Categorieën
news Uncategorized

5 tips om je vereniging goed te organiseren

Wist je dat er in Nederland ruim 5.000 bedrijfsorganisaties zijn? Daarvan zijn er 1.300 lokale ondernemersverenigingen. Je hebt maar weinig nodig om een vereniging te starten. Vaak is een handdruk en een schouderklop al genoeg. Maar voordat je in zo’n avontuur duikt is het goed om een aantal dingen te weten. Het is bijvoorbeeld slim om wat zaken vooraf te bespreken en vast te leggen. Hoe beperk je bijvoorbeeld aansprakelijkheid als bestuur? Wat voor werkzaamheden worden door de bestuursleden gedaan?

Dus tijd om 5 tips te lezen over het goed organiseren van je vereniging.

1. Leg het vast bij de notaris

Is het verplicht? Nee. En het kost ook nog eens wat. Maar leg je het niet vast bij de notaris, dan loop je risico. Want de bestuurder kan de vereniging dan niet juridisch vertegenwoordigen. Dat betekent automatisch dat hij of zij persoonlijk aansprakelijk wordt gehouden. Dus beperk je risico’s en richt je vereniging op via de notaris. Vervolgens heb je een oprichtingsakte of statuten, waarin de belangrijkste regels vastgelegd worden. Handig, want naast de vertegenwoordiging en het kiesrecht komt ook het doel en de doelgroep hierin te staan. Hoe het vervolgens gaat met benoemingen en andere wijzigingen ligt ook vast. Zo’n document kan veel problemen voorkomen dus.

2. Maak een huishoudelijk reglement

Hoe belangrijk het document van de notaris ook is. Hier kun je niet alles in kwijt. Dus stel je als vereniging een huishoudelijk reglement op. Dit document is niet wettelijk vastgelegd en daardoor makkelijker aanpasbaar. Zet hier de volgende zaken minimaal in:

  1. Hoe werkt het lidmaatschap, is er sprake van contributie?
  2. Welke taken en bevoegdheden heeft het bestuur?
  3. Hoe worden besluiten genomen samen met de leden?
  4. Met welke frequentie wordt er vergaderd?
  5. Je hebt verschillende faciliteiten ter beschikking? Welke regels gelden er rondom gebruik door leden?

3. Een vereniging heeft leden nodig

Hoe meer leden je hebt, hoe meer werk een vereniging kan verrichten. Maar je komt niet zomaar aan heel veel leden. Plus je bent al snel wat mensen kwijt aan bestuursfuncties. Denk aan een voorzitter (waarschijnlijk jijzelf), secretaris, penningmeester en wat managers. Van commissieleiders tot aan community managers, je kunt het zelf bepalen. Maar commissies instellen en leden taken geven is een veel gebruikte methode. Daarnaast wil je leden natuurlijk actief betrekken, zodat het besturen gemakkelijker verloopt. Dus commissieleiders kunnen weer leden vragen om in de commissie te komen bijvoorbeeld. En een van de belangrijkste commissies is natuurlijk die van het leden werven.

4. Werk met een plancyclus

Als bestuur wil je jaarlijks je leden op de hoogte houden van de planning en begroting. Hiervoor wordt vaak een presentatie gegeven. Daarin kun je het jaarplan, beleidsplan of meerjarenplan toelichten. Je wilt transparant zijn richting je leden, want zij betalen mee aan alles wat de vereniging doet. Je kunt hiervoor vaak een Algemene Ledenvergadering (ALV) organiseren. Of je stelt een commissie aan die hiervoor verantwoordelijk is. Zolang je leden maar informeert over resultaten in geld en activiteiten. Wordt er mee ingestemd dan verlenen de leden ‘decharge’ aan het bestuur. Wat eigenlijk heel deftig is voor; we stemmen ermee in en ontlasten het bestuur van aansprakelijkheid. Het is sowieso handig om na te denken over een eventuele bestuursaansprakelijkheidsverzekering. Dan is een bestuur verzekerd tegen schadeclaims na een bestuurlijke fout.

5. Geef bestuurswisselingen door aan de KvK

Het komt regelmatig voor dat een vereniging wisselt van bestuur. Het is belangrijk dat een vereniging dat opgericht is via de notaris dit doorgeeft. Want deze vereniging is voor iedereen vindbaar in het KVK-Handelsregister. Zorg dat het register van de KVK, Google, Site enz. up to date is. Dan is het voor buitenstaanders direct duidelijk wie er op dat moment tekenbevoegd en aansprakelijk is. De vertegenwoordigers van de vereniging spelen namelijk een belangrijke rol. Ze zijn als het ware het gezicht van de vereniging. Plus, als je als je niet actief bestuurder bent wil je ook de aansprakelijkheid doorgeven. Dus zorg dat deze altijd bijgehouden worden.

Categorieën
news Uncategorized

Borgstelling MKB-krediet wordt verlengd tot 2027

Ondernemers hebben geld nodig om te groeien. Maar ondernemers die te weinig onderpand hebben, maar wel geld willen lenen? Die hebben vaak moeite met het vinden van financiering. Gelukkig is er goed nieuws. De Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) is met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027. Met deze regeling worden al zo’n 3.000 ondernemers in het mkb jaarlijks geholpen.

Met het borgstellingskrediet komt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de ondernemers in het mkb tegemoet. Ze staan voor een deel garant voor ondernemingen die een lening willen afsluiten. Kun je de financier niet genoeg zekerheid bieden? Dan is de BMKB een geschikte oplossing. Houd er rekening mee dat je mkb-bedrijf ‘gezond’ is en zorg voor een positief uitzicht. Daarmee wordt bedoeld dat er uitzicht moet zijn op rentabiliteit en continuïteit van de onderneming. Anders kom je zelfs niet bij de overheid in aanraking voor zakelijke financiering.

