Categorieën
news Uncategorized

Niet schuiven met box 3-vermogen rondom peildatum!

In de Overbruggingswet box 3, die gaat gelden voor de jaren 2023 -2025 zijn regels opgenomen om peildatumarbitrage te voorkomen. Deze moet ervoor zorgen dat belastingplichtigen niet gaan schuiven met hun vermogen van een hogere naar de categorie met het laagste rendementspercentage. Die arbitrageperiode is drie maanden, houd hier rekening mee!

Omdat de nieuwe wetgeving over de box 3-heffing waarschijnlijk er pas per 2026 zal komen is er voor de jaren 2023-2025 een overbruggingswet (verdiepingsartikel) in elkaar gedraaid. Hierin is opgenomen dat de belastingheffing van box 3 gebaseerd gaat worden op de werkelijke samenstelling van het vermogen. Er komen 3 vermogenscategorieën: banktegoeden (hier valt ook contant geld onder), overige bezittingen en schulden. Voor iedere categorie geldt een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage.

Bepalingen die peildatumarbitrage moeten voorkomen

In de wet zijn ook bepalingen opgenomen die peildatumarbitrage moeten voorkomen. Hiervan is sprake als belastingplichtigen rondom de peildatum van 1 januari binnen de vermogenscategorieën gaan schuiven om het vermogen in de categorie met het laagste forfaitair rendementspercentage (banktegoeden) te verhogen voor een minimale box 3-heffing. Dit kan bijvoorbeeld door overige bezittingen te verkopen en direct na de peildatum weer aan te kopen of schulden aan te gaan en deze na de peildatum terug te betalen. Om dit te voorkomen worden voor het berekenen van het box 3-voordeel  tijdelijke omzettingen van vermogensbestanddelen binnen een arbitrageperiode genegeerd. 

Periode van drie maanden

Bij de arbitrageperiode gaat het om een  aaneengesloten periode van drie maanden die start voor en eindigt na de peildatum. Dit wil zeggen dat de fiscus omzettingshandelingen voor 1 oktober en na 31 maart niet als arbitragehandelingen ziet. Er is ook geen sprake van een arbitragehandeling als er meer dan drie maanden tussen de omzetting en de oorspronkelijke transactie zitten.
Bij een omzetting van overige bezittingen in banktegoeden is er sprake van een arbitragehandeling als:

  • de waarde van de overige bezittingen op de peildatum lager is dan op een ander na de peildatum liggend moment in de arbitrageperiode; en
  • de waarde van de banktegoeden op enig moment in die periode maar na de peildatum lager is dan op de peildatum. 

Zakelijke overweging dan geen arbitrage van toepassing

Als een belastingplichtige kan aantonen dat er een  zakelijke overweging aan de omzettingshandeling ten grondslag ligt, is er geen sprake van peildatumarbitrage. De belastingplichtige moet die overweging wel aannemelijk kunnen maken als de inspecteur hierom vraagt.
Om vragen van en moeilijkheden met de fiscus te voorkomen over vermogensverschuivingen in box 3 is het dus verstandig om dit buiten de driemaandentermijn te doen.

Bron: BV Rendement

Categorieën
news Uncategorized

Definitieve tegemoetkomingen tweede periode NOW bekend

UWV heeft een register gepubliceerd met de definitieve tegemoetkomingen voor werkgevers die een aanvraag hebben gedaan voor de tweede periode van de NOW-maatregel die liep van juni tot en met september 2020.

In het register staat op welke tegemoetkoming werkgevers uiteindelijk recht hebben. Eerder publiceerde UWV al een register met de ontvangen voorschotbedragen.

Het register is te vinden op de website van UWV.

In de praktijk blijkt dat werkgevers het omzetverlies vaak te hoog hebben ingeschat, mogelijk omdat in deze periode, juni tot en met september 2020, veel coronamaatregelen versoepeld werden en bedrijven weer meer omzet konden maken. Ook kan er sprake zijn van een gedaalde loonsom. Een lager omzetverlies of een gedaalde loonsom kan leiden tot een terugvordering.

