperiodes
  • Vergoedingen die voortvloeien uit het beëindigen van een overeenkomst

Het begrip “activa” omvat meer dan je misschien denkt. Wees daarom voorzichtig bij het bepalen of er nog activa aanwezig zijn. Raadpleeg een (bedrijfs)jurist en een accountant voordat je een ontbindingsbesluit neemt.

Zorg voor vereffening activa vóór het moment van ontbinding

Turboliquidatie kan alleen worden toegepast als er geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is vaak het geval bij “lege” rechtspersonen zonder vermogen, zoals holdings die al geruime tijd niet actief zijn.

Turboliquidatie kan echter ook worden toegepast bij actieve rechtspersonen die nog activa hebben. In dat geval moet je de aanwezige activa vóór de ontbinding “vereffenen”. Je verkoopt alle bezittingen en betaalt zoveel mogelijk schuldeisers af. Hierbij houd je rekening met de belangen en rangorde van schuldeisers. Na de vereffening wordt het ontbindingsbesluit genomen.

Niet alle schulden afbetaald?

Heb je niet al je schulden afbetaald? Dat kan voorkomen, maar zelfs dan is turboliquidatie ook mogelijk. Als er (te)veel schulden zijn, kan het overwegen van het niet toepassen van turboliquidatie en het aanvragen van een faillissement een verstandige keuze zijn. Bij een faillissement schakel je een curator in, die veel ervaring heeft met het op de juiste manier afwikkelen van schulden.

Zijn er lopende (arbeids)overeenkomsten?

Als er nog lopende overeenkomsten zijn, zoals huurovereenkomsten of arbeidsovereenkomsten die niet zomaar kunnen worden beëindigd, is turboliquidatie ook geen goede keuze. Als je dit wel doet, loop je het risico dat je als bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld.

Nieuwe regels turboliquidatie

Turboliquidatie kan nadelig zijn voor schuldeisers, omdat ze plotseling te horen krijgen dat een onderneming niet meer bestaat. Bovendien hebben schuldeisers bij turboliquidatie geen inzicht in wat er met de activa is gebeurd. Ze kunnen niet controleren of alle activa op de juiste manier zijn vereffend en of een bestuurder sommige activa (bewust of onbewust) niet heeft gemeld.

Op 15 november 2023 treedt daarom de “Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie” in werking, die turboliquidatie transparanter moet maken voor schuldeisers en misbruik van turboliquidatie moet voorkomen.

De nieuwe regels zorgen ervoor dat het bestuur van de rechtspersoon financieel verantwoordelijk is bij turboliquidatie. Binnen veertien dagen na het ontbindingsbesluit moet het bestuur verschillende (financiële) documenten indienen bij de KVK. Zodra alles is ingediend, informeert het bestuur schuldeisers schriftelijk over de turboliquidatie, waarbij schuldeisers de documenten kunnen raadplegen bij de KVK. Dit stelt hen in staat om een betere beoordeling te maken of ze het eens zijn met de turboliquidatie. De nieuwe wet is tijdelijk en geldt ten minste twee jaar nadat deze in werking is getreden. Er bestaat echter een mogelijkheid dat er daarna een permanente wetgeving komt.

Risico’s bij een turboliquidatie

Turboliquidatie lijkt een snel en eenvoudig proces, maar er kleven ook risico’s aan. Als later blijkt dat er toch activa zijn of dat turboliquidatie (bewust of onbewust) verkeerd is toegepast, kunnen schuldeisers de rechtbank vragen om de vereffening te heropenen. Ze kunnen ook een faillissement aanvragen voor de al beëindigde rechtspersoon.

In sommige gevallen kunnen schuldeisers de voormalige bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen via de rechtbank. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bestuurder opzettelijk onrechtmatig heeft gehandeld, bijvoorbeeld door bepaalde schuldeisers voorrang te geven terwijl anderen eerst betaald hadden moeten worden, zonder rekening te houden met de rangorde van schuldeisers. Een andere situatie is wanneer een bestuurder opzettelijk activa verbergt en toch gebruikmaakt van turboliquidatie.

Het Openbaar Ministerie kan in bepaalde gevallen bij de rechtbank een bestuursverbod aanvragen, waardoor de bestuurder maximaal vijf jaar geen bestuurder mag zijn van enige andere onderneming. Daarnaast ben je strafbaar als je opzettelijk niet voldoet aan de nieuwe verantwoordingsplicht.

Ben je aan het twijfelen over het beëindigen van je onderneming? We kunnen bij CijferAdvies advies geven over de mogelijkheden. Onthoud dat een turboliquidatie niet je enige optie is. Er is meer mogelijk dan je denkt, zoals onze intensive care voor ondernemingen!

