Categorieën
news Uncategorized

Privé auto zakelijk gebruiken? Ontdek hoe je de btw slim aftrekt

Wil je de privé auto zakelijk gebruiken? De grens tussen zakelijk en privé vervaagt wanneer je als ondernemer je eigen auto gebruikt voor bedrijfsdoeleinden. Sta je voor raadsels over de btw op brandstofkosten en de aftrekbaarheid van de btw bij zakelijk autogebruik? In dit artikel duiken we dieper in de btw en leggen we je haarfijn uit hoe je de fiscale voordelen optimaal benut wanneer je je privéauto voor zakelijke doeleinden inzet.

De privé auto zakelijk gebruiken

De kosten van autorijden zijn al hoog genoeg. Maar wist je dat je de btw over het zakelijke gebruik van je privéauto kunt terugkrijgen? Hoe werkt dit precies? Kort gezegd, bij het zakelijk inzetten van je privéauto kun je de btw over de zakelijke kilometers terugvorderen. Dit kan op twee manieren:

  1. Door het zakelijke en privégebruik te registreren in je administratie.
  2. Via een BTW-correctie voor privégebruik.

Het draait allemaal om het aantonen van je zakelijke kilometers, waardoor je precies weet hoeveel btw je kunt aftrekken. Laten we beide methoden eens nader bekijken.

Methode 1: Vaststellen van zakelijk en privégebruik via administratie

Het is mogelijk om de verhouding tussen zakelijk en privégebruik van je auto bij te houden. Hoeveel kilometers zijn zakelijk en hoeveel zijn privé gereden? Stel dat je 60% van de tijd de auto privé gebruikt en 40% voor zakelijke doeleinden, dan is 40% (het zakelijke deel) van de btw op de autokosten aftrekbaar. Uiteraard dien je wel te kunnen bewijzen dat je daadwerkelijk dit percentage aan zakelijk gebruik hebt gehaald. Maar hoe pak je dat aan?

Betrouwbare kilometerregistratie

Een nauwkeurige kilometeradministratie is essentieel om het onderscheid tussen zakelijk en privégebruik van je auto vast te stellen. Dit kan met een rittenregistratie-app of handmatige documentatie, zolang het voldoet aan de eisen van de Belastingdienst.

Een andere methode is het bijhouden van reiskosten die je bij klanten in rekening brengt. Zo creëer je een overzicht van je zakelijke kilometers. Door het verschil te berekenen tussen de begin- en eindstand van je kilometerstand en je zakelijke kilometers, bepaal je hoeveel btw van je privéauto zakelijk aftrekbaar is

Alternatieve administratie

De Belastingdienst biedt ruimte om zonder strikte rittenregistratie de verhouding tussen zakelijk en privégebruik aan te tonen. Dit vereist andere bewijsstukken uit je administratie, zoals:

  • Type onderneming
  • Zakelijke doelen van de auto
  • Functie van de auto-gebruiker

Het is cruciaal dat je de Belastingdienst overtuigend inzicht geeft in de verdeling tussen zakelijk en privégebruik.

Een voorbeeld

Stel dat je jaarlijks 20.000 kilometer zakelijk rijdt met je privéauto, op een totaal van 40.000 kilometer. In dat jaar heb je uitgegeven:

  • € 4.500 aan brandstof (met €945 btw)
  • € 1.200 aan onderhoud (met €252 btw)

De btw die je kunt terugvorderen voor zakelijk gebruik van je privéauto bedraagt dan €1.197,50. Belangrijk: indien een deel van je omzet vrijgesteld is van btw, dien je de btw over de zakelijke autokosten naar verhouding aan te passen.

Methode 2: BTW-correctie voor privégebruik

Als je geen gedetailleerde administratie bijhoudt voor het privégebruik van je auto, kun je toch de btw op bijvoorbeeld onderhoud en brandstof terugvorderen. Hoe? In eerste instantie mag je alle btw aftrekken. Aan het einde van het jaar pas je een BTW-correctie toe voor het privégebruik van de auto: 1,5% van de catalogusprijs van de auto, inclusief bpm en btw.

Laten we zeggen dat je een auto aanschaft voor €35.000, inclusief btw en bpm. Je hebt de btw op de aanschaf, onderhoud en het gebruik van de auto al afgetrokken. In dit scenario betaal je (1,5% van %35.000 =) €525 aan btw. Als je de auto echter pas na 1 juli in gebruik neemt, hoef je slechts zes maanden btw te betalen, dus €262,50.

Reiskostenvergoeding aftrekken

Handig om te onthouden: vanaf 2024 kun je voor zakelijke ritten met je privéauto 0,23 cent per kilometer aftrekken. Het is echter belangrijk op te merken dat je dan geen autokosten mag aftrekken van je winst. Wel kun je een deel van de btw terugvorderen, ofwel via de BTW-correctie of op basis van de aantoonbare verhouding tussen privé- en zakelijk gebruik.

Hoe kan jij het beste zakelijk rijden?

Ontdek de beste aanpak voor jouw situatie bij het zakelijk rijden van je auto. CijferAdvies helpt je om de optimale methode te bepalen voor het aftrekken van btw op autokosten, afgestemd op jouw specifieke omstandigheden. De Belastingdienst heeft tools ontwikkeld om de BTW-aftrek te berekenen, maar het begrijpen van de juiste methode kan complex zijn. Wij staan klaar om je te begeleiden en te adviseren, zodat je vol vertrouwen de juiste keuzes kunt maken.

Categorieën
news Uncategorized

Deadline btw-aangifte gemist?

De belastingdienst teleurstellen is altijd vervelend. Het gaat namelijk vaak gepaard met boetes. Dus heb je de deadline btw-aangifte gemist? Dan ligt een boete op de loer, want als ondernemer moet je per maand, kwartaal of jaar belasting afdragen. Toch hoef je niet altijd een boete te betalen. Laten we eens uitzoeken hoe dat zit.

Maximaal mogelijke boetes

Het overkomt meer ondernemers dan je denkt. Zo waren er volgens de Belastingdienst in het tweede kwartaal van dit jaar zo’n 140.000 ondernemers te laat. Die hebben de deadline btw-aangifte gemist. Nu stuurt de fiscus tegenwoordig een sms’je of e-mail. Er wordt bijvoorbeeld aanbevolen om de aangifte van het derde kwartaal alsnog in te leveren. Lever die uiterlijk voor 7 november 2023 in en betaal direct de verschuldigde btw.

Ben je te laat met je aangifte, dan kost dat €68. Maar dat staat volgens de fiscus los van de betaling. Dus ben je te laat met je aangifte én betaal je ook de BTW niet? Dan volgt er ook nog eens een boete voor betaalverzuim. En dat kan dus oplopen tot €5.514.