In de tweede periode NOW werd aan ruim 63.500 werkgevers een voorschot toegekend, in totaal zo’n € 4,3 miljard. Een klein deel van de werkgevers heeft de aanvraag weer ingetrokken en het voorschot terugbetaald vóór de vaststellingsperiode. Zij staan niet (meer) in het register. Van de overige 63.000 werkgevers is van ruim 87 % (55.000 werkgevers) nu ook de definitieve tegemoetkoming voor de tweede periode NOW bekend en gepubliceerd. Voor zo’n 8.000 werkgevers (13 procent) werkgevers geldt dat nog niet en ontbreekt dit bedrag dus nog in het register. Dit kan bijvoorbeeld zijn, omdat de aanvraag nog in behandeling is of er bijzondere omstandigheden voor uitstel waren.

Nabetaling € 302 miljoen, terugvordering ruim € 1,4 miljard

Van alle vaststellingen die nu in het register staan, leidt zo’n 29% tot een nabetaling door UWV. Deze bijna 16.000 werkgevers ontvangen in totaal nog een bedrag van € 302 miljoen. Bij zo’n 39.000 werkgevers (71 %) is sprake van een terugvordering, in totaal gaat dit om ruim € 1,4 miljard. Werkgevers die (een deel van) het voorschot moeten terugbetalen kunnen een ruime betalingsregeling treffen. Betalingsuitstel tot maximaal een jaar maakt ook onderdeel uit van de ruime terugbetalingsmogelijkheden.

Een relatief kleine groep heeft, ondanks herhaalde herinneringen door UWV, geen vaststelling aangevraagd en dus geen daadwerkelijk omzetverlies doorgegeven. UWV kan dan geen definitieve tegemoetkoming vaststellen. Ook dat leidt tot een zogenoemde nihilstelling waardoor ook deze werkgevers het volledige voorschot moeten terugbetalen.

Registers andere periodes volgen later

Eerder publiceerde UWV al de definitieve tegemoetkomingen voor de eerste periode NOW. Ook voor de andere NOW-periodes worden later de definitieve tegemoetkomingen toegevoegd aan de registers. UWV is nog geruime tijd bezig met de vaststellingen. UWV geeft verder geen nadere informatie over individuele werkgevers.

Bron: UWV, 23 november 2022

Bron: Taxence

Categorieën
news Uncategorized

Zes op de tien mkb’ers berekenen kostenstijging door

Om de fiks gestegen kosten voor energie en grondstoffen op te vangen, kiezen de meeste ondernemers ervoor om de prijzen voor afnemers te verhogen. Zes op de tien mkb’ers schuift de rekening door, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het is daarmee een populairdere optie dan kosten besparen.

De flinke kostenstijgingen zijn momenteel de grootste kopzorgen in het bedrijfsleven. Onder dezelfde voorwaarden blijven leveren is dan financieel niet vol te houden voor veel ondernemers. In sommige gevallen is het mogelijk om eenzijdig de prijzen te verhogen (artikel). Maar dat moet wel goed dichtgetimmerd zijn, want in een recente zaak heeft de rechter een leverancier teruggefloten vanwege een prijsverhoging.

Gestegen kosten doorberekenen

Het CBS heeft begin oktober nagevraagd hoe ondernemers omgaan met de kostenstijging. Doorberekenen aan klanten en afnemers blijkt daarbij de populairste optie. Van de ondernemingen tot 250 werknemers rekent ruim 60% nu hogere prijzen. In het grootbedrijf (vanaf 250 werknemers) is dat een kleine 52%.
Daarmee krijgt doorberekenen meer stemmen dan zelf kosten besparen. Van de mkb’ers kiest bijna 21% voor het optimaliseren van bedrijfsprocessen om kosten te besparen en voor ‘overige’ kostenbesparingen zoals het CBS het categoriseert. Specifiekere opties zoals het wisselen van leverancier (6%), groter inkopen (3%) of overschakelen naar goedkopere grondstoffen (3%) zijn veel minder populair.