Categories
news Uncategorized

Crowdfunding: Een populair alternatief voor zakelijk lenen bij de bank

Steeds meer ondernemers kiezen voor crowdfunding als een populair alternatief voor zakelijk lenen bij de bank. In 2022 werd in Nederland een recordbedrag van 1,08 miljard euro via deze alternatieve zakelijke financiering opgehaald, wat een groei van 48% betekende ten opzichte van het voorgaande jaar.

Grafiek artikel crowdfunding

Waarom is crowdfunding populair?

Crowdfunding is een financieringsvorm waarbij ondernemers het benodigde leenbedrag verzamelen via particuliere investeerders op een crowdfundingplatform. Het is laagdrempelig en biedt aantrekkelijke rendementen voor investeerders. Hierdoor zijn er inmiddels al ruim 50 verschillende crowdfundingplatforms in Nederland.

Crowdfunding als alternatief tijdens de kredietcrisis

Tijdens de kredietcrisis van 2008 ontstond deze vorm van zakelijke financiering als een alternatief voor zakelijk lenen bij de bank. Met name voor mkb’ers die moeilijk toegang krijgen tot leningen vanwege de strenge eisen van banken, is crowdfunding een uitkomst.

Mkb’ers zoeken massaal naar alternatieve financieringsvormen om startups, risicovolle projecten of innovatieve ideeën te financieren.

Werking van crowdfunding en bescherming van investeerders

Op een crowdfundingplatform presenteert een ondernemer zijn idee en het benodigde financieringsbedrag. In ruil daarvoor biedt de ondernemer een aantrekkelijk rendement aan de investeerders. Investeerders bepalen zelf hoeveel geld ze willen inleggen. Er zijn echter risico’s verbonden aan deze vorm van investeren, zoals het mogelijk niet slagen van een idee en minder betrouwbare ondernemers. Om investeerders te beschermen, worden er nieuwe regels verwacht.

Toekomstige groei en nieuwe regels voor crowdfunding

Ondanks strengere regelgeving wordt verwacht dat de crowdfundingmarkt de komende jaren verder zal groeien. Vanaf november 2023 treden de nieuwe Europese regels in werking die crowdfundingplatforms verplichten om uitgebreidere informatie te verstrekken, waardoor investeerders beter worden beschermd.

Categories
Uncategorized

Cybercriminelen richten zich vaker op mkb bedrijven

Dit jaar richten cybercriminelen zich steeds meer op kleine en middelgrote bedrijven (mkb). Vorig jaar lag de nadruk voornamelijk op grote bedrijven, maar dit jaar zijn de verschillen tussen beide marginaal geworden. Hoewel het risicoperceptie van grotere bedrijven aanzienlijk is gestegen, is dat van kleinere bedrijven hetzelfde gebleven.

ABN AMRO heeft onlangs onderzoek uitgevoerd onder 233 zakelijke klanten, wat heeft aangetoond dat de aandacht van cybercriminelen dit jaar in toenemende mate naar kleine bedrijven verschuift. Deze bedrijven doen echter weinig om deze trend aan te pakken en hun risicoperceptie is bijna hetzelfde gebleven. Het risicoperceptie van grotere bedrijven is daarentegen aanzienlijk gestegen. Ze zijn kwetsbaarder voor cyberaanvallen omdat ze doorgaans met meer partners werken, meer leveranciers hebben en meer klanten bedienen.

Steeds hogere cybersecuritystandaarden

Kleine bedrijven moeten nu hun risico op cyberveiligheid aanpakken. Niet alleen voor de continuïteit van hun bedrijf, maar ook om geen contracten mis te lopen als gevolg van nieuwe Europese regelgeving, onder andere. Hoewel de Europese NIS2-richtlijn niet van toepassing is op de kleinste bedrijven, kunnen grotere klanten hier vragen over hebben. Als kleinere bedrijven hun zaken niet op orde hebben, zullen grotere bedrijven snel op zoek gaan naar andere partners. In ieder geval gebruiken grotere bedrijven steeds vaker cybersecurity-standaarden en verwachten zij dat hun partners aan deze standaarden voldoen.

Phishing-campagnes nemen toe, A.I. speelt grote rol

Belangrijk is dat cybersecurity een topprioriteit wordt in bedrijven. Cybercriminelen maken in toenemende mate gebruik van innovatieve technologieën, zoals kunstmatige intelligentie om wachtwoorden te kraken. Ze worden ook beter in het ontwikkelen van overtuigende phishing-campagnes en programma’s die automatisch kunnen verbeteren. Om het groeiende bedreigingen van cybercriminaliteit tegen te gaan, is een integrale aanpak van cybersecurity vereist.