Niet direct een ramp, maar wel opletten

Gelukkig is er een manier om deze boete te voorkomen. Er geldt namelijk een coulancetermijn van 7 dagen na de uiterste inleverdatum. Als de aangifte binnen die termijn binnenkomt, volgt er geen boete. Daarom roept de Belastingdienst in het bericht ondernemers op om uiterlijk 7 november de aangifte in te dienen. Niet toevallig dus 7 dagen na de deadline van 31 oktober 2023.

Het is niet meteen een ramp als een ondernemer een paar dagen te laat is. Toch is het belangrijk om op te letten, want verzuimboetes stapelen zich op als de ondernemer vaker deadlines mist. Een uitzondering hierop is de zogeheten suppletieaangifte voor de BTW. Als een ondernemer ontdekt dat er te weinig (of te veel) BTW is afgedragen, moet hij tijdig zo’n suppletieaangifte indienen. Als de Belastingdienst later vaststelt dat de ondernemer dit ten onrechte niet heeft gedaan, volgt er hoe dan ook een boete.

Kiezen voor de kleineondernemersregeling (KOR)

Om boetes te vermijden, is het natuurlijk het beste om tijdig aangifte te doen en de verschuldigde BTW voor de deadline af te dragen (dat kan tegenwoordig eenvoudig via iDeal). Voor ondernemers met een relatief beperkte BTW omzet is er ook de optie van de Kleineondernemersregeling (KOR). Ondernemers die in een jaar onder de €20.000 omzet blijven, komen mogelijk in aanmerking voor deze regeling. Deelnemers aan de KOR hoeven geen uitgebreide BTW-administratie bij te houden en ook geen BTW-aangifte in te dienen. Echter, de KOR-deelnemer mag ook geen BTW in aftrek brengen.

Het is een keuze die voor drie jaar geldt, dus ondernemers die op termijn een aanzienlijke investering verwachten inclusief BTW aftrek moeten wellicht twee keer nadenken over deelname. Ondernemers die de KOR met ingang van 2024 willen toepassen, moeten zich uiterlijk 2 december 2023 melden bij de Belastingdienst.

Wil je meer advies over financiële strategieën en administratieve optimalisatie? CijferAdvies staat klaar om je te begeleiden. Neem contact op voor een gratis gesprek en ontdek hoe wij je onderneming kunnen ondersteunen.

Categorieën
news Uncategorized

Kleine ondernemer mist professioneel klankbord

Leeuwarden, 3 november 2023 – CijferAdvies opent een gratis spreekuur voor de kleine ondernemer in Leeuwarden en omgeving. Zo hopen zij een bijdrage te leveren aan gezond ondernemerschap in tijden van economische uitdagingen. Juist als het minder gaat met de ondernemer verandert de rol van boekhouder naar financiële huisarts.

De kleine ondernemer, zoals zzp’ers en mkb-ondernemers, mist vaak een professioneel klankbord om inzicht te krijgen in hoe ze hun bedrijfsvoering kunnen verbeteren. Ze zijn vaak gefocust op directe inkomsten en besteden minder aandacht aan hun financiële huishouding. Toch is dit aspect van het ondernemerschap essentieel. Vooral gezien de veranderende wetgeving met betrekking tot zaken als pensioenvoorzieningen voor zelfstandigen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Daarnaast spelen persoonlijke factoren zoals toeslagen, woningtekorten en familieomstandigheden een rol in het leven van ondernemers, waarbij een klankbord zeer wenselijk is.

CijferAdvies heeft zich ontwikkeld als een financiële huisarts voor ondernemers. Hoewel financiële kwesties vaak aan bod komen in de administratie, zijn er tal van andere onderwerpen die onbesproken blijven. Uit gesprekken met ondernemers is gebleken dat traditionele accountants zich vaak te veel richten op cijfers en te weinig op persoonlijk ondernemersadvies. Met de groei van het aantal kleine zelfstandigen, naar c.a. 1,3 miljoen zzp’ers, is er vooral behoefte aan een plek waar ze een luisterend oor en professioneel advies vinden.

CijferAdvies vestigt zich vanaf 1 november in Leeuwarden om ondernemers te ondersteunen bij hun administratie en ondernemersvraagstukken. Ondernemers kunnen zich aanmelden voor een eerste gratis advies door een e-mail te sturen naar i.bejjati@cijferadvies.nl. Het spreekuur wordt gehouden in het kantoorpand op Sophialaan 1A in Leeuwarden, van maandag tot en met vrijdag tussen 19.00 en 21.00 uur op afspraak.

Kleine ondernemer mist klankbord
Imad el Bejjati en Mia Koppens - eigenaren CijferAdvies Leeuwarden
Categorieën
news Uncategorized

Omzetverlies aanpakken: 7 praktische tips voor ondernemers

Veel ondernemers hebben helaas de harde realiteit van omzetverlies moeten doorstaan. Klanten blijven weg, rekeningen stapelen zich op, en financiële zorgen nemen toe. Als jij je hierin herkent, ben je niet alleen. Het goede nieuws is dat er manieren zijn om deze uitdagingen aan te gaan en je bedrijf weer op de weg naar herstel te zetten.

In dit artikel delen we zeven praktische tips om omzetverlies aan te pakken en je bedrijf weer financieel gezond te maken. Deze adviezen helpen je om grip te krijgen op de situatie, verlies om te buigen naar winst en je bedrijf te laten floreren. Voor ernstige gevallen is er de Intensive Care voor Ondernemers van CijferAdvies.  

Lees verder om te ontdekken hoe je deze stappen kunt inzetten en je zo de wind weer in de zeilen krijgt.

1. Breng je huidige situatie in kaart

Bekijk de bedrijfssituatie van nu. Gebruik hiervoor de KVK Zwaar weer routewijzer of ga het gesprek aan met je boekhouder. Met de routewijzer ontdek je of er voor je bedrijf nog kansen liggen voor financieel herstel. Geef antwoord op de vragen en gebruik het stappenplan dat bij je bedrijf past.

De Toekomstcheck laat zien hoe je bedrijf er financieel voor staat. En geeft een voorspelling voor de komende twaalf maanden.  Wil je meer inzicht in je financiën? Dan kun je altijd bellen met je CijferAdviseur.

2. Zie omzetverlies voor wat het is

Pieker je ’s nachts en blijf je maar malen over de toekomst van je bedrijf? Vaak begint financieel herstel met het simpelweg erkennen van de problemen. Het is cruciaal om je geldzorgen serieus te nemen. Als ze terecht zijn, is het tijd om actie te ondernemen. Het aanpakken van financiële zorgen voorkomt bijvoorbeeld dat de bank je krediet opeist.