Investeren om toekomstbestendig te worden

Uit het onderzoek blijkt verder dat kleinere ondernemingen hun plannen voor investeringen in de ijskast zetten. De meerderheid van de kleine ondernemers verwacht voor 2023 een afname van de investeringen. Daarmee zijn zij opvallend negatief, want in het middenbedrijf (50 tot 250 werknemers) en het grootbedrijf verwachten ondernemers juist per saldo een toename van de investeringen.
Het CBS heeft ook gevraagd waar ondernemingen in investeren om toekomstbestendig te worden. Van de mkb’ers zegt overigens ruim 11% dat zij niet met dit doel investeren. De anderen steken het geld vooral in digitalisering en automatisering (29%), opleiden van personeel (25%) en maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid (22%).

Duurzaamheid en digitalisering vragen investeringen

Het CBS heeft de gegevens opgesteld in het kader van het rapport Staat van het mkb (pdf). Daarin peilt het Nederlands Comité voor Ondernemerschap jaarlijks hoe het Nederlandse mkb ervoor staat. Juist de investeringen staan dit jaar centraal in de rapportage. Want op het gebied van bijvoorbeeld op verduurzaming en digitalisering wordt er veel verwacht van ondernemers, en dat vraagt om investeringen. Het Comité – met onder meer koningin Máxima en Rabo-econoom Barbara Baarsma in de gelederen – pleit er daarom voor dat de politiek zorgt dat ondernemers bereid zijn om te investeren. Dat vraagt volgens het Comité duidelijk en stabiel politiek beleid, met een duidelijke routekaart voor de komende jaren.

Bron: BV Rendement

Categorieën
news Uncategorized

Youngtimer regeling: deze coole auto’s rijd je in 2023

Veel ondernemers kiezen voor een youngtimer omdat ze via de youngtimer regeling profiteren van een zeer aantrekkelijke bijtellingsregeling. Dat betekent geld besparen en tegelijkertijd een luxe auto rijden. Hoe werkt de youngtimer regeling? En wat zijn de voordelen?

Wat is een youngtimer?

Een youngtimer is een auto van tussen de 15 en 25 jaar. Vaak kun je voor een paar duizend euro een auto kopen die destijds als premium-model de deur uit is gegaan: bijvoorbeeld een luxe BMW of Mercedes met alles erop en eraan.

Als je er een koopt, koop er dan een waarvan de onderhoudshistorie bekend is en ga in zee met een betrouwbaar bedrijf. Dan ben je verzekerd van een prima auto zonder buitensporige kosten voor reparatie en onderhoud.

Als je een youngtimer rijdt, kom je in aanmerking voor een zeer aantrekkelijke bijtellingsregeling. Vandaar dat youngtimers zeer geliefd zijn bij ondernemers.

Youngtimer regeling: flink lagere bijtelling

Voor een youngtimer betaal je weliswaar een hoger bijtellingstarief dan voor ‘normale’ zakelijke auto’s, namelijk 35%. Maar dit tarief geldt voor de dagwaarde van de auto, dus niet voor de oorspronkelijke cataloguswaarde. Dat komt neer op een flink lagere bijtelling.

Dus stel dat je een Audi koopt van 15 jaar oud met een cataloguswaarde van € 100.000, dan betaal je 35% bijtelling over de dagwaarde van de auto: dat is vaak niet meer dan € 6.000 tot € 8.000. 

Kortom, dankzij de youngtimer regeling heb je lagere maandlasten dan wanneer je een nieuwe zakelijke auto zou rijden. Bovendien kun je rijden in een auto in een segment waar je voorheen alleen maar van kon dromen.

Er is ook een gereduceerd bijtellingstarief voor elektrische youngtimers: 17%. Het enige is dat er op dit moment nog maar weinig volledig elektrische youngtimers op de markt zijn.

Dagwaarde youngtimer bepalen

Om de te berekenen hoeveel bijtelling je betaalt, ga je uit van de dagwaarde van de auto. Hoe bepaal je de dagwaarde van je youngtimer? Er zijn tools om de dagwaarde van je auto te berekenen, maar die gaan meestal tot een leeftijd van 15 jaar. Om de exacte dagwaarde van je youngtimer te bepalen, moet je de auto laten taxeren. 