Recente evaluatie eindigt positief

De BMKB is onlangs geëvalueerd. Er is een positief beeld naar voren gekomen over deze regeling. Wat mooi is. Want de regeling is al meer dan 100 jaar oud. Het is daarnaast een belangrijke regeling voor ondernemer die op zoek zijn naar financiering. Je moet al gauw aankloppen bij kredietverstrekkers zoals banken en alternatieve financieringsmogelijkheden. Er zijn op basis van de evaluatie wel een aantal veranderingen doorgevoerd. De regeling is aangepast, zodat het beter aansluit op de hedendaagse digitale processen. Het kleine krediet is ook verhoogd naar €250.000. Er wordt ook een expert aangesteld die gaat beoordelen of de provisie die men betaalt bij het afsluiten van een borgstellingskrediet omlaag kan.

Er is ook een BMKB-groen variant

Sinds 2022 is er ook een BMKB-groenregeling. Deze specifieke regeling is er om ondernemers te helpen bij het omlaag brengen van de energiekosten. De lening kan ook ingezet worden bij het aanschaffen van duurzame oplossingen. Denk hierbij aan een elektrische oven of verduurzaming van je bedrijfspand. Het is een zeer geschikte variant op de reguliere BMKB-regeling voor ondernemers die willen verduurzamen. En hij wordt verlengd tot 1 juli 2027. Dus pak je kans.

Wil je weten of je aan alle eisen voor de BMKB-regeling voldoet of subsidie mogelijkheden bespreken? Ook daar kan je CijferAdvies boekhouder bij helpen. Neem daarvoor contact op met je lokale kantoor.

Categorieën
news Uncategorized

5 tips voor de aangifte inkomstenbelasting 2022

De aangifte inkomstenbelasting 2022 komt er weer aan! Hoewel het invullen van de aangifte voor veel ondernemers geen favoriete bezigheid is, hoeft het geen stressvolle ervaring te zijn. In dit artikel delen we een aantal tips en tricks om de aangifte inkomstenbelasting 2022 zo soepel mogelijk te laten verlopen.

Tip 1: Zorg voor structuur

Allereerst is het belangrijk om de juiste documenten en informatie bij de hand te hebben. Zorg ervoor dat je alle relevante inkomsten- en aftrekposten verzamelt, zoals loonstroken, jaaropgaven, facturen, bonnen en bankafschriften. Zo voorkom je dat je achteraf nog iets moet aanvullen of corrigeren. Het is handig om hiervoor een goede mappenstructuur aan te maken. Hierdoor vind je alles makkelijk terug.

Tip 2: De automatische verdeling van aftrekposten tussen fiscale partners

Een andere tip is het schuiven met aftrekposten tussen fiscale partners. Hiervoor was aanvankelijk een nieuw snufje ingebouwd in het aangifteprogramma voor 2022, maar deze functionaliteit bleek niet helemaal foutloos te werken en is daarom eerder uitgezet. Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft laten weten dat de functie ook niet meer terugkeert voor de aangifte over 2022. Voor de aangifte inkomstenbelasting over 2023 zal de functionaliteit wel weer beschikbaar zijn.

Tip 3: Gebruik de handige tools die beschikbaar zijn

Om ervoor te zorgen dat je geen voordelen misloopt, kun je gebruikmaken van de toolbox ‘Stap voor stap door de aangifte inkomstenbelasting’ van Rendement. Deze toolbox geeft uitleg over aftrekposten en aandachtspunten die je wellicht nog niet kende. De Kamer van Koophandel heeft ook een tool beschikbaar voor het berekenen van je inkomstenbelasting. En zo zijn er vast nog wel meer te vinden.

Tip 4: Er zijn aftrekposten beschikbaar!

Het is goed om te weten dat er diverse aftrekposten zijn waar je als ondernemer recht op kunt hebben, zoals de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek en de investeringsaftrek. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van deze mogelijkheden en dat je ze op de juiste manier verwerkt in je aangifte.

Tip 5: De algemene aandachtspunten

Hieronder vind je nog enkele algemene aandachtspunten:

  • Voor ondernemers is het belangrijk om op te letten bij gemengde kosten. Dit zijn kosten die zowel zakelijk als privé gebruikt worden. Voor 2022 zijn kosten tot € 4.800 niet aftrekbaar.
  • De forfaitaire rendementspercentages voor box 3 over 2022 zijn bekendgemaakt. Voor spaargeld is dit 0,00% en voor schulden 2,28%.
  • Het is alleen nog in 2022 mogelijk om geld toe te voegen aan de oudedagsreserve. Vanaf 2023 is dit niet meer mogelijk.
  • Heb je in 2022 een uitkering ontvangen uit de startersvariant van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)? Dan moet je deze tegemoetkoming tot het inkomen rekenen. Dit geldt niet voor andere TVL-uitkeringen.

Tot slot is het altijd verstandig om je aangifte inkomstenbelasting te laten controleren door een expert. Een belastingadviseur of boekhouder kan je helpen om eventuele fouten op te sporen en te corrigeren. Ze kunnen je ook advies geven over mogelijke besparingen.