3. Er is meer mogelijk dan je denkt

Houd je blik op de horizon gericht. Je kunt dit alleen doen of samen met een ervaren kapitein, oftewel een externe adviseur. Misschien zijn er nog marktkansen die je gemist hebt? De wind kun je niet veranderen, maar je zeilen kun je nog verzetten. Door middel van een nieuw verdienmodel bijvoorbeeld.

Er is ook veel te regelen met bestaande kredieten, crediteuren en alternatieve financiering. Duik niet te snel in de schuldsanering. Er is meer mogelijk dan je denkt. Vervolgens zijn er nog regelingen zoals het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). De Bbz is er om inkomstenondersteuning of een lening af te sluiten. Raadpleeg je boekhouder bij vragen.

4. Laat schulden niet uit de hand lopen

Schulden kunnen hardnekkig zijn. Ze verdwijnen ook niet vanzelf. Onze Intensive Care voor ondernemers bij CijferAdvies staat klaar voor de meest urgente situaties. We kunnen je een begeleid traject op maat aanbieden, aangepast aan jouw specifieke situatie. Onze gespecialiseerde adviseurs staan tot je beschikking om samen met jou de meest geschikte aanpak te bepalen.

Daarnaast hebben we verschillende juridische instrumenten tot onze beschikking, zoals de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Met behulp van deze regeling kunnen we schulden herstructureren terwijl je bedrijfsactiviteiten gewoon doorgaan. Als er een akkoord wordt bereikt via de WHOA, kun je met een frisse start verder gaan.

Als je liever je bedrijfsactiviteiten onveranderd voortzet, biedt een ‘Minnelijk Traject‘ een alternatieve route. Dit traject is ontworpen om je bedrijf stabiel te houden in financieel zwaar weer. Als echter blijkt dat deze aanpak niet leidt tot de gewenste resultaten, kun je altijd terugvallen op de ‘Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP)‘. Dit is vaak de beste keuze voor ondernemers met een eenmanszaak, vof, cv of maatschap en biedt de mogelijkheid om je schulden gecontroleerd af te wikkelen zonder faillissement.

5. Vraag uitstel aan

Ademruimte is kostbaar. Het geeft je de tijd om bepaalde zaken om te gooien. Die tijd kan het verschil maken tussen faillissement of een herstart. Kun je bijvoorbeeld na de belastingaangifte andere belastingen niet betalen? Dan is het aanvragen van uitstel of een betalingsregeling verstandig. Het is van cruciaal belang om je belastingaangifte tijdig in te dienen. Dit voorkomt onnodig hoge schattingen en boetes. Als je je medewerkers niet meer kunt voorzien van hun loon, is het belangrijk om betalingsonmacht bij het UWV te melden. Wees op tijd, zo voorkom je verdere problemen.

6. De levensvatbaarheid van je bedrijf beoordelen

Als de problemen zich blijven opstapelen, is het tijd om te beoordelen of je bedrijf nog levensvatbaar is. De beslissing om te stoppen met ondernemen is nooit gemakkelijk. Toch is het verstandig om deze optie serieus te overwegen als de vooruitzichten voor je bedrijf somber blijven. Als je tot de conclusie komt dat je bedrijf niet langer levensvatbaar is, is het belangrijk om de financiële schade zoveel mogelijk te beperken. Ook hier zijn er vaak meer mogelijkheden dan je denkt.

7. Aarzel niet en vraag om hulp!

Het is slim om financiële problemen niet te lang te laten voortduren. Wanneer schulden blijven oplopen, wordt terugbetalen steeds ingewikkelder. Wacht daarom niet langer en zoek nu hulp bij je financiële problemen. CijferAdvies staat klaar om je te ondersteunen en samen met jou de beste oplossing voor je bedrijf te vinden. Neem vandaag nog contact met ons op en zet de eerste stap naar financieel herstel.

Categorieën
news Uncategorized

Coronabelastingschulden blijven een zorg voor kleine bedrijven

Kleine en middelgrote ondernemingen zoeken steeds vaker hulp bij de Belastingdienst, want zij worstelen met het afbetalen van hun belastingschuld. Staatssecretaris Van Rij werpt licht op de actuele situatie rondom coronabelastingschulden.

De vooruitzichten geven aanleiding tot bezorgdheid: we verwachten dat in de nabije toekomst meer bedrijven een beroep zullen doen op saneringsverzoeken en het aantal faillissementen zal stijgen. Het midden- en kleinbedrijf kampt het meest met betaalachterstanden.

Op 25 september 2023 bedroeg de openstaande schuld in de betalingsregeling nog €13,2 miljard, wat ongeveer 28% is van het oorspronkelijke bedrag waarvoor uitstel was verleend. Er is een groep van 27.000 ondernemers die nog niks hebben afgelost. Deze groep heeft ook nog geen concrete hulpvraag gesteld aan de Belastingdienst of hulpverlenende organisaties. Een deel heeft ook meerdere betalingstermijnen gemist. Een kleinere groep heeft de regeling verloren vanwege het niet nakomen van hun lopende verplichtingen. Later in oktober 2023 verwachten worden er nog eens ongeveer 8.000 intrekkingen verwacht.

Achterstanden in de coronabetalingsregeling

Elf maandelijkse aflossingstermijnen zijn verstreken sinds het begin van de betalingsregeling. Op 1 oktober 2023 hebben ongeveer 60.000 ondernemers (23%) in de coronabetalingsregeling betalingsachterstanden. Staatssecretaris Van Rij doet een oproep aan deze ondernemers die tot nu toe geen actie hebben ondernomen, om contact op te nemen met de Belastingdienst of andere hulpverlenende organisaties voor mogelijke ondersteuning.

Medio november 2023 ontvangt een nieuwe groep van 30.000 ondernemers een waarschuwingsbrief. Dat heeft te maken met structurele betalingsachterstanden in de coronabetalingsregeling of nieuwe verplichtingen. Ze moeten binnen 14 dagen actie ondernemen om intrekking van de coronabetalingsregeling te voorkomen. De brief benadrukt dat ondernemers in alle fasen, inclusief na het dwangbevel, nog steeds hulp kunnen vragen.

Saneringsverzoeken en ontbrekende informatie

Bij saneringsverzoeken van ondernemingen met betalingsproblemen merkt de Belastingdienst op dat in veel gevallen niet alle benodigde gegevens worden verstrekt. De Belastingdienst neemt een soepele houding aan bij de beoordeling van saneringsverzoeken. Ze kunnen alleen niet meewerken aan verzoeken van bedrijven die niet voldoen aan de gestelde voorwaarden in de regelgeving.