Je kunt ook een goede indicatie krijgen van de dagwaarde door te kijken naar de prijs waarvoor jouw model op het moment aangeboden wordt door autohandelaren. De Belastingdienst zegt over de dagwaarde van auto’s van ouder dan 15 jaar dat het ‘de prijs is die je normaal zou krijgen als je de auto verkoopt.’

Kosten youngtimer aftrekken van de winst

In de youngtimer regeling heb je ook nog alle voordelen van een zakelijke auto: alle kosten mag je aftrekken van je winst. Dus reparatie, benzine, tol, parkeergeld, de wasstraat en de wegenbelasting, elke cent brengt het bedrag waarover je belasting moet betalen verder omlaag.

Aan de andere kant tel je een piepkleine bijtelling bij je winst, en klaar is kees. De fiscus betaalt dus flink mee aan jouw auto. En dat scheelt heel veel geld.

Normale bijtelling 

Ter vergelijk: Hoe zit het normaal gesproken ook alweer met de bijtelling van zakelijke auto’s? Voor een auto met CO2-uitstoot moet je rekening houden met 22% bijtelling. Voor een auto zonder CO2-uitstoot, zoals een elektrische auto of een auto op waterstof, betaal je iets minder bijtelling: voor 2022 een tarief van 16% van de cataloguswaarde. Dit kortingstarief van 16% geldt tot een cataloguswaarde van € 35.000, daarboven betaal je 22% bijtelling. Dit kortingstarief gaat de komende jaren gelijkgetrokken worden met het normale tarief.

Nieuwe auto van de zaak

Een nieuwe auto van de zaak kan natuurlijk voordelen hebben, maar je weet dat je flink wat geld kwijt bent aan bijtelling. Bovendien verliest een nieuwe auto snel waarde: zodra die op jouw naam staat ben je al een groot deel van je geld kwijt.

Lees ook: Bijtelling berekenen nieuwe auto

Voorbeeldberekening youngtimer

Stel, je wilt een representatieve auto uit het hogere segment. Je zou een nieuwe Audi A6 Avant kunnen kopen, voor pakweg € 70.000. Ieder jaar tel je 22% (de reguliere bijtelling) van de catalogusprijs bij je winst voor het privégebruik: € 15.400. Aan de andere kant kun je jaarlijks € 8.000 afschrijven. Als we de overige kosten even buiten beschouwing laten, blijft er dus € 7.400 bijtelling over.

Je kunt echter ook een Audi A8 uit 2007 kopen. Je vindt een luxe-uitvoering met 150.000 kilometer op de teller, met de onderhoudsboekjes erbij. De auto blijkt altijd onderhouden te zijn door de dealer. Je betaalt € 6.000. De bijtelling bedraagt dan 35% over die dagwaarde, dus € 2.100 in het eerste jaar. Daar tegenover staat een afschrijving van misschien € 1.000 per jaar. In dit geval blijft er dus € 1.100 aan bijtelling over, een verschil van € 6.300.

Stel dat je in de hoogste belastingschijf valt, dan praten we dus over een fiscaal voordeel van ruim € 3.000 in het eerste jaar. De bijtelling voor je youngtimer neemt bovendien elk jaar af. De dagwaarde is immers leidend, en met elke dag en elke kilometer gaat die omlaag.

BTW-correctie marge-auto’s

Toch is de catalogusprijs van je youngtimer niet helemaal irrelevant. Als je namelijk btw-plichtig bent, vraag je de btw op autokosten terug. Aan de andere kant moet je het privégebruik voor de btw compenseren. Dat doe je als volgt.

Eerst moet je nagaan of je youngtimer een zogenoemde marge-auto is. Een marge-auto is gedurende zijn levensduur tenminste eenmaal in het bezit geweest van een particulier in Europa. Sindsdien wordt hij btw-vrij doorverkocht. Als er dus geen btw staat op de aankoopfactuur, dan heb je te maken met een marge-auto. Youngtimers zijn vrijwel altijd marge-auto’s.