Categories
news Uncategorized

Wat betekent de verplichte duurzaamheidsrapportage voor het mkb?

Vanaf 2024 zullen grote organisaties verplicht worden om de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) te volgen en aan te tonen welke impact ze hebben op de wereld. Deze duurzaamheidsrapportage zal inzicht geven in hoe duurzaam en maatschappelijk verantwoord deze bedrijven ondernemen. Als ondernemer is het van groot belang om te begrijpen wat de CSRD inhoudt en hoe je je kunt voorbereiden op deze nieuwe regelgeving.

Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt steeds belangrijker en er komen steeds meer regels om dit te stimuleren. Zo moeten beursgenoteerde mkb-bedrijven vanaf 2026 aan de CSRD voldoen, terwijl niet-beursgenoteerde mkb-bedrijven later zullen volgen. Het is echter verstandig voor mkb’ers om zich al eerder voor te bereiden op de CSRD, vooral als ze samenwerken met andere partijen of leveranciers die al wel moeten voldoen aan de nieuwe richtlijn. Door deze voorbereidingen kunnen ondernemers de impact van de CSRD minimaliseren en hun bedrijfsvoering duurzamer maken.

Wanneer geldt de CSRD en voor wie?

Vanaf 1 januari 2024 zijn bedrijven die al moeten voldoen aan de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) verplicht om te rapporteren volgens de CSRD-richtlijn. De CSRD is namelijk de opvolger van de NFRD. Vanaf 2025 geldt de duurzaamheidsrapportage ook voor grote bedrijven die buiten de NFRD vallen. Een bedrijf wordt als groot beschouwd als het voldoet aan minimaal twee van de drie onderstaande criteria:

  1. Meer dan 250 medewerkers
  2. Meer dan 40 miljoen euro omzet per jaar
  3. Meer dan 20 miljoen euro op de balans

Voor beursgenoteerde mkb-bedrijven is de CSRD verplicht vanaf 1 januari 2026. Maar niet-beursgenoteerde mkb-bedrijven worden al snel daarna verplicht. Je krijg al snel te maken met deze nieuwe regeling als je veel samenwerkt met grote bedrijven. Deze bedrijven zullen namelijk hun leveranciers ook in de gaten houden. Dus gaan ze vragen stellen. Voldoet een kleine leverancier niet aan de verplichtingen? Dan heeft dat ook invloed op hun impact, waardoor ze niet aan de richtlijn voldoen.  

Wat moet ik doen als mkb’er?

Nu als mkb’er al voorbereiden op de CSRD is dus verstandig. Zorg voor inzicht in je keten. Van productie tot vervoer en verwerking. Maak daar een overzicht van en onderzoek waar verduurzaming nog mogelijk is. Stel ook vragen aan jouw leveranciers en importeurs. Je wilt een grote klant niet kwijtraken, omdat je nu nog geen stappen neemt. Bas de Gooijer, adviseur bij De Duurzame Adviseurs presenteert zelf een gratis Webinar over de CSRD met een stappenplan dat je kunt downloaden. Daarnaast kun je gebruikmaken van online tools, zoals de MVO-checker, om je producten en inkoop te checken.

Wil je als mkb’er starten met verduurzamen? Dankzij onze Associate Partners en adviseurs kunnen we helpen met het in kaart brengen van alle mogelijkheden.

Categories
news Uncategorized

Borgstelling MKB-krediet wordt verlengd tot 2027

Ondernemers hebben geld nodig om te groeien. Maar ondernemers die te weinig onderpand hebben, maar wel geld willen lenen? Die hebben vaak moeite met het vinden van financiering. Gelukkig is er goed nieuws. De Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) is met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027. Met deze regeling worden al zo’n 3.000 ondernemers in het mkb jaarlijks geholpen.

Met het borgstellingskrediet komt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de ondernemers in het mkb tegemoet. Ze staan voor een deel garant voor ondernemingen die een lening willen afsluiten. Kun je de financier niet genoeg zekerheid bieden? Dan is de BMKB een geschikte oplossing. Houd er rekening mee dat je mkb-bedrijf ‘gezond’ is en zorg voor een positief uitzicht. Daarmee wordt bedoeld dat er uitzicht moet zijn op rentabiliteit en continuïteit van de onderneming. Anders kom je zelfs niet bij de overheid in aanraking voor zakelijke financiering.