De Intensive Care voor ondernemers met schulden

CijferAdvies staat klaar om ondernemers te ondersteunen die worstelen met coronabelastingschulden. Onze missie is om te laten zien dat faillissement niet altijd de enige optie is. Vaak zijn er meer mogelijkheden dan ondernemers zich realiseren. Met de juiste begeleiding en een doordachte aanpak, kunnen bedrijven hun financiële gezondheid herstellen en een solide toekomst opbouwen. We fungeren als de financiële huisarts voor ondernemers, bieden inzichten, advies en ondersteuning om hen door deze uitdagende tijden te loodsen en te helpen hun onderneming nieuw leven in te blazen. Wacht niet tot het te laat is, neem contact met ons op en ontdek wat er voor jouw bedrijf mogelijk is.

Bron: Kamerbrief Stand van zaken coronabelastingschuld, nr. 2023-0000230436, Ministerie van Financiën, 16 oktober 2023

Categorieën
news Uncategorized

Prinsjesdag 2023: De wetsvoorstellen rondom Vennootschappen, BV’s en Holdings

De wetsvoorstellen Voor Vennootschappen, BV’s en holdings staan op de planning. Tijdens Prinsjesdag 2023 heeft de overheid nieuwe wetsvoorstellen aangekondigd met betrekking tot de Vennootschapsbelasting (VPB). Bovendien wordt het schenken vanuit een vennootschap vereenvoudigd, maar de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) ondergaat aanpassingen. Het thema excessief lenen komt opnieuw in de schijnwerpers te staan.

In dit artikel bespreken we de vier meest cruciale wetsvoorstellen van het Kabinet die de Vennootschap, BV en holding raken, en waarvan je als ondernemer op de hoogte moet zijn:

  1. VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024
  2. Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap
  3. Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit
  4. Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

1.VPB tarieven blijven ongewijzigd in 2024

Na een periode van aanzienlijke schommelingen, brengt 2024 wat stabiliteit met zich mee wat betreft de tarieven in de vennootschapsbelasting (VPB). Het lage VPB-tarief blijft gelijk met 2023 op 19% voor winsten tot €200.000. Voor winsten boven deze grens blijft het tarief 25,8%.

De Prinsjesdagstukken geven aan dat er voorlopig geen wijzigingen gepland zijn voor de VPB-tarieven. De ontwikkeling ziet er als volgt uit:

 

2021

2022

2023

2024

Laag tarief

15%

15%

19%

19%

Winstgrens

€45.000

€395.000

€200.000

€200.000

Hoog tarief

25%

25,8%

25,8%

25,8%

Minder winst valt onder het lage VPB-tarief

In 2021 en 2022 heeft de overheid de VPB-tarieven flink aangepast. Het lage tarief werd verlaagd naar 15%. Bovendien kwam er steeds meer winst in aanmerking voor dit lagere tarief, waarvan bijna vier ton in 2022. Afgelopen jaar werden de teugels strakker aangetrokken. De winstgrens werd bijna gehalveerd. Het lage tarief steeg daarnaast in één keer van 15% naar 19%. Voor 2024 lijken er voorlopig geen extra wijzigingen op komst, volgens de begroting. Dit betekent dat het kabinet niet de richtlijnen van het Centraal Planbureau volgt, dat rekent met een laag VPB-tarief van 19,7% en een winstgrens van €170.000.

In 2021 werden VPB-tarieven zelfs op het laatste moment gewijzigd

Het feit dat de begroting voor 2024 geen wijzigingen in de VPB-tarieven laat zien, betekent niet dat er niets kan veranderen. In 2021 wilde het toen demissionaire kabinet in eerste instantie niets veranderen aan de tarieven. Maar tijdens de begrotingsbehandeling wilde de Tweede Kamer alsnog voor €2 miljard aanpassingen aanbrengen. Om dit deels te financieren, werd het hoge VPB-tarief op het laatste moment verhoogd van 25% naar 25,8%. En als er snel een nieuw kabinet wordt gevormd, bestaat de mogelijkheid dat er nog veranderingen worden doorgevoerd in de tarieven voor het komende jaar.

2.Wijzigingen in de regeling voor schenken vanuit een vennootschap

Het kabinet introduceert een eenvoudiger systeem voor direct schenken vanuit een vennootschap. Dit betekent dat giften van de vennootschap aan een ANBI niet langer worden belast in box 2 of met dividendbelasting. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om royale giften vanuit de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder te doen. De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting vervalt, waardoor giften niet meer fiscaal aftrekbaar zijn bij de winstberekening.

Desalniettemin blijven giften van de vennootschap aan een ANBI of SBBI vrijgesteld van schenkbelasting bij de ontvangende instelling. De voorgestelde wijzigingen, van kracht vanaf 1 januari 2024, omvatten: – Giften van de vennootschap aan een ANBI worden niet langer fiscaal aftrekbaar, zelfs niet onder het huidige maximum van 50% van de winst en €100.000. – Dergelijke giften worden niet beschouwd als inkomen in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan of als ze contante donaties als gunsten of bijdragen zijn.

De voorgestelde wijzigingen, die per 1 januari 2024 van kracht worden, omvatten:

  • Giften door een vennootschap aan een ANBI worden niet langer aftrekbaar, zelfs niet als deze minder bedragen dan het huidige wettelijke maximum van 50% van de winst en €100.000.
  • Het bedrag van dergelijke giften zal niet worden beschouwd als inkomen voor de aanmerkelijkbelanghouder in box 2, noch als opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij de giften niet rechtstreeks door de vennootschap worden gedaan, bijvoorbeeld als ze afkomstig zijn van de aanmerkelijkbelanghouder zelf, of wanneer er sprake is van contante donaties als gunsten of bijdragen.

3.Versoepeling van eisen aan bedrijfsopvolgingsfaciliteit

De komende jaren ondergaan de fiscale regels voor bedrijfsopvolging wijzigingen. Het demissionaire kabinet heeft voorlopig 1 januari 2026 vastgesteld als de startdatum voor bepaalde aanpassingen, waaronder de versoepeling van de voorwaarden voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erf- en schenkbelasting.

Op Prinsjesdag presenteerde het demissionaire kabinet een apart wetsvoorstel om deze aanpassingen in de fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging vast te leggen. De wijzigingen in de BOR van de Successiewet en de doorschuifregeling (DSR) van de inkomstenbelasting zijn opgesplitst in twee delen: een deel dat ingaat in 2024 en 2025, en een ander deel dat pas in 2026 van kracht wordt.

Aanpassing van de Bezitseis en Voortzettingseis in de BOR

In het Belastingplan van 2025, dat volgend jaar op Prinsjesdag wordt gepresenteerd, zullen de volgende ingrepen van toepassing zijn:

  • Vanaf 2026 geldt de BOR en DSR alleen nog voor reguliere aandelen, niet langer voor bijvoorbeeld opties op aandelen of winstbewijzen.
  • De bezitseis en voortzettingseis in de BOR worden aangepast. Momenteel vereist de BOR dat de opvolger de onderneming minstens 5 jaar voortzet. Bij schenking van een onderneming moet de schenker minstens 5 jaar eigenaar zijn geweest, en bij een erfenis is dat 1 jaar. Het kabinet overweegt nog hoe deze versoepeling er precies uit zal zien.
  • Het aanpakken van ongewenste constructies rondom de BOR staat eveneens op

    de agenda.