Werkelijk gebruik

Voor marge-auto’s die zakelijk vermogen zijn maar ook privé gebruikt worden, moet je elk jaar 1,5% van de cataloguswaarde opnemen als btw voor privégebruik in de laatste aangifte van het jaar. Stel dat de youngtimer uit ons voorbeeld € 45.000 kostte. Dan tel je jaarlijks voor het privégebruik € 675 op bij de af te dragen btw.

Je hebt overigens ook de mogelijkheid om deze BTW-correctie te berekenen naar werkelijk privégebruik. Voor de btw telt woon-werkverkeer ook als privégebruik. In sommige gevallen kan dat voordeliger uitpakken. Daarover lees je meer op de website van de Belastingdienst. Ook vind je daar meer informatie over hoe je de BTW-correctie berekent in het zeldzame geval dat er nog wel btw zit op je youngtimer.

Youngtimers voor 2023

Elke jaar wordt een nieuwe groep auto’s 15 jaar. Welke leuke youngtimers kun je kiezen voor 2023? Er zijn weer heel wat nieuwe high end modellen waar je uit kunt kiezen. Een greep:

MERK EN MODEL

BOUWJAREN

YOUNGTIMER IN 2023

Alfa Romeo 159

2008-2012

2008

Alfa Romeo Brera 3.2 JTS V6 Q4

2008-2011

2008

BMW 7-serie 4-deurs, Sedan

2008-2012

2008

Honda Civic 4-deurs, Sedan (Hybride)

2008-2012

2008 (hybride)

Jaguar X-Type 4-deurs, Sedan

2008-2010

2008

Jaguar XF 4-deurs, Sedan

2008-2011

2008

Mazda 6 5-deurs, Hatchback

2008-2010

2008

Mercedes-Benz CLC 3-deurs, Coupé

2008-2011

2008

Mercedes-Benz CLS 4-deurs, Sedan

2008-2010

2008

Mercedes-Benz M-klasse 5-deurs, SUV

2008-2011

2008

Mitsubishi Lancer Sportback 5-deurs, Hatchback

2008-2016

2008

Peugeot 407 SW 5-deurs, Stationwagon

2008-2011

2008

Peugeot 407 Coupé 2-deurs, Coupé

2008-2009

2008

Volkswagen Golf 3-deurs, Hatchback

2008-2012

2008

Volvo XC60 5-deurs, SUV

2008-2013

2008

Audi S8 5.2 FSI QUATTRO PRO LINE +

2007-2010

2007, 2008

Audi A8 4-deurs, Sedan

2007-2010

2007, 2008

Audi A5 Coupé 2-deurs, Coupé,

2007-2011

2007, 2008

BMW 1-serie 3-deurs, Hatchback

2007-2012

2007, 2008

BMW 5-serie 4-deurs, Sedan

2007-2010

2007, 2008

Land Rover Range Rover 5-deurs, SUV

2005-2009

2005-2008

Land Rover Freelander 5-deurs, SUV

2007-2012

2007, 2008

Peugeot 607 4-deurs, Sedan

2005-2010

2005-2008

Renault Grand Espace 5-deurs, MPV

2006-2010

2006-2008

Saab 9-3 Sport Sedan 4-deurs, Sedan

2007-2010

2007, 2008

Volvo XC70 5-deurs, SUV

2007-2011

2007, 2008

Wat is de toekomst van de youngtimer regeling?

Dat is nog niet duidelijk. De klimaatdoelstellingen zijn wel duidelijk: in 2030 moet de CO2-uitstoot zo’n 55% minder zijn ten opzichte van 1998. Om die reden gaat het huidige systeem voor motorrijtuigenbelasting op de schop. Vanaf 2030 gaan automobilisten betalen naar gebruik om een bewuster gebruik van de auto te stimuleren. Deze veranderingen zullen ongetwijfeld ook invloed hebben op de youngtimer regeling. Maar tot die tijd kun je deze regeling benutten en voordelig in een mooie youngtimer rijden.

Bron: MKBservicedesk