Categorieën
news Uncategorized

Een stabiel en betrouwbaar provinciebestuur voor ondernemers

Als ondernemer wil je kunnen vertrouwen op een stabiel en betrouwbaar provinciaal bestuur. Helaas blijkt uit een recente peiling namens ondernemersorganisaties dat het vertrouwen ontbreekt. Twee derde van de ondernemingen is ontevreden over de stabiliteit en betrouwbaarheid van de politiek. De resultaten zijn gebaseerd op een groep van 2.075 ondervraagde ondernemers die representatief is voor ondernemend Nederland, volgens de onderzoekers. Het onderzoek vond plaats in het kader van de verkiezingen die plaatsvonden op 15 maart.

Afgelopen vijf jaar was een neerwaartse spiraal

Uit het onderzoek komen een aantal bevindingen naar voren die geen vrolijk beeld schetsen. Zo ziet maar 68% een toekomst voor zijn onderneming in Nederland. Van de ondervraagden waren dan ook 62% het eens of volledig een met de stelling dat het ondernemersklimaat in de afgelopen vijf jaar verslechterd is. Dat is ook niet gek aangezien de afgelopen vijf jaar zwaar waren. De zorgen zijn ook niet nieuw. Ondernemers wijzen al geruime tijd op dit probleem. Nog niet zo lang geleden hebben MKB-Nederland en VNO-NCW nog in de tweede kamer gepleit voor stabieler en voorspelbaarder fiscaal beleid.

Toch gaat er geen massale uittocht komen. Uit de cijfers blijkt dat maar 13% overweegt om helemaal of deels te vertrekken. 10% overweegt om serieus te stoppen met de onderneming.

Tekorten, hoge kosten, regeldruk en stress

De ondernemers zitten soms met hun handen in het haar. Het onderzoek geeft ook aan dat het kabinet het op minimaal zes onderwerpen heeft af laten weten. Denk hierbij aan onderwerpen als regeldruk (33%), tekort aan personeel (30%), energietransitie en woningbouw (beide 21%) en toegang tot het stroomnet plus wegen/bereikbaarheid (allebei 16%). Deze onderwerpen hebben direct invloed op het ondernemersklimaat en verdienen meer aandacht van het provinciaal bestuur.

De ontwikkelingen die het meest drukken op het gemoed van de ondernemers bevinden zich in de zes onderwerpen. Denk hierbij aan: tekort aan personeel (53%), regeldruk en trage vergunningsverlening (50%), energiekosten (39%), belastingen en premies (38%) en verduurzaming/energietransitie (24%).

Peiling geeft aan dat er te weinig oog is voor ondernemers

De grootste zorgen liggen niet altijd aan de politiek. Maar er wordt volgens ondernemers te weinig gedaan door openbaar bestuur om het ondernemen makkelijk te maken. 66% is het oneens of volledig oneens met de stelling ‘ik ben tevreden over de betrouwbaarheid en stabiliteit van politiek en bestuur’. Dat is een grote groep. Aangezien 96% zegt politieke besluiten enigszins of veel invloed hebben op bedrijfsmatige keuzes, werkt instabiel bestuur direct door in onzekerheid in de bedrijfsvoering. Het is dus aan de nieuwe provinciebesturen om stabiel beleid te maken en woord te houden, zodat ondernemers weer vertrouwen kunnen hebben in het provinciaal bestuur.

Categorieën
news Uncategorized

Moet je in 2023 overstappen op elektrisch rijden?

Op het eerste gezicht lijkt het overstappen op elektrisch rijden aantrekkelijk. Er zijn subsidies, regelingen en je krijgt een lager bijtellingspercentage. Aantrekkelijk toch? Maar wachten op het juiste moment is soms beter. Als ondernemer weet jij dat timing belangrijk is. Dus lees verder over de voor-en nadelen van overstappen op elektrisch rijden.

Waarom overstappen?

Werk je veel in zero-emissiezones? Dan kan het wel eens zijn dat je met je rug tegen de muur staat. Er komen namelijk steeds meer gesprekken over een verplichting voor sommige beroepen.

Emissieloze zones

Het wordt dus noodzaak voor sommige ondernemers om de overstap te maken. Er zijn al meer dan 25 gemeenten die vanaf 2025 zero-emissiezones gaan invoeren. Dat betekent dat je bestelbus op diesel of benzine niet meer mag. Bestelauto’s met emissieklasse lager dan Euro 5 mogen vanaf 1 januari 2025 niet meer. Euro 6 gaat vanaf 1 januari 2028 niet meer welkom zijn. Dat betekent dat je even achter je oor moet krabben voordat je een nieuwe auto koopt. Houdt rekening met hoelang de auto mee gaat en eventuele restwaarde.

Heb je een zakelijk voertuig van voor 2025? Maak dan gebruik van de overgangsregeling. Daarnaast kun je met een bestelbus van emissieklasse vijf of hoger nog tot en met 2026 de zero-emissiezones in. Vrachtwagens kunnen gebruik maken van deze regeling tot 2029. Check dus op de Milieuzonecheck welke emissieklasse je voertuig heeft.

Regelingen en subsidies voor ondernemers

De overheid moedigt elektrisch rijden aan. Dus kijk voordat je koopt naar de regelingen en subsidies die beschikbaar zijn. We zetten ze even op een rijtje.

  • SEBA subsidie voor elektrische bedrijfsauto’s
    Je kunt met de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s(SEBA) maximaal 5.000 euro korting krijgen. Of je koopt of leaset maakt niet uit in dit geval. SEBA-subsidie vraag je aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Je kunt SEBA combineren met andere regelingen zoals MIA en VAMIL.
  • MIA/VAMIL subsidie
    Een zakelijke elektrische auto kopen of leasen in 2023? Profiteer van 45% investeringsaftrek via de Milieu-investeringsaftrek(MIA). Je mag ook in een willekeurig jaar een willekeurig percentage van de investeringskosten afschrijven dankzij willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL). Dat kost je al minder belasting. Zorg wel dat je met een bestelauto voldoet aan bepaalde eisen Let op! Op = op. Dus vraag op tijd de MIA/VAMIL aan bij de RVO.