4.Belangrijke Veranderingen in de Wet Excessief Lenen voor Ondernemers

Voorheen maakten veel directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) gebruik van de mogelijkheid om geld uit hun vennootschap op te nemen via leningen of rekening-courantboekingen in plaats van dividenduitkeringen. Hierdoor hoefden DGA’s geen directe belasting te betalen, zoals bij dividenduitkeringen of het opnemen van een hoger salaris. Vanaf het belastingjaar 2023 belast de Belastingdienst echter dergelijke schulden.

Kort gezegd houdt deze wet in dat als de DGA en zijn partner samen op 31 december van enig jaar meer dan €700.000 aan schulden hebben bij de vennootschap, het extra bedrag wordt beschouwd als fictief dividend en onderworpen is aan 26,9% aanmerkelijk belangheffing.

Wijzigingen in 2024

Het Belastingplan 2024 bevat verdere aanpassingen aan de Wet Excessief Lenen. Een belangrijke verandering is dat een conserverende aanslag wordt opgelegd als een belastingplichtige na emigratie overmatige leningen aangaat bij een buitenlandse vennootschap. Er zijn ook wijzigingen met betrekking tot de verdeling van het maximale bedrag bij het beëindigen van een fiscaal partnerschap.

Categorieën
news Uncategorized

Het beëindigen van een rechtspersoon via turboliquidatie

Turboliquidatie is de snelste manier om een rechtspersoon, zoals een besloten vennootschap, te beëindigen. Aan het einde van dit jaar zal de nieuwe Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie in werking treden, waardoor schuldeisers de procedure gemakkelijker kunnen controleren.

Wat houdt turboliquidatie in?

Turboliquidatie is een methode om een rechtspersoon te beëindigen. Dit geldt onder andere voor besloten vennootschappen (bv’s), naamloze vennootschappen (nv’s), coöperaties en verenigingen. Turboliquidatie kan echter niet worden toegepast bij eenmanszaken of vennootschappen onder firma (vof’s). Vorig jaar werden ongeveer 50.000 rechtspersonen beëindigd, waarvan meer dan 90% via turboliquidatie.

Onmiddellijke beëindiging zonder activa

Voor turboliquidatie geldt een belangrijke voorwaarde: er mogen geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is meestal het moment waarop het ontbindingsbesluit wordt genomen. Als er geen activa zijn op het moment van ontbinding, wordt de rechtspersoon direct beëindigd. Vanwege de snelle afwikkeling wordt dit proces turboliquidatie genoemd. Het bestuur meldt de ontbinding aan bij de Kamer van Koophandel (KVK).

Als er wel activa aanwezig zijn op het moment van ontbinding, is turboliquidatie niet mogelijk en wordt de rechtspersoon niet direct beëindigd. In dat geval moet je de wettelijk voorgeschreven vereffeningsprocedure volgen, waarvan de stappen in de wet zijn vastgelegd. Als er meer schulden dan activa zijn, kunnen schuldeisers of de ondernemer een faillissement aanvragen.

Wat worden als activa beschouwd?

Onder activa vallen in ieder geval de aanwezige bezittingen binnen een onderneming, zoals:

  • Saldo op bankrekeningen
  • Inventaris en voorraden
  • Onroerend goed
  • Aandelen in andere bedrijven

Daarnaast worden ook vorderingen als activa beschouwd. Dit geldt voor vorderingen waarvan je zeker weet dat je ze nog zult ontvangen, evenals vorderingen die je zou kunnen innen. Voorbeelden van vorderingen zijn onder andere:

  • Uitstaande betalingen van debiteuren
  • Teruggave van waarborgsommen na verhuurperiodes
  • Vergoedingen die voortvloeien uit het beëindigen van een overeenkomst

Het begrip “activa” omvat meer dan je misschien denkt. Wees daarom voorzichtig bij het bepalen of er nog activa aanwezig zijn. Raadpleeg een (bedrijfs)jurist en een accountant voordat je een ontbindingsbesluit neemt.

Zorg voor vereffening activa vóór het moment van ontbinding

Turboliquidatie kan alleen worden toegepast als er geen activa meer aanwezig zijn op het moment van ontbinding. Dit is vaak het geval bij “lege” rechtspersonen zonder vermogen, zoals holdings die al geruime tijd niet actief zijn.

Turboliquidatie kan echter ook worden toegepast bij actieve rechtspersonen die nog activa hebben. In dat geval moet je de aanwezige activa vóór de ontbinding “vereffenen”. Je verkoopt alle bezittingen en betaalt zoveel mogelijk schuldeisers af. Hierbij houd je rekening met de belangen en rangorde van schuldeisers. Na de vereffening wordt het ontbindingsbesluit genomen.

Niet alle schulden afbetaald?

Heb je niet al je schulden afbetaald? Dat kan voorkomen, maar zelfs dan is turboliquidatie ook mogelijk. Als er (te)veel schulden zijn, kan het overwegen van het niet toepassen van turboliquidatie en het aanvragen van een faillissement een verstandige keuze zijn. Bij een faillissement schakel je een curator in, die veel ervaring heeft met het op de juiste manier afwikkelen van schulden.

Zijn er lopende (arbeids)overeenkomsten?

Als er nog lopende overeenkomsten zijn, zoals huurovereenkomsten of arbeidsovereenkomsten die niet zomaar kunnen worden beëindigd, is turboliquidatie ook geen goede keuze. Als je dit wel doet, loop je het risico dat je als bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld.

Nieuwe regels turboliquidatie

Turboliquidatie kan nadelig zijn voor schuldeisers, omdat ze plotseling te horen krijgen dat een onderneming niet meer bestaat. Bovendien hebben schuldeisers bij turboliquidatie geen inzicht in wat er met de activa is gebeurd. Ze kunnen niet controleren of alle activa op de juiste manier zijn vereffend en of een bestuurder sommige activa (bewust of onbewust) niet heeft gemeld.

Op 15 november 2023 treedt daarom de “Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie” in werking, die turboliquidatie transparanter moet maken voor schuldeisers en misbruik van turboliquidatie moet voorkomen.

De nieuwe regels zorgen ervoor dat het bestuur van de rechtspersoon financieel verantwoordelijk is bij turboliquidatie. Binnen veertien dagen na het ontbindingsbesluit moet het bestuur verschillende (financiële) documenten indienen bij de KVK. Zodra alles is ingediend, informeert het bestuur schuldeisers schriftelijk over de turboliquidatie, waarbij schuldeisers de documenten kunnen raadplegen bij de KVK. Dit stelt hen in staat om een betere beoordeling te maken of ze het eens zijn met de turboliquidatie. De nieuwe wet is tijdelijk en geldt ten minste twee jaar nadat deze in werking is getreden. Er bestaat echter een mogelijkheid dat er daarna een permanente wetgeving komt.