Recente evaluatie eindigt positief

De BMKB is onlangs geëvalueerd. Er is een positief beeld naar voren gekomen over deze regeling. Wat mooi is. Want de regeling is al meer dan 100 jaar oud. Het is daarnaast een belangrijke regeling voor ondernemer die op zoek zijn naar financiering. Je moet al gauw aankloppen bij kredietverstrekkers zoals banken en alternatieve financieringsmogelijkheden. Er zijn op basis van de evaluatie wel een aantal veranderingen doorgevoerd. De regeling is aangepast, zodat het beter aansluit op de hedendaagse digitale processen. Het kleine krediet is ook verhoogd naar €250.000. Er wordt ook een expert aangesteld die gaat beoordelen of de provisie die men betaalt bij het afsluiten van een borgstellingskrediet omlaag kan.

Er is ook een BMKB-groen variant

Sinds 2022 is er ook een BMKB-groenregeling. Deze specifieke regeling is er om ondernemers te helpen bij het omlaag brengen van de energiekosten. De lening kan ook ingezet worden bij het aanschaffen van duurzame oplossingen. Denk hierbij aan een elektrische oven of verduurzaming van je bedrijfspand. Het is een zeer geschikte variant op de reguliere BMKB-regeling voor ondernemers die willen verduurzamen. En hij wordt verlengd tot 1 juli 2027. Dus pak je kans.

Wil je weten of je aan alle eisen voor de BMKB-regeling voldoet of subsidie mogelijkheden bespreken? Ook daar kan je CijferAdvies boekhouder bij helpen. Neem daarvoor contact op met je lokale kantoor.

Categories
news Uncategorized

Goed nieuws voor mkb-ondernemers die willen verduurzamen

De Subsidieregeling verduurzaming mkb (SVM) is sinds 1 april 2023 weer geopend. Met de SVM kunnen ondernemers tot 80% van de kosten terugkrijgen voor een onderbouwd advies over energiebesparende maatregelen voor hun pand. Dit kan helpen om de gestegen energieprijzen te compenseren en tegelijkertijd bij te dragen aan een duurzamere bedrijfsvoering.

De SVM is bedoeld voor mkb’ers met een eigen bedrijfspand of die een pand huren, en die niet onder de energiebesparingsplicht vallen. Voor het deel van het bedrijfsleven met het hoogste energieverbruik geldt namelijk al dat zij verplicht energiebesparende maatregelen moeten nemen. Daarover moet verplicht gerapporteerd worden.

Aanvraagloket SVM was tijdelijk gesloten

Het aanvraagloket voor de SVM was al op 1 oktober 2021 opengegaan, maar werd tijdelijk gesloten vanwege signalen van oneigenlijk gebruik door enkele energie-adviseurs. Sinds 1 april is het loket weer geopend bij uitvoerder RVO. Ondernemingen kunnen tot en met 30 september 2023 (17:00 uur) de SVM aanvragen.

Geen investeringen, maar wel advies in de SVM

Let wel op: de SVM is niet bedoeld voor investeringen in bijvoorbeeld zonnepanelen, HR++-glas of elektrische bestelauto’s. Hiervoor kunnen ondernemers een beroep doen op de ISDE-subsidie of de energie-investeringsaftrek (EIA). De SVM is alleen voor het aanvragen van een energie-advies voor het verduurzamen van het bedrijfspand of de bedrijfsvoering. De kosten hiervoor bedragen tussen de €400 en €750. Kosten voor ondersteuning bij de uitvoering van de energiebesparende maatregelen uit het advies vallen ook onder de subsidie, tot een maximumbedrag van € 2.500. De subsidie geldt alleen voor kosten die vanaf 1 april 2023 zijn gemaakt.

Voorwaarden aangescherpt voor subsidie

De voorwaarden voor het aanvragen van de SVM zijn aangescherpt. Zo wordt oneigenlijk gebruik geprobeerd te voorkomen. Ondernemers moeten bij de aanvraag een document ondertekenen, waarin zij verklaren dat zij weten dat er kosten aan het advies verbonden zijn. Bij de vorige versie van de SVM dachten ondernemers het idee dat zo’n advies helemaal gratis zou zijn.

De energie-adviseur moet daarnaast minstens twee jaar ervaring hebben. Door deze eis wordt de kwaliteit van de adviezen bewaakt. Een energie-advies is dus geschikt als die eerder mkb’ers specifiek over verduurzaming heeft geadviseerd. Meer informatie over het vinden van een energie-adviseur staat op de site van de RVO.

Al met al biedt de SVM een mooie kans voor mkb-ondernemers om hun bedrijfspand te verduurzamen en kosten te besparen op de energierekening. Door de aangescherpte voorwaarden wordt de kwaliteit van de energie-adviezen gewaarborgd. Ben je op zoek naar een partner die meekijkt naar de subsidiemogelijkheden?

Bij CijferAdvies kun je terecht voor onder andere advies, maar ook ons Associate Partner netwerk heeft specialisten in huis. Een van onze nieuwste partners Dynova geeft bijvoorbeeld al 25 jaar advies op dit gebied!