Bijtelling zakelijke elektrische auto

Je betaalt voor zakelijke rijden bijtelling als je de auto privé gebruikt. Zoals we eerder hadden uitgelegd profiteer je van een verlaagd tarief. Zakelijke elektrische auto’s betalen maar 16% bijtelling. Het maximumbedrag voor de bijtelling is vastgezet op €30.000 van de catalogusprijs. Alles daarboven wordt berekent met het standaard percentage van 22%. Hierdoor rijd je voor de eerste 5 jaar voordeliger elektrisch.

Klinkt goed, dus waarom wachten?

Ja het klinkt alsof je ontzettend veel kan besparen. Dus waarom zou je wachten? Nou, er zijn ook een aantal nadelen aan elektrische auto’s. Ze zijn bijvoorbeeld een stuk duurder dan brandstofauto’s. Daarnaast gaan de ontwikkelingen momenteel zo ontzettend snel, dat wachten betekent: betere auto’s.

Maar gelukkig wordt het gat met de brandstofmodellen kleiner. Het produceren wordt goedkoper, het tweedehands aanbod groeit en de technologie verbetert. Je bent alleen wel aan het concurreren op de tweedehands markt. Want de vraag is nog altijd groter dan het aanbod. Gelukkig is leasen ook nog een optie. Geen onverwachte kosten, maar wel een hogere maandprijs. De afweging is dus of je nu al investeert of leaset. Maar dat je het komende jaar moet gaan nadenken over elektrisch rijden is wel duidelijk.

Categorieën
news Uncategorized

Vanaf 21 maart 2023 aanvragen TEK-vergoeding voor mkb

Vanaf 21 maart 2023 kunnen mkb-ondernemingen die een hoog percentage van hun omzet besteden aan energiekosten de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) aanvragen. De TEK-regeling is bedoeld als een tijdelijke tegemoetkoming. Heb je een energie-intensief mkb-bedrijf?

Dan heb je misschien kans op vergoeding voor gestegen gas- en elektriciteitskosten. De tegemoetkoming loopt van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023.

Om in aanmerking te komen voor de TEK-vergoeding moet de onderneming aan een aantal voorwaarden voldoen. De energiekosten moeten minimaal 7% van de omzet bedragen bijvoorbeeld. Daarnaast maken alleen MKB-bedrijven met maximaal 249 medewerkers en hoogstens €50 miljoen omzet en/of een balanstotaal van maximaal €43 miljoen kans. Stichtingen, verenigingen en andere instellingen die voldoen aan de voorwaarden kunnen ook in aanmerking komen voor de regeling.

De subsidie

De subsidie is niet gebaseerd op het daadwerkelijke gebruik en de actuele prijs van energie. Je moet rekening houden met de gemodelleerde verbruiks- en prijsgegevens. Dit verbruik wordt mede bepaald aan de hand van je eerdere gebruiksgegevens. Dit vragen ze bij de netbeheerder op. Houdt daar rekening mee!

De compensatie bedraagt 50% van de energiekostenstijging boven een vastgestelde drempelprijs. De maximale vergoeding is €160.000. Je betaalt altijd de drempelprijs van €1,19 per m³ voor gas en €0,35 per kWh voor elektriciteit. Ze berekenen de subsidie zelf met een maximale prijs. Voor gas is dat €3,19 per m³ en voor elektriciteit €0,95 kWh. Ondernemers die in aanmerking komen krijgen vervolgens maximaal 50% van het verschil tussen deze drempelprijs en maximumprijs.

Via RVO aanvragen

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de TEK-regeling uit. Aanvragen voor de TEK-regeling kunnen worden ingediend vanaf 21 maart 2023 (09.00 uur) tot 2 oktober 2023 (17.00 uur) via de website rvo.nl. Na een positief besluit ontvangen ondernemers binnen twee weken een voorschot. Vervolgens dienen zij uiterlijk 31 mei 2024 een vaststellingsverzoek in waarna de definitieve subsidie wordt bepaald.

Het is belangrijk op te merken dat de regeling moet voldoen aan Europese staatssteunregels en daarom goedgekeurd moet worden door de Europese Commissie voordat deze opengesteld kan worden. De regeling is 28 februari gepubliceerd in de Staatscourant.

Bron: Regeling van 23 februari 2023, nr. WJZ/22508019, Ministerie EZK, Stcrt. 2023, 6510

Categorieën
news Uncategorized

Betaal voorlopige aanslag 2023 met dagtekening januari pas in 2023

De Belastingdienst raadt aan voorlopige aanslag 2023 pas te betalen na de dagtekening in 2023 om te voorkomen dat de Belastingdienst de bedragen terugstort.

Bij betalingen vóór de dagtekening kan het zijn dat de systemen van de Belastingdienst de betalingen niet kunnen verwerken.

De uiterste betaaldatum is afhankelijk van de betaalwijze. In de betaalinformatie staat de juiste uiterste datum waarop het totale voorlopige aanslagbedrag op de rekening van de Belastingdienst moet staan. Bij gebruik van termijnbetalingen, gelden de in de betaalinformatie vermelde uiterste betaaldata.

Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners, 12 december 2022

Bron: Taxence

Categorieën
news Uncategorized

Het minnelijk traject, voor ondernemers met schulden

Kun je je schulden niet meer betalen als ondernemer? Maak dan gebruik van een schuldenregeling. Een minnelijk traject is zo’n regeling. Hiermee onderzoek je eerst of je zelf je problemen kunt oplossen. Daarna maak je afspraken met je schuldeisers om je schulden buiten de rechter om binnen 36 maanden zoveel mogelijk af te lossen. Je gemeente of een gespecialiseerde schuldhulporganisatie helpen je hiermee. Lees hoe de regeling werkt en hoe jij er gebruik van maakt om van je schulden af te komen.

Wsnp of minnelijke regeling

In Nederland zijn er diverse manieren om als ondernemer van je schulden af te komen. Het bekendst is de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Voordat je een beroep doet op de Wsnp, moet je eerst proberen of je er samen met je schuldeisers uitkomt met onderlinge afspraken buiten de rechter om. Een minnelijke regeling heet dat. Lukt zo’n afspraak in eerste instantie niet omdat schuldeisers niet meewerken en dit onredelijk is? Dan kun je de rechter vragen een dwangakkoord aan je schuldeisers op te leggen waar ze akkoord mee moeten gaan. Lukt dat ook niet, dan kun je een beroep doen op de Wsnp.

Gemeente of schuldhulpbureau

Op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) verlenen gemeenten schuldhulp aan particulieren en ondernemers met problematische schulden. Problematisch is het als je je zakelijke én privé rekeningen niet meer kunt betalen, en als schuldeisers dreigen met beslaglegging op je huis of goederen of met het aanvragen van je faillissement. Zwaagstra geeft aan: “De minnelijke regeling geldt voor natuurlijke personen zoals eigenaren van een eenmanszaak, zzp’ers, vennoten van een vennootschap onder firma, en directeur -groot aandeelhouders van een besloten vennootschap die door het bedrijf privé in de problemen zitten. Ondernemers met schulden kunnen ook direct naar een commerciële schuldhulpverlener gaan in plaats van naar de gemeente. De kosten voor de schuldhulp financier je dan meestal zelf, bijvoorbeeld via familie. Ga je naar de gemeente dan nemen die doorgaans de kosten voor een traject voor hun rekening. Gemeenten schakelen vaak ook schuldhulpbureaus in. De ervaring leert dat een traject via de gemeente vaak langer duurt.”

Intakegesprek

Na je aanmelding bij de gemeente of schuldhulpbureau volgt er een intakegesprek. Aanmelden kan telefonisch, via email of soms via Whatsapp. Tijdens dit gesprek geef je aan hoe hoog je schulden zijn, wie de schuldeisers zijn en zoek je samen uit welke aanpak het beste bij je situatie past. Lukt het niet om met ingrepen van bijvoorbeeld een boekhouder of een ondernemerscoach uit de financiële problemen te komen? Dan heb je gespecialiseerde hulp nodig. De gemeente schakelt hiervoor meestal ook specialisten in. Volgens Zwaagstra duurt het in normale gevallen een half jaar tot een jaar voordat alle afspraken met schuldeisers rond zijn en je met aflossing of betaling aan schuldeisers start.

Actieplan

Samen met de gemeente of schuldhulporganisatie maak je een actieplan. Hiermee ga je aan de slag om je schuldensituatie aan te pakken. Een belangrijk instrument uit dit actieplan is het minnelijk akkoord. Je brengt eerst nauwkeurig je schulden in kaart. De schuldhulpverlener moet een compleet overzicht hebben welke schulden daadwerkelijk afbetaald moeten worden om te beslissen om het bedrijf voort te zetten of om te stoppen. Denk hierbij aan belastingschulden, leveranciersschulden of die van zakelijke pand- en hypotheekrechten op bijvoorbeeld een bedrijfspand of op goederen en inventaris. Dit overzicht is belangrijk om te bepalen of je eventueel gebruik kunt maken van een saneringskrediet van de gemeente. Hiermee financier je je schuld door middel van een lening van de gemeente en betaal je je schuldeisers. Dit kan alleen als je bedrijf levensvatbaar is en er genoeg inkomsten te verwachten zijn. Geeft de gemeente geen lening dan moet je sparen om de schuldeisers stukje bij beetje af te betalen. De schuldhulpverlener stelt hiervoor een afbetalingsplan/akkoord op en legt dit voor aan de schuldeisers.

Zwaagstra benadrukt het belang van openheid van zaken. “Wees vanaf het begin volledig open en transparant over je financiën en verzwijg niets. Komt in een later stadium bijvoorbeeld naar boven dat er toch nog ergens vermogen is, dan kan dat alle plannen en latere afspraken met schuldeisers in de war gooien en ben je na alle inspanningen weer terug bij af. Ook is het zaak om schuldeisers niet te voor te trekken. Komen andere schuldeisers daar achter, dan werken ze niet meer mee aan een akkoord.”

Stoppen met je onderneming

Is de conclusie dat je moet stoppen omdat je onderneming niet levensvatbaar is? Dan onderzoekt de schuldhulpverlener hoeveel je van die schulden kunt terugbetalen aan je schuldeisers aan de hand van je persoonlijke en te verwachten situatie. Heb je of krijg je bijvoorbeeld een baan en ontvang je daaruit inkomsten? Het minnelijk akkoord houdt in dat geval in dat de schuldhulpverlener een voorstel aan de schuldeisers doet hoeveel je kunt sparen om in drie jaar zoveel mogelijk van je schulden af te lossen. Je krijgt een bedrag op bijstandsniveau om je vaste lasten te betalen en om van te leven. De rest gebruik je voor de aflossing aan je schuldeisers. Daarnaast doet de schuldhulpverlener een voorstel aan de schuldeisers om de rest van de schulden volledig kwijt te schelden na deze drie jaar. Finale kwijting heet dat. Gaan de schuldeisers hiermee akkoord, dan kun je beginnen met aflossen.