Risico’s bij een turboliquidatie

Turboliquidatie lijkt een snel en eenvoudig proces, maar er kleven ook risico’s aan. Als later blijkt dat er toch activa zijn of dat turboliquidatie (bewust of onbewust) verkeerd is toegepast, kunnen schuldeisers de rechtbank vragen om de vereffening te heropenen. Ze kunnen ook een faillissement aanvragen voor de al beëindigde rechtspersoon.

In sommige gevallen kunnen schuldeisers de voormalige bestuurder persoonlijk aansprakelijk stellen via de rechtbank. Hiervoor moet worden aangetoond dat de bestuurder opzettelijk onrechtmatig heeft gehandeld, bijvoorbeeld door bepaalde schuldeisers voorrang te geven terwijl anderen eerst betaald hadden moeten worden, zonder rekening te houden met de rangorde van schuldeisers. Een andere situatie is wanneer een bestuurder opzettelijk activa verbergt en toch gebruikmaakt van turboliquidatie.

Het Openbaar Ministerie kan in bepaalde gevallen bij de rechtbank een bestuursverbod aanvragen, waardoor de bestuurder maximaal vijf jaar geen bestuurder mag zijn van enige andere onderneming. Daarnaast ben je strafbaar als je opzettelijk niet voldoet aan de nieuwe verantwoordingsplicht.

Ben je aan het twijfelen over het beëindigen van je onderneming? We kunnen bij CijferAdvies advies geven over de mogelijkheden. Onthoud dat een turboliquidatie niet je enige optie is. Er is meer mogelijk dan je denkt, zoals onze intensive care voor ondernemingen!

Categorieën
news Uncategorized

Subsidieregeling Topsector Energie (TSE) vanaf 3 beschikbaar

Vanaf 3 juli is het mogelijk voor ondernemingen en kennisinstellingen om de Subsidieregeling Topsector Energie (TSE) aan te vragen. Deze subsidie heeft als doel de ontwikkeling van kleine innovaties te stimuleren die bijdragen aan de verduurzaming van gebouwen en huizen.

Een subsidie voor de kleinere innovaties

Ondernemingen en kennisinstellingen kunnen door middel van subsidies innovaties inzetten om bewoners en eigenaren te helpen met het verduurzamen van woningen en gebouwen. Voorheen waren veel kleinere innovaties uitgesloten van subsidie, omdat de subsidieregeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) alleen ruimte bood voor grotere projecten.

Daarom is de subsidieregeling Topsector Energie (TSE) opgezet om kleinschalige, kortlopende innovatieprojecten niet langer buiten beschouwing te laten. Ondernemingen en kennisinstellingen komen in aanmerking voor deze subsidie als hun innovatieve duurzaamheidsidee voor een gebouw binnen drie jaar tot een eerste gebruik in Nederland leidt.

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend bij de RVO vanaf 3 juli tot en met 5 september. Ondernemingen en kennisinstellingen die bewoners en gebouweigenaren ondersteunen, kunnen per project maximaal €500.000 subsidie ontvangen.

Hulp nodig bij je aanvraag? Neem contact op met je CijferAdvies kantoor of Adriaan Koppens.

Categorieën
news Uncategorized

De stichting in simpele taal

Wil jij iets belangrijks bijdragen aan de samenleving vanwege een maatschappelijk, sociaal of ideëel doel. Geen winstoogmerk, wel iets belangrijks doen? Dan is het oprichten van een stichting de juiste keuze voor jou. Een stichting is een geschikte rechtsvorm waarmee je jouw visie kunt realiseren en een positieve impact kunt hebben op de samenleving. In dit artikel ontdek je alles wat je moet weten over stichtingen.

De stichting als rechtsvorm

Bij deze rechtsvorm zijn bestuursleden niet persoonlijk aansprakelijk. Dit betekent dat je kunt werken aan je doelen, wetende dat de stichting juridisch verantwoordelijk is. Als rechtspersoon kan de stichting optreden namens zichzelf, bezittingen beheren, onroerend goed bezitten en zelfs een bankrekening openen.

Er zijn ook geen leden (zoals bij een vereniging), maar heeft een bestuur dat verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken. In dit bestuur zit meestal een voorzitter, secretaris en penningmeester. Het is ook mogelijk dat één persoon al deze functies vervult. Bij grotere stichtingen komt vaak een raad van commissarissen of een raad van toezicht in beeld.

Het belangrijkste kenmerk van een stichting is dat het geen winstoogmerk heeft. Hoewel er financiële middelen nodig zijn om de belangrijke doelen te bereiken, mag een eventuele winst niet worden uitgekeerd aan bestuurders. Dit betekent dat alle inkomsten, zoals donaties, inbreng van oprichters, inzamelingen, erfenissen, subsidies en fondsen, uitsluitend worden gebruikt om de doelstellingen te realiseren.

Hoe richt je zo’n organisatie op?

Een stichting kan alleen worden opgericht door een notaris. De notaris stelt de oprichtingsakte op, waarin de statuten worden vastgelegd. In samenspraak met de oprichter(s) bepaalt de notaris de inhoud van deze statuten, die fungeren als het ‘reglement’. De statuten omvatten onder andere de naam, het doel, de bevoegdheden van het bestuur en de bestemming van het vermogen bij ontbinding van de stichting.

Wil je hier werk van maken, dan is het verplicht om je in te schrijven, je moet iedereen in het bestuur dan ook registreren bij het KVK Handelsregister. Controleer even of de notaris hier bij de oprichting voor zorgt. Dat is normaal wel het geval.

Bij het oprichten van een stichting is het ook nodig om de Ultimate Beneficial Owners (UBO’s) in te schrijven bij de KVK. Dit zijn de uiteindelijke belanghebbenden van de stichting, zoals personen die meer dan 25% van het vermogen van de stichting ontvangen. Een stichting kan één of meerdere UBO’s hebben. De notaris maakt gebruik van formulier 31 om de UBO’s in te schrijven in het UBO-register.

Wat zijn de kosten?

Er is geen vereist minimum startkapitaal. De notariskosten voor het oprichten van een stichting variëren doorgaans tussen de 400 en 1.000 euro, afhankelijk van de notaris en de complexiteit van de statuten. Daarnaast wordt er een eenmalig bedrag van 75 euro in rekening gebracht voor de inschrijving van de stichting in het Handelsregister.

Naast de oprichtingskosten heeft een stichting ook andere financiële verplichtingen. Hierbij kun je denken aan kosten voor het ontwerpen van een huisstijl of logo, verzekeringen, bankkosten, bestuurskosten, vergaderkosten en administratiekosten.