Doorgaan met je onderneming

Is je bedrijf levensvatbaar? Dit betekent dat je nu en in de toekomst voldoende inkomsten uit je bedrijf hebt om zakelijk en privé je vaste lasten te betalen. Ook moet er een bedrag overblijven voor de aflossing van schulden of lening. Dan onderzoekt de schuldhulpverlener hoeveel je kunt terugbetalen uit je bedrijfsinkomsten. Via de gemeente probeer je een lening voor de schulden te krijgen, een saneringskrediet. Met deze lening kun je de schulden, of een deel daarvan, direct aflossen. Dit hangt af van hoe hoog de lening is die je krijgt. Deze lening los je in termijnen af aan de gemeente met rente. Je bent dan wel van je schuldeisers af en je hebt grip en zicht op je financiële situatie omdat je alleen nog maar met de gemeente te maken hebt. Voor het eventuele restant van de schulden, probeert de schuldhulpverlener finale kwijting bij de schuldeisers te regelen. Gaan de schuldeisers akkoord met het voorstel? Dan kun je verder met ondernemen, je schulden betalen en aflossen bij de gemeente.

Dwangakkoord

De kans bestaat dat één of meerdere schuldeisers niet mee willen werken aan het voorstel van de schuldhulpverlener. Ze zijn niet verplicht om mee te werken. Het kan zijn dat de onderlinge relatie tussen jou en de schuldeisers ernstig is verstoord door je (financiële) situatie. Ook kunnen de schuldeisers het aangeboden bedrag of de aflossing te laag vinden en daardoor zelf in de problemen komen. Is dat het geval dan gaat een minnelijk akkoord niet door, want alle schuldeisers moeten meewerken. Wijzen één of meerdere schuldeisers het voorstel af, dan kun je bij de rechter een verzoek indienen om weigerachtige schuldeisers te dwingen om mee te doen. Een dwangakkoord heet dat. De rechter beoordeelt of de weigerende schuldeisers goede redenen hebben om het voorstel af te slaan. Zijn er geen goede redenen, dan beslist de rechter dat weigerende schuldeisers toch met het voorstel akkoord moeten gaan en kan het traject van start. Een dwangakkoord kan alleen worden opgelegd als het merendeel van de schuldeisers wél akkoord is gegaan.

“In de praktijk leidt 75 procent van alle minnelijke regelingen tot succes. Meer dan 50 procent van deze minnelijke akkoorden komt uiteindelijk tot stand door een dwangakkoord. Waarbij meer dan 95 procent van de aangevraagde dwangakkoorden wordt toegewezen. Een krachtig instrument dus om schulden op te lossen. De overige 25% van de minnelijke akkoorden die niet lukt, gaat door naar de Wsnp procedure”, aldus Zwaagstra.

Waar kijkt de rechter naar bij het toewijzen van een dwangakkoord:

  • Is het voorstel goed gedocumenteerd en gebaseerd op betrouwbare cijfers
  • Is het voorstel getoetst of opgesteld door een onafhankelijk en deskundige partij zoals een gemeentelijke kredietbank of professionele schuldhulporganisatie
  • Is duidelijk dat het aanbod het maximale is wat je van de schuldenaar kan vragen
  • Levert het dwangakkoord minimaal hetzelfde op als een Wsnp procedure
  • Als een schuldeiser niet het volledige deel krijgt, kom hij dan in de problemen
  • Wat is het aandeel van de weigerachtige schuldeiser op de totale schuld

Wsnp

Lukt een minnelijk akkoord niet en verleent de rechter ook geen dwangakkoord? Pas dan kun je Wsnp aanvragen bij de rechter. Dit kan ook met een verklaring van deskundigen of de gemeente dat een minnelijk traject op voorhand niet kansrijk is. Omdat er bijvoorbeeld helemaal geen kans is om schuldeisers over de streep te trekken. In de meeste gevallen moet je stoppen met je onderneming als je tot de Wsnp wordt toegelaten.

Soms blijven schuldenaren steken in het minnelijk traject. Om ook voor hen de toegang tot de Wsnp laagdrempeliger te maken, bestaat sinds 1 mei 2021 de mogelijkheid om rechtstreeks naar een specifieke groep bewindvoerders te stappen. Zij kunnen, na een mislukt minnelijk traject, ook een dwangakkoord of toegang tot de Wsnp aanvragen. Het aanvragen van een dwangakkoord door een Wsnp-bewindvoerder was al langer mogelijk, sinds 1 mei is er ook een pilot gestart voor de Wnsp-aanvraag. De Raad voor Rechtsbijstand vergoedt de kosten van deze procedures.

Wsnp is een wettelijke regeling waarbij een bewindvoerder aan de slag gaat om met schuldeisers afspraken te maken om de schulden af te lossen. Dit is een duurder traject omdat een bewindvoerder betaald moet worden en er gerechtelijke kosten zijn. Deze kosten betaal je uit wat je spaart, hierdoor ontvangen schuldeisers minder. Een rechter-commissaris controleert je bewindvoerder. Heb je een klacht over je Wsnp-traject, dan kun je terecht bij deze rechter-commissaris. Daarnaast ben je beperkt in je handelingsvrijheid en mag je bijvoorbeeld geen nieuwe schulden maken. Je moet je houden aan de afspraken die je met de bewindvoerder hebt gemaakt en hem op de hoogte houden van al je financiële ontwikkelingen. Je krijgt een vrij te laten bedrag om je vaste lasten te betalen en om van te leven. Dat is op bijstandsniveau. De rest van je inkomen wordt gebruikt om af te lossen. Dit traject duurt meestal 3 jaar, soms 5 jaar. Na deze termijn kun je zonder schulden en met een schone lei weer verder.

Update WSNP: De Tweede kamer is bezig met een wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de WSNP. Dit voorstel verlaagt de drempel om toegang te krijgen tot de WSNP. 

  • Op dit moment krijgen mensen die binnen tien jaar na een eerder WSNP-traject opnieuw in problematische schulden komen geen toegang tot de WSNP. Het voorstel geeft aan dat de rechter de mogelijkheid krijgt om mensen ook binnen die tien jaar wel opnieuw toe te laten tot de WSNP als zij buiten hun schuld opnieuw in financiële problemen zijn gekomen.
  • Als je problematische schulden hebt, moet je de afgelopen 5 jaar ‘te goeder trouw’ zijn geweest bij het ontstaan of onbetaald laten van je schulden. Je hebt met goede en eerlijke bedoelingen geld geleend of uitgegeven en daarbij rekening gehouden met ál je inkomsten en uitgaven. Deze periode wordt verkort naar 3 jaar. 

Wanneer de aanpassingen in werking treden is nog niet bekend.

Belastingdienst

De Belastingdienst staat sinds 2021 ook open voor minnelijke schuldregelingen voor ondernemers. Dit was daarvoor alleen mogelijk voor particulieren. De Belastingdienst controleert bij het oplossen van de belastingschulden wel extra op de levensvatbaarheid van je bedrijf bij een schuldenvoorstel. Het meewerken van de Belastingdienst maakt de kans van slagen om al je schulden op te lossen groter.
Van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 neemt de Belastingdienst genoegen met een lagere opbrengst bij een minnelijk regeling. Tijdens deze periode neemt de Belastingdienst een concurrente positie in, in plaats van een voorrangspositie. De reden hiervoor is dat overige schuldeisers dan makkelijker akkoord gaan met een minnelijke regeling.

Hulp

Heb je problematische schulden of heb je signalen dat het op korte termijn financieel misgaat? Praat erover en kom zo snel mogelijk in actie. Gebruik het stappenplan of neem contact op met je gemeente of met een schuldhulpbureau (zoals CijferAdvies) om te onderzoeken wat je situatie is en welke mogelijkheden je hebt om je problemen op te lossen.

Een andere mogelijkheid om je schuldenprobleem op te lossen is via de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). Bekijk de routekaart.

Bron: Kamer van Koophandel (KvK)

Categorieën
news Uncategorized

Wat houdt self-billing in voor zowel de opdrachtgever als de zzp’er?

Bij self-billing is het niet de zzp’er die de factuur opmaakt, maar de opdrachtgever. Hoe werkt dat dan precies, wat zijn de fiscale spelregels en waarom zou je daarvoor kiezen? Peter Bargon van ZP-desk legt het uit.

Self-billing wordt ook wel ‘reversed billing’ of ‘reverse billing’ genoemd. Hierbij wordt het facturatieproces omgedraaid en dat houdt in dat niet de zzp’er de factuur opmaakt, maar de opdrachtgever.

In het gebruikelijke proces stuurt de zzp’er de factuur naar de opdrachtgever en kan de opdrachtgever pas na ontvangst van de factuur controleren of de factuur goed is opgesteld. Als de factuur niet klopt dan moet er achteraf gecorrigeerd worden. De zzp’er dient twee correctiefacturen te maken, namelijk een creditfactuur voor de foutieve factuur en een nieuwe correcte factuur. Beide facturen moeten dan naar de opdrachtgever worden gestuurd.

In de praktijk komt het regelmatig voor dat facturen inhoudelijk niet juist zijn. Dit komt omdat zzp’ers zelfstandig hun eigen facturen opstellen en versturen. Omdat administratief werk voor veel zzp’ers niet hun specialisatie is, zijn deze facturen foutgevoelig. Het komt zelfs nog voor dat ingestuurde facturen niet voldoen aan de wettelijke eisen.

Hoe werkt self-billing?

In de praktijk werkt self billing vrij eenvoudig. De zzp’er registreert de gewerkte uren in het softwaresysteem van de opdrachtgever. De contractafspraken, zoals het uurtarief, zijn vooraf in het systeem van de opdrachtgever vastgelegd. De zzp’er hoeft dus alleen maar de gewerkte uren in te voeren. De uren worden vervolgens gecontroleerd door de opdrachtgever en na goedkeuring wordt er automatisch een factuur gegenereerd.

Regels voor self-billing

De belastingdienst staat het gebruik van self-billing toe, mits aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

  • De opdrachtgever en de zzp’er hebben beiden ingestemd met het toepassen van self-billing.
  • Op de factuur staat vermeld: “Factuur uitgereikt door afnemer”.
  • De zzp’er blijft aansprakelijk voor de juistheid van de factuur die de opdrachtgever opstelt.
  • Als de opdrachtgever een incorrecte factuur opstelt, dient de zzp’er de opdrachtgever hier tijdig van in kennis te stellen. De opdrachtgever kan dan een correcte factuur opstellen of de zzp’er kan zelf een vervangende factuur maken.
  • De zzp’er blijft verantwoordelijk voor de betaling van btw aan de Belastingdienst.
  • De factuur voldoet aan alle wettelijke eisen.

Voor- en nadelen van self-billing

Het self-billing proces biedt zowel voordelen als nadelen voor zowel de opdrachtgever als de zzp’er.

Voordelen opdrachtgever:

  • De opdrachtgever is in control doordat de geregistreerde uren door de opdrachtgever kunnen worden gemonitord en, indien nodig, tijdig kan worden bijgestuurd. Verrassingen achteraf zullen minder voorkomen.
  • Het proces is efficiënter en de kans op fouten zeer gering door digitalisering en controle vooraf.
  • Het terugsturen van foutieve facturen naar zzp’ers en het verwerken van correctiefacturen zal nagenoeg niet meer voorkomen en kan dus een hoop administratieve rompslomp voorkomen.

Nadelen opdrachtgever:

  • De zzp’ers dienen hun gewerkte uren dagelijks of wekelijks (afhankelijk van de afspraak) in het systeem van de opdrachtgever te registreren. Als dit niet gebeurt dan is de opdrachtgever nog steeds niet in control.
  • De opdrachtgever die met self-billing werkt verplicht zzp’ers vaak in te stemmen met self-billing. Dat is op zich niet onlogisch, omdat de opdrachtgever bij uitzonderingen anders niet volledig in control kan zijn. De kans is echter aanwezig dat een gekwalificeerde zzp’er niet wil instemmen met self-billing en daarom niet kan worden ingehuurd.

Voordelen zzp’er:

  • De zzp’er hoeft zelf geen facturen meer te maken en het sturen van correctiefacturen behoort ook tot het verleden en dat scheelt veel tijd die besteed kan worden aan declarabele uren.
  • Facturen kunnen sneller worden betaald, omdat er achteraf geen controle meer hoeft plaats te vinden door de opdrachtgever.

Nadelen zzp’er:

  • De zzp’er wordt vaak verplicht om in te stemmen met self-billing, want niet instemmen betekent in die gevallen geen opdracht.
  • De zzp’er blijft aansprakelijk voor de juistheid van de factuur die de opdrachtgever opstelt, maar omdat het proces is geautomatiseerd en de zzp’er zelf verantwoordelijk is voor het registreren van de uren is de foutkans erg gering. Desondanks is het controleren van de factuur altijd wel verstandig en kost maar een fractie van de tijd die anders aan het maken van een factuur besteed moet worden. Als deze niet juist is dient de zzp’er de opdrachtgever hier tijdig van in kennis te stellen. De opdrachtgever kan dan een correcte factuur opstellen of de zzp’er kan zelf een vervangende factuur maken.
  • Voor het versturen van de factuur is de opdrachtgever verantwoordelijk. Als door ziekte of vakantie de uren niet tijdig worden goedgekeurd dan zal de factuur pas later worden verstuurd en zal de betalingstermijn ook later ingaan.

Bron: Zipconomy – Auteur Peter Bargon

Categorieën
news Uncategorized

Niet schuiven met box 3-vermogen rondom peildatum!

In de Overbruggingswet box 3, die gaat gelden voor de jaren 2023 -2025 zijn regels opgenomen om peildatumarbitrage te voorkomen. Deze moet ervoor zorgen dat belastingplichtigen niet gaan schuiven met hun vermogen van een hogere naar de categorie met het laagste rendementspercentage. Die arbitrageperiode is drie maanden, houd hier rekening mee!

Omdat de nieuwe wetgeving over de box 3-heffing waarschijnlijk er pas per 2026 zal komen is er voor de jaren 2023-2025 een overbruggingswet (verdiepingsartikel) in elkaar gedraaid. Hierin is opgenomen dat de belastingheffing van box 3 gebaseerd gaat worden op de werkelijke samenstelling van het vermogen. Er komen 3 vermogenscategorieën: banktegoeden (hier valt ook contant geld onder), overige bezittingen en schulden. Voor iedere categorie geldt een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage.

Bepalingen die peildatumarbitrage moeten voorkomen

In de wet zijn ook bepalingen opgenomen die peildatumarbitrage moeten voorkomen. Hiervan is sprake als belastingplichtigen rondom de peildatum van 1 januari binnen de vermogenscategorieën gaan schuiven om het vermogen in de categorie met het laagste forfaitair rendementspercentage (banktegoeden) te verhogen voor een minimale box 3-heffing. Dit kan bijvoorbeeld door overige bezittingen te verkopen en direct na de peildatum weer aan te kopen of schulden aan te gaan en deze na de peildatum terug te betalen. Om dit te voorkomen worden voor het berekenen van het box 3-voordeel  tijdelijke omzettingen van vermogensbestanddelen binnen een arbitrageperiode genegeerd. 

Periode van drie maanden

Bij de arbitrageperiode gaat het om een  aaneengesloten periode van drie maanden die start voor en eindigt na de peildatum. Dit wil zeggen dat de fiscus omzettingshandelingen voor 1 oktober en na 31 maart niet als arbitragehandelingen ziet. Er is ook geen sprake van een arbitragehandeling als er meer dan drie maanden tussen de omzetting en de oorspronkelijke transactie zitten.
Bij een omzetting van overige bezittingen in banktegoeden is er sprake van een arbitragehandeling als:

  • de waarde van de overige bezittingen op de peildatum lager is dan op een ander na de peildatum liggend moment in de arbitrageperiode; en
  • de waarde van de banktegoeden op enig moment in die periode maar na de peildatum lager is dan op de peildatum. 

Zakelijke overweging dan geen arbitrage van toepassing

Als een belastingplichtige kan aantonen dat er een  zakelijke overweging aan de omzettingshandeling ten grondslag ligt, is er geen sprake van peildatumarbitrage. De belastingplichtige moet die overweging wel aannemelijk kunnen maken als de inspecteur hierom vraagt.
Om vragen van en moeilijkheden met de fiscus te voorkomen over vermogensverschuivingen in box 3 is het dus verstandig om dit buiten de driemaandentermijn te doen.

Bron: BV Rendement