Als een stichting ook een onderneming heeft, is het bij een bepaalde omzet verplicht om een jaarrekening te deponeren. De benodigde gegevens die ingediend moeten worden, zijn afhankelijk van de omvang van de onderneming. Over het algemeen liggen de jaarlijkse administratiekosten voor een stichting tussen de 600 en 1.800 euro.

Aansprakelijkheid en schulden

Als rechtspersoon is een stichting verantwoordelijk voor haar schulden, terwijl de bestuurders in principe niet persoonlijk aansprakelijk zijn. Er zijn echter uitzonderingen op deze regel. Bestuurders kunnen namelijk wel aansprakelijk gesteld worden in geval van wanbestuur. Daarom is het belangrijk om een bestuurswissel binnen acht dagen door te geven aan het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Wanneer voormalige bestuurders nog steeds vermeld staan in het Handelsregister, blijven zij namelijk aansprakelijk.

Tekenbevoegdheid van het bestuur

Het bestuur van de stichting heeft gezamenlijke tekenbevoegdheid. Dit betekent dat de bestuurders namens de stichting contracten kunnen ondertekenen en juridische handelingen kunnen verrichten. De specifieke regels over, van, voor wie individueel mag tekenen en wanneer er gezamenlijk getekend moet worden, worden vastgelegd in de statuten. Hierin kunnen ook eventuele voorwaarden met betrekking tot de tekenbevoegdheid worden opgenomen.

Effecten van een bestuurswijziging

Een verandering in het bestuur kan gevolgen hebben voor verschillende aspecten, zoals vergunningen van de gemeente, financiering, verzekeringen, het pensioenfonds en de bankrekening van de stichting. Raadpleeg de website van de betreffende (financiële) instelling om te achterhalen welke stappen je moet nemen bij het wijzigen van bestuursleden. Het is belangrijk om de juiste procedures te volgen om een soepele overgang en voortzetting van de stichtingsactiviteiten te waarborgen.

Schuldafhandeling en hulp bij schulden

Als rechtspersoon is de stichting verantwoordelijk voor haar schulden. In geval van ontbinding van de stichting, ben jij en je medebestuursleden in principe niet persoonlijk aansprakelijk voor deze schulden, tenzij er sprake is van wanbestuur. Als de stichting niet langer in staat is om leveranciers te betalen en openstaande schulden af te lossen, zijn er mogelijkheden om snel hulp te zoeken. Raadpleeg het stroomschema schulden om te achterhalen waar je terecht kunt voor ondersteuning bij zakelijke en/of privéschulden. Dit kan je helpen bij het vinden van de juiste oplossingen.

Belastingverplichtingen

Of de stichting verplicht is om btw in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst hangt af van de specifieke situatie. Om te controleren of jouw stichting belastingaangifte moet doen, kun je terecht bij de Belastingdienst.

Vennootschapsbelasting

Over het algemeen heeft een stichting geen verplichting tot het betalen van vennootschapsbelasting over de behaalde winst, tenzij de stichting een onderneming exploiteert. Om als onderneming te worden beschouwd, moet aan de volgende drie voorwaarden worden voldaan:

  • Er is een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid
  • De stichting moet deelnemen aan het economische verkeer
  • Het oogmerk van de stichting moet gericht zijn op het behalen van winst

Als er sprake is van een onderneming, kan de stichting gebruikmaken van verschillende aftrekposten voor vennootschapsbelasting, zoals diverse vormen van investeringsaftrek.

Administratieve verplichtingen

Het bijhouden van een administratie is een vereiste voor een stichting. Er geldt een bewaarplicht van 7 jaar voor de administratieve gegevens.

Dus is het belangrijk om de inkomsten en uitgaven nauwkeurig vast te leggen. De inkomsten van een stichting kunnen bestaan uit eigen activiteiten, donaties en subsidies.

De penningmeester is verantwoordelijk voor het bijhouden van de administratie. Dit omvat niet alleen het opstellen van de boekhouding, maar ook het bewaren van kassabonnen, overeenkomsten, correspondentie en digitale gegevens.

Register van uitkeringen

Vanaf 8 juli 2020 is het verplicht voor een stichting die uitkeringen doet om een apart register van uitkeringen bij te houden. In dit register moeten de namen en adressen worden opgenomen van de ontvangers van de uitkeringen, samen met de datum en het bedrag van de uitkering. Deze registratie geldt alleen voor uitkeringen die niet hoger zijn dan 25 procent van het bedrag dat in het boekjaar voor uitkering beschikbaar is.

Als een stichting een uitkering doet die hoger is dan 25 procent van het bedrag dat voor uitkering beschikbaar is in een boekjaar, moet de ontvanger van deze uitkering zich registreren in het UBO-register.

Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het nauwkeurig bijhouden van het register van uitkeringen. Dit register van uitkeringen is niet openbaar en kan alleen worden ingezien door de Belastingdienst. Maar voorkom problemen, want het niet naleven van deze verplichting kan leiden tot onbehoorlijk bestuur,. Bestuurders kunnen daarvoor aansprakelijk worden gesteld.

Werkgeverschap

Een stichting heeft de mogelijkheid om personeel in dienst te nemen. Als werkgever is de stichting verantwoordelijk voor het betalen van loonheffingen en sociale premies. Indien je voor het eerst een werknemer in dienst neemt, dien je je als werkgever te registreren bij de Belastingdienst en het aantal werkzame personen door te geven aan KVK.

Vergoeding voor bestuursleden

Binnen een stichting werken de meeste bestuurders op vrijwillige en onbetaalde basis. Er bestaat echter de mogelijkheid om bestuurders een onkostenvergoeding te geven, bijvoorbeeld voor reis- en verblijfskosten. Daarnaast kan er ook vakantiegeld worden verstrekt, wat een vergoeding per vergadering is. Het is belangrijk op te merken dat bestuursleden bij deze vergoedingen niet in loondienst zijn.

In sommige gevallen kan een bestuurder wel in loondienst zijn. Dit vereist een gezagsverhouding, een salaris en werkzaamheden die verband houden met dat salaris. In dit geval fungeert de stichting als werkgever en valt de bestuurder onder de werknemersverzekeringen. De bestuurder is dan verplicht om inkomstenbelasting over zijn salaris te betalen.

Vrijwilligersvergoeding

Als vrijwilliger kun je belastingvrij een vergoeding ontvangen. Hier zijn echter bepaalde voorwaarden aan verbonden:

  • Je bent 21 jaar of ouder
  • Je ontvangt een vergoeding op basis van het aantal gewerkte uren
  • De vergoeding bedraagt maximaal 5 euro per uur, met een maximum van 190 euro per maand en 1.900 euro per jaar
  • Deze maximumbedragen zijn de totale vergoeding voor jouw inzet

Werk je als vrijwilliger bij meerdere organisaties en ontvang je per organisatie een vergoeding die onder de maximumvergoeding blijft, maar bij elkaar opgeteld de grens overschrijdt? In dat geval dien je de ontvangen vergoedingen aan te geven in je aangifte inkomstenbelasting. Deze vergoedingen worden belast met inkomstenbelasting, tenzij de vergoedingen je daadwerkelijke kosten dekken.

Het beëindigen van een stichting

Om een stichting te beëindigen, dient het bestuur de rechtspersoon te ontbinden. Het stopzetten betekent niet direct het einde van de rechtspersoon. Pas na vereffening is de rechtspersoon daadwerkelijk beëindigd. Vereffening houdt in dat alle schulden en uitkeringen volledig zijn voldaan. Als er nog vermogen overblijft, vermelden de statuten waar dit geld naartoe gaat.

Na het beëindigen dien je de boekhouding van de stichting nog 7 jaar te bewaren. Het bestuur wijst een persoon aan die verantwoordelijk is voor deze taak, en deze persoon wordt ingeschreven in het KVK Handelsregister.

Als je stopt met je onderneming/organisatie kan dat gevolgen hebben op meerder vlakken. Denk hierbij aan vergunningen van de gemeente, financiering, verzekeringen, pensioenfond of zelfs de bankrekening van de stichting. Je moet dus rekening houden dat je op al die vlakken stappen moet ondernemen als je stopt.

Een stichting of vereniging oprichten?

Bij het overwegen van de oprichting zijn er verschillende aspecten om rekening mee te houden. Hieronder geven we een cijferbe0oordeling voor het laatste punt:

  1. Vereiste inspanning voor oprichting:
  • Stichting: ★★★★☆ (4/5)
  • Vereniging: ★★☆☆☆ (2/5)
  1. Aansprakelijkheid van bestuurders:
  • Stichting: ★★★★☆ (4/5)
  • Vereniging: ★★☆☆☆ (2/5)
  1. Besluitvormingsproces:
  • Stichting: ★★☆☆☆ (2/5)
  • Vereniging: ★★★☆☆ (3/5)
  1. Doelgerichtheid van de rechtsvorm:
  • Stichting: ★★★★☆ (4/5)
  • Vereniging: ★★★☆☆ (3/5)
  1. Geschiktheid voor individuele oprichting:
  • Stichting: ★★★★★ (5/5)
  • Vereniging: ★★☆☆☆ (2/5)

Op basis van deze beoordelingen is een stichting over het algemeen gunstiger wanneer het gaat om individuele oprichting, aansprakelijkheid van bestuurders en het behalen van ideële doelen. Een vereniging is daarentegen geschikter als er meer nadruk ligt op een democratisch besluitvormingsproces en gezamenlijke maatschappelijke activiteiten.

Houd er rekening mee dat dit advies algemeen van aard is en dat het raadzaam is om specifiek advies in te winnen bij een professional op basis van jouw specifieke situatie.

Categorieën
news Uncategorized

De holding bv in begrijpelijke taal

Een holding bv is de hoogste vennootschap in een groep van bedrijven. Het is de plek waar je bezittingen, zoals aandelen in andere bv’s, een bedrijfspand of winst, worden ondergebracht. Een werkmaatschappij is een bedrijf waarvan de aandelen in handen zijn van de holding. Een vennootschap is gewoon een ander woord voor een bedrijfsvorm.

Wat is een holding bv?

Een holding is meestal een besloten vennootschap (bv) of een naamloze vennootschap (nv). Met een holding kun je de bedrijfsrisico’s van je werkmaatschappij scheiden van de bezittingen die je in je holding hebt. Je kunt een holding bv oprichten wanneer je start met het bedrijf of terwijl je al een bedrijf hebt.

Aandelen worden verdeeld

Bij het oprichten van een bv moet er een minimumkapitaal aanwezig zijn, maar dit kan al met een bedrag van €0,01. De bv is verdeeld in aandelen, waarvan de waarde wordt betaald door de aandeelhouders. Een holding is eigenaar van aandelen in een of meerdere andere bedrijven. Als je de enige aandeelhouder bent van de holding, noemen we het een persoonlijke holding. Als je meer dan 5% van de aandelen in een bv bezit en ook in dat bedrijf werkt, ben je een directeur-grootaandeelhouder (DGA).

holding bv constructie

Bedrijfsrisico’s voor ondernemers

Met een holding houd je je bezig met het beheren van bezittingen, terwijl je de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten uitvoert in je werkmaatschappij. De bedrijfsrisico’s liggen bij de werkmaatschappij, zoals claims van klanten of het niet nakomen van afspraken. Als de werkmaatschappij failliet gaat, heeft dat geen invloed op de bezittingen in je holding.

Wanneer is een tussenholding handig?

Soms kan het handig zijn om een tussenholding op te zetten tussen de holding en de werkmaatschappij(en). Dit kan bijvoorbeeld helpen bij het spreiden van bedrijfsrisico’s of in het geval van bedrijfsoverdracht. De tussenholding is dan aandeelhouder van de werkmaatschappij(en), vervolgens zijn de persoonlijke holdings van de betrokken ondernemers gezamenlijk aandeelhouders zijn van de tussenholding.

Tussen constructie holding / bv

Hoe richt ik een holding bv op?

Je kunt een holdingstructuur opzetten bij de start van je bedrijf of op een later moment, zelfs als je al een bestaand bedrijf hebt. Hier zijn twee mogelijke scenario’s:

  1. Bij de start van je bedrijf: Richt eerst de holding bv op bij een notaris. Vervolgens richt de holding bv de werkmaatschappij bv op, waarbij jij als vertegenwoordiger optreedt. Jij wordt eigenaar van de aandelen in de holding bv, terwijl de holding bv eigenaar wordt van de aandelen in de werkmaatschappij. De notaris registreert deze bv’s bij het KVK Handelsregister en vermeldt de Ultimate Beneficial Owners (UBO’s).
  2. Terwijl je al een bestaand bedrijf hebt: Je kunt je eenmanszaak omzetten naar een holding bv en een werkmaatschappij. Een andere optie is om eerst een holding bv en een werkmaatschappij op te richten en vervolgens je eenmanszaak aan de werkmaatschappij te verkopen. Raadpleeg een adviseur, zoals een boekhouder of fiscalist, om de beste aanpak te bepalen op basis van jouw persoonlijke situatie.

Houd er rekening mee dat het oprichten van een holding bv specifieke juridische en fiscale gevolgen kan hebben. Het is verstandig om professioneel advies in te winnen bij een notaris, boekhouder, fiscalist of andere gekwalificeerde professional voordat je stappen onderneemt om een holding bv op te